Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Caron heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, collegas, ik stond hier enkele weken geleden ook al om een vraag te stellen over de wapenuitvoer van Vlaanderen naar het Midden-Oosten toen de problemen in Egypte losbarstten. Vandaag blijkt dat Vlaanderen ook wapens levert en heeft geleverd aan Bahrein met een laatste exportlicentie van december 2010, zo blijkt uit de documenten.
Vandaag lezen we dat Pax Christi, de vredesbeweging, zich zeer ongerust maakt over de vraag of deze licentie behouden blijft dan wel ingetrokken wordt. Ik heb met de organisatie en met de vredesbeweging contact genomen om te informeren of zij al meer wisten over het intrekken. Ze wisten van niets.
Minister-president, u hebt me vorig keer gezegd dat na alle incidenten en problemen in het Midden-Oosten, alle wapenhandel in dat gebied on hold gezet wordt. Ik ga ervan uit dat de exportlicentie voor Bahrein die toegekend is in december 2010, wordt ingetrokken. Is dat zo of is dat niet zo? Legt u die opnieuw voor aan de criteria die u zelf hanteert met betrekking tot de mensenrechten in die landen?
Minister-president Peeters heeft het woord.
Voorzitter, geachte leden, mijnheer Caron, we hebben hierover inderdaad op 23 februari gediscussieerd. Ik heb toen gezegd dat de export van wapens naar die landen in het Midden-Oosten waar er nu problemen zijn, on hold zou worden gezet. Nadien heb ik die instructies ook concreter gedefinieerd.
Ik heb op 3 maart een brief geschreven aan de secretaris-generaal van het Departement internationaal Vlaanderen (DiV), waarin ik verwijs naar 23 februari: De geviseerde regios betreffen de landen van Noord-Afrika en het Midden-Oosten Marokko, Algerije, Tunesië, Libië, Egypte en de landen van het Arabisch schiereiland. Op basis van de actualiteit kunnen volgende landen Tunesië, Libië, Egypte, Bahrein en Oman gedefinieerd worden als landen in de regio waar nu problemen zijn. Bahrein maakt daar dus deel van uit.
Er werd ook een brief gericht aan de Administratie der Douane en Accijnzen, aan de heer Chapelle. De secretaris-generaal heeft daarin nogmaals duidelijk gemaakt dat wij alles on hold zetten en dat alles wat hier is gezegd, ook daadwerkelijk is uitgevoerd.
Wat Bahrein betreft, er is in 2010 een vergunning verleend voor het uitvoeren van gebruikte vrachtwagens. Ik heb voor u een foto bij van zon kleine tweedehands vrachtwagen. In de toen geldende omstandigheden was er geen probleem om die te leveren. Ze zijn geleverd volgens de regels van de kunst en met respect voor alle elementen. Ik kan u echter ook zeggen dat wij dat bedrijf hebben meegedeeld dat de vergunningen on hold waren gezet en hebben gevraagd die vergunning terug te geven aan de administratie. Dat is ook gebeurd, maar tussen het uitreiken van de vergunning en het on hold zetten, zijn die vrachtwagens wel geleverd.
Op 23 februari heb ik ook gezegd dat in het kader van het ontwerp van decreet betreffende de handel in wapens en militair materieel, de ethische toets extra aandacht zal krijgen van ons. Ik hoop dat ontwerp binnenkort met u in de commissie te kunnen bespreken.
Minister-president, ik dank u voor uw antwoord. Het is jammer dat die uitvoer toch nog heeft plaatsgevonden. Ik betreur dat. U kunt daar ook weinig aan doen.
Ik heb nog een bijkomende vraag voor u. U hoeft die nu niet te beantwoorden, want ik denk dat dit niet kan. Een aantal mensen signaleren me een verhoogde transportactiviteit op de luchthaven van Oostende van cargovluchten uit Saudi-Arabië. Ik wil een waarschuwing geven. Er is gebleken dat een aantal pantservoertuigen die momenteel ook in Bahrein worden gebruikt, door het Saudische leger, dat het regime daar te hulp komt, uit België komen. We moeten in deze zaak absoluut het voorzorgsprincipe hanteren.
De heer Diependaele heeft het woord.
Voorzitter, ik deel de bezorgdheid van de heer Caron. Als ik het antwoord van de minister-president hoor, deelt hij die bezorgdheid ook. Met betrekking tot die wapenleveringen en dit concrete voorval nu zitten we echter met één probleem, dat we in de toekomst waarschijnlijk ook heel moeilijk opgelost zullen krijgen, namelijk dat we nooit kunnen voorspellen wat er in bepaalde landen zal gebeuren. Die ethische toets die we maken, volgens die gedragscode die nu een gemeenschappelijk standpunt is van de Europese Raad, is heel waardevol. In de toekomst zal het echter sowieso zeer moeilijk blijven om te voorspellen in welke richting bepaalde regimes en landen zullen bewegen. Kijk maar naar het regime van Kadhafi, die twee jaar geleden nog ieders grote vriend was. Blijkbaar was hij ook de grote vriend van België, want België heeft mee gezorgd voor de benoeming in de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties. Nu is de situatie helemaal omgekeerd.
Dat is dus een probleem. Ik deel die bezorgdheid, maar we zullen ermee moeten leren leven dat we niet alles kunnen voorspellen.
De heer Reekmans heeft het woord.
Voorzitter, als er oorlogen en opstanden in landen zijn, krijgen we extra aandacht voor deze dossiers in het parlement. Mijnheer Caron, we hebben pas enkele weken geleden nog een overleg gehad tussen enkele parlementsleden uit de diverse fracties en belangrijke Vlaamse firmas die onder deze wapenuitvoerwetgeving vallen. De besprekingen die we de komende tijd in de commissie zullen voeren, zullen heel belangrijk worden. We moeten echt een rationeel onderscheid maken tussen echte wapens en niet-wapens. De firmas in kwestie hebben erop gewezen: cameras van een Vlaamse leverancier kunnen naderhand voor militaire doeleinden worden misbruikt, in oorlogen. We kunnen niet alles betuttelen.
Ik denk dat het belangrijk wordt om een heel duidelijk onderscheid te maken tussen wat wapens zijn en wat niet. Vandaag wordt het debat een beetje te emotioneel gevoerd.
Ik onderstreep nogmaals dat het gaat over tweedehands vrachtwagens die geleverd zijn toen er nog geen problemen waren. Alles staat nu on hold. Ik heb de brieven meegegeven. Ik meen dat ik in dezen gedaan heb wat ook door dit parlement is gevraagd.
Daar kan de heer Caron volgens mij alleen maar gelukkig om zijn.
Daar ben ik ook gelukkig om, minister-president, maar u moet ook nog een belofte uit uw regeerakkoord waarmaken: er moet een nieuw decreet komen op de wapenhandel. U weet dat ik zelf een voorstel heb gemaakt.
Mijnheer Diependaele, mijnheer Reekmans, natuurlijk is er telkenmale een ethische afweging. Ik heb een toetsingsvraag die het heel makkelijk maakt. Of het nu over wapentuig gaat of over hulpmiddelen voor wapentuig, schermen, vrachtwagens of wat dan ook, de vraag moet worden beantwoord of u het tuig ook zou leveren aan Noord-Korea. Dat is de beste moraliteitsvraag die ter zake kan worden gesteld.
Het incident is gesloten.