Verslag plenaire vergadering
Verslag
Voorstel tot spoedbehandeling
Dames en heren, vanmiddag heeft de heer Delva bij motie van orde een voorstel tot spoedbehandeling gedaan van het voorstel van resolutie van de heren Delva, De Coene, Dehandschutter, Caron en Verstreken en de dames Idrissi en Godderis-TJonck betreffende de beheersovereenkomsten met de instellingen van de Vlaamse Gemeenschap gesubsidieerd via het Kunstendecreet.
De heer Delva heeft het woord.
De Vlaamse Regering heeft een beslissing genomen over de grote kunstinstellingen van de Vlaamse Gemeenschap. De onderhandelingen over de beheersovereenkomsten van die instellingen zijn momenteel volop bezig. Zij zouden snel afgerond moeten worden om de kunstinstellingen de nodige zekerheid te geven. Als het parlement een stem wil hebben in dit debat, dan moeten wij nu aanbevelingen doen aan de Vlaamse Regering zodat met die aanbevelingen nog rekening kan worden gehouden bij de finale onderhandelingen over deze beheersovereenkomsten. Ik stel dan ook voor dat wij dit voorstel van resolutie vandaag met hoogdringendheid behandelen.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
Dan stemmen wij bij zitten en opstaan over het voorstel tot spoedbehandeling.
De volksvertegenwoordigers die het voorstel wensen aan te nemen, wordt verzocht op te staan.
De tegenproef.
Het voorstel tot spoedbehandeling is aangenomen. Dan stel ik voor dat het voorstel van resolutie van de heren Delva, De Coene, Dehandschutter, Caron en Verstreken en de dames Idrissi en Godderis-TJonck betreffende de beheersovereenkomsten met de instellingen van de Vlaamse Gemeenschap gesubsidieerd via het Kunstendecreet onmiddellijk wordt behandeld.
Is het parlement het daarmee eens? (Instemming)
Bespreking
Dames en heren, aan de orde is de bespreking van het voorstel van resolutie.
De heer Delva heeft het woord.
Een versterking en een betere afstemming en samenwerking van de grote Vlaamse cultuurinstellingen moet hun voortrekkersrol in eigen land en hun internationaal aanzien nog versterken. Dit stimuleren wij extra. De overheid moet daarom via beheersovereenkomsten op maat het belang van de grote cultuurinstellingen en hun functie als symbool van het Vlaamse erfgoed- en kunstenbeleid erkennen en honoreren. Die paragraaf staat in het Vlaams regeerakkoord.
Deze paragraaf komt niet zomaar uit de lucht gevallen. Ik verwijs naar een resolutie uit de vorige legislatuur, meer bepaald uit 2006. Daarin werd ook al gepleit voor meer samenwerking en afstemming tussen de instellingen.
Uit de visitatierapporten van deskundigen die vorig jaar de instellingen hebben doorgelicht, stellen we vast dat van de aanbevelingen over die vorige resolutie weinig of niets in huis is gekomen. Met name de broodnodige samenwerking tussen de instellingen bleek moeilijk of niet op gang te komen.
Het advies van de visitatiecommissies was heel duidelijk. Als we onze belangrijke culturele instellingen ook later alle kansen willen geven om schitterend te presteren, nationaal maar ook internationaal, dan moeten er nu voor een aantal instellingen belangrijke bestuurlijke maar ook artistieke beslissingen worden genomen en moet de synergie tussen de instellingen absoluut worden verhoogd.
De beslissing van de Vlaamse Regering van oktober geeft daarop een antwoord via een nota: Verhoging synergie kunstinstellingen van de Vlaamse Gemeenschap. Vanuit de meerderheid hebben we een voorstel van resolutie opgesteld. Dat voorstel onderschrijft de nood aan adequate synergie tussen de kunstinstellingen. Aldus verwelkomt dit voorstel van resolutie de beslissing van de Vlaamse Regering, maar wij willen via dit voorstel van resolutie ook aanbevelingen doen aan de Vlaamse Regering waarmee rekening moet worden gehouden bij het sluiten van de nieuwe beheersovereenkomsten met de kunstinstellingen. De gesprekken over die overeenkomsten zijn momenteel volop aan de gang.
Ik licht een aantal aanbevelingen toe. Wij vragen dat de beschikbare infrastructuur van de kunstinstellingen optimaal wordt benut. We denken dan aan het gebruik van dezelfde infrastructuur door meerdere instellingen. We vragen ook dat de programmatorische werking van de instellingen op elkaar zou worden afgestemd. Het is dus belangrijk dat er heldere afspraken worden gemaakt over de programmatie.
We vragen ook dat de artistieke identiteit van ballet en opera zou worden gevrijwaard in een samenvoeging die wordt gemaakt in de nota van de regering.
We onderschrijven de beslissing van de regering voluit, maar we hopen dat we via dit voorstel van resolutie de uitvoering van de beslissing in een bepaalde richting kunnen sturen. We rekenen daarvoor op uw steun. (Applaus bij de meerderheid)
De heer Caron heeft het woord.
Ik heb dit voorstel van resolutie mee ondertekend omdat het spoort met het verwachtingspatroon van onze grote Vlaamse instellingen. Dat was de laatste tien tot vijftien jaar al zo, en niet alleen vandaag. Het gaat over het streven naar synergie tussen die instellingen, maar ook over het respect voor de werking en kwaliteit en wat ze voor Vlaanderen betekenen. Laat ons dat maar onderstrepen, het zijn belangrijke ambassadeurs van Vlaanderen. Als we in het buitenland ergens mee beroemd zijn, dan is het met onze kunstenaars en hun prestaties op dat vlak.
Dit voorstel van resolutie bevat belangrijke zaken, maar andere belangrijke zaken niet. Er staat bijvoorbeeld niet in dat er een fusie komt tussen de instellingen. Het is belangrijk dat ze hun artistieke autonomie kunnen behouden. Er staat in dat we streven naar een Europees niveau voor onze orkesten en dat we ze willen laten doorgroeien met een eigen profiel. Er staat ook in dat dat niet mag beletten dat onze kleinere culturele en kunstinstellingen in Vlaanderen een plaats op die landkaart krijgen.
Het is een evenwichtig en tegelijk ambitieus voorstel van resolutie, dat strookt met wat de voorbije vijftien jaar is gebeurd. Ik hoop uit het diepste van mijn hart dat het voor die instellingen een basis mag zijn om door te groeien, om inderdaad het artistieke niveau te halen dat ze verdienen en dat Vlaanderen in Europa moet blijven onderhouden.
Mevrouw Idrissi heeft het woord.
De principiële beslissing van de minister van Cultuur op 23 oktober 2010 voor de verhoging van de synergie tussen de kunstinstellingen heeft voor heel wat deining gezorgd, niet alleen bij de instellingen, maar ook veel ruimer. Daarom was het nuttig dat de commissie Cultuur een hoorzitting organiseerde, die niet alleen verhelderend en ontluisterend was, maar ook constructief.
Het is ongelooflijk belangrijk dat Vlaamse Regering de principes van het voorstel van resolutie zal overnemen. Daarin staan centraal: het waarborgen van de artistieke kwaliteiten en de autonomie van de instellingen, het waarborgen van de internationale en lokale uitstraling, het creëren van voldoende draagvlak, overleg met de instellingen, maar ook met de stadsbesturen en samenwerking tussen de kunstinstellingen en orkesten.
De heer Dehandschutter heeft het woord.
In bepaalde kringen is vrij hevig gereageerd op de beslissing van de Vlaamse Regering van 23 oktober. Vooral de poolvorming van de orkesten en de zakelijke fusie van opera en ballet hebben heel wat reactie uitgelokt. Anderen zijn merkwaardig stil gebleven. Voor de N-VA staat het veilig stellen, versterken en aanmoedigen van de uitstraling en de artistieke identiteit van elke instelling voorop.
Anderzijds moet in deze conjunctuur de beschikbare infrastructuur optimaal worden gebruikt. De presentatieplekken moeten worden ondersteund en er moet een echte en hechte samenwerking komen tussen de verschillende instellingen, terwijl dat vroeger zeer oppervlakkig is gebleven. Daarom hebben we dit voorstel van resolutie mee ingediend. We zullen het dan ook goedkeuren.
De heer Arckens heeft het woord.
Voorzitter, geachte leden, namens de Vlaams Belangfractie zal ik uitleggen waarom men dit voorstel van resolutie niet kan goedkeuren, maar al evenmin kan afkeuren. Men kan zich er hoogstens over onthouden.
Het positieve nieuws is de nieuwe manier van werken, met hoorzittingen en dergelijke meer. Dit is uiteindelijk immers een drieluik. Niemand heeft dat benadrukt. Er is de gedachtewisseling met de minister. Er is een besloten zitting. Er is een benadering met mensen uit totaal onverwachte hoek. Dan gaat het over iemand uit Nederland, die zijn visie gaf op het ballet in Nederland, en Eric Antonis. We krijgen uiteindelijk een totaalzicht op de werking van de grote culturele instellingen van de Vlaamse Gemeenschap, hoewel niemand eigenlijk goed weet hoeveel het er zijn. Misschien kan daarover een vraag worden gesteld aan de minister, want dat is eigenlijk een raadsel.
Een sleutelwoord in heel deze discussie is het woord synergie. Dat is een containerwoord: het kan allerlei dingen betekenen. Men kan stellen dat een instelling een synergie moet aangaan met een andere instelling, maar dan moet men dat ook concretiseren. Dat doet men helaas niet. Ook in het voorliggende voorstel gebeurt dat niet.
Eigenlijk zijn we ondecretaal bezig. Minister, vanaf 1 januari had volgens het Kunstendecreet een beheersovereenkomst klaar moeten liggen met een aantal Vlaamse culturele instellingen, namelijk die instellingen die niet nominatim in de begroting staan. Die beheersovereenkomst is er niet. Niemand neemt daar aanstoot aan. Ik heb daarover interpellatieverzoeken ingediend. Die werden afgekeurd.
Men gaat nogal licht heen over datgene waarover het uiteindelijk gaat. Iedereen heeft een aantal dingen opgevangen via de media. Ook de Ancienne Belgique en deSingel zijn grote Vlaamse culturele instellingen, maar uiteindelijk gaat het op dit ogenblik over het Ballet van Vlaanderen en de Vlaamse Opera. Ook in dat verband valt opnieuw het toverwoord synergie. Maar wat betekent dat uiteindelijk?
In het vierde punt van de resolutietekst vragen de indieners dat de artistieke identiteit van het Ballet van Vlaanderen en de Vlaamse Opera zou worden gewaarborgd. Wat betekent dat concreet? Ik vraag het u: eieren of jongen? De minister stelt een fusie voor, waarbij de beide intendanten van de beide instellingen nog onafhankelijk kunnen opereren. Boven hen zou een directeur komen, en als snijvlak komt er ook nog iemand van de Vlaamse Gemeenschap controle uitoefenen. Ondertussen staat hier, om de minister te ondersteunen, dat de artistieke identiteit van het Ballet van Vlaanderen en de Vlaamse Opera moet worden ondersteund. Waartoe moet die vaagheid leiden? Ik heb het daarnet al gezegd: men kan niet voor of tegen deze tekst zijn. Men kan zich alleen maar onthouden en bijvoorbeeld een nieuwe tekst opstellen, mocht men daar zin in hebben.
Een volgend heikel punt is dat van de orkesten. U weet dat orkesten in Vlaanderen, dat van de opera, de Brussels Philharmonic, deFilharmonie, maar ook de koren een heikel punt vormen. Dan gaat het niet alleen over het sociaal drama dat er eventueel zou kunnen gebeuren, maar ook artistiek is dit een heikel punt. Het gaat over de eigen klank van de orkesten en de koren, over de eigen werking, de eigen akoestiek, over de eigenheid van die drie organisaties. Ook wat dat betreft, pleit men voor een synergie en voor een duidelijk artistiek profiel.
Quid? Men vroeg aan Lao Tse wat zijn laatste wens zou zijn. Hij zei dat het zijn laatste wens zou zijn om aan de woorden de inhoud te geven die ze ooit hebben gehad.
Als hier staat een duidelijk artistiek profiel en dat in de context van de debatten die we hier hebben gevoerd, dan zeg ik u eerlijk dat dit zonder voorwerp is. Hoe kunnen we nu voor of tegen iets stemmen dat geen voorwerp heeft? Collegas, ik hoop dat u heel bewust goed nadenkt over wat nu aan het gebeuren is. U gaat voor of tegen iets stemmen waarvan u niet precies of zelfs niet bij benadering zou weten waar het uiteindelijk over gaat.
Het Ballet van Vlaanderen is de laatste tijd in een slecht daglicht komen te staan. Daar zijn redenen voor. Er is een slecht financieel beheer geweest, niet de laatste jaren, maar de jaren ervoor. Nu ga ik iets zeggen en dat typeert mijn eerlijkheid , namelijk dat ik mij moeilijk kan inbeelden dat een raad van bestuur, waar een vrouwelijke oud-burgemeester van Antwerpen in zit en tevens iemand die economie of handelswetenschappen heeft gestudeerd, onzorgvuldig zou omgaan met overheidsgeld. Dat geloof ik niet.
Het Ballet van Vlaanderen heeft inderdaad een put, maar dat is een put van jaren geleden. Wij kunnen het Ballet van Vlaanderen op dit ogenblik niet taxeren op de fusieoperaties die zij zelf heeft doorgevoerd. Er wordt in de commissie gezegd dat het toch een eigenaardige zaak is dat onder meer de revisor de zaak van het Ballet van Vlaanderen is moeten komen verdedigen. Dat is zo, maar ik probeer het positief te bekijken, namelijk dat dit gezelschap bezig is met zichzelf te saneren.
Moet er dan zon fusie komen tussen het ballet en de opera of een synergie of zoiets, een synergie waarvoor noch het ballet noch de opera vragende partij zijn, een synergie waarvan de collega van het ballet van Nederland duidelijk heeft aangetoond dat het ballet altijd het kleinere en zwakkere broertje zal zijn? In Nederland spreekt men over besparingen in cultuur. Ik kan u een lijst geven van talrijke zaken waarin kan worden bespaard. Maar als de goede dingen bovendrijven en als ook de goede wil van de grote Vlaamse culturele instellingen aanwezig is zoals van het Ballet van Vlaanderen dat internationale befaamdheid heeft verworven, niet alleen in Vlaanderen maar ook in de rest van de wereld, en als men weet dat een samenwerking tussen opera en ballet altijd een klein beetje mank zal lopen, dan zeg ik: Dit zal niet gaan.
Gelet op de vaagheid van punt 4 en punt 6 waar ik niet voor of tegen kan zijn, is deze resolutie zonder voorwerp en kan ik u allen, niet alleen mijn fractie, alleen maar oproepen om u te onthouden bij de stemming. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Gatz heeft het woord.
Voorzitter, ik wou iets zeggen, niet op de baritoneske wijze van de heer Arckens en ook niet tegen gronde eigenlijk.
Ik heb de tien aanbevelingen in de resolutie van de meerderheid gelezen. Ze zijn zo algemeen gesteld dat men er moeilijk tegen kan zijn, maar ze zijn ook zo algemeen gesteld dat men zich afvraagt welke argumenten er zijn om voor te zijn.
Het gaat zogenaamd over de volledige sector van de instellingen die onder het Kunstendecreet vallen, maar het is duidelijk dat de aanleiding waarom het voorstel van resolutie is ingediend en straks wellicht zal worden goedgekeurd, over de grote kunstinstellingen gaat. Dan wil ik u er even aan herinneren in welke rommelige communicatiecontext die operatie begonnen is. Tot daaraan toe, maar wat onze fractie stoort, is dat het nog altijd niet duidelijk is waar dit debat naartoe gaat en in welke richting die operatie van samenwerking of fusie moet evolueren. Zolang dat niet duidelijk is, zullen wij ons onthouden.
Wij hebben een eigen voorstel, dat is ingediend door de heer De Gucht, die vandaag verhinderd is, en dat wij liever in de komende weken ten gronde zouden bespreken in de commissie. We hebben daar zo onze eigen redenen voor.
We zullen ons bij de stemming over dit voorstel van resolutie onthouden.
Ik wil nog even reageren op de zogenaamde vaagheid van een aantal elementen in het voorstel van resolutie, namelijk bij punt 4 en punt 6. Punt 4 gaat over de artistieke identiteit van het Ballet van Vlaanderen en van de Vlaamse Opera. In een beslissing van de regering staat duidelijk dat die twee instellingen worden samengevoegd. Er bestond bij heel veel mensen binnen en buiten het culturele veld en bij de instellingen zelf grote vrees dat dit ten koste zou kunnen gaan van de artistieke identiteit en de artistieke autonomie van het Ballet van Vlaanderen.
Daarom stonden wij erop om het heel expliciet te vermelden. En daarom staat onder punt 4 en ik weet niet waar de vaagheid dan in zou schuilen dat de artistieke identiteit van het Ballet van Vlaanderen en van de Vlaamse Opera gewaarborgd wordt. Dat wil zeggen dat beide voormalige instellingen absoluut hun eigen identiteit, met een eigen artistiek directeur, zullen kunnen behouden.
Punt 6 gaat over de orkesten. Een van de elementen die ons vandaag bekommeren, is het feit dat een aantal orkesten een zeer gelijkaardig profiel hebben, wat zou kunnen uitmonden in een vrij ongezonde concurrentiële positie. We denken dat het goed zou zijn, mocht, in afspraak met de orkesten, bepaald worden dat de orkesten zouden streven naar een bepaald artistiek profiel, zodanig dat ze veel complementairder zouden kunnen zijn dan vandaag het geval is.
Dat zijn mijns inziens twee belangrijke elementen om toe te voegen. Met de uitleg die ik nu gegeven heb, hoop ik dat de tekst van het voorstel van resolutie nog wat helderder is voor de collegas.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over het voorstel van resolutie houden.