Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Peeters heeft het woord.
Voorzitter, geachte leden, minister, het voorbije weekend hebt u in Gent het voortgangsrapport van de Mestbank voorgesteld. Uit dat rapport blijkt dat we er voor de derde keer op rij in slagen om ons mestaanbod te verwerken, dat we niet met overschotten zitten, dat de nutriëntarme voeding haar resultaten afwerpt.
Aan de andere kant en dat is natuurlijk het verontrustende blijkt er ook uit dat in een derde van de gevallen de kwaliteit van ons oppervlaktewater nog steeds slecht is. In het Maasbekken en het IJzerbekken is de waterkwaliteit ronduit slecht. We zitten nog steeds met pieklozingen qua nitraat. Dat hebben we vorige week in de commissie besproken. De problematiek van fosfaat blijft een bedreiging op langere termijn vormen voor het grondwater, het drinkwater.
Belangrijk is dat het kader om daar iets aan te doen, het Mestactieplan, dat dit jaar van kracht had moeten worden, er nog steeds niet is. Ikzelf en diverse andere collegas hebben daarover al vragen gesteld in de commissie. We hebben gevraagd wanneer we daar inzage in krijgen, wanneer we terugkoppeling en toelichting ter zake krijgen. Het voorbije jaar is er intensief overlegd met de Boerenbond, maar met de milieubeweging veel minder, heb ik begrepen. Ondertussen is januari aan de gang en hebben de boeren de mogelijkheid om hun stalmest al vanaf 15 januari op het land te brengen, zonder het Mestactieplan. Minister, mijn vraag aan u is dus heel duidelijk: wanneer zullen we dat Mestactieplan kennen? Wanneer komt er een terugkoppeling naar de commissie? Wanneer wordt er voort ruggespraak georganiseerd met de milieubeweging? Hoe ziet u een verdere planning van de werkzaamheden, inclusief het openbaar onderzoek dat er nog moet komen om het Mestactieplan in werking te doen treden?
Ik weet dat het volgende schoolmeesterachtig is, maar ik trek me dat niet aan. Mijnheer Peeters, voor alle duidelijkheid, u kunt één vraag stellen aan de minister, niet vier of vijf vragen. De minister is voorbereid op één vraag. Dat geldt trouwens niet alleen voor u. Dat geldt voor iedereen. Ik hoef u niet voor te schrijven wat u moet vragen, maar u kunt beter vragen wat de stand van zaken is met betrekking tot het nieuwe Mestactieplan. Dan zult u alle antwoorden krijgen.
Minister, mijn vraag luidt: wat is de stand van zaken met betrekking tot het Mestactieplan? (Gelach. Applaus)
En ook de begeleidende stappen, natuurlijk.
Minister Schauvliege heeft het woord.
Mijnheer Peeters, uw ene vraag verrast me zeer. Het klopt dat ik het voortgangsrapport heb voorgesteld. Dat bevat positieve en ook minder positieve resultaten. Het positieve is inderdaad dat we voor de derde keer op rij geen mestoverschot meer hebben in Vlaanderen.
Wat minder positief genoemd kan worden, is inderdaad de waterkwaliteit. Nochtans is die op vijf jaar tijd heel sterk verbeterd. Er zijn positieve resultaten. Maar het klopt dat we niet snel genoeg gaan als we de Nitraatrichtlijn willen naleven.
Er is al een actuele vraag over gesteld. U weet dat we volop onderhandelen met de Europese Commissie om, zoals vorige keer, een derogatie te verkrijgen. Om die derogatie te krijgen, moeten we een goedgekeurd mestactieplan hebben, waarbij ook de Europese Commissie het eens is met wat daarin staat. We voeren nog volop die onderhandeling met de commissie. U weet dat voor ons het halen van die normen die worden opgelegd door de doelstellingen van de Nitraatrichtlijn essentieel is, dat we daar ook voor gaan, dat die waterkwaliteit ook moet verbeteren, maar dat we daarnaast ook de economische realiteit van de landbouw in Vlaanderen niet uit het oog mogen verliezen.
We maken dus werk van die twee bezorgdheden. Aan de ene kant moet de waterkwaliteit beter worden, maar aan de andere kant is er ook de leefbaarheid en de haalbaarheid van onze landbouwsector.
De onderhandelingen lopen op het technisch niveau. Het gaat echt over technische zaken tussen de verschillende administraties. Vanuit de bezorgdheid dat het inderdaad snel moet gaan we mikken op het Europees Nitraatcomité van mei, dat moet beslissen over de derogatie heb ik mijn verantwoordelijkheid genomen. Volgende maandag heb ik een afspraak met de Europese commissaris voor Leefmilieu, die ook zal moeten beslissen over het nieuwe Mestactieplan. Maandag zal ik bij hem nogmaals bepleiten dat we willen gaan voor een duurzame landbouw, dat het ook onze bekommernis is te gaan voor een goede waterkwaliteit, maar dat die ook haalbaar moet zijn voor de sector. Ik hoop daar een en ander te vernemen over hoe we nu verder gaan en op die manier heel snel duidelijkheid te kunnen geven.
Uiteraard en dat hebben we al in de commissie besproken ben ik bereid om daarover met de commissie in debat te gaan. Vandaag is er natuurlijk nog geen Mestactieplan, is er nog geen akkoord van de Europese Commissie. Het is bijzonder moeilijk om bij onderhandelingen vooraf alles open op tafel te leggen. Dan zet men zich vast.
Minister, ik dank u voor uw antwoord, maar tot nu toe heb ik u niets nieuws horen zeggen in vergelijking met uw antwoorden op deze vragen in de commissie. Als ik vraag naar de stand van zaken, dan omvat die toch wel de stappen die we zullen zetten bij het afhandelen van het dossier. Ik zie dan toch wel een rol voor de milieubeweging en onze commissie. Ik denk dat die twee zaken toch wel essentieel zijn in de voorbereiding van het Mestactieplan.
Daarnaast raadt u de boeren aan voorzichtig te zijn. Op de website van de Mestbank staan al de eerste informatievergaderingen voor de maand februari. Mensen zijn actief op het veld, de boeren willen beginnen. U zegt dat ze voorzichtig moeten zijn. De Mestbank zegt dat de informatie volgt. Maar er is geen mestactieplan. Het openbaar onderzoek moet nog worden opgestart. Ik denk dat we hopeloos te laat zijn en dat de procedure in het gedrang komt inzake tijd en noodwendigheid.
De heer Callens heeft het woord.
Minister, ik ben zeer verheugd dat u het voorstel hebt gelanceerd om de landbouwers goed te informeren. Het is zeer belangrijk dat ze op de juiste manier bemesten.
Voor de aanwezigen wil ik ook zeggen dat er in de landbouw en bij de dieren geen mestoverschot meer is. Het wordt verwerkt. Er zijn al 118 installaties, die ongeveer 24 miljoen kilo stikstof verwerken. Het wordt voor een groot stuk uitgevoerd. Die zaak wil ik toch wel even rechtzetten.
Minister, ik dring er toch op aan dat we zeker gaan voor de derogatie. U weet dat er een berekening is gemaakt door een landbouworganisatie, door de Boerenbond, die werd aangevraagd door de universiteit van Leuven. Uit de berekening blijkt dat er zonder een derogatie een verlies voor de landbouw zou zijn van 20 miljoen euro. Mijnheer Peeters, we mogen het onze sector niet moeilijk maken.
De heer Vandaele heeft het woord.
Voorzitter, het klopt dat het aantal overschrijdingen van de nitraatnorm de voorbije winter hoger was dan voorheen. We weten dat in 2006 de uitbreiding van de veestapel opnieuw mogelijk werd en dat in 2008 de mogelijkheid er kwam om ook in de kustzone de veestapel uit te breiden. In Vlaanderen is de veestapel in 2009 uitgebreid met 76.000 varkens en 1,15 miljoen stuks pluimvee. Op één jaar tijd. En in West-Vlaanderen zijn er alleen al in 2009 600.000 varkens vergund. Minister, hebt u al een wetenschappelijke analyse laten maken over de eventuele impact van de versoepeling van de normen voor uitbreiding van de veestapel op de verslechtering van de waterkwaliteit? De eventuele impact! Ik weet dat het ook te maken heeft met weersomstandigheden enzovoort.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Voorzitter, ik wik ook hier mijn woorden om een opmerking te maken over de actualiteitswaarde van de vraag. We hebben vorige week hierover een vraag in de commissie gehad. Het principe dat vanaf 15 januari vaste mest mag worden uitgevoerd, is geen nieuw feit. Het is allang zo, en dat is gekend.
Los daarvan hoop ik, samen met iedereen neem ik aan, dat er zo snel mogelijk werk wordt gemaakt van een goed actieplan. Het actieplan zal goed zijn als het haalbaar is. In het verleden hebben we al meegemaakt dat plannen en normen de lat vaak te hoog leggen. Daardoor blijft de samenwerking ondermaats en blijven de resultaten achterwege. De haalbaarheid van het actieplan is minstens even belangrijk als de snelheid. Niettemin wil ik u, minister, vragen om alles in het werk te stellen om zo snel mogelijk tot dat actieplan te komen.
Ik herinner mij uit de voorgaande discussies met Europa over de werkzaamheden en de afspraken die daarbij moeten worden gemaakt, dat het voornamelijk discussies zijn op basis van wetenschappelijke studies en wetenschappelijke onderbouwingen. Dit moet dus, voordat we de werkzaamheden in de commissie starten, in eerste instantie gebeuren op Europees niveau. Misschien is dit ondertussen veranderd, maar het waren met de Europese Commissie toch vooral wetenschappelijke discussies over het actieplan?
Mevrouw Rombouts, de vraag moet toch niet zo slecht zijn geweest aangezien u twee minuten nodig hebt om dat uit te leggen?
Ik heb één minuut nodig gehad om te duiden waarom ik vragen heb bij de actualiteitswaarde. Ik heb net gezegd dat ik mijn woorden wil wikken en wegen.
Dat heb ik gemerkt. Vooral gewikt en gewogen.
Minister Schauvliege heeft het woord.
Collegas, laat het duidelijk zijn dat het onze bedoeling is om eerst en vooral voor de derogatie te ijveren. Uit studies blijkt dat er een serieuze economische impact zal zijn voor de landbouwsector in Vlaanderen als wij die derogatie niet kunnen verkrijgen van de Europese Commissie. Dat is de reden waarom volgens sommigen een en ander te traag gaat. Dat is omdat wij het onderste uit de kan willen halen om de derogatie te verkrijgen, wel met haalbare normen voor de sector, en met de garantie dat de waterkwaliteit in Vlaanderen verbetert en dat we de doelstellingen van de Nitraatrichtlijn halen.
Mijnheer Vandaele, u vraagt naar de resultaten van het voortgangsrapport. Het voortgangsrapport toont inderdaad dat de laatste resultaten iets slechter zijn. Maar dat moet genuanceerd worden: het is nog altijd het beste resultaat als je het op vijf jaar bekijkt. Dus zijn die resultaten van het laatste jaar niet zo dramatisch. Ik denk dat het vooral te maken heeft met klimatologische omstandigheden. Er is geen enkele impact van de toename van het aantal stuks pluimvee of van het aantal varkens omdat er maar een uitbreiding kan komen als het bedrijf bewijst dat de mestbalans in evenwicht is en dat het de mogelijkheid heeft om de bijkomende mest te verwerken.
Er is dus geen enkele link met het aantal dieren, met meer mest of slechtere resultaten die er zouden zijn in het voortgangsrapport.
Maandag ga ik bij de Europese Commissaris pleiten voor een evenwichtige benadering. We willen goede resultaten van de waterkwaliteit die uiteraard ook haalbaar zijn voor de landbouwsector in Vlaanderen. Ik hoop dat we op die manier ook een doorbraak in dit dossier kunnen forceren. We mikken op mei van dit jaar, wanneer het Europese Nitraatcomité bij elkaar komt, om een akkoord te hebben zodat we aan de sector zo snel mogelijk duidelijkheid over de nieuwe bemestingsnormen kunnen geven.
Voorzitter, minister, mevrouw Rombouts, onze vraag is toch wel actueel als we vaststellen dat Nieuwjaar gepasseerd is en dat we reeds een Mestactieplan hadden moeten hebben, want het gaat in vanaf januari 2011. Aangezien het er niet is, is het toch wel een taak van het parlement om de minister aan te manen tot bekwame spoed.
Minister, voor ons is het glas halfvol. We zijn niet pessimistisch, maar eerder optimistisch. Maar in het kader van rechtszekerheid voor de landbouw en in het kader van een goede waterkwaliteit, willen we toch pleiten voor bekwame spoed in dit dossier en voor een zachte landing met een goed resultaat, met betrokkenheid van de commissie. (Applaus)
Ik ben blij met de steun van de oppositie voor een vraag die als actuele vraag is behandeld.
Het incident is gesloten.