Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer De Meyer heeft het woord.
Minister, op 9 november heb ik u geïnterpelleerd over de stopzetting van de betalingen door het Agentschap voor Infrastructuur in het Onderwijs (AGIOn) van de subsidies voor schoolgebouwen. In een motie die door het Vlaams Parlement is goedgekeurd, hebben we gevraagd dat de achterstallige subsidies in de eerste werkdagen van 2011 zouden worden uitbetaald, mogelijks vermeerderd met de onkosten van de verwijlintresten die door de schoolbesturen zijn gemaakt.
Ondertussen bent u volop bezig met de uitbetalingen. Ik hoop dat ze achter de rug zijn. Kunt u zeggen hoeveel van die achterstallen u hebt betaald? Heeft AGIOn ook de onkosten die de schoolbesturen hebben gemaakt en de eventuele verwijlintresten ten laste genomen?
Minister Smet heeft het woord.
AGIOn heeft geen enkele concrete vraag gekregen tot betaling van een verwijlintrest of kost van een tijdelijke stopzetting van uitbetaling van een subsidie in het vierde kwartaal. Als de vraag niet is gesteld, hoeven we uiteraard ook niet te betalen. Als de vraag was gesteld, zou het niet mogelijk geweest zijn om verwijlintresten te betalen omdat dat niet tot de decretale opdracht van AGIOn behoort.
We hebben in het vierde kwartaal van 2010 wel een overeenkomst afgesloten met Febelfin, de federatie van Belgische kredietinstellingen, om een overbruggingskrediet af te spreken voor die bouwheren, die een of andere betaling niet zouden kunnen doen. Alle bouwheren zijn daarvan op de hoogte gesteld. We hebben dus wel een alternatieve regeling uitgewerkt met de waarborg van de Vlaamse Gemeenschap om te verhinderen dat we in betalingsproblemen komen.
Ik had u toen al gezegd dat het probleem in zekere mate relatief was omdat we termijnen hebben. We zijn op dit moment alle cijfers aan het verzamelen. Op 3 januari 2011 zijn alle betalingen die moesten gebeuren, gebeurd. Opnieuw toon ik aan dat ik doe wat ik zeg. We hadden aangekondigd dat we dat gingen doen op 3 januari, en dat is bij deze ook gebeurd. Daardoor zijn we onze afspraak nagekomen.
Minister, u hebt inderdaad gedaan wat we hebben gevraagd en ik wil u daar ook voor danken. Het zou wel interessant zijn te weten over welke som het in totaal gaat. U zult begrijpen dat dit consequenties heeft voor 2011, en voor de begrotingswijziging die u eventueel zult moeten inbouwen voor 2011.
Nu we toch spreken over uitbetalingen aan de scholen, wil ik mijn vraagje dat ik vorig jaar in de eerste zitting heb gesteld, herhalen: hoe zit het met de uitbetaling van de werkingsmiddelen aan de scholen? We hebben een heel zware winter gehad, die heel veel extra kosten heeft meegebracht voor de schoolbesturen. Uw voorganger was zo genereus om op de eerste werkdag van januari de voorschotten aan de scholen te betalen. Bij mijn weten is dat ondertussen nog niet gebeurd. Misschien kunt u aankondigen dat dit volgende week zal gebeuren. Voor de scholen is dat absoluut noodzakelijk, gezien de vele facturen die liggen te wachten.
Mijnheer De Meyer, dit is een totaal andere vraag aan de minister. Een bijkomende vraagstelling moet gaan over de oorspronkelijke vraag.
Voorzitter, het gaat over betalingen aan de scholen.
De heer Van Mechelen heeft het woord.
Minister, u zult deze vraag verwachten. We zijn nu meer dan vier maanden na mijn brief van 1 september aan u over de ESR-problemen (Europees Systeem van Nationale en Regionale Rekeningen) van de pps-constructie (publiek-private samenwerking) voor schoolgebouwen. Bij mijn weten stelt Europa enorme vragen bij de pps-constructie. Is daar al duidelijkheid over?
Als u allerlei vragen stelt aan de minister, is dat een ander debat. De vraag van de heer De Meyer ging over het feit dat hij vorig jaar een vraag stelde over het niet uitbetalen door AGIOn van een bepaald gedeelte aan de onderwijsinstellingen. De minister heeft gezegd dat hij dat in januari oplost, en daar gaat de vraag over. U kunt natuurlijk allerlei vragen stellen over pps en weet ik wat nog allemaal. Dan krijgen we een heel ander debat.
Dat komt volgende dinsdag trouwens aan bod in de commissie Financiën, mijnheer Van Mechelen. De Vlaamse Regering komt op vraag van de voorzitter verslag uitbrengen over de pps. U bent vrij om daar alle mogelijke vragen te stellen. Ik hoop dat u houdt aan uw vraag.
We gaan de wettelijke termijnen voor de werkingsmiddelen aan de scholen uiteraard respecteren. Ik zal navragen in welke mate ze uitgekeerd zijn. U begrijpt dat ik niet bijhoud op welke dag en uur hoeveel euro is besteed. We geven bijna maandelijks honderden miljoenen uit.
Ik heb opdracht gegeven om de betalingskredieten voor 2011 zeer goed in kaart te brengen. Wat AGIOn vorig jaar heeft meegemaakt, is niet voor herhaling vatbaar. We zullen bij de begrotingscontrole naar de regering stappen met een helder dossier. We zullen duidelijk maken welke bijkomende kredieten we nodig hebben. Mijn collega heeft ook gezegd dat dat niet voor herhaling vatbaar is. De regering zal de nodige beslissingen nemen voor een eventuele aanpassing van de begroting. Dat heb ik vorig jaar al gezegd.
Mijnheer Van Mechelen, we zijn nog in gesprek met Europa. Dat is de gebruikelijke procedure. Als ex-minister van Financiën kent u dat. Het gesprek loopt zoals het moet.
Tot slot ben ik heel blij dat de heer Vereeck het jaar start met een belangrijke vaststelling. Hij heeft zijn micro niet aangezet maar ik heb het wel gehoord: hij vindt dat ik een verstandig minister ben.
Minister, ik noteer uw engagement om ons te laten weten wat het juiste bedrag van de uitbetaalde achterstallen voor 2010 is. Ik noteer dat u gaat onderzoeken wanneer de werkingsmiddelen kunnen worden uitbetaald. Ik stel deze vraag natuurlijk omdat dat tot op vandaag nog niet is gebeurd en omdat bij veel schoolbesturen het water aan de lippen staat.
Het incident is gesloten.