Verslag plenaire vergadering
Verslag
Dames en heren, we gaan over tot de slotceremonie. U weet dat het de gewoonte is om eindejaarswensen tot u te richten. Dat zal ik bij dezen doen.
Collegas, tussen de politiek en de media is er kruisbestuiving en interactie, en dat is gezond. Maar toen ik vorige week donderdag, thuis door griep geveld, de kranten opensloeg, laaide de koorts plots hevig op. Ik las een stuk van een door mij zeer gerespecteerd en gewaardeerd politiek commentator. Doorgaans zit hij er recht op, zonder omwegen, en is helder van analyse. Deze keer schoot hij naast het doel, of beter gezegd: hij schoot erover.
Dames en heren, ik wil het commentaarstuk niet meer aandacht geven dan het verdient, maar de daarin geformuleerde visie kan ik als voorzitter toch echt niet over mijn kant laten gaan. De commentator ziet ons parlement als een parlement van kneusjes en van tweedeklassers. Hij stelde: Anders hadden ze wel een beroep gekozen waarvoor persoonlijkheid en talent vereist zijn.
Het Vlaams Parlement vergelijken met een gemeenteraad is volgens hem een belediging voor de gemeenteraad. Hij vindt ook dat een minister groot gelijk heeft als hij of zij met een beleidsplan of een visienota eerst naar de pers stapt, en dan pas naar het parlement. Diezelfde journalist zal het wellicht ook normaal vinden dat de minister-president nu een Argentijnse berg aan het beklimmen is en daarom verhinderd was om het beleid van zijn regering deze week voor dit parlement te verdedigen. Nochtans vond diezelfde minister-president op zijn berg wel tijd om live met een straalverbinding 300.000 euro te schenken voor een goed doel.
Collegas, ik vind dit niet normaal! Ik vind dat de omgekeerde wereld. Zoals u weet, waak ik als voorzitter steeds over de rechten van dit parlement en zijn leden. Ik ben de eerste om erop toe te zien dat die rechten gegarandeerd en gerespecteerd worden. Dat is mijn taak: ik ben voorzitter van dit parlement, en loop dus niet aan het handje van de regering. Ik doe nogmaals een oproep aan de regering om die rechten te respecteren. Ik zal op diezelfde nagel blijven kloppen, totdat er een reflex ontstaat.
Ik wens me dan ook uitdrukkelijk af te zetten tegen de denigrerende woorden van de commentator in kwestie. In amper enkele regels kleineert hij het parlement, zijn leden en het mandaat van de Vlaamse volksvertegenwoordiger, maar meteen ook de kiezers van de volksvertegenwoordiger. Mocht hij wat vaker een bezoek brengen aan dit huis, of pakweg de voorstelling van ons jaarverslag bijgewoond hebben, dan zou hij weten hoe dit parlement werkt, wat hier gebeurt en op welke wijze de parlementsleden hun mandaat invullen. Pas dan, en enkel dan, zou hij een objectief of op zijn minst genuanceerd standpunt kunnen brengen.
Collegas, ik hoop dat u ons jongste jaarverslag gelezen hebt. Er zit een boeiend experiment in. We hebben namelijk een interview afgenomen van een aantal journalisten. We hebben met andere woorden de rollen eens omgedraaid: politici die vragen stelden aan de journalisten. Niet om hen te pakken op verklaringen of uitspraken die ze deden, maar uit nieuwsgierigheid naar hun standpunten.
Er kwamen interessante dingen uit dat interview naar voren, zoals de uitspraak van een journaliste van De Morgen die zei: Het Vlaamse niveau werd tot recent inderdaad stiefmoederlijk bekeken in de perceptie van de journalisten Nu is dat aan het keren. Er komt stilaan meer waardering. Als ik verwijs naar het begin van mijn betoog, klinkt dat een beetje vreemd. Maar toch, ik hoop dat ze gelijk heeft!
De journalisten die zijn geïnterviewd, maken een genuanceerde en objectieve analyse. Ze vragen herhalingen in vragen en dubbele debatten te vermijden. Ze vragen unisono om kortere en krachtige interventies. Ze vragen meer creativiteit bij actuele vragen. Meer bepaald vragen ze dat volksvertegenwoordigers zich niet enkel zouden baseren op krantenartikels om vragen te stellen.
U moet het interview beslist eens lezen. Het is verhelderend. Ik denk echt dat we die analyse ter harte moeten nemen, om zo een andere stijl in de vraagstellingen te hanteren.
Wat ik ook heb onthouden, is dat ze allemaal zeggen dat de voorzitter veel strenger moet optreden. Ik zeg het maar, wees dus gewaarschuwd.
Collegas, ik blik samen met u terug op een druk en boeiend politiek jaar in dit huis. Ik wil u allen, parlementsleden en leden van de regering, van harte danken voor uw constructieve bijdrage aan de begrotingsbesprekingen van de voorbije dagen.
Ik wil ook alle medewerkers van het Algemeen Secretariaat, van de griffier tot de onthaalmedewerkers, danken voor hun inzet en hun ondersteuning. Hun dienstverlening vergemakkelijkt onze taak als politici. Het goed functioneren van het parlement is in hoge mate te danken aan de kwaliteit van het personeel, en ik sluit het personeel van de fracties daarbij in.
Ik wil ook de mensen van de pers bedanken voor hun bijdrage, vooral dan die persmensen die het reilen en zeilen in dit huis van nabij volgen.
Ik wens u allen, samen met uw familie en uw vrienden, prettige eindejaarsfeesten en een goede start in 2011. (Applaus)
De heer Caluwé heeft het woord.
Voorzitter, ik wil me op een even traditionele manier aansluiten bij de wensen aan de media, aan het personeel, aan alle medewerkers en ook aan u. Ik wens u namens ons allen een goede gezondheid. Ik heb namelijk vastgesteld dat u, als u een weekje ziek bent, met grotere aandacht sommige kranten leest en dat dit ook niet goed is voor uw gezondheidstoestand. U tilt dan misschien zwaarder aan sommige artikels dan ze eigenlijk verdienen.
Tot slot zou ik willen stellen dat nu een korte periode aanbreekt waarin we allemaal wat tot rust kunnen komen, ons kunnen bezinnen en even wat anders kunnen doen. Sommigen zullen misschien naar de bergen trekken of met de kinderen of de kleinkinderen naar de aapjes gaan kijken. Het is hen allemaal gegund. Zo zullen ze er het komende jaar voldoende gesterkt opnieuw kunnen invliegen. (Applaus)
Minister Lieten heeft het woord.
Voorzitter, we zouden iedereen in alle bescheidenheid willen danken voor het vertrouwen dat we in het voorbije jaar hebben genoten. Ik zou iedereen namens de Vlaamse Regering een fijn jaareinde, veel warmte en gezelligheid en veel herbronning willen toewensen. Tot in januari. (Applaus)