Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer DHulster heeft het woord.
Minister, een omelet maken zonder eieren te breken, is helaas onmogelijk. Als we naar de toestand van de Vlaamse snelwegen kijken, kunnen we alleen maar concluderen dat er heel wat omeletten te bakken vallen. U hebt de afgelopen dagen aangekondigd dat u uitvoerig in de keuken zult staan en dat er volgend jaar 85 grote werken zullen plaatsvinden, waaronder 25 die bijkomende hinder zullen creëren voor de weggebruikers. U hebt in uw communicatie ook terecht veel aandacht besteed aan het bestrijden van die hinder. Zo plant u onder andere een overleg met vertegenwoordigers van de transportsector, de handelaars en de weggebruikers.
Ik miste daarin één elementje, namelijk de betrokkenheid van de diverse gemeentebesturen. Natuurlijk ondervinden niet alleen de automobilisten hinder, maar ook alle lokale besturen die grenzen aan de trajecten waarop de grote werken gebeuren.
Minister, hoe ziet u de aanpak ten aanzien van de lokale besturen? Hoe bent u van plan om ze te betrekken bij een en ander opdat de hinder op hun grondgebied zo veel mogelijk kan worden beperkt?
Mijnheer DHulster, ik dank u voor uw vraag. Mijn antwoord kan vrij kort zijn. Van de 85 werven zijn er 25 waarvan is vastgesteld dat er aanzienlijke hinder zal zijn voor het wegverkeer. Meteen werd ook de afspraak gemaakt dat er voor die 25 werven een bijkomend minderhinderoverleg moet komen, en daar worden de gemeenten uiteraard bij betrokken. De gemeenten konden niet betrokken worden bij de eerste vaststelling van de planning, want voor 85 werven zou het om veel te veel gemeenten gaan. Voor de 25 werven met hinder, die ook aangestipt zijn, komt er per werf een minderhinderoverleg. Dat zal dus gebeuren.
Minister, ik dank u voor uw antwoord, het was to the point. Ik ben voor een stuk gerustgesteld. Volgend jaar zullen we niet alleen met grote werken te kampen hebben, vooral in de omgeving van Antwerpen, maar moeten we ook zorgen voor een heel gestructureerde aanpak tegen het sluipverkeer.
De heer van Rouveroij heeft het woord.
Voorzitter, collegas, ik begrijp de bezorgdheid van de heer DHulster, maar ik begrijp ook de automobilist die op zoek gaat naar een alternatief omdat hij niet wil terechtkomen in ellenlange files die het gevolg zijn van de wegenwerken die nodig zijn. Voor die wegenwerken krijgt u trouwens onze steun, minister, want voor de autosnelwegen is er dringend behoefte aan een inhaaloperatie.
Los van de minderhinder die u betracht en het is goed dat u dat in samenspraak met de gemeenten doet , is er nog een tweede probleem. Als het begrip er is voor de automobilisten die zoeken naar een alternatief, moet je er ook voor zorgen dat de onderliggende wegen, die als alternatief beschikbaar worden, niet op hetzelfde moment worden opengegooid. Is er voldoende afstemming? Ik ga ervan uit dat het meestal om gewestwegen gaat, maar wellicht niet altijd. Sommige alternatieve wegen worden ook beheerd door de steden en gemeenten en dan rijst er een tweede coördinatieprobleem. Kunt u, los van de minderhinder, aan de gemeentebesturen vragen om op dat ogenblik geen werken uit te voeren?
Mevrouw Eerlingen heeft het woord.
Voorzitter, minister, in de commissie hebben we het ook al over het sluipverkeer gehad en de link met de gps-systemen. Hebt u ook overleg met de routenavigatieorganisaties zodat de autogebruikers die op zoek gaan naar een alternatieve weg, niet automatisch via de kleine baantjes gestuurd worden, maar de hoofdwegen volgen?
De heer Reekmans heeft het woord.
Voorzitter, minister, ik heb twee belangrijke puntjes. Je kunt natuurlijk geen wegenwerken doen zonder hinder. (Opmerkingen)
Ik lees toch in de vraag dat er angst is voor sluipverkeer.
Wat belangrijk is, is de coördinatie van die werken met de besturen van de omliggende gemeenten. Je merkt steeds meer, ook in mijn streek, dat als het gewest bepaalde belangrijke wegen herstelt of aanlegt, gemeenten in de buurt ook wegen opengooien en verbeteren. In de toekomst moet er meer aandacht komen voor het overleg met de gemeentebesturen, zodat de wegenwerken door de gemeentebesturen en door het gewest in eenzelfde omgeving, zo veel mogelijk in tijd worden gespreid.
Mijnheer DHulster, ik vond uw vraag heel cynisch wegens het feit dat uw partij jarenlang op de stoel van de minister heeft gezeten, maar geen onderhoudswerken heeft gedaan en waardoor er nu een zware inhaalbeweging nodig is. Nu wijzen op sluipverkeer, vind ik een beetje cynisch dat wou ik toch even kwijt.
De heer Van den Heuvel heeft het woord.
Mevrouw Eerlingen heeft mijn punt eigenlijk al gemaakt. Ik vind het belangrijk om de lokale besturen erbij te betrekken. Zij heeft er ook de gps-bedrijven bij gehaald. Zij hebben een concreet middel in handen om de automobilisten door die alternatieve wegen te leiden. Ik roep u op om met die mensen een onderhoud te hebben.
De coördinatie is een pijnpunt, een heikel punt. We slagen er niet altijd in om die goed te laten verlopen. Voor de coördinatie van de werken op de snelwegen ligt de timing nu goed vast. De coördinatie met het onderliggende wegennet, in zoverre dat eigendom is van het Vlaamse Gewest, verloopt behoorlijk goed. U moet begrijpen dat de noden op die gewestwegen ook bijzonder groot zijn. De winter zal dat zeker nog een beetje erger maken. We zullen hier en daar moeten ingrijpen. Waar mogelijk proberen we dat optimaal te regelen.
We hebben een coördinatiepunt wegenwerken. Alle werken gaan in een pot, als er een conflict ontstaat, zegt die databank tuut. Dan wordt er een oplossing gezocht voor het conflict. Dat werkt vrij efficiënt. Er worden duizenden conflicten gedetecteerd en er worden er heel wat opgelost. Andere blijven onopgelost.
Nog moeilijker is de coördinatie met de gemeenten. De heer van Rouveroij heeft daarop gealludeerd. We zijn nu halfweg de gemeentelijke legislatuur. In het eerste jaar van een legislatuur werken de gemeenten aan de meerjarenbegroting. In het tweede jaar worden de dossiers vastgelegd. Nu komen ze in een sneller tempo. De gemeenten willen nog van alles realiseren vóór het einde van de legislatuur. Dat is voor 2011 de grootste moeilijkheid. We kunnen van de gemeentebesturen niet vragen dat ze hun werken een of twee jaar gaan uitstellen.
We moeten wel gebruikmaken van alle technologie die er is. Zo kom ik bij de andere opmerkingen. Ik denk dat we vrij veel werken aankunnen op ons wegennet als de automobilisten echt weten waar er wordt gewerkt. Er is niets ergers dan in een omleiding terecht te komen en dan ineens in andere wegenwerken te zitten zonder op de hoogte te zijn. Wat dat betreft, hebt u absoluut mijn engagement. Er zijn heel veel gesprekken. We gaan proberen om de omleidingsroutes snel en accuraat aan de gps-providers door te geven. We gaan zeer goed gebruik maken van de dynamische borden. Tegen eind 2011 wil ik mijn basisnetwerkborden en lussen volledig geïnstalleerd hebben.
Verboden opleggen via het gps-systeem kunnen we natuurlijk niet. We kunnen er wel voor zorgen dat de preferentiële routes worden doorgegeven.
Het sluipverkeer is overal in Vlaanderen een groeiend probleem door de toenemende mobiliteitsdruk, zowel voor de gemeenten als voor hun inwoners. Het is cruciaal dat we daar in de komende jaren inspanningen voor leveren, zowel op het lokale als het bovenlokale niveau, en het liefst zo gecoördineerd mogelijk. (Applaus bij sp.a)
Het incident is gesloten.