Verslag plenaire vergadering
Ontwerp van decreet houdende instemming met de amendementsoorkonden bij de stichtingsakte en de overeenkomst van de Internationale Telecommunicatie Unie (Genève, 1992), zoals gewijzigd door de Conferentie van gevolmachtigden in 1994 en 1998, aangenomen in Marrakech op 18 oktober 2002
Verslag
Algemene besprekingen
Dames en heren, aan de orde zijn de algemene besprekingen van de ontwerpen van decreet.
Mevrouw Pehlivan, verslaggever, heeft het woord.
Voorzitter, ik dank de leden die er al zijn voor hun aanwezigheid, al is het nog vrij vroeg.
Op 7 december 2010 hechtte de Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden en Internationale Samenwerking na bespreking haar goedkeuring aan het ontwerp van instemmingsdecreet. Deze bespreking verliep parallel met die over een ander instemmingsdecreet, met name de amendementsoorkonden bij de stichtingsakte en de overeenkomst van de Internationale Telecommunicatie Unie, zoals gewijzigd door de Conferentie van gevolmachtigden in 1994 en 1998, aangenomen in Marrakech op 18 oktober 2002. Minister Lieten verklaarde een geïntegreerde toelichting te zullen verschaffen bij de twee ontwerpen van instemmingsdecreet die ter goedkeuring voorlagen in de commissie.
De minister deelde eerst enige achtergrondinformatie mee over de Internationale Telecommunicatie Unie (ITU), waarna ze kort de amendementsoorkonden van Marrakech en Antalya toelichtte. De ITU is een internationale organisatie die reeds een lange voorgeschiedenis heeft. De minister preciseerde dat er binnen de ITU drie sectoren actief zijn: de sector van de telecommunicatie, de sector van de radiocommunicatie en de sector van de ontwikkeling. Minister Lieten kwam tot het specifieke voorwerp van de voorliggende instemmingsdecreten, waarna ze de wijzigingen van institutionele aard overliep. Ze wees erop dat de stichtingsakte en de overeenkomst voorzien in de Conferentie van gevolmachtigden, de Raad, mondiale zowel als regionale conferenties en het Secretariaat als belangrijkste organen van de ITU.
De amendementen van Marrakech willen de werking van de ITU flexibeler en transparanter maken. Zo kan nu elke sector zijn eigen procedures vaststellen en zijn de regels voor de vergaderingen van de sectorraden aangepast. De amendementsoorkonden van Antalya verduidelijken dan weer de status van de waarnemers, door een onderscheid te maken tussen waarnemers met raadgevende stem en waarnemers zonder raadgevende stem. Qua inhoudelijke wijzigingen bracht de minister onder de aandacht dat artikel 10 van de stichtingsakte, zoals geamendeerd in Marrakech, bepaalt dat de Raad de grote beleidskwesties met betrekking tot telecommunicatie onderzoekt, op zon manier dat de beleidslijnen en strategie zijn aangepast aan de nieuwe ontwikkelingen in de wereld van de telecommunicatie. Met betrekking tot de bevoegdheid van de Vlaamse Gemeenschap verwees de minister naar de Raad van State, die in een advies van 6 juni 2006 stelde dat de amendementsoorkonden van de ITU als gemengde verdragen moeten worden beschouwd. Ze behoren tot de bevoegdheid van zowel de federale overheid als de gemeenschappen.
Tijdens de algemene bespreking wees de heer Verstreken op de hoge graad van techniciteit van de voorliggende documenten. Hij beaamt dat de werkzaamheden van de Internationale Telecommunicatie Unie wel degelijk van groot belang zijn voor Vlaanderen. Hij wees er dienaangaande op dat de discussie aangaande de radiofrequenties nu al een hele tijd aansleept. Zeker in de omgeving van Brussel zouden de problemen nog bestaan.
De heer Hendrickx sloot zich aan bij de opmerking van de heer Verstreken aangaande de technische aard van de voorliggende verdragswijzingen. De heer Van Overmeire constateerde dat het oudste van de voorliggende verdragen/verdragswijzigingen al van acht jaar geleden dateert.
Ik drukte namens sp.a mijn verbazing uit over het feit dat er zogenaamde waarnemende leden zijn. Die status kan mijns inziens aanleiding geven tot dubbelzinnige situaties. Dergelijke waarnemers zouden immers wel eens zeer selectief aan een en ander kunnen deelnemen, in de zin dat ze wel de voor hen positieve elementen overnemen en zelfs een inbreng kunnen hebben in de besprekingen, maar zich daarnaast ook kunnen onttrekken aan andere, misschien meer onereuze, verantwoordelijkheden.
Mevrouw Poleyn heeft erop gewezen dat de post van de Vlaamse volksvertegenwoordigers bij de multilaterale instellingen in Genève, na gedurende ongeveer een jaar vacant zijn geweest, relatief recent is ingevuld. Ze vindt dit voor de opvolging van de werkzaamheden van de Internationale Telecommunicatie door Vlaanderen een goede zaak. Zij baseerde zich op het gezamenlijke advies van de Strategische Adviesraad internationaal Vlaanderen (SARiV) en de Strategische Adviesraad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media (SARC). Ze wees er daarna nog op dat de beide instanties uitdrukkelijk gepleit hebben voor een actieve opvolging van de inhoudelijke werking van deze organisatie.
In haar antwoord heeft minister Lieten erop gewezen dat de discussie over de radiofrequenties inderdaad nog steeds hangende is, en door haar diensten van zeer nabij wordt opgevolgd. Tevens kon ze meedelen dat het Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie (BIPT) ondertussen toch al iets meer en iets sneller en directer optreedt inzake de storingsproblemen die zich stelden en stellen.
Wat betreft de door de strategische adviesraden bepleite actieve opvolging van de werkzaamheden van de ITU, heeft minister Lieten erop gewezen dat de belangrijkste prioriteiten worden bepaald in een constant overleg tussen haar kabinet en haar administratie. Het komt dan aan die administratie toe om de geselecteerde prioriteiten nader op te volgen.
Na het antwoord van de minister volgde de stemming over het ontwerp van instemmingsdecreet met de amendementsoorkonden bij de stichtingsakte en de overeenkomst van de ITU aangenomen in Marrakech op 18 oktober 2002 en de stemming over het ontwerp van instemmingsdecreet met de amendementsoorkonden bij de stichtingsakte en de overeenkomst van de ITU aangenomen in Antalya op 24 november 2006. Beide instemmingsdecreten maakten vanzelfsprekend het voorwerp uit van een afzonderlijke stemming. Beide werden aangenomen bij unanimiteit van 10 stemmen. (Applaus)
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De algemene besprekingen zijn gesloten.