Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over het invoeren van diversiteitsquota voor televisieprogramma's door de VRT
Actuele vraag over het invoeren van diversiteitsquota voor televisieprogramma's door de VRT
Actuele vraag over het invoeren van diversiteitsquota voor televisieprogramma's door de VRT
Actuele vraag over het invoeren van diversiteitsquota voor televisieprogramma's door de VRT
Verslag
De heer Yüksel heeft het woord.
Voorzitter, minister, dames en heren, afgelopen vrijdag maakte de VRT bekend dat ze quota wil invoeren voor allochtonen en vrouwen. Er moeten 12 percent gekleurde gezichten komen op 1 en 20 percent op Canvas. Een derde van de nieuwslezers moet vrouw zijn. De VRT komt tot dat plan op basis van een steekproef uitgevoerd in 2009. Allemaal goed en wel, minister, mensen werken bij de openbare omroep en in de journalistiek wegens hun competenties en capaciteiten. Men moet trouwens geen steekproef houden om vast te stellen dat bepaalde kansengroepen bij de VRT ondervertegenwoordigd zijn. Bij de Vlaamse media werken 18.000 mensen; amper 1 percent daarvan heeft een allochtone achtergrond.
Dat er iets moet gebeuren, is duidelijk, maar wat en hoe? Het plan van de VRT stelt dat men effectief op zoek gaat naar allochtonen. Ik heb 13 jaar voor de VRT gewerkt. Ik ken de journalistiek van binnen en van buiten. Ik vind het geen goed signaal aan de allochtonen die in de media willen werken. Men zou hen zeggen: we nemen u in dienst omwille van uw afkomst en/of huidskleur. Dat zou een slecht signaal zijn. Op die manier krijgen we alibi-Brackes en alibi-Martine Tanghes en alibi-Wim De Vilders. Dat kunnen we niet dulden.
Minister, als u uitgaat van dat plan en quota wilt invoeren, betekent dit dat u de selectiecriteria voor journalisten en programmamakers gaat versoepelen?
De heer Wienen heeft het woord.
Voorzitter, minister, dames en heren, ik las afgelopen vrijdag het bericht in De Standaard dat de VRT quota wil opleggen om meer vrouwen en gekleurde mensen in beeld te hebben. Ik dacht: wat is het probleem? De VRT is toch al gekleurd genoeg? (Applaus bij het Vlaams Belang)
Toen zag ik dat het om de huidskleur ging. Volgens mij heeft de openbare omroep echter al genoeg grote problemen om zich niet met dergelijke frivoliteiten te moeten bezighouden. De VRT moet een besparingstraject van 65 miljoen euro afleggen. Het omroepgebouw is dringend aan renovatie toe. Daar is geen geld voor. De VRT krijgt niet eens het eigen pensioenfonds gefinancierd. Daar is ook geen geld voor. In het licht van al die problemen vraag ik me dan ook af of de VRT zich met dergelijke zaken moet bezighouden.
Ondertussen zijn de quota genuanceerd en gaat het over streefcijfers. We weten echter allemaal dat de invoering van dergelijke streefcijfers de facto altijd tot een discriminatie leidt. In dit geval gaat het zelfs om een anti-Vlaams racisme. Indien er twee gelijkwaardige kandidaten zijn, zal een kandidaat afvallen omdat hij niet de juiste huidskleur of het juiste geslacht heeft. In dergelijke gevallen gaat het dan nog om gelijkwaardige kandidaten. Ik vrees dat de VRT meer zal doen om de streefcijfers te bereiken. Het zal niet enkel om de gelijkwaardige kandidaten gaan.
Ondertussen blijkt mijn vrees gegrond. In een reactie in de kranten heeft de heer Hoflack, het hoofd van de nieuwsdienst van de VRT, het volgende verklaard: De streefcijfers betekenen voor de nieuwsdienst onder meer dat moet worden gekeken wie er aan het woord komt. Het is, met andere woorden, de bedoeling het nieuws te manipuleren. Ik stel me vragen bij het personeelsbeleid. Dit zal tot een kwaliteitsverlies en tot een verlies aan geloofwaardigheid leiden.
Minister, wat vindt u van dit verlies aan kwaliteit?
De heer Verstrepen heeft het woord.
Voorzitter, het is allemaal de fout van de heer Yüksel. Hij is van de VRT naar de politiek overgestapt en de cijfers zijn gedaald. Aangezien hij een fijne collega is, wil ik hem niet terugsturen. Het zegt echter veel over de aantallen waarover het hier gaat.
Wie het rapport leest, zal merken dat de studiedienst van de VRT zich in tijden van crisis bij de openbare omroep anderhalve maand met het tellen van schaapjes heeft beziggehouden. Ze hebben op de televisie geteld hoeveel schaapjes zwart of bruin waren. Wat zij op papier hebben gezet, blijkt nu de basis voor een streefcijfer bij de openbare omroep te zijn.
Ik vraag me af over welke kwaliteiten iemand moet beschikken om op televisie te komen. Dit is tegenwoordig een groot vraagteken. Voor journalisten is het heel duidelijk. Voor entertainmentprogrammas is het ook duidelijk. Mensen moeten kunnen dansen, schaatsen of over een stel borsten beschikken. Ik stel me echter vragen bij de reacties op dit resultaat.
Als we deze redenering doortrekken, moet iemand eigenlijk niet echt iets kunnen. Iemand moet gewoon vrouw zijn, met alle respect voor de vrouwen, of een bepaalde huidskleur of afkomst hebben. Dat volstaat om een streepje voor te hebben. We praten niet over de inhoud of over hoe mensen het doen. Het gaat trouwens niet enkel om de programmamakers. Het gaat ook over de gasten. Indien een actueel programma wordt gemaakt, moet nog worden gekeken of er niet iemand anders aan de discussie kan deelnemen. Het gaat hier dan om excuustruzen. Dit lijkt me geen goede zaak. We zijn tegen elke vorm van discriminatie, ook van positieve discriminatie.
Ik stel me vragen bij deze uitspraak van de minister over wat nu al geen quotum meer is: Het is nog vroeg om daar nu al zware uitspraken over te doen, maar misschien moeten we zoeken naar een manier om die cijfers ook in de beheersovereenkomst hard te maken. De enige daad die de minister blijkbaar wil stellen en waarvoor ze haar nek wil uitsteken, bestaat eruit een cijfer in de beheersovereenkomst in te voeren met betrekking tot vrouwen en andere nationaliteiten op televisie. Indien dit haar enige daad bij de openbare omroep is, komen we van de regen in de drop.
Minister, ik stel u rechtuit een vraag. U zult uiteraard heel eerlijk antwoorden. Wilt u die streefcijfers wettelijk verankeren? Wilt u die quota invoeren?
De heer Vandaele heeft het woord.
Voorzitter, vandaag staan er streefcijfers in de beheersovereenkomst wat betreft de werkgelegenheid bij de VRT, zoals 33 percent vrouwen in het management. Vorig jaar zaten we al op 30,4 percent en we hadden onze nieuwe vrouwelijke CEO nog niet. Later heeft de VRT intern afgesproken dat er ook een streefcijfer zou zijn voor mensen met een handicap, namelijk 1 percent. Dat halen we blijkbaar. Het streefcijfer voor allochtonen was 2,5 percent, wat ook bijna wordt gehaald.
Wat nu aan de orde is, is blijkbaar een streefcijfer voor het invoeren van schermaanwezigheid, de aanwezigheid van een aantal groepen op het scherm. N-VA staat daar achter. We vinden dat de openbare omroep een afspiegeling moet zijn van de samenleving en dat de verschillende groepen in de samenleving zichzelf in het aanbod moeten herkennen. Dat is belangrijk. Iedereen voelt zich op die manier volwaardig lid van onze samenleving. Ook wat betreft de inburgering is dat een interessant en belangrijk element. We staan achter streefcijfers.
De heer Carl Decaluwe, eerste ondervoorzitter, treedt als voorzitter op.
We zouden minder enthousiast zijn als men echt over strikte quota zou spreken. Men haalt die twee begrippen wat door elkaar in dit debat. Strikte quota, denken wij, zijn niet bruikbaar in de praktijk. Ik denk dat de programmamakers niet uit de voeten zouden kunnen als ze met een apothekersweegschaaltje zouden moet gaan werken. Waarschijnlijk zouden we dan komen op een punt waar er sprake kan zijn van inmenging in de redactionele autonomie en dat soort dingen. Daar willen we niet aan beginnen.
Minister, de VRT heeft blijkbaar een monitoring gedaan. Daar komen die percentages uit. We begrijpen niet goed waarom exact die percentages. Bijvoorbeeld voor de aanwezigheid van de gekleurde medemens is dat op Ketnet 6 percent, op Eén 12 percent en op Canvas 20 percent. Waar komen die cijfers vandaan?
De heer Tommelein heeft het woord.
Minister, voor alle duidelijkheid, mijn fractie en ikzelf staan 100 percent achter diversiteit en verscheidenheid. Het is een liberale zienswijze dat men ook in een openbare omroep erover moet waken dat er verscheidenheid is. Ik denk ook dat de cijfers van 2007 bewijzen dat het kon. Toen zaten we op een bepaald moment aan 15 percent. Het cijfer is drastisch gedaald in het laatste jaar. Je kunt je ook afvragen of dit een momentopname is.
Nu, wat de openbare omroep doet om ervoor te zorgen dat er verscheidenheid en diversiteit is, is zijn taak. Met u wil ik het hebben over uw zeer snelle reactie om het quotasysteem toe te juichen, om te vragen dat dat wettelijk zou worden verankerd en om voor de eerste maal in uw carrière als minister van Media een duidelijke voorafname te doen van wat in de beheersovereenkomst zou moeten staan. Op alle onderwerpen waarover we u hebben ondervraagd de voorbije maanden, hebt u telkens gezegd dat we daar een debat over zullen voeren, dat we het wel zullen zien, dat we het zullen meenemen of dat we het zullen onderzoeken. Maar als het over quota ging, dan was u er als de kippen bij om te vragen om dat op te nemen in de beheersovereenkomst.
Minister, wij zijn niet voor quota. Wij zijn wel voor een beleid, niet alleen in de openbare omroep de openbare omroep heeft daar uiteraard een vooraanstaande positie in maar in heel de samenleving, dat er diversiteit is, dat iedereen dezelfde kansen krijgt, ongeacht welke afkomst hij heeft, ongeacht welke kleur hij heeft en ongeacht welke politieke overtuiging hij heeft. Minister, bent u voor een wettelijke verankering van quota en wilt u dat absoluut in de beheersovereenkomst?
Minister Lieten heeft het woord.
Collegas, ik vind het merkwaardig dat enerzijds het thema diversiteit en anderzijds het thema kwaliteit en kijkbereik door sommige sprekers worden samengevoegd. Volgens mij staan die twee elementen niet in negatief verband met elkaar. Het is alsof we zeggen dat sinds er in het Vlaams Parlement meer vrouwen, meer gekleurde mensen en meer mensen met een handicap zitten, de kwaliteit naar beneden is gegaan. Ik denk toch niet dat iemand dat zou durven te beweren.
Laten we toch niet zo defensief reageren als het gaat over diversiteit en over streefcijfers. Voor alle duidelijkheid: niemand, noch de VRT noch ikzelf, hebben het woord quota in de mond genomen. Streefcijfers is iets wat een organisatie zichzelf oplegt en waar ze naar gaat streven. Quota is iets wat door een wetgever of een externe instantie opgelegd wordt. We spreken hier niet over quota, we spreken over streefcijfers.
Niettemin, als het debat over streefcijfers en diversiteit gaat, krijgt men allerlei defensieve reacties. De eerste is dat er geen probleem is, want de kijkcijfers zijn goed. Een tweede dat het probleem zich vanzelf oplost naarmate er tijd overheen gaat: over 20 à 30 jaar zullen er sowieso meer vrouwen en allochtonen op het scherm zijn. Een ander argument kan zijn dat het niet op te lossen is, omdat men geen goede vrouwen of allochtonen vindt. Het laatste argument, dat ook door enkele sprekers is aangehaald, is dat als men meer vrouwen en meer allochtonen op en achter het scherm brengt, de blanke mannen erop achteruit zullen gaan.
Collegas, echt waar, ik vind dat er tegenover die negatieve elementen een hele hoop positieve elementen zijn waarom we voor diversiteit zouden moeten zijn en voor streefcijfers. Ik zal ze even overlopen. Op de eerste plaats gaat het om kwaliteit. Stel u nu voor dat we vijf blanke mannen, zoals de vraagstellers en ik neem de heer Yüksel erbij als geïntegreerde blanke man zouden samen zetten om een programma te maken, dan zullen ze wel tot mooie ideeën komen. Maar als we dat ook aan vrouwen of aan allochtonen zouden vragen, dan zouden die andere ideeën hebben. Mijnheer Yüksel, ik neem er u nu bij als bijzonder exemplaar. Als we dat zouden vragen aan andere doelgroepen, zullen we ook andere ideeën krijgen. We zullen dan vermoedelijk veel meer goede ideeën krijgen, en veel meer goede programmas. Daarom wordt de kwaliteit zeker niet benadeeld door een grote diversiteit, wel integendeel. Ze gaat erop vooruitgaan. Uit alle studies blijkt dat ook.
Op de tweede plaats is er het bereik. Het landschap van de kijkers verandert. Er is meer diversiteit bij de kijkers. De VRT moet er toch voor zorgen dat ze voor alle Vlamingen een aanvaardbare zender is en voor alle Vlamingen een aanbod heeft. Het is dus goed dat ze daar naartoe werkt. Hoe meer ze kan appelleren aan een grotere groep van Vlamingen, hoe hoger de kijkcijfers zullen zijn en hoe succesvoller ze zal zijn.
Er is nog een derde goed argument. Inzake de sociale cohesie en de integratie, waarover we het in dit halfrond dikwijls hebben, spelen de media een bijzonder belangrijke rol. Ook daarom is het zeker en vast een goede reden dat de VRT een actief beleid voert.
Een zeer economisch argument is dat de adverteerders van de VRT er, denk ik, belang bij hebben dat er zo veel mogelijk en zo divers mogelijke Vlamingen kijken, zodat ze ook daar hun economische resultaten zullen halen.
Al die argumenten zijn zeker voor de VRT dienstig, aangezien wij hier allemaal samen, de belastingbetaler, een groot stuk van de werkingskosten van de VRT betalen. We mogen dus zeker die hoge ambities bij de VRT leggen.
Hoe bereikt men nu die doelstelling? En dan komen we bij het debat over de streefcijfers en de quota. Ik heb al duidelijk gezegd dat het gaat over streefcijfers, die de VRT zichzelf oplegt. Dat is niet nieuw, collegas. De Vlaamse Regering heeft al sinds jaar en dag een beleid inzake streefcijfers. Ze vraagt aan elk departement, aan elk inwendig verzelfstandigd agentschap (IVA) en elk extern verzelfstandigd agentschap (EVA) om streefcijfers op te maken voor zichzelf naar aanleiding van het aanwervingsbeleid. Ze vraagt ook dat er elk jaar actieplannen worden opgemaakt, dat erover gerapporteerd wordt. Ik zie dus eigenlijk niets nieuws. Het is ook logisch dat die streefcijfers dan ook mee worden opgenomen in de beheersovereenkomsten, net zoals andere cijfers die we belangrijk vinden.
We vinden het belangrijk dat de VRT een bepaald percentage aan kijkcijfers haalt. We vinden het belangrijk dat de VRT in evenwicht blijft en cijfermatig een aantal doelstellingen haalt. Daarom vinden we het ook belangrijk dat de VRT ook aan diversiteit werkt, zich cijfers oplegt en daar intern naar streeft. Dat is, denk ik, een heel goede manier om duidelijk te maken dat het diversiteitsbeleid geen taak is die men kan afwentelen op een diversiteitsambtenaar. Een diversiteitsbeleid is een strategische keuze, en die moet door heel het management, door heel de raad van bestuur ondersteund en uitgedragen worden. Daarom hebben die streefcijfers een heel belangrijke impact.
Hoe zijn die cijfers nu geformuleerd? De VRT heeft dat zelf gedaan. Ik veronderstel dat ze dat doet zoals iedereen als het om doelstellingen gaat. Ze moeten meetbaar zijn, ze moeten ambitieus zijn, maar ze moeten ook nog net haalbaar zijn. Zo heeft de VRT gediversifieerd tussen haar verschillende netten, vertrekkende vanuit de bestaande situatie. Daarbij wordt gekeken hoe groot de kloof is, wat realistisch, haalbaar, maar toch nog ambitieus genoeg is. Dat is uiteraard een appreciatie van het VRT-management zelf.
Als het management die cijfers vooropstelt en daarvoor wil gaan, komt het erop aan om een heel pakket aan maatregelen te ontwikkelen om die cijfers te halen. Het zal niet gemakkelijk zijn om die cijfers te halen. Het zal ook niet gebeuren met een maatregel. Het zal om een pakket moeten gaan van veel verschillende maatregelen. Opnieuw is het aan de VRT zelf om na te gaan hoe zij dit in hun eigen strategie en interne procedures inbouwen. De doelstelling is dat er veel meer diversiteit komt achter de schermen en op het scherm zelf en dat de programmas die worden gemaakt, een veel diverser publiek aanspreken.
Minister, u zegt dat ik op een andere manier aan politiek doe. Ik doe aan politiek op dezelfde manier als de meeste collegas.
Dat heb ik niet gezegd.
Ik heb ook jarenlang op dezelfde manier aan journalistiek gedaan als de journalistieke codes en redacties voorschrijven.
Ik wil een ding verduidelijken, minister. De VRT heeft gecommuniceerd over quota die u daarna hebt afgezwakt naar streefcijfers. U hebt meegewerkt aan die begripsverwarring. Ik betreur dat.
Ik heb u gevraagd wat die diversiteitsplannen van de VRT tot nu toe hebben opgeleverd. In die 7 jaar, van 2004 tot vandaag hebben zich 880 mensen aangeboden voor een stage. 40 mensen zijn uiteindelijk geselecteerd. Van die 40 mensen hebben er maar 4 een arbeidscontract gekregen. Dat bewijst dat er inderdaad iets moet gebeuren.
Wat die quota betreft, is de BBC een voorbeeld. Dichterbij is er ook de NOS. Zij voeren een diversiteitsplan, maar hanteren daarbij geen quota.
Ik pleit voor positieve actie. We moeten inderdaad iets doen. Ik vrees echter dat we die mensen geen dienst bewijzen door quota op te leggen. Men kan dan gemakkelijk het argument gebruiken dat het alibi-journalisten zijn. Dat moeten we te allen prijze vermijden.
Minister, u hebt het over die blanke man die niet meer aan bod zou komen. U gaat daar nogal licht over. Wij weten natuurlijk de facto dat dit het geval zal zijn als men die streefcijfers wil halen. Je zult dan maar een ambitieuze blanke mannelijke journalist zijn die niet bij de VRT binnengeraakt.
Wat ik al even erg vind, is de vernedering en de belediging aan het adres van de vrouwen en de allochtonen in onze samenleving. Met het invoeren van die quota zegt u immers dat zij er niet geraken op eigen kracht en dat u hen zult helpen via het invoeren van streefcijfers. Dat mag niet het geval zijn. De kwaliteit moet primeren.
Als we dan in de krant de kritiek lezen van de programmamakers over die streefcijfers, dan stellen we vast dat ze allemaal hetzelfde zeggen, met name dat het zo moeilijk is om ze te vinden. Als men weet dat heel wat allochtonen niet hun best doen om zich in te burgeren en onvoldoende Nederlands spreken, dan komen ze nu eenmaal niet aan de bak. Laat dit dan ook het bewijs zijn dat inburgering en het aanleren van onze taal cruciaal zijn. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Minister, er moet me iets van het hart. U zei daarnet dat hier vijf blanke mannen staan, behalve dan mijn fijne collega, de heer Yüksel. Ik vind dat vrij discriminerend, maar dat ligt misschien aan mij. Ik ga ervan uit dat hier naast mij een fijne Vlaamse collega staat. En dat is niet zo uitzonderlijk, want hij heeft bewezen dat hij met de nodige kwaliteiten op de VRT kan werken en in dit Vlaams Parlement.
Ik heb nog nooit zon weinig steekhoudende, rond de pot draaiende, non-argumentatie gehoord op zeer duidelijke vragen. U hebt dat in het verleden al gedaan in de commissie, maar dit is het summum.
Nu moet u mij eens uitleggen op basis van welke obscure studie u hier nu komt verklaren dat de reclamewereld aan een openbare omroep, die normaal gezien niet reclamegedreven is, vraagt om meer allochtonen of een meer divers publiek in te voeren, om zo een beeld te brengen waardoor de kijkcijfers gaan stijgen, zodat dit meer zou opbrengen. Ik vind dat fijn. U hebt uw job gemist. Niet als mediaminister, maar als lucht verkopende consultant voor de openbare omroep. Daar kunt u geld mee verdienen. U weet dat. Dat staat in de cijfers.
U hebt geen antwoord gegeven op de vraag der vragen, namelijk die over de streefcijfers, of hoe u het ook noemt. Als u dat verplichtend maakt, dan zijn dat quota. Als u streefcijfers inschrijft in een beheersovereenkomst en als u die wettelijk maakt, wil dat zeggen dat zij zich daaraan moeten houden. Er staan nog andere zaken in de beheersovereenkomst waarvan wordt gezegd dat de VRT zich eraan moet houden. Als u die streefcijfers in de beheersovereenkomst zet, worden ze wettelijk en moeten zij zich daaraan houden. Dan mag u daar eender welke definitie op kleven, maar voor mij zijn dat quota.
Wilt u die streefcijfers verankeren en wettelijk maken, ja of neen?
We willen dat alle bevolkingsgroepen zich herkennen in de openbare omroep en alle kansen krijgen om daar als personeelslid door te groeien. Dat betekent natuurlijk niet dat iemand die toevallig én vrouw is liefst lesbisch én een kleurtje heeft én een beperking heeft, meteen een grote carrière te wachten staat bij de VRT. De heer Verstrepen lijkt dat een beetje te suggereren. Ik denk niet dat dat de bedoeling is.
Minister, we hebben voor het personeelsbestand inderdaad streefcijfers voor allochtonen, voor mensen met een handicap en voor vrouwen. Bij het punt waarover nu gecommuniceerd wordt, namelijk de aanwezigheid op het scherm, gaat het over vrouwen, allochtonen, ouderen en jongeren, maar over gehandicapten wordt er niets gezegd. Ik kan me voorstellen dat de VRT ook daar een mening over heeft.
Minister, in tegenstelling tot een aantal van mijn collegas heb ik vastgesteld dat u een zeer duidelijk antwoord geeft. U bent heel duidelijk vóór quota. U wilt quota in de beheersovereenkomst en u wilt dat ze gehaald worden. U gaat dus krampachtig proberen om een aantal zaken te forceren. Dat is niet de wijze waarop wij, als liberale fractie, dat zien.
Het begint van onderuit: investeren in mensen, investeren in journalisten, investeren in mensen die de mogelijkheid krijgen om allemaal dezelfde kansen te krijgen en dezelfde kwaliteiten te ontwikkelen. Begin inderdaad met een diversiteitsbeleid te voeren. Dat is geen enkel probleem. Maar als u ze inschrijft in een beheersovereenkomst, zijn het quota.
U bent duidelijk geweest, voor de eerste maal in uw carrière als minister. U bent voor quota. Welnu, minister, wij zijn tegen. Dat is duidelijk. (Applaus bij Open Vld)
De heer De Coene heeft het woord.
Minister, collegas, ik stel voor dat we op één suggestie niet ingaan, namelijk om ons kwieke kwintet hier vooraan de opdracht te geven om programmas te maken bij de VRT. Ik ken er één die al programmas maakt voor Telenet, en ik heb altijd een slechte slaap overgehouden aan de belabberde kwaliteit van dat programma. Maar dat is een persoonlijke mening.
Mijnheer Tommelein, de aanstichter van dit hele debat is niet de VRT, laat staan de minister, die commentaar geeft op een cijfer van de VRT, maar wel uw partijgenote Ann Brusseel. Zij heeft enkele weken geleden een schriftelijke vraag gesteld over wat er bij de VRT wordt gedaan inzake diversiteit, en of dat wel genoeg gebeurt. De VRT heeft toen gezegd al sinds 2004 aan monitoring te doen. Wij voeren hier nu een actualiteitsdebat over een maatregel die al 6 jaar geleden is ingevoerd en waar notoire kenners van het VRT-dossier blijkbaar niets van weten. Het antwoord was dat de cijfers wat minder goed waren dan destijds. De VRT liet weten dat ze haar streefcijfers beter zou proberen te halen.
Minister, klopt het dat die monitoring al sedert 2004 gebeurt? Het antwoord was dat de cijfers wat minder goed waren en dat de VRT de streefcijfers beter wou proberen te halen.
Minister, klopt het dat dat al jaren aan de gang is? Klopt het dat het over streefcijfers gaat?
Men kan in een beheersovereenkomst ook het onderscheid maken tussen bepalingen die dwingend zijn en bepalingen waar men naar streeft. Ik geef één voorbeeld. De Europese richtlijn Televisie zonder grenzen had quota voor Europese programmas, maar die waren niet dwingend door de woorden in principe. Zo nieuw is het dus ook niet.
De heer Caron heeft het woord.
Minister, voorzitter, ik denk dat een aantal mensen vooraan dringend eens het boek van Katleen De Ridder De witte media moeten lezen. Het boek is hier een paar weken geleden voorgesteld en is behartigenswaardige literatuur, met heel veel cijfers onderbouwd.
Minister, ik zal eerlijk zijn vanuit de oppositie zijn we altijd eerlijk maar ik zal u gelukwensen met deze beslissing. Ik wil dat van ganser harte doen. Sommige collegas beschouwen de aanwezigheid van vrouwen en allochtonen in de media en in programmas als iets normaal en ze willen ervan uitgaan dat het normaal wordt. Ook zij hebben gelijk, maar ze vergissen zich wel in het pad daarnaartoe. Als je gelijke kansen niet actief bevordert, dan ga je ze ook niet bereiken. Ik kan u trouwens duizenden voorbeelden geven waarbij het gelijkekansenbeleid een handje moet worden geholpen. Dat geldt ook voor de gekleurde media.
De heer Jan Peumans, voorzitter, treedt opnieuw als voorzitter op.
Minister, sommigen uit het panel vooraan denken heel erg zwart-wit. Mijnheer Vandaele, het valt me op hoe progressief de N-VA uit de hoek komt. Ik wil u daarvoor feliciteren.
Voorzitter, de aanwezigheid van meer vrouwen en gekleurde mensen op televisie is een stap, maar ik zou ook willen dat de media, de radio en de televisie de diversiteit in onze samenleving niet alleen tonen, maar ook intrinsiek in zich dragen.
Minister Lieten heeft het woord.
Het moet me toch van hart dat ik teleurgesteld ben omdat we in dit debat onmiddellijk naar een aantal clichés gaan en dat men ook doelbewust informatie fout voorstelt.
Mijnheer De Coene, de VRT voert al jaren de monitor diversiteit en om de twee jaren wordt er nagegaan hoe het is gesteld met de diversiteit. Het gaat over alle netten, over vrouwen, over mannen, jong, oud, kinderen, tieners, mensen met een handicap, mensen met een allochtone achtergrond, over in welke programmas ze worden opgevoerd. De monitor van dit jaar toont duidelijk een achteruitgang ten opzichte van de cijfers van 2007.
De vorige Vlaamse Regering heeft een diversiteitsbeleid afgesproken waarin ze opgelegd heeft dat ieder agentschap, iedere administratie zelf met streefcijfers werkt. Die streefcijfers mag iedereen zelf vaststellen, maar iedereen moet er dan ook zelf een actieplan voor maken. Wat de VRT nu doet, is niets anders dan verder gaan op die piste. Mijnheer Tommelein, ik denk dat uw partij ook in de regering zat toen dat is beslist.
Dit is niet hetzelfde als quota. Quota zouden betekenen dat ik, of de regering, of het parlement die cijfers zouden bepalen en aan de VRT als een resultaatsverbintenis zouden opleggen. Dat doen we niet. Het is de VRT die zelf haar cijfers bepaalt en die zelf zegt dat het streefcijfers zijn. Noch de VRT, noch ikzelf hebben het woord quota in de mond genomen, maar andere mensen met weinig kennis van zaken wel.
Dan de clichés. Er worden hier twee clichés gebruikt. Wanneer het gaat over diversiteit en de overheid, dan proberen sommige mensen altijd een vals debat over quota te voeren. Laten we nu eens even het debat voeren waarover het werkelijk gaat, namelijk dat het bedroevend is om vast te stellen dat de cijfers op twee jaar tijd achteruit zijn gegaan, dat het bedroevend is om vast te stellen dat we zo weinig vooruitgang boeken en dat er meer maatregelen moeten worden genomen als we het ernstig willen nemen. Daarover gaat het. Wat zijn de oorzaken? Welke maatregelen kunnen er worden genomen om over twee jaar een beter rapport te kunnen voorleggen? Laten we discussiëren over de zin en de onzin van die maatregelen.
Een tweede cliché en ik denk dat heel veel vrouwen dat cliché erkennen is dat men zegt: De kwaliteit gaat eronder lijden. Er zijn geen goede vrouwen en geen goede allochtonen. Die vrouwen en allochtonen zullen worden opgevoerd als excuustruus.
Ik zou een oproep willen doen aan alle vrouwen, aan alle allochtonen en aan alle mensen met een handicap om zich niet in de hoek te laten duwen van excuustruus. Wees fier op uw kwaliteiten, gebruik ze, ga voor uw rechten en laat u niet door de bange blanke man in de hoek duwen. (Applaus)
Diversiteit is belangrijk in de media, dus niet alleen bij de VRT. Ik zal het debat ook aangaan met de andere mediaspelers om te zien hoe we hen kunnen stimuleren, weliswaar met andere argumenten dan bij de VRT. Ten slotte biedt diversiteit heel veel kansen voor Vlaanderen.
Het staat buiten kijf dat er iets moet gebeuren en CD&V zal u daarin ondersteunen. Ik heb u daarnet de cijfers gegeven waaruit blijkt dat er problemen zijn. De collegas van Groen! en sp.a zeggen dat we hier geen programmas zouden kunnen maken. Ik denk dat ik met dit gezelschap wel goede programmas kan maken.
Uiteindelijk is de kwestie natuurlijk dat we in Vlaanderen de zaken nogal zwart-wit bekijken. Bij de BBC zijn er quota en de NOS volgt de lijn van de VRT. We moeten inzetten op positieve actie en kijken dat de discussie ook in de andere media wordt gevoerd. Ik wil wel eens zien wat kranten en de commerciële omroepen daarvan kunnen bakken. (Applaus bij CD&V en de N-VA)
Ik vond het een nogal eigenaardige bijdrage van de heer Yüksel. Ik denk dat u indruk op hem hebt gemaakt, minister, want hij is begonnen tegen quota en streefcijfers, en nu wil hij onmiddellijk wel iets doen aan het probleem van een tekort aan allochtonen op de VRT. Ik kijk met veel plezier uit naar het debat dat we over de beheersovereenkomst zullen houden. Ik stel vast dat u van mening bent dat we de streefcijfers in de beheersovereenkomst moeten verwerken. Ik ben daartegen en ik zal dat ook laten merken. Als u dan zo graag met streefcijfers werkt, is het voor onze democratie en de objectiviteit van de openbare omroep misschien nuttig om streefcijfers in te schrijven over de gelijkwaardige behandeling van politieke partijen op die openbare omroep. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Minister, u maakt er zelf een karikatuur van, maar ik heb begrepen wat u zegt. Ik begrijp waarom u die oproep doet. Het is de eerste keer dat u emotioneel wordt. We zijn dus op het goede pad. Emo-tv scoort en entertainment ook. Dat was al heel goed voor u, maar dat is nu niet ter zake.
Als ik u zo bezig hoor, komt het erop neer dat dit een non-debat is. Eigenlijk gaat die evolutie vanzelf. U weet dat u, als u dergelijke praat verkoopt in het parlement, aan de media en aan de pers, uw imago bij een bepaalde achterban oppoetst. Als mediaminister hebt u geen imago. Iedereen weet dat. Daarom gaat u iets zeggen over media waarbij u een aantal vrouwen achter u krijgt en ook wat allochtonen. Bij de volgende verkiezingen hebt u misschien eens een kiespubliek. Dat lijkt me zeer interessant. Maar het gaat daar niet over.
U zegt dat het geen quota zijn. Ik stel de vraag al voor de derde keer en ik zal ze blijven stellen, ook al antwoordt u er toch niet op. U zegt dat de VRT-streefcijfers voor meer vrouwen en allochtonen op het scherm wettelijk afgedwongen moeten worden en dat we moeten zoeken naar een manier om die in de beheersovereenkomst hard te maken. Streefcijfers in een wettelijk kader, in een beheersovereenkomst, zijn quota. U wilt dat niet in de mond nemen, maar het is zo.
De heer Caron verbaast er zich over dat de N-VA in dit dossier zon progressief standpunt inneemt. Ik ben blij dat hij eindelijk het licht heeft gezien.
Ik denk dat er geen nieuwe elementen meer zijn voor dit debat, minister. De heer Tommelein verzet zich met hand en tand tegen quota, maar daarnet heeft hij mij toegefluisterd dat, als er minimale quota zouden zijn voor West-Vlamingen op de buis, hij dan eventueel wel akkoord zou gaan. Ik ook, maar dan ook voor de Limburgers.
Minister, u antwoordt naast de kwestie, uiteraard met de hulp en steun van uw fractiegenoot, de heer De Coene. Hij wijst erop dat mevrouw Brusseel het als vrouwelijk parlementslid heeft aangedurfd een vraag te stellen over diversiteit. Dat bewijst dat wij, als liberalen, daar inderdaad mee bezig zijn.
Mijnheer De Coene, het moet inderdaad worden gemonitord. Als ik hier sta, dan is dat niet omdat er verscheidenheid moet zijn op de VRT, maar dan is dat omdat de minister heeft gereageerd met de duidelijke boodschap dat die verscheidenheid wettelijk moet worden verankerd en ingeschreven in de beheersovereenkomst. Dat betekent dat zij de oorzaak is. Dit debat gaat niet over de vraag of er diversiteit moet zijn, waarop het antwoord ja is. Het gaat wel over de vraag of die wettelijk moet worden verankerd en of de overheid die moet opleggen aan de VRT. Dan zeg ik duidelijk, als liberaal: neen. (Applaus bij Open Vld)
Het incident is gesloten.