Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Voorzitter, minister, het verhaal van de Scholen van morgen is een lang verhaal met vele episodes. Er werden al heel wat vragen over gesteld, onder meer door de heer De Meyer over de concrete uitwerking van de projecten.
Eergisteren is er volgens onze berekening een deadline verstreken, namelijk de 75 dagen waarbinnen de geselecteerde schoolbesturen hadden moeten laten weten aan Scholen van morgen of ze zouden instappen en of ze het voorcontract zouden ondertekenen. U weet natuurlijk dat daar heel wat vragen over bestaan en dat Scholen van morgen heeft beloofd, en u ook, dat er antwoorden zouden komen vooraleer de schoolbesturen het voorcontract zouden moeten ondertekenen.
Conform de afspraak is er een rappelbrief gestuurd door Scholen van morgen naar de schoolbesturen. Die brief is eergisteren bij de schoolbesturen aangekomen. Dat is conform de afspraak en het engagement dat u hebt genomen, maar ik was wel verbaasd toen ik de inhoud van de rappelbrief las en ik zal niet de enige geweest zijn. Die rappelbrief zegt immers aan de schoolbesturen dat ze uitstel kunnen vragen, dat is ook conform de afspraak, maar de scholen wordt ook verzocht om te motiveren waarom ze er nog niet in geslaagd zijn om een beslissing te nemen binnen de termijn van 75 dagen en om te laten weten binnen welke termijn ze dan wel een beslissing denken te kunnen nemen. Dat verbaast me ten zeerste, minister, want bovendien wordt gesteld dat het Agentschap voor Infrastructuur in het Onderwijs (AGIOn) samen met de DBFM-vennootschap (Design Build Finance Maintain) individueel zal beslissen aan wie uitstel zal worden gegeven.
Ik heb daarover de volgende vragen. Zijn er ondertussen schoolbesturen die een voorcontract hebben ondertekend? In verband met het verzoek aan de schoolbesturen om te motiveren waarom ze nog niet hebben kunnen beslissen en met de vraag aan de schoolbesturen binnen welke termijn ze zullen kunnen beslissen, wil ik aan u vragen, minister, binnen welke termijn de schoolbesturen een antwoord zullen krijgen op hun vragen.
Minister Smet heeft het woord.
Voorzitter, mevrouw Schryvers, ik wil u er eerst aan herinneren dat de DBFM-vennootschap niet onder mijn voogdij staat. Het is heel belangrijk, ook voor andere discussies, om te weten dat de Vlaamse overheid niet aanstuurt. We hebben de module gekozen om te werken met de privésector en we hebben daarvoor een vennootschap opgericht.
Ik zal trachten de vragen van mevrouw Schryvers te beantwoorden. Een aantal vrije en officiële scholen hebben de voorcontracten al ondertekend. Een aantal scholen wacht nog op de goedkeuring door de algemene vergadering van de inrichtende macht of op een bekrachtiging door de gemeenteraad. Een aantal scholen hebben nog vragen die door de vennootschap moeten worden beantwoord voor een beslissing kan worden genomen.
In het contract stond te lezen dat de scholen 75 dagen de tijd hadden. Het is in het leven altijd belangrijk elegante oplossingen te zoeken. Volgens mij is in dit geval een heel elegante oplossing voor het probleem met de termijn gevonden. De vennootschap heeft de scholen een herinneringsbrief gestuurd. In die brief staat dat ze 75 dagen de tijd hadden en dat die termijn nu voorbij is. Er staat ook in dat ze op de lijst stonden, maar dat ze blijkbaar nog niet hebben getekend. In die brief wordt de scholen gevraagd of ze al dan niet van plan zijn te tekenen en waarom ze nog niet hebben getekend. Gaat het om een goedkeuring door de algemene vergadering van de inrichtende macht of om een bekrachtiging door de gemeenteraad? Zijn er nog vragen die de vennootschap in overleg met de betrokken school moet beantwoorden?
Mevrouw Schryvers, indien u me goed hebt verstaan, weet u nu wat de bedoeling van die herinneringsbrief is. Dit is een elegante manier om de dossiers over die termijn van 75 dagen te tillen. Op deze manier krijgen de scholen voldoende tijd om de juiste beslissing te nemen. Er zit niet meer of niet minder achter. Volgens mij hanteert de vennootschap hier de juiste werkwijze.
Ik dank de minister voor zijn antwoord. Volgens hem hebben een aantal scholen het voorcontract al ondertekend. Ik vraag me af om hoeveel scholen het precies gaat. Heeft de minister daar enig zicht op?
Volgens mij kent de DBFM-vennootschap een aantal concrete vragen zeer goed. Blijkbaar krijgt elk schoolbestuur nu de vraag een lijstje op te stellen met alle vragen en alle redenen waarom nog geen beslissing is genomen.
Volgens mij wordt alles op deze manier gewoon een beetje uitgesteld. Volgens de minister betreft het hier een elegante manier om de termijn van 75 dagen te overschrijden. Ik heb daar een ander idee over.
De heer Bouckaert heeft het woord.
Voorzitter, ik sluit me aan bij de conclusie van mevrouw Schryvers. Ik vind dit niet zo elegant. Het probleem wordt gewoon uitgesteld.
In de marge van deze discussie wil ik nog even vragen wat eigenlijk met uw eigen vraag is gebeurd. U hebt de minister gevraagd het contract met de private partner aan de leden van het Vlaams Parlement over te maken. Vorige week heeft in dit verband een ernstig incident plaatsgevonden. Ik heb vernomen dat de Vlaamse Regering dit dossier afgelopen vrijdag zou bespreken.
De heer De Meyer heeft het woord.
Voorzitter, eigenlijk zijn deze actuele vraag en het antwoord van de minister al enigszins achterhaald. Ik wil in elk geval de minister en de Vlaamse Regering danken. Ze hebben de afspraak gemaakt dat er met betrekking tot de raamovereenkomst tussen de Vlaamse overheid en de Fortis Groep een inzagerecht komt. Deze formule moet nog verder worden uitgewerkt. Ik wil u ook persoonlijk danken omdat u zich achter deze vraag van het Vlaams Parlement hebt geschaard.
Minister, ik wil u ook bedanken. U hebt besloten alle artikelen waarnaar in de raamovereenkomst wordt verwezen ook in het contract met de schoolbesturen op te nemen. Indien de overeenkomst op deze manier moet worden aangepast, moet eigenlijk een nieuwe overeenkomst worden afgesloten. Het gaat minstens om een aangepaste overeenkomst. Het was dan ook onmogelijk de originele overeenkomst, waar nog een zestigtal artikelen aan moeten worden toegevoegd, gisteren al te ondertekenen.
Ik zou u dan ook een bijkomende vraag willen stellen. Hoeveel tijd krijgen de schoolbesturen om de overeenkomst te ondertekenen zodra die terecht is aangepast?
De heer Van Mechelen heeft het woord.
Voorzitter, ik wil even terug naar de essentie van de discussie. Het gaat hier om een publiek-private samenwerking tussen de Vlaamse overheid en een private groep. Het gaat hier om een investering van 1,5 miljard euro. Die investering maakt deel uit van de inhaalbeweging voor de scholen.
Ik heb u en minister Muyters op 1 september aangeschreven met betrekking tot het Eurostat-advies, dat blijkbaar vrij negatief is. Als de pps moet worden geconsolideerd met de Vlaamse begroting, dus gevoegd bij de Vlaamse begroting, gaat deze inhaaloperatie dan door of worden de scholen van morgen de scholen van nooit?
Laat me met die laatste vraag beginnen. Er is nog geen definitief advies van Eurostat. We moeten niet vooruitlopen op definitieve adviezen. Er worden vragen gesteld over hoe dat gebeurt, dat is ook normaal. Al de rest is speculatie. Een wijs man heeft ooit gezegd dat je op hypothetische vragen niet moet antwoorden. Dat zal ik in dezen ook niet doen. Laat ons zien wat het definitieve advies van Eurostat is. We zullen natuurlijk niet lijdzaam toekijken, maar we moeten een antwoord geven op terechte bekommernissen. Dat is de normale procedure die in elke pps-constructie wordt gevolgd. Dat weet u ook zeer goed.
Mevrouw Schryvers en mijnheer De Meyer, nogmaals, het is niet de Vlaamse overheid die beslist hoeveel tijd de scholen hebben. We hebben een contract. In het licht van Eurostat is het belangrijk dat iedereen zijn verantwoordelijkheid opneemt. (Opmerkingen van de heer Jos De Meyer)
Er is een verschil tussen politiek en juridisch, er zijn allerlei nuances. Ik wil deze lijn heel duidelijk volgen. Het is trouwens in het belang van de Vlaamse begroting dat we dat doen.
De scholen krijgen de tijd die nodig is om de vragen die ze hebben aan de DBFM-vennootschap, uitgeklaard te krijgen. We gaan bij de kaderovereenkomsten bijlagen maken waar die artikelen in zitten. Ik stel ook vast dat voor een aantal scholen er geen beletsel was om dat voorcontract al te ondertekenen. Ik weet niet over hoeveel scholen het vandaag gaat. De komende dagen zullen we die gegevens ongetwijfeld krijgen.
Nogmaals, een goed verstaander heeft begrepen dat de constructie die de DBFM-vennootschap heeft opgezet, bedoeld is om juridisch correct te blijven in het kader van een overeenkomst, waar men op een juridisch correcte en elegante manier bijkomende tijd geeft aan de scholen om te beslissen of ze al of niet kunnen toetreden tot de DBFM-operatie. Ik vind, en met mij de hele Vlaamse Regering, dat een elegante manier om aan de terechte vraag van de scholen tegemoet te komen.
Minister, ik kan alleen maar hopen en erop aandringen dat de vragen die nu nog bekend zijn van de schoolbesturen of die die bekend zullen worden naar aanleiding van het rappel, zo vlug mogelijk zullen worden opgelost, zodat dit lange verhaal niet eindigt in een neverending story.
Mijnheer Bouckaert, in samenspraak met het kabinet van de minister zijn een aantal duidelijke afspraken gemaakt waarbij het dossier gedurende 5 dagen ter inzage ligt op de eerste verdieping van het parlementsgebouw. U kunt contact opnemen met de griffier op welke voorwaarden dat gebeurt. Het is bij toepassing van artikel 87ter van ons eigen reglement over de geheimhoudingsplicht.
Voorzitter, vanaf wanneer ligt het er?
We zullen u dat tijdig meedelen.
Het incident is gesloten.