Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Roegiers heeft het woord.
Mijnheer Dewinter, het is niet de eerste keer dat we hierover van mening verschillen, maar ik wil u heel duidelijk zeggen: er zijn homos die gelukkig getrouwd zijn, en ik ben er een van, en ik ben blij dat dat in dit land kan.
Minister, mevrouw De Knop had het over het probleem van de toename van hiv-slachtoffers. Achter de cijfers zitten natuurlijk ook mensen. Een van de problemen is het discrimineren van hiv-mensen op de werkvloer. Collegas, wist u dat uit de laatste gezondheidsenquête blijkt dat niet minder dan 40 percent van de mensen vindt dat de vertrouwelijkheid van de hiv-status een zaak is die in de openbaarheid moet worden gebracht op de werkvloer, zelfs als de patiënt in kwestie dat niet wil? Wist u dat 7 percent van de mensen in dit land vindt dat een hiv-status een reden is tot ontslag? Minister, u kent deze cijfers wellicht ook. Ze stemmen tot nadenken.
De Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) heeft drie jaar lang gewerkt aan een resolutie die in juni 2010 met een overweldigende meerderheid van de lidstaten, 96 percent, werd goedgekeurd. Die resolutie vraagt de lidstaten om binnen het jaar een actieplan te maken met betrekking tot hiv en aids op de werkvloer, en de discriminatie die daaruit voortkomt.
Minister, wenst u op heel korte termijn een actie te ondernemen met betrekking tot de discriminatie die op de werkvloer heel duidelijk bestaat? Bent u al begonnen aan de voorbereiding van het door de IAO gevraagde actieplan?
Minister Muyters heeft het woord.
Uiteraard ken ik de recommendations. Ik heb een en ander voor alle zekerheid nog eens nagelezen. U weet evengoed als ik dat dit voor 99 percent federale materie is. De relaties tussen werkgever en werknemers en tussen de werknemers onderling zijn een federale materie. De begeleiding van werkzoekenden is wel een Vlaamse materie.
Een van de recommendations zegt dat je ervoor moet zorgen dat je over hiv geen informatie vraagt bij mensen die werk zoeken. Dat doen wij in de VDAB uiteraard niet, tenzij en dat geldt voor alle gezondheidsaspecten de aard van de job maakt dat die informatie nuttig en zinvol is. Niet iedereen kan zware fysieke arbeid aan.
Wij kunnen daar dus relatief weinig doen. Toch doen wij iets. Wij doen aan sensibilisering. Dat is het enige wat we in Vlaanderen kunnen doen. Wij hebben de projectontwikkelaars voor de evenredige arbeidsdeelname. Zij hebben in het pakket waarmee ze rondtrekken de twee brochures van Sensoa: Hiv op de werkvloer en Hiv en arbeid. Zij nemen die brochures mee naar de werkgevers en werknemers met wie zij in contact komen, om daar die sensibilisering op te zetten. Diezelfde projectontwikkelaars hebben een cursus gevolgd die werd aangeboden door de Holebifederatie. Nu zijn zij op zoek naar een uitgebreide training en vorming, specifiek rond dit thema.
Ik wil ook, naar aanleiding van uw vraag, vandaag het engagement aangaan om beide brochures bij de volgende vergadering van het Vlaams Economisch en Sociaal Overlegcomité (VESOC) met de Vlaamse sociale partners aan bod te laten komen. Op die manier wil ik die sensibilisering, bijvoorbeeld via de jobkanalen of via de diversiteitspersonen bij de vakbonden, nog eens extra onder de aandacht brengen.
Dank u, minister. Ik ben blij te vernemen dat u dit aan de sociale partners wilt doorgeven. Maar ik denk dat er toch iets meer kan gebeuren. Wij hebben de voorbije jaren in de commissie Diversiteit van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) daar al heel nadrukkelijk op gewerkt. Dat doet er mij toe besluiten dat de recommendation van de IAO wel over meer gaat dan alleen maar de federale materie. Werk is een aangelegenheid waarin wij een grote bevoegdheid hebben. Maar als u toch vindt dat het hoofdzakelijk een federale materie is, dan wil ik u heel nadrukkelijk vragen om met uw federale collega te spreken over het nationale actieplan dat zal moeten worden geïmplementeerd op de werkvloer en in de gewesten.
We hebben een regering van lopende zaken. Dat vergemakkelijkt het niet. Maar als ik de gelegenheid heb om hierover met mevrouw Milquet van gedachten te wisselen, zal ik dat zeker doen.
Minister, als het een regering in lopende zaken is, laat dit dan een aansporing zijn om daarin zelf het voortouw te nemen. Werk is een Vlaamse bevoegdheid, u kunt veel meer doen dan dat.
Het incident is gesloten.