Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de verklaringen van de minister-president betreffende de voorstellen van koninklijk bemiddelaar Johan Vande Lanotte inzake de staatshervorming en aanpassing van de bijzondere financieringswet
Actuele vraag over de verklaringen van de minister-president betreffende de voorstellen van koninklijk bemiddelaar Johan Vande Lanotte inzake de staatshervorming en aanpassing van de bijzondere financieringswet
Verslag
De heer Van Hauthem heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, wij hebben u herhaaldelijk, zowel voor als na de verkiezingen, een beetje verweten dat u als minister-president afwezig bleef en aan de zijlijn bleef staan, wanneer er communautaire discussies, discussies over de staatshervorming en over Brussel-Halle-Vilvoorde losbarstten.
Vorige week vrijdag hebt u in De Standaard eindelijk onze raad opgevolgd en hebt u, als minister-president neem ik aan, uw licht laten schijnen over een en ander. De titel was: Vande Lanotte geeft ons te weinig. Samengevat komt uw kritiek op het volgende neer: Als men op de manier, beschreven in de nota Vande Lanotte, de bevoegdheden overhevelt, dan verliezen wij 2 miljard euro. Over Brussel-Halle-Vilvoorde is niets gezegd, hoewel de financiering voor Brussel rond zou zijn. Als men die nota van alle mogelijke kanten gaat amenderen, dan komt men tot een kakofonie.
Ik zou u proficiat willen wensen omdat u eindelijk uit uw schelp kroop. Maar wat bleek? U bent meteen teruggefloten door de koninklijk bemiddelaar, die zegt dat Peeters niet kan rekenen. De zeven onderhandelende partijen zeggen dat u een beetje moet zwijgen en dat u zich niet mag moeien. Ze zeggen dat er geen verborgen agenda is en dat het maar over 1 miljard euro gaat en niet over 2 miljard euro zoals u had gezegd. Het doet me denken aan een koekoeksklok. Het deurtje gaat open en Peeters zegt koekoek. Zeven partijen en een koninklijk bemiddelaar kloppen de deur toe en draaien er nog een schroef in want u mag daarover niet meer spreken.
Minister-president, hebt u namens de Vlaamse Regering een standpunt ingenomen? Blijft u daarbij? Zult u blijven wegen op de onderhandelingen die op dit ogenblik aan de gang zijn namens de Vlaamse Regering?
De heer Sannen heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, ik had eigenlijk een vraag in de commissie ingediend omdat we dan wat dieper konden ingaan op de mogelijke consequenties, ook budgettair en financieel, van een staatshervorming. Omdat de collegas hier een actuele vraag stellen, sluit ik me er graag bij aan.
Minister-president, u hebt me vrijdag in elk geval verbaasd, om twee redenen: om de inhoud en om het moment van de communicatie. Ik had namelijk de indruk dat de onderhandelende partijen zichzelf een bepaalde discretie hadden opgelegd om niet dadelijk te reageren op een nota van de koninklijk bemiddelaar Johan Vande Lanotte, maar eerst samen te overleggen over hun reactie.
U hebt u in elk geval geroepen gevoeld om te reageren. U hebt gesteld dat er budgettaire consequenties zouden zijn voor Vlaanderen als die zaken uitgevoerd worden. Over de omvang van die budgettaire consequenties kun je natuurlijk wel wat vragen stellen. U verwees naar 2 miljard euro, maar 90 percent van 10 miljard is 1 miljard. In een latere communicatie verwees u naar usurperende bevoegdheden, die ook consequenties zouden hebben. Als ik het goed begrepen heb, minister-president, hebt u hier in het verleden een paar keer herhaald dat het logisch is dat een federale regering de middelen voor usurperende bevoegdheden schrapt uit haar begroting en dat wij die bevoegdheden overnemen.
Tot zover het inhoudelijke aspect. Ik heb ook vragen over het moment waarop en namens wie u gecommuniceerd hebt. Ik dacht eerst dat u als een belangrijke man van CD&V reageerde, om toch een voorzet te geven. Maar dan hoorde ik voorzitter Beke stellen dat het de minister-president was die sprak en dat het geen reactie was vanuit CD&V.
Minister-president, waarom hebt u op dat moment gecommuniceerd? Waarom hebt u dat precies gezegd? Hebt u dat gedaan in overleg met de Vlaamse Regering? Wat is de houding die u en de Vlaamse Regering willen aannemen in de komende communautaire onderhandelingen?
De heer Watteeuw heeft het woord.
Minister-president, ik zal het niet hebben over uw rekeningfout. Alles went, ook de rekenfouten van de Vlaamse Regering.
Ik was wel verbaasd over uw uitspraken. U zei dat Vande Lanotte ons te weinig geeft en dat wij de kosten die gepaard gaan met bevoegdheidsoverdrachten niet aanvaarden. Dan lijkt het mij toch alsof u de voorbije maanden in een andere wereld hebt geleefd. U hebt sinds juni 2010 blijkbaar een aantal andere zaken gezien dan wij.
Iedereen in dit parlement is het erover eens dat Vlaanderen meer bevoegdheden moet krijgen, maar bijna iedereen beseft ook dat een volledige financiële dekking van die bevoegdheidsoverdrachten niet vanzelfsprekend is. Wilt u die bevoegdheidsoverdrachten nog wel?
U hebt mij ook verbaasd omdat u insinueert dat volgens dit schema van de koninklijk bemiddelbaar alleen Vlaanderen die saneringsinspanningen doet, terwijl u weet dat dat niet zo is. Het voorstel van de bemiddelaar gaat over 90 percent. Dan is het duidelijk dat die inspanning in verhouding is en dat alle regios daartoe zullen bijdragen, in verhouding.
Minister-president, willen u en de Vlaamse Regering die bevoegdheidsoverdrachten nog wel, wetende dat de volledige financiële dekking niet vanzelfsprekend is?
Minister-president Peeters heeft het woord.
Voorzitter, collegas, ik zal kort en duidelijk zijn: het Vlaamse regeerakkoord, met inbegrip van de Octopusnota, is en blijft het uitgangspunt van deze Vlaamse Regering en van deze meerderheid. In die Octopusnota staan een aantal heel belangrijke elementen. Ik heb in dit halfrond al verschillende malen gezegd dat de toetssteen van alles wat op federaal besproken of overeengekomen wordt, de Octopusnota en het Vlaamse regeerakkoord zal zijn en blijven. Ik ga ervan uit dat alle onderhandelaars op het federale niveau de partijvoorzitters, dus zeer goed weten dat de Octopusnota voor deze Vlaamse Regering en de meerderheid van dit parlement de lijn is die Vlaanderen aanhoudt.
Koekoeksklok of niet, mijnheer Van Hauthem, het is niet op dat niveau dat men een minister-president al dan niet terug in het hokje kan duwen. Het is in dit Vlaams Parlement en als minister-president dat ik de bewaking van de Octopusnota op mij neem, samen met mijn collegas.
We hebben hier een debat gevoerd, en zullen dat nog voort doen, over het begrotingsevenwicht in 2011 en de bijkomende beleidsruimte die na 2011 zal ontstaan. Op basis van een voorzichtige raming blijkt die in gunstige omstandigheden neer te komen op een kleine 850 miljoen euro. In dit parlement is terecht gevraagd wat we zullen doen als de KBC-schuld is terugbetaald, wat we zullen doen met die bijkomende beleidsruimte. Op diverse vlakken zijn er immers noden die moeten worden gelenigd. Mijn houding is altijd de volgende geweest: we zullen natuurlijk dat begrotingsevenwicht realiseren en dan die beleidsruimte op een zeer evenwichtige en deskundige manier invullen.
Mijnheer Sannen, ik heb niet de behoefte gevoeld kritiek te geven op de nota van de heer Vande Lanotte, die u blijkbaar ook min of meer kent, maar een journalist heeft me gevraagd wat de effecten zouden zijn als die bevoegdheden zouden worden overgeheveld, gezien wat nu is geweten, met die 90 percent enzovoort. Mijnheer Watteeuw, maak u geen illusies: er zijn geen rekenfouten gemaakt, en ik hoop dat iedereen die wel aan de onderhandelingstafel zit wel heel goed kan rekenen en op hetzelfde bedrag uitkomt als ik. Wees er zeker van dat mijn berekeningen kloppen. Het is immers natuurlijk vanaf 2030 dat we alles moeten optellen en omrekenen naar de periode waarover het hier gaat. Het gaat over een work in progress. Op een bepaald ogenblik was er sprake van een nuloperatie voor Vlaanderen en enkele uren nadien zat men al aan 1 miljard euro. Ik maak me dus geen illusies, maar ik hoop dat u dat ook niet doet. Het lijkt me niet het ogenblik om voort in detail te discussiëren over de cijfers, maar ik ben er nogal zeker van dat we geen enkele rekenfout hebben gemaakt.
Voorzitter, ik vind het wel belangrijk te onderstrepen dat we, als wij voor 2 miljard euro inspanningen doen, met grote bescheidenheid ook van andere niveaus mogen vragen dat ze de nodige saneringen doorvoeren. We hebben binnen Onderwijs, Cultuur en veel andere domeinen zeer zorgvuldig besparingen doorgevoerd. We hebben daar heel wat vragen over gekregen. Mocht Vlaanderen door een aantal overdrachten opnieuw worden geconfronteerd met een besparingsgolf, dan vraag ik me af hoe een en ander moet worden verklaard. Het is niet mijn bevoegdheid, maar ik ga ervan uit dat de leden zeer goed geplaatst zijn om een discussie aan te gaan over de vraag wat er bijvoorbeeld met de gezondheidssector zal gebeuren en met de groeinorm van 4,5 percent in het bijzonder. Zo kan ik nog een aantal zaken aanhalen.
Mijn conclusie is de volgende. Ik heb gesproken als minister-president. Ik ben de hoeder van dit regeerakkoord, van de Octopusnota en van het budgettaire debat en de budgettaire plannen voor de volgende jaren, tot 2014. Ik zal die rol van hoeder op mij blijven nemen, niet om bepaalde positieve gesprekken te dwarsbomen, maar omdat ik hier in dit parlement samen met mijn collegas verantwoording moet afleggen over de vraag hoe we op een voorzichtige en goede manier de budgettaire ruimte kunnen invullen en over de dingen waarmee we rekening moeten houden. Ik blijf volledig achter de Octopusnota en de copernicaanse omwenteling staan, maar ik heb in een interview geantwoord op een concrete vraag wat ik zou doen met die bijkomende beleidsruimte. Rekening houdend met al die elementen kan of mag ik als minister-president niet anders antwoorden. (Applaus bij CD&V en bij de N-VA)
Minister-president, ik dank u voor uw antwoord. Ik heb al gezegd dat we blij waren dat u eindelijk eens uit uw pijp bent gekomen. Dat doet u nu opnieuw. Ik vrees echter dat dit weinig zoden aan de dijk zal brengen. U wordt immers steeds meer geïsoleerd. Als de meerderheid, in de persoon van de heer Sannen, u hierover ondervraagt, dan is er toch wel een probleem met de coherentie van uw regering ten aanzien van dat onderwerp.
Ik onthoud dat u zegt u niet te hebben misrekend. Dat betekent dus dat u bij uw berekening blijft, ten opzichte van al diegenen die u hebben gezegd dat u er 1 miljard euro naast zat. Zij zitten dus fout, en u hebt het bij het juiste eind.
Minister-president, ik vind dat u moet wegen op de discussies. Ik heb de indruk dat heel de discussie over de Financieringswet, over het al dan niet responsabiliseren van de gewesten want in de nota-Vande Lanotte gaat de bonus naar het federale niveau en niet naar degene die de inspanning doet , eigenlijk neerkomt op het berekenen van wie wat moet inleveren. In die context kan ik uw reactie natuurlijk wel begrijpen als u zegt dat wij al hebben bespaard en dat de anderen het nu ook maar moeten doen.
Maar, als u zowel de nota-De Wever als de nota-Vande Lanotte naast de Vlaamse resoluties legt, zult u als minister-president en hoeder van het regeerakkoord moeten toegeven dat we daar mijlenver vanaf staan. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Minister-president, we zouden het eerst kunnen hebben over de cijfers, want daar verwees u zelf naar. In de begrotingsbespreking in de commissie, die net achter de rug is, hebben we duidelijk gesteld dat een staatshervorming ook budgettaire consequenties zal hebben voor Vlaanderen en dat het daarom goed was dat deze Vlaamse Regering ervoor heeft gekozen om in 2011 een begroting in evenwicht in te dienen, om al voor een deel gewapend te zijn als er nieuwe bevoegdheden op ons af komen.
Dat er op die nieuwe bevoegdheden voor een stuk zal moeten worden bezuinigd, is logisch, want iedereen moet bezuinigen. Dat wil echter niet zeggen dat de beleidsruimte die we hebben gecreëerd, het volume waar we nu over beschikken, dadelijk moet worden opgesoupeerd. Het is niet zo dat bevoegdheden die overgedragen worden, niet sowieso op een andere, meer efficiënte manier door Vlaanderen kunnen worden ingevuld. We moeten op die 10 miljard euro inderdaad een stuk bezuiniging realiseren. Dat is een keuze die we dan moeten maken en een debat dat we dan moeten voeren.
Minister-president, ik sluit me aan bij het feit dat u uw opdracht ziet als hoeder van het Vlaams regeerakkoord, waar we ons volledig achter scharen, maar ik was een beetje verrast door het moment omdat er in de voormiddag een bijeenkomst van de Vlaamse Regering zou zijn. Het zou natuurlijk interessant geweest zijn als er daar een gezamenlijk standpunt werd ingenomen.
Welke rol ziet u de Vlaamse Regering in de toekomst spelen bij deze onderhandelingen?
Minister-president, u hebt in het interview duidelijk gezegd dat u een correcte financiële deal eist. Dat betekent eigenlijk dat u zegt dat wat voorgesteld is door de koninklijk bemiddelaar, geen correcte financiële deal is, dat we daarin niet mee kunnen stappen. U zegt dat u geen rekenfout hebt gemaakt, maar dan moet ik vaststellen dat de anderen, de partijvoorzitters, ook die van N-VA en van sp.a, blijkbaar niet kunnen rekenen. Jan Jambon zei dat het zon vaart niet zou lopen en ook Caroline Gennez reageerde. Blijkbaar kunnen zij niet rekenen.
U moet toch weten dat als er bevoegdheidsoverdrachten komen, dat kosten met zich mee zal brengen. Het was trouwens CD&V die terecht een voorstel heeft gedaan inzake de pensioenen. Onze ambtenaren hebben een loopbaan binnen de Vlaamse overheid, maar de pensioenen zijn nu voor de federale regering. CD&V heeft gezegd dat die logischerwijs naar de regios moeten gaan. Dat kost geld, maar u kunt het niet zomaar afwijzen. Het is logisch dat bevoegdheidsoverdrachten niet altijd volledig financieel gedekt zullen worden.
Uw probleem, minister-president, is dat u hebt gezegd dat we in 2011 een begrotingsevenwicht krijgen en vanaf 2012 ruimte voor financieel beleid. Eigenlijk had u moeten weten dat dit niet zo vanzelfsprekend was en dat het misschien veel moeilijker wordt. U wordt nu geconfronteerd met uw beloftes die u niet kunt nakomen. (Applaus bij Groen!)
De heer Gatz heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, het is duidelijk dat we stilaan in de zone van de waarheid komen. U hebt dat ook gezien, want nadat u het voorstel van herziening van de Financieringswet van de heer Vande Lanotte hebt bekeken, deinsde u even terug, want u zei: Als dat het is, hola, dan zullen wij ook geld op tafel moeten leggen en dat hadden we niet verwacht.
Zeg nu niet dat we u niet gewaarschuwd hadden. We proberen hier al anderhalf jaar een debat op gang te brengen over appeltjes voor de dorst en over hoe groot die appeltjes moeten zijn en in welke mate u ze opzij kunt leggen. Vorig jaar hadden we daar nog enige clementie voor, maar dit jaar, met de grote verhoging van de Vlaamse inkomsten, hebt u het zelfs niet overwogen omdat er in het regeerakkoord staat: wij geven uit wat binnenkomt en we leggen geen reserves aan. U hebt het zelfs niet overwogen.
Minister-president, u moet nu niet beweren dat we u niet hebben gewaarschuwd. Een staatshervorming is geen eventualiteit, zoals sneeuw, regenval of wateroverlast. We wisten allemaal dat ze er zat aan te komen. Ik vind het dan ook raar u te horen verkondigen dat we dit niet kunnen of niet willen betalen. U weet toch ook in welke financiële toestand het land zich bevindt. U weet dat bepaalde coalitiepartners hier in het verleden al hebben gevraagd of met eventuele nieuwe bevoegdheden ook de overeenkomstige middelen zouden meekomen. Dit punt is tijdens vroegere debatten al aan bod gekomen. U hebt toen een opening gecreëerd. U hebt verklaard dat dit misschien niet zo noodzakelijk was. Ik vind uw reactie dan ook bijzonder vreemd.
Zou u nog even op het verschil van 1 miljard euro kunnen ingaan? Volgens uzelf zou de uitvoering van het scenario van de heer Vande Lanotte Vlaanderen 2 miljard euro kosten. Volgens andere coalitiepartners zou het slechts om 1 miljard euro gaan. Ik zou hier graag wat toelichting over krijgen.
Er is nog iets dat me heel vreemd lijkt. De Vlaamse Regering vraagt nu al weken, maanden en zelfs jaren om een staatshervorming. Als het moment dan aangebroken is, lijkt ze echter niet voorbereid.
De heer Van den Heuvel heeft het woord.
Voorzitter, ik wil de heer Gatz onmiddellijk al melden dat Vlaanderen natuurlijk niet om het even welke staatshervorming moet aanvaarden. We moeten de juiste staatshervorming, met de juiste evenwichten tussen het federale en het regionale bestuursniveau, aanvaarden.
In eerste instantie moet ik erop wijzen dat de Vlaamse begroting in orde is. Bij de heer Gatz heerst de teneur dat de minister-president niet voldoende zijn best heeft gedaan. We zullen dit debat binnen 2 weken voeren. Het betreft hier een volstrekt unieke prestatie. In de huidige sociaal-economische omgeving slaagt de Vlaamse Regering erin voor 2011 een nultekort te begroten. Dat is de beste voorbereiding op de nakende staatshervorming. In vergelijking met de andere twee gewesten, bevinden we ons, wegens dit grote verschil, in poleposition.
Ik ben blij dat het maar over 1 of 2 miljard euro gaat. Tijdens de verkiezingscampagne heeft een bepaalde partij in haar programma voorgesteld de gewesten en de gemeenschappen 11 miljard euro aan de sanering van de overheidsfinanciën te laten bijdragen.
Voor mijn fractie is het belangrijk dat de nieuwe Financieringswet stabiliserend werkt en dat er een goed evenwicht is. De federale overheid moet over voldoende financiële zekerheid beschikken om de sociale zekerheid te kunnen betalen. De gewesten en de gemeenschappen moeten over voldoende middelen beschikken om hun werk op lange termijn te kunnen uitvoeren. Ze kunnen een bijdrage leveren. Ze moeten op termijn echter over voldoende mechanismen beschikken om een goed begrotingsbeleid te voeren. Ze moeten hier voldoende methodologische instrumenten voor hebben.
De heer Van Dijck heeft het woord.
Voorzitter, los van het resultaat van deze staatshervorming van de bevoegdheden die eventueel overkomen, moet het voor iedereen duidelijk zijn dat er moet worden bespaard. Indien geen bevoegdheden worden overgeheveld, zal de federale overheid moeten besparen. Indien er bevoegdheden naar hier komen, zullen we hier moeten zien wat kan worden gedaan. We moeten de mensen echter geen rad voor de ogen draaien. Er zal hoe dan ook moeten worden bespaard.
Ik kan de mensen bijtreden die vinden dat een Vlaamse begroting in evenwicht het beste appeltje voor de dorst vormt. De mensen die nu beweren dat we nog geld moeten opzijzetten, vinden ook dat we her en der moeten investeren.
In elk geval werkt de Vlaamse Regering niet in het luchtledige. Natuurlijk worden de onderhandelingen door zeven partijen gevoerd. Het siert de Vlaamse Regering dat ze te gepasten tijde verklaart waar het engagement op slaat dat een meerderheid van de Vlaamse politici hier steunt. Wat het Vlaams regeerakkoord en de Octopusnota betreft, moeten we steeds een spiegel blijven voorhouden. Ik kan de minister-president enkel vragen hier de behoeder van te blijven.
De heer Vereeck heeft het woord.
Voorzitter, de Vlaamse assertiviteit van de minister-president heeft me enigszins gecharmeerd. We hebben de minister-president al vaker gevraagd zich in het debat te mengen. Het begon er steeds meer op te lijken dat hij wat schrik voor die staatshervorming had. Ik kreeg die indruk zeker nadat de discussie over de cijfers was losgebarsten. De minister-president bleek niet door de andere meerderheidspartijen te worden gedekt.
Het bevestigt wel een klein beetje wat LDD, ook andere oppositiepartijen en onze goede collega de heer Van Rompuy al een hele tijd zeggen, namelijk dat we misschien budgettair niet klaar zijn voor die staatshervorming. We hebben dit jaar anderhalf miljard meer inkomsten. Door het feit dat we de vorige 2 jaar onvoldoende hebben bespaard, kunnen we daar nauwelijks extra beleid mee voeren.
U suggereert dat, wanneer u voor 10 miljard bevoegdheden maar slechts 9 miljard centen krijgt, dat als het ware een impact zal hebben op alle Vlaamse bevoegdheden. Waarom haalt u dat miljard niet gewoon binnen de nieuwe bevoegdheden?
Ik kan een aantal uiteenzettingen volledig bijtreden in die zin dat een begroting in evenwicht in 2011 een heel belangrijke opdracht is geweest. We zullen er ook in slagen. Op een ander debat heb ik al collegas uitgedaagd die zeggen dat ik nog sneller kon gaan, nog meer reserves kon aanleggen. Ik heb hun zelfs een lunch aangeboden om mij dat dan over te maken. Ik heb gehoord dat ik dieper moest hakken in het ambtenarenbestand en dergelijke. Mocht dat al lukken, mocht dat al wijs zijn, dan hadden we nooit in 2010 of 2011 een belangrijke bijkomende besparing kunnen doen.
Ik stel vast dat de oppositie nog eens hetzelfde herhaalt. In de moeilijke tijden, waarin we alles hebben gedaan om bedrijven door de economische crisis te loodsen, waarin we extra aandacht hebben besteed aan de zwakken in onze samenleving, waarin we geconfronteerd werden met uitgaven die decretaal waren vastgelegd, kon het niet anders dan dat we in 2011 een begroting in evenwicht hadden. Ik stel nog eens vast dat de heren Gatz en Vereeck zeggen dat ik nog meer had kunnen besparen. Ik ben er zeker van dat dat niet kon, maar ik sta altijd open voor suggesties. Zeker a posteriori is het altijd interessant om een goed intellectueel debat te hebben, maar ik vrees dat als u de voorstellen zou omzetten in realiteit, die niet zouden hebben geleid tot het aanleggen van reserves of nog vroeger een begroting in evenwicht.
Voor alle duidelijkheid: deze Vlaamse Regering gaat voor een grote staatshervorming. We zullen onze verantwoordelijkheid daartoe opnemen. Wij vragen meer bevoegdheden, wij vragen fiscale autonomie. Ik ga ervan uit dat de wijsheid van de koninklijk bemiddelaar en al degenen die rond de tafel zitten, zo groot is dat we op onze vragen een goed antwoord zullen krijgen.
Ik wil geen cijferdiscussie voeren over die 1 en die 2 miljard. Het gaat over 10 percent op 10 miljard euro, of zelf iets meer, maar ook over de korting op de 10 percent op de fiscale uitgaven, de verdeling van de personenbelasting op fiscale draagkracht, de bijdrage tot de pensioenen. Daarover heeft in het verleden de heer Van Mechelen samen met mij een pad uitgewerkt. Hier heeft men het over 1 percent, wat in 2030 1,627 miljard euro betekent. Als u daar nog eens de elasticiteit van de belastingopbrengst naar het federale niveau bij telt, en alles oplijst voor 2030 en actualiseert naar de periode waar we nu voor staan, dan kan ik u verzekeren dat mijn 2 miljard nog een afronding is naar beneden.
Nogmaals, ik vind het debat te waardevol om te trachten gelijk te krijgen over het feit dat het 1 miljard is of 2 miljard. Het is een groot bedrag. Als dat bedrag op ons afkomt, dan heb ik ten eerste een probleem met die bijkomende beleidsruimte. Stel dat men de kinderbijslag regionaliseert en men maakt maar 90 percent van de middelen over, dan is het zonneklaar dat we niet aan de Vlamingen kunnen zeggen: de kinderbijslag bedraagt nu maar 90 percent, en geen 100 percent. Wij zullen die 10 percent moeten vinden. Op onderwijs en op andere vlakken hebben we al heel veel met de kaasschaafmethode gevonden. De vraag is: waar ga ik dat vinden?
Wat ik heb, is de bijkomende beleidsruimte van 850 miljoen euro vanaf 2012. Ik hoop toch dat ik dat heb. Daar kan ik op inzetten. Er zijn natuurlijk ook vragen naar innovatie en andere uitdagingen waarvoor we dat bedrag moeten inzetten. Dat wil ik heel duidelijk meegeven, als hoeder van het budget en als hoeder van wat men op dat federaal niveau bij de koninklijk bemiddelaar allemaal formuleert en wat op ons afkomt.
Mijnheer Watteeuw, ik ga ervan uit dat u bijlage 4 bij het document van de koninklijk bemiddelaar hebt. Ik heb dat niet. U hebt heel veel info. U hebt dat heel goed kunnen berekenen. Ik zeg u als minister-president dat ik voor die grote staatshervorming wil gaan, voor meer bevoegdheden op basis van die Octopusnota. Maar ik wil ook heel goed weten wat de dynamiek is dat is zo belangrijk op langere termijn. Ik wil weten hoe we zelf voor onze inkomsten kunnen instaan, hoe we verantwoordelijkheid kunnen dragen voor onze uitgaven. Daarom is het mij te doen, niet om dat bedrag van 1 of 2 miljard, niet om mijn timing. Het is aan mij niet besteed dat sommige mensen not amused waren. Een minister-president moet spreken wanneer men een vraag heeft gesteld of wanneer het nodig is. (Applaus bij CD&V en de N-VA)
Dat is een beetje cynisch, minister-president. Op vragen van journalisten antwoordt u wel, op vragen van parlementsleden niet. (Opmerkingen van minister-president Kris Peeters)
Nu wel, omdat u niet anders kon.
We hebben hier maanden lang vragen gesteld. U hebt altijd geantwoord: het Octopusakkoord is het Octopusakkoord en we zullen dat wel eens toetsen. Tot onze grote tevredenheid hebt u dat vorige vrijdag al eens tussentijds getoetst.
Nu staat u daar als minister-president maar ik weet niet of u als uzelf spreekt, als minister-president of namens de hele Vlaamse Regering. De meerderheid hier heeft wollige taal gesproken. Minister-president, ik denk dat u voor een dilemma staat. U wilt een grote staatshervorming. U weet heel goed dat het bij een bevoegdheidsoverdracht a rato van 10 of 15 miljard euro, niet over het geld gaat. De vraag is: wat kan men daarmee doen? Als we de kinderbijslag hebben maar het is gewoon om hetzelfde bedrag door te storten, dan zijn we daar niets mee, maar dat zal wel worden verpakt als een grote staatshervorming. Dat is de kwestie. De geldstromen in dit land, daar is men helemaal niet uit. U hebt een duidelijk signaal gegeven vandaag, dat het op die manier niet verder kan, en dat wij niet alleen opdraaien voor de sanering van de globale overheidsschuld. Maar als dit mislukt, denk dan toch eens na. Trek uw conclusies. Denk na, desnoods over een plan B. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Minister-president, uw doelstellingen en uitgangspunten steunen we allemaal. Dat is geen probleem. We weten wel dat het enige zorgvuldigheid zal vragen om dat te bereiken. Communicatie en overleg zijn daar onderdeel van als we willen slagen. De berekeningsmethode vergt ook zorgvuldigheid. We hebben nu geen tijd om daar diep op in te gaan. Vanaf 2030 een terugberekening maken naar vandaag en concluderen dat het om 2 miljard euro gaat, slaat nergens op. Wat mij interesseert, zijn de begrotingsconsequenties voor volgend jaar, het jaar daarop en op de meerjarenbegroting. Dat vraagt een debat in de commissie. Ik hoop dat de Vlaamse Regering met die zorgvuldigheid kan wegen op de onderhandelingen opdat we zo veel mogelijk het Octopusakkoord kunnen bereiken.
Minister-president, het gaat niet enkel om de rekenfout. Ik vind het grappig hoe u onder het motto de aanval is de beste verdediging snel snel een nieuwe berekening maakt. Opeens zitten we al boven de 2 miljard euro. Het gaat niet enkel daarover. Het gaat ook over de timing en wat u wilt bereiken. Ik vind het ontroerend hoe de heer Kris Van Dijck probeert de eenheid in de Vlaamse Regering te illustreren, maar de fractievoorzitter van de N-VA in de Kamer spreekt heel andere taal. (Opmerkingen van de heer Kris Van Dijck)
Uw coalitiepartners in de Vlaamse Regering spraken van onverstandig en niet het goede moment. Het is nu zeer belangrijk om die staatshervorming te realiseren. Economisch gezien is dat echt het allerbelangrijkste. Waarom doet u dan zulke zware uitspraken? Ik vraag me af wat u daarmee wilt bereiken. Ik heb de indruk dat het pure koudwatervrees is voor een goede staatshervorming. (Applaus bij Groen!. Rumoer)
Het incident is gesloten.