Verslag plenaire vergadering
Verslag
Opheldering over de stand van zaken
Dames en heren, met toepassing van artikel 46 van het Reglement van het Vlaams Parlement heeft de heer De Meyer bij motie van orde het woord gevraagd.
De heer De Meyer heeft het woord.
Voorzitter, u mag het mij niet kwalijk nemen dat ik nogmaals bij motie van orde het woord vraag.
Vier weken geleden heb ik u gevraagd om het rapport tussen Fortis en de Vlaamse overheid in verband met het DBFM-contract (Design, Build, Finance, Maintain) te krijgen. Voorzitter, collegas, u weet dat de schoolbesturen eind november een eventueel contract moeten tekenen waar bijna 60 keer wordt verwezen naar deze overeenkomst.
Ik heb op 1 september deze vraag gesteld aan de minister. Ik heb deze vraag vier weken geleden aan u gesteld. Voorzitter, ik heb nog steeds geen antwoord.
U hebt geen antwoord gehad van de minister, maar u hebt wel antwoorden gehad van de voorzitter van dit parlement.
Zeker en vast, maar ik heb begrepen dat ook de voorzitter van het Vlaams Parlement nog steeds geen antwoord van de minister heeft gekregen.
Nee, ik heb tot nu toe nog steeds geen antwoord gekregen. Ik zal de minister persoonlijk contacteren.
Voorzitter, ik wil toch meegeven dat de schoolbesturen voor het eind van deze maand een uitermate belangrijk contract moeten tekenen, waarin bijna zestig keer wordt verwezen naar deze overeenkomst, maar dat ze nog steeds geen inzicht hebben in deze overeenkomst.
Mijnheer De Meyer, ik doe mijn best. U kunt gebruik maken van het feit dat de minister-president hier aanwezig is. U weet dat als de minister zich beroept op de vertrouwelijkheid van een stuk, het enige wat u de minister dan kunt vragen, is dat hij het stuk bij mij ter inzage legt en dat u komt kijken wat erin staat.
Onder meer op mijn voorstel hebben wij indertijd naar aanleiding van vertrouwelijke stukken in het BAM-dossier, het reglement van het parlement laten aanpassen. In artikel 87ter staat hoe moet worden omgegaan met vertrouwelijke stukken. Ik heb nog altijd geen officieel antwoord van de minister gekregen, maar als de minister zich beroept op de vertrouwelijkheid, dan heb ik als voorzitter geen enkele mogelijkheid om de minister te dwingen. In het artikel 87ter staat heel duidelijk dat volksvertegenwoordigers tot geheimhouding verplicht zijn op voorwaarde dat de minister die zaken ter beschikking stelt. Het enige wat ik nog voor u kan doen, is aan de minister vragen om het stuk bij mij ter inzage te leggen en dat u er, bij mij op kantoor, kennis van komt nemen.
Voorzitter, ik heb geen probleem met deze oplossing, maar dan wens ik mij wel te laten bijstaan door experts zodat ik het stuk op de meest deskundige manier kan doornemen.
Dat staat u volledig vrij. Kunnen we dat zo afspreken?
Het incident is gesloten.