Verslag plenaire vergadering
Verslag
De vraag die wordt ingediend, is de vraag die door de minister wordt beantwoord. Sommige volksvertegenwoordigers stellen hier een andere vraag dan deze die ze hebben ingediend. Er is met de Vlaamse Regering afgesproken dat enkel wordt geantwoord op de vraag die is ingediend. Ik vraag de sprekers ook geen papier te gebruiken en zich te houden aan de toegemeten tijd.
De heer Yüksel heeft het woord.
Minister, vorige week werden we geconfronteerd met een triestig verhaal in Antwerpen. Een 54-jarige man werd dood teruggevonden na 2 jaar. Hij woonde al 10 jaar in een sociale woning van de sociale huisvestingsmaatschappij Woonhaven. Hij betaalde correct zijn huur met een permanente opdracht bij de bank. In de zomer van vorig jaar liep die opdracht af en stapelden de huurachterstallen zich op. Woonhaven stuurde eerst een aantal schriftelijke aanmaningen en schakelde na een vonnis een gerechtsdeurwaarder in om die achterstallige huur op te halen. Die gerechtsdeurwaarder deed de macabere ontdekking en vond een man die daar al 2 jaar dood lag. Anno 2010 kunnen we in Vlaanderen niet tolereren dat iemand op die wijze aan zijn einde komt.
Dat brengt me natuurlijk bij het volgende punt. Mensen die in een sociaal complex, in een appartementsblok wonen, hebben eigenlijk weinig contact met elkaar. Uit de getuigenissen, ook van buren, blijkt dat er heel veel brieven toekwamen in de bus van de man, maar dat niemand de stap had gezet om die man daarover aan te spreken. Het is via de procedure van de gerechtsdeurwaarder dat men de macabere vaststelling heeft gedaan.
Minister, dit is een verontrustend verhaal. De vereenzaming, het isolement in Vlaanderen neemt toe. De sociale huisvestingsmaatschappijen tonen een gebrek aan sociale reflex. Ze controleren alleen maar de rekeningen, terwijl de bekommernis van de sociale maatschappijen eigenlijk meer moet zijn dan dat. Mensen in een sociale woning, in een appartementsblok kiezen daar niet voor hun plezier voor.
Minister, welke maatregelen zult u nemen om in meer begeleiding te voorzien voor mensen in een sociale woning om zo de vereenzaming en het isolement in grote steden aan te pakken?
Minister Van den Bossche heeft het woord.
Het is niet zo dat huisvestingsmaatschappijen vandaag als taak hebben rekeningen te controleren. Dat klopt niet. Er zijn vandaag ook al redelijk wat begeleidingstaken bij de huisvestingsmaatschappijen. Ze krijgen daar ook middelen voor. Per 500 woningen krijgen ze 20.000 euro om iemand voltijds tewerk te stellen die specifiek begeleidingstaken op zich moet nemen.
De vraag is of dat eventueel beter kan. Er is een specifiek omschreven takenpakket voor de huisvestingsmaatschappijen. Daar staan die middelen tegenover. Ik heb sowieso aan het Steunpunt Ruimte en Wonen gevraagd om een evaluatie te maken van de vandaag bestaande begeleidingstaken. Moet dat al dan niet geheroriënteerd worden? Dat is het eerste initiatief.
Het tweede initiatief heeft betrekking op de samenwerking tussen Wonen en Welzijn. Minister Vandeurzen en ikzelf hebben afgesproken de handen in elkaar te slaan. Dat wil zeggen dat ik meer inzet op huurdersbegeleiding en minister Vandeurzen meer op woonbegeleiding. U weet dat sommige mensen in die sociale woningen ook te kampen hebben met andere problematieken, die beter verholpen kunnen worden door gespecialiseerde welzijnsorganisaties. Minister Vandeurzen zal daar extra op inzetten binnen het kader Wonen en Welzijn.
De visitatiecommissies, ten slotte, hebben als voornaamste aandachtspunt de klantvriendelijkheid van een huisvestingsmaatschappij. Dit behoort tot een van de aspecten van klantvriendelijkheid: het organiseren van sociaal contact, het zorgen van contact met de huurders. Maatschappijen die dat niet goed doen, zullen een verbetertraject voorgeschoteld krijgen en zullen binnen afzienbare tijd ook een verbetering moeten kunnen aantonen.
Via de middelen van het Stedenfonds worden er in een aantal steden, zoals Antwerpen, dat dat via het OCMW doet, redelijk wat acties op het getouw gezet om senioren te bezoeken in sociale woningen, maar ook in privéwoningen. Het gaat dan voornamelijk om 80-plussers. In Gent is er ook een dergelijk initiatief. We merken toch dat dat soelaas biedt voor die specifieke groepen.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. We zullen samen kijken wat de maatregelen die u allemaal aankondigt, zullen opleveren. Ik blijf er echter bij dat vereenzaming een groot probleem is. In Antwerpen leeft 19 percent van de 65-plussers in eenzaamheid. In Vlaanderen ligt dat nog hoger. Ik denk dat u daar vanuit het stedenbeleid voldoende aandacht aan moet blijven schenken.
U zegt dat die sociale huisvestingsmaatschappijen genoeg middelen krijgen om dat na te gaan. In dit geval is dat niet gebeurd. Een mastodont als de Woonhaven, met 20.000 wooneenheden kan zich natuurlijk niet verschuilen achter het feit dat ze dat grote aantal niet kan controleren. We moeten de maatschappijen nog meer responsabiliseren. Ze moeten meer over de vloer komen bij de mensen en nagaan of ze daar wel goed wonen.
Ik zou nog een pikant detail wil meegeven. De man in kwestie genoot van een vervangingsinkomen. De uitkering werd gestort op zijn rekening. Men is tot die vaststelling gekomen nadat bleek dat hij zijn huur niet betaalde.
Ik denk dat daar nog zeker voldoende aandacht aan moet worden geschonken, zeker vanuit het stedenbeleid.
De heer Penris heeft het woord.
Dat die man is gestorven, en dat hij in eenzaamheid is gestorven, is schokkend. Hoe dat 2 jaar onontdekt is kunnen blijven, is nog schokkender.
Moeten we daarvoor alle schuld bij de woningmaatschappij leggen? Neen. Woonhaven is een grote mastodont. Ik krijg regelmatig op mijn dienstbetoon klachten over het feit dat de klantennabijheid in die maatschappij soms te wensen overlaat, maar het is niet die maatschappij alleen die in dezen verantwoordelijk is. De betrokkene zelf was niet ingeburgerd. Hij had ook verantwoordelijkheid kunnen opnemen. Hij had misschien zelf sociaal contact kunnen zoeken.
De buren hadden over hun buur kunnen waken, maar blijkbaar vinden sommige buren, in dat soort gebouwen het normaal dat iemand voor langere tijd afwezig is. Er zijn heel wat mensen, ook in sociale woningmaatschappijen, die het zich blijkbaar kunnen permitteren om voor langere tijd naar het buitenland te gaan.
De wijkagent had zijn verantwoordelijkheid kunnen nemen. Met alle sympathie voor de wijkagenten, maar mijn wijkagent heeft een wijk van 20.000 inwoners. U kunt uw pappenheimers in die omstandigheden niet allemaal meer kennen.
Ook de stad Antwerpen had een grote verantwoordelijkheid. De stad zet in op sociale diensten allerhande. Ze heeft straathoekwerkers, pleinanimatoren, sociale assistenten, woonconsulenten en tutti quanti. Dat wordt allemaal enorm gesubsidieerd, maar die hebben niets gezien. Die zijn in gebreke gebleven. We zijn allemaal in gebreke gebleven.
Voorzitter, wat moeten we daaruit leren? Misschien kan de minister van Onderwijs ons daarin bijstaan. Wij moeten opnieuw burgerzin aankweken. Wij moeten leren aan onze mensen dat je beter een goede buur hebt dan een verre vriend.
De heer Hendrickx heeft het woord.
Voorzitter, met alle respect, maar ik denk dat de heer Penris nogal licht over de verantwoordelijkheid van de sociale huisvestingsmaatschappij gaat. De controlemechanismen die deze maatschappij heeft toegepast, zijn volstrekt ontoereikend gebleken. Ik lees in de pers dat ze als reactie zegt dat toen de betaling was stilgevallen, men een aantal keren heeft geprobeerd die man te bereiken. De buren zeggen dat ze daar nooit iets van hebben gemerkt en nooit iemand van die maatschappij hebben gezien. Ik laat in het midden of ze langs zijn geweest of niet.
Was het dan echt niet mogelijk om die buren te contacteren? Er lag een stapel post van die man op de trap, die de buurman klaarlegde voor hem. Die werd uiteraard niet opgeraapt want de man lag al 2 jaar dood. Ik vind het pijnlijk dat die sociale huisvestingsmaatschappij geen verdere controle heeft uitgevoerd. Ik vraag me af of het niet mogelijk is u kondigde het daarnet eigenlijk al aan om naar een stringenter systeem van controle te gaan.
Mevrouw De Waele heeft het woord.
Het schrijnende voorval doet ons stilstaan bij hoe onze maatschappij geëvolueerd is. Mijnheer Yüksel, u zult zich herinneren dat in het begin van de legislatuur ik in de commissie Wonen er meermaals voor heb gepleit dat er wel degelijk begeleiding moet worden ingezet bij sociale woningen. De minister geeft aan dat er inderdaad budgetten voor beschikbaar zijn.
Het verwondert me wel dat u alleen de aandacht wilt vestigen op de vereenzaming binnen de sociale huisvesting. Vereenzaming en alleenstaanden is een probleem dat zich overal in onze maatschappij voordoet, zowel op het platteland als in de steden, bij eigenaars en bij huurders. We mogen dat niet verengen tot een verhaal bij de sociale huurmaatschappijen. In die zin vind ik dat uw vraag aan minister Vandeurzen had kunnen worden gesteld. Zoals de minister aangeeft, heeft Welzijn hier een zeer grote verantwoordelijkheid in. Wonen en Welzijn moeten hand in hand gaan.
In het beleidsdocument van Welzijn wordt er absoluut geen aandacht besteed aan de problematiek van de alleenstaanden. Ik wil er nogmaals op wijzen dat ik er de aandacht op heb willen vestigen dat het beleidsdocument Welzijn is geschreven op maat van het traditionele gezin. Mijnheer Yüksel, ik ben blij dat ik in u een bondgenoot zal vinden om ook iets te doen aan de problematiek van de alleenstaanden.
Vanuit Welzijn is er wel degelijk aandacht voor het seniorenbeleid. Het is toch bij de traditionele gezinnen dat er op een dag een van beide partners zal vertrekken. De meeste mensen zullen ooit eens alleen in een huis terecht komen. Minister Vandeurzen heeft daar zeker wel aandacht voor.
Sommige mensen kiezen zelf voor isolement en kiezen er iets vaker dan anderen voor om in een stad te gaan wonen. Veel mensen vereenzamen omdat er te weinig gemeenschapswoningen zijn. Dat is jammer. We kunnen daar van alles proberen aan te doen. Dat hebben we niet helemaal in de hand, de mensen moeten ook nog meewillen. Aan de andere kant zijn er ook mensen die niet graag deel uitmaken van een gemeenschap en zich terugtrekken. Het is geen eenvoudige taak voor een sociaal assistent of een medewerker om mensen uit hun isolement te halen. Dat wil ik benadrukken. Dat wil niet zeggen dat de huisvestingmaatschappij in dit concrete geval genoeg heeft ondernomen. Daar spreek ik me niet over uit.
We moeten zeker de procedures nakijken. Daar moet aandacht aan besteed worden in de visitatiecommissie. Vereenzaming gaat iedereen aan. De mensen moeten zelf wel stappen zetten, ook de buren moeten een stap zetten en wij allemaal. Ik kan dat probleem vanuit Woonbeleid niet alleen oplossen. We moeten allemaal aan de kar trekken en beginnen bij onze eigen buren.
Ik kan u geruststellen, minister. Ik onderhoud contacten met mijn buren en dat zal ook zo blijven.
Mevrouw De Waele, we moeten hier geen partijpolitieke spelletjes spelen. Het is een zorg die ik vanuit het stedenbeleid heb geformuleerd. De minister heeft terecht aangegeven dat isolement en vereenzaming niet alleen bij ouderen voorkomt, het treft de hele bevolking. We moeten daar inderdaad allemaal aandacht aan besteden.
Ik wil voor de Antwerpenaren onder ons nog meegeven dat de man op dinsdag 16 november 2010 op Schoonselhof wordt begraven.
Het incident is gesloten.