Verslag plenaire vergadering
Verslag
30 jaar installatie Vlaamse Raad
Collegas, dames en heren ministers,
Tijdens deze plenaire vergadering wil ik kort stilstaan bij wat dertig jaar geleden een nieuwe episode inluidde in het bestaan van dit Vlaams Parlement.
Op 21 oktober 1980 vond de installatie plaats van de Vlaamse Raad. De staatshervorming van 1980 had Vlaanderen meer bevoegdheden gegeven, een eigen uitvoerende macht en een volwaardige wetgevende macht, die de naam Vlaamse Raad kreeg. Deze eerste samenkomst van de Vlaamse Raad, die we nu als een gedenkwaardig moment kunnen markeren, was voor onze collegas van toen geen groots gebeuren. Het evenement stond in schril contrast met de openingsvergadering van de Cultuurraad, 10 jaar eerder, toen de Vlaamse Leeuw gezongen werd. Het gebrek aan enthousiasme, de onzekerheid van toen, maakten duidelijk dat men in 1980 nog geen uitgesproken visie had op de rol die de staatshervorming aan de Raad had gegeven.
Het scepticisme kwam ook tot uiting toen enkele dagen later, op 4 november, Rik Boel tot voorzitter van de Raad verkozen werd. In zijn openingstoespraak stelde hij: Gebeurtenissen zijn alleen historisch te betitelen als ze duidelijk verandering teweegbrengen in de verhoudingen tussen individuen of groepen, als nieuwe, nog niet geziene of onvermoede ontwikkelingen erdoor mogelijk worden gemaakt, als de samenleving ze, na verloop van tijd, als een point of no return erkent. De vraag is of wij met deze nieuwe instelling werkelijk daaraan toe zijn...
In het vervolg van zijn toespraak verklaarde Rik Boel wel dat de Vlamingen alle redenen hadden te geloven in eigen mogelijkheden, maar tot het geven van een concrete opdracht aan de Raad kwam hij niet. De nieuwe instelling zou zich moeten bewijzen. Of om het met zijn woorden te zeggen: Welk Vlaanderen willen wij? Dit Vlaams Parlement zal maar kunnen waargemaakt worden, zowel in de ogen van het publiek als tegenover de uitvoerende macht, als wij onze bevoegdheid inderdaad maximaal gebruiken, als wij bezield zijn met de politieke wil om alle mogelijkheden en kansen af te tasten
10 jaar later en een staatshervorming verder zijn zelfvertrouwen en ambitie toegenomen. In het geheel van de instellingen heeft de Vlaamse Raad een eigen plaats veroverd en verworven. Met de jaren zag hij zijn bevoegdheden toenemen en gingen zijn beslissingen ingrijpen op het dagelijkse leven van de Vlamingen.
Maar op de vraag of de verzuchtingen en verwachtingen van gemeenschappen en gewesten in aangepast beleid vertaald konden worden, kon men niet anders dan kritisch blijven. Op 15 oktober 1991 opent voorzitter Louis Vanvelthoven het parlementair jaar met een Vlaams minimumprogramma dat bij een volgende staatshervorming in elk geval gerealiseerd moest worden. Dat bestond toen uit vijf prioritaire doelstellingen: de onmiddellijke afschaffing van het dubbelmandaat; de afschaffing van de proportionaliteit in de Vlaamse Regering; een betere afbakening tussen de bevoegdheden van het nationale en het gemeenschaps- en gewestniveau; de splitsing van de provincie Brabant; een meer evenwichtige verdeling tussen Vlaanderen en Wallonië van het aantal zetels in het Europees Parlement. Louis Vanvelthoven besluit zijn toespraak met de woorden: Zonder pleinvrees zeg ik tot wie het horen wil: de tijd dat er altijd wel een hoger belang was dan het Vlaamse, die tijd is onherroepelijk voorbij.
Op basis van het door de voorzitter verwoorde minimumprogramma keurde de Vlaamse Raad al de volgende dag het voorstel van resolutie van de toenmalige fractievoorzitters Guido Verhaegen, Lode Hancké, André Denys en Paul Van Grembergen houdende de prioritaire doelstellingen van de Vlaamse Gemeenschap inzake de institutionele hervormingen goed. De Vlaamse Raad neemt de rol op van spreekbuis voor wat leeft in Vlaanderen en wordt een forum dat wegen aangeeft.
Met zijn rechtstreekse verkiezing in 1995 beleeft de Vlaamse Raad een historisch orgelpunt in zijn institutionele evolutie en betreedt hij een geheel nieuwe fase in zijn ontwikkelingsproces.
Voor de nieuw verkozen voorzitter Norbert De Batselier was de Vlaamse Raad, die hij voortaan Vlaams Parlement zou noemen, een grote stap voorwaarts in de democratische emancipatie en autonomie van Vlaanderen en was er voortaan geen excuus meer om onze werkzaamheden niet met zorg, met inzet, met overtuiging, met positieve en kritische zin uit te voeren. De voorzitter riep de leden op om meer dan ooit dit parlementaire forum aan te wenden om ideeën en voorstellen uit te werken en zodoende een slagvaardige wetgevende macht te vormen ten opzichte van de uitvoerende macht. Vanaf 1995 kiest het Vlaams Parlement de weg van de modernisering en levert het een belangrijke bijdrage tot de invulling van de Vlaamse autonomie.
Collegas, 30 jaar na de installatie van de Vlaamse Raad staan we voor de uitdaging om een nieuwe grote copernicaanse hervorming in de steigers te zetten. Dat is een moeilijk maar noodzakelijk proces.
Volgend jaar, op 7 december 2011, is het 40 jaar geleden dat de Cultuurraad voor de Nederlandse cultuurgemeenschap boven de doopvont gehouden werd. Volgend jaar is het 40 jaar geleden dat het wetgevende monopolie van het nationaal parlement doorbroken werd. We zullen daar met een feestprogramma de nodige aandacht aan besteden. (Applaus)