Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Dewinter heeft het woord.
U hebt de voorbije dagen heel wat hoeraberichten de wereld en de pers ingestuurd over het inburgeringbeleid en over het feit dat er 11.550 inburgeringcontracten zijn afgesloten en 6776 inburgeringattesten uitgevaardigd. De Vlaming werd ook verblijd met de mededeling dat we zelfs inburgeringscoaches krijgen: een soort van allochtonenbuddys die met Mohammed en Ali naar de bioscoop, het theater en het voetbal moeten gaan. En nog meer van dat soort van knuffel- en pamperinitiatieven.
Dat moet alleen maar verbergen dat we in de praktijk wel verantwoordelijk zijn voor de inburgering, maar niet voor de integratiepolitiek. Wij zijn wel verantwoordelijk voor het onthaal en moeten daar veel inspanningen voor leveren, niet altijd even efficiënt en kordaat, maar we zijn niet verantwoordelijk voor de vestiging. En daar wringt het schoentje. Het blijft dweilen met de kraan open, zeker op het vlak van het inburgeringsbeleid en dat ondanks alle euforische berichten die u daarover verspreidt.
Mijn vraag is dan ook duidelijk in deze tijden van regeringsvorming op het federale niveau. Ik weet dat uw partij daar een absoluut voorstander van is.
In hoever weegt u op dit moment op de regeringsvorming op federaal vlak om ervoor te zorgen dat in het regeerakkoord en dan zeker in het luik over de staatshervorming het immigratiebeleid kan worden toegevoegd aan het onthaal- en inburgeringsbeleid? Zo niet blijft het dweilen met de kraan open.
Minister Bourgeois heeft het woord.
Mijnheer Dewinter, u dicht me te veel eer toe: ik heb de afgelopen tijd geen enkel triomfantelijk bericht de wereld ingestuurd. Alle eer komt toe aan mevrouw Homans. Zij stuurde een aantal berichten de wereld in, en deed dat aan de hand van een antwoord dat ik had gegeven op een vraag van de heer Segers. Dat leidde in de commissie tot een gedachtewisseling met onder meer de heer Van Hauthem. Ik heb toen al het antwoord gegeven op de vraag die u nu hier stelt. Ik had het over de homogene bevoegdheden. Dat is niet nieuw.
Wat u zegt over de inburgeringscoaches laat ik voor uw rekening. U hebt het in dat verband over een multicul gadget. Ik zeg u dat ze een heel grote toegevoegde waarde genereren. Na de inburgering zorgen ze ervoor dat de ontvangende samenleving hen helpt het integratietraject af te werken.
Ik heb dat voor het eerst in Nederland zien gebeuren, al is het zo dat het idee al in mijn beleidsnota stond. In Nederland functioneert het systeem van zogenaamde taalmanagers heel goed. De gilden die daaraan in Nederland werken, werden voor hun werk bekroond met de bekende ANV-Visser-Neerlandiaprijs. Ik heb die prijs samen met mijn toenmalige collega, staatssecretaris van der Laan, mogen overhandigen. In Denemarken functioneert het systeem ook: daar leidt men de mensen naar de arbeidsmarkt. In Duitsland werkt het ook. Het is een model dat in Europa opgeld maakt. We zullen daarover studiewerk verrichten, een werkconferentie organiseren en vervolgens proefprojecten opstarten.
Uiteraard ben ik een voorstander van homogene bevoegdheidspakketten. In landen waar alle bevoegdheden inzake migratie, nationaliteitswetgeving en regularisatiepolitiek in één hand liggen, kan men gemakkelijker één beleid voeren. En het is evident dat dit alles op het integratiebeleid wordt afgestemd. Vroeger heb ik hierover al mijn bekommernissen aan premier Leterme overgemaakt. Hij stond open voor mijn suggesties over de volgmigratie en degelijke. Ook minister Vanackere reageerde positief. Hij zei dat hij de buitenlandse ambassades en consulaten ter beschikking zal stellen om mee te helpen aan de inburgering in het land van herkomst. Dat is noodzakelijk, want 83 percent van de migratie is volgmigratie.
Minister, wat de essentie betreft: ik weet dat u een voorstander van homogene bevoegdheidspakketten bent. Ik ken uw uitspraken op dat vlak. Maar dat is hier niet relevant. Ik wil weten wat u eraan doet om ervoor te zorgen dat in de onderhandelingen over de staatshervorming deze kwestie op tafel ligt en in het regeerakkoord komt. Dat is de essentie: wat doet u om uw standpunt te realiseren?
Ik heb de indruk dat u op dit moment vooral probeert om veel mist te spuiten over dat inburgeringsbeleid. Alsof het zo allemaal gaat worden opgelost. Het tegendeel is waar. Er is dat ene initiatief dat ik zijdelings heb vermeld omdat het in de media wel wat aandacht heeft gekregen. Met die inburgeringscoaches gaat u helemaal de verkeerde richting uit. We gaan opnieuw in de richting van het knuffelen, het pamperen, het eieren leggen onder in plaats van een stok-achter-de-deurbeleid te voeren dat hen verplicht tot integratie, liefst in het land van herkomst, met inbegrip van het aanleren van de taal vooraleer men naar hier komt. Ik noem uw initiatief dus een multicul gadget, dat opnieuw de indruk zal wekken dat alles kan en alles mag, en dat er hier vooral voor wordt gezorgd dat krullenbollen worden geaaid, in plaats van nu en dan eens aan die krullenbollen te trekken, wanneer het niet is zoals het zou moeten zijn. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Kennes heeft het woord.
De informateur is nog maar aan het onderzoeken of er een regering zou kunnen worden gevormd, en de heer Dewinter is al een regeerakkoord aan het invullen. Maar dat is een opmerking terzijde. Ons inburgeringsbeleid heeft een stok achter de deur. Er is in sancties voorzien en inburgering is een verplichting. Het beleid wordt geloofwaardiger als na de institutionele maatregelen en het afsluiten van contracten ook een beroep wordt gedaan op burgers op ingeburgerde Vlamingen en op autochtonen om daar een verlengstuk aan te breien.
Ik wil ook nog eens herinneren aan de maatregelen die op het federale niveau al waren uitgewerkt, waarover al een politiek akkoord bestond; namelijk, over de verstrenging van de snel-Belgwet, om taalkennis en integratievoorwaarden te koppelen aan die wetgeving. Op dat vlak waren er al maatregelen genomen. Zou de regering niet gevallen zijn, dan waren ze wellicht nog voor de zomer goedgekeurd.
De heer Bouckaert heeft het woord.
Onze fractie is ook voorstander van een regionalisering van immigratie en asielbeleid. Het theoretische argument daarvoor is door minister Bourgeois heel goed verwoord. Asiel- en immigratiebeleid heeft een enorm extern effect op andere vormen van beleid, zoals werkloosheid, inburgering, scholen enzovoort. Dat zit voor een deel in Vlaanderen en voor een deel bij de federale overheid. Dat is een vorm van contrafederalisme. Ik gebruik niet dezelfde terminologie als de heer Dewinter, maar het is een juist argument.
Minister, u was lijsttrekker bij de federale verkiezingen in West-Vlaanderen, u zult die problemen dus heel goed kennen. U hebt dat grondig ingestudeerd, want het is een federale materie. Maar u maakt er zich gemakkelijk van af. Uw partij speelt een centrale rol in de komende regeringsvorming. De kiezer heeft u die opdracht gegeven en we hopen dat u er iets van maakt. Ik heb uit uw mond echter niet mogen vernemen in hoever voor uw partij in de federale onderhandelingen de regionalisering van immigratie en asielbeleid eventueel een prioriteit zou kunnen zijn. Ik denk dat het een prioriteit moet zijn, gelet op de heel hoge impact op andere domeinen van het Vlaamse beleid.
Mevrouw Homans heeft het woord.
Mijnheer Dewinter, ik heb die cijfers de wereld ingestuurd op basis van het antwoord dat ik van minister Bourgeois heb gekregen op een schriftelijke vraag. Dat heeft niets te maken met een status die u hebt geïnsinueerd.
Ik ben uw verhaal een klein beetje beu. We leven in een multiculturele samenleving. Mondiaal is dat zo. Als partij aanvaarden wij dat, maar we willen dat inpassen in het verhaal van rechten en plichten. We hebben een minister voor Inburgering die kritisch staat ten opzichte van dat verhaal, maar er positief mee wil omgaan. Op het federale niveau hebben we Sarah Smeyers, die in de Kamer altijd heeft aangekaart wat er aan de hand was en wat er verkeerd liep. We gaan er heel kritisch mee om, maar we aanvaarden wel dat we leven in een multiculturele samenleving in het kader van de rechten en de plichten. U doet dat niet, en dat is een verkeerd vertrekpunt.
Mijnheer Dewinter, ik beklemtoon dat ik me met de grootst mogelijke nadruk distantieer van uw woordgebruik en visie op de samenleving. U gaat voor segregatie, wij gaan voor integratie. Ik heb problemen met de toegang tot het rijk, met de regularisatie, maar wie hier binnen is in het rijk, moet een kans krijgen om een toekomst op te bouwen. Wij voeren een goed inburgeringsbeleid met deze Vlaamse Regering. Ik weet dat u daar kritiek op hebt, maar er is verplichte inburgering, zelfs voor een aantal categorieën oudkomers. Wie leeft van een uitkering, wie werk zoekt, moet inburgeren. Dat systeem werkt, maar het is niet het einde van het verhaal. Wie aan het einde van het inburgeringstraject komt, dat in essentie iets is tussen overheid en betrokkene, moet zijn plaats verwerven in die samenleving. Daarvoor willen we openstaan, we willen die mensen helpen. Dat heeft niets te maken met pamperen of over de krullen aaien, zoals u dat uitdrukt. Ik laat dat allemaal voor uw rekening. Het heeft te maken met de mensen helpen om in die samenleving vooruit te komen.
Het is bewezen dat als jonge mensen, scholieren en studenten, goede contacten, netwerken en vrienden hebben in de autochtone samenleving, er veel minder schooluitval is en dat ze het verder brengen in die samenleving. We zien dat de participatiegraad van de nieuwkomers aan het sportleven, het verenigingsleven en het sociaal-maatschappelijke leven te gering is. Daarom willen we in samenwerking met de lokale overheden een beroep doen op het vrijwilligerschap. Dat werkt in het buitenland. Dat is niet om die mensen te pamperen, integendeel. Alle premissen gaan uit van altijd Nederlands spreken met die mensen. Dat is een van de leidmotieven in Nederland.
Wegwijs maken kan bestaan uit allerlei zaken zoals toeleiding tot werk, toeleiding tot het verenigingsleven, begeleiding bij eerste officiële contacten enzovoort. Dat systeem wordt positief geëvalueerd.
Als ontvangende samenleving moeten wij ook na het inburgeringstraject een steentje bijdragen. Dat is niet uw samenlevingsvisie. U pleit niet voor integratie. U beschouwt die mensen als krullenbollen die worden geaaid door de overheid. Ik laat dat woordgebruik volledig voor uw rekening.
Wat de federale regeringsvorming betreft, zitten we, tenzij ik me vergis, in de fase van een informatieopdracht. We zijn niet aan het onderhandelen. De minister-president heeft in het kader van de informatieronde gedaan wat van hem werd verwacht. Hij is naar de informateur gegaan en heeft hem de Octopusnota, het programma van de Vlaamse Regering dat deel uitmaakt van het regeerakkoord, bezorgd. Hij heeft een pleidooi gehouden voor die copernicaanse omwenteling. Er is nog niet onderhandeld. Deze zaak zal hier vandaag dan ook niet op de banken worden beslecht. Als er onderhandeld wordt, kan ik me moeilijk voorstellen dat mensen hier vandaag zouden zeggen welke klemtonen er gelegd moeten worden. We moeten de zaken laten gebeuren waar ze moeten gebeuren. We moeten de onderhandelingen die nog niet bezig zijn, hier niet publiekelijk gaan voeren.
Minister, uw intenties over de mogelijke regionalisering van het immigratiebeleid blijven bijzonder vaag. U verstopt zich achter allerlei formalismen.
Wat de inburgeringscoaches betreft, de allochtonenbuddys om een ander woord te gebruiken, kan ik alleen maar vaststellen dat die het omgekeerde effect zouden ressorteren. In dit geval gaat het inderdaad over pamperen en dergelijke meer. In de praktijk moet de burger maar weer eens doen waar de overheid niet in slaagt. Welk soort van vrijwilligers zullen we aantrekken om dit soort van werk te doen? De mensen uit de klassieke integratielobby en -sector met een heel duidelijke visie op deze problematiek. Anderen zult u daarvoor niet vinden. Die mensen zullen een compleet verkeerd signaal geven aan de betrokken allochtonen. Ga daar met mijn complimenten maar vanuit. U bent wat naïef wat dat betreft.
Uw inburgeringsbeleid kan maar slagen als u ook de finaliteit in eigen handen hebt. Dat betekent dat inburgering moet worden bekroond met een contract, maar dan wel op basis van een examen, van een vergelijkende proef. Dat is nu niet het geval. Dat moet worden gekoppeld aan een verblijfsvergunning. Zolang dat er niet is, is het allemaal praat voor de vaak. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Het incident is gesloten.