Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de Europese boete voor België wegens het niet naleven van de richtlijn stedelijk afvalwater
Actuele vraag over de Europese boete voor België wegens het niet naleven van de richtlijn stedelijk afvalwater
Actuele vraag over de Europese boete voor België wegens het niet naleven van de richtlijn stedelijk afvalwater
Actuele vraag over de Europese boete voor België wegens het niet naleven van de richtlijn stedelijk afvalwater
Verslag
Het antwoord wordt gegeven door minister-president Peeters.
De heer Martens heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, collegas, ik merk dat ongeveer de halve commissie Leefmilieu hier bij mij op de tribune staat.
Vlaanderen schittert in Europa. Dat is het motto waaronder Vlaanderen zijn schouders wil zetten tijdens het Europese voorzitterschap. Het milieurapport dat Vlaanderen krijgt van diezelfde Europese Unie is echter allesbehalve schitterend. Op het vlak van het naleven van het Europese normen inzake fijn stof, stikstofoxide enzovoort werden we op de vingers getikt, en ook al veroordeeld. Hetzelfde geldt voor de naleving van de Europese richtlijn over de behandeling van stedelijk afvalwater. Daar hebben we 6 jaar geleden al een veroordeling voor opgelopen.
Nu gaat de commissie een stap verder en eist ze ook boetes en dwangsommen van ons land. Uit het persbericht van de Europese Commissie blijkt dat voor het niet naleven van de Europese normen voor zuivering van ons afvalwater, de Europese Commissie een forfaitaire boete van niet minder dan 15 miljoen euro vraagt en een dwangsom van 62.000 euro per dag dat de Europese normen niet worden gerespecteerd.
Minister-president, in welke mate kunnen we dat nog ondervangen? Welke investeringen zijn nog nodig om alsnog aan de Europese verplichtingen te beantwoorden? Hoe zal die boete worden verdeeld tussen de verschillende gewesten? Hebben we in onze begroting middelen ingeschreven om dergelijke hoge boetes en dwangsommen te kunnen betalen?
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Minister-president, het feit dat we hier met vijf Vlaamse volksvertegenwoordigers vooraan staan om u te interpelleren over deze waterzuiveringsproblematiek, spreekt boekdelen. Het spreekt meer voor zich dan vele woorden. De negatieve publiciteit die ons land met deze problematiek haalt, is betreurenswaardig.
Ik wil nog even de bedragen herhalen, want het gaat hier over serieuze sommen. Er hangt ons een boete boven het hoofd van 15 miljoen euro en een dwangsom van bijna 62.000 euro per dag. Het gaat dus om gigantische bedragen, en dit op de vooravond van het EU-voorzitterschap van ons land. Wat voor de minister van Leefmilieu, Joke Schauvliege, een hoogtepunt zou moeten zijn, is in mijn ogen een kwelling geworden. Er zijn ministers die in betere omstandigheden aan dit EU-voorzitterschap kunnen beginnen.
Minister-president, hoe zult u dit verder aanpakken? Hoe zult u dit gigantisch milieuprobleem oplossen? Hoe zult u dit financieel ondervangen?
De heer Sanctorum heeft het woord.
Minister-president, het is hier bijna te klein om ons op te vangen.
De richtlijn stedelijk afvalwater dateert al van 1991. Daarin werd een aantal deadlines voor de collectering en zuivering van stedelijk afvalwater opgesteld. Dat waren deadlines als 1998, 2000 en 2005. Intussen is het 2010. Het is niet de eerste veroordeling die ons staat te wachten. In 2004 werden we al eens veroordeeld. Nu dreigt een dwangsom en een boete. De Europese Commissie vraagt een boete van 15 miljoen euro, maar de vork ligt eigenlijk tussen 3 en 60 miljoen euro. Daarbovenop is er dan ook nog eens de dagelijkse dwangsom van 62.000 euro die ons eventueel te wachten staat.
We erkennen de problematiek, maar de vraag is of we conform zullen zijn zodra die dagelijkse dwangsommen afgedwongen zullen worden. Die ene boete van 15 miljoen euro zoals de Europese Commissie vraagt, zullen we sowieso moeten betalen. Zullen we de dagelijkse dwangsom ook moeten betalen of zullen we toch nog tijdig in orde zijn? En wat met de verdeelsleutel? Het gaat over een eventuele veroordeling van België, en het Brusselse, het Vlaamse en Waalse Gewest. Wat is de verdeelsleutel? Wat zal Vlaanderen op zich moeten nemen?
Mevrouw Eerlingen heeft het woord.
Minister-president, het kader is duidelijk geschetst. Ik heb in oktober al een vraag gesteld over deze problematiek. Toen heeft minister Schauvliege geantwoord dat het een historische achterstand was die niet zomaar onmiddellijk kon worden ingehaald.
Het probleem blijft dat we nog altijd niet voldoen. Er zijn nog altijd zeven agglomeraties in Vlaanderen die niet voldoen aan de richtlijn. Minister Schauvliege beloofde dat Vlaanderen tegen eind 2011 in orde zou zijn. Zal dat inderdaad zo zijn? Welke boetes zullen we oplopen als we pas tegen 2011 in orde zijn? Het gaat om aanzienlijke bedragen.
De heer Reekmans heeft het woord.
Minister-president, wie vandaag Brussel binnenrijdt, ziet dat de autobussen in een Europees kleedje zitten. Alles wijst op de feestelijkheden die gaan beginnen.
Met het omzetten van de Europese richtlijnen gaat het echter minder vlot. Het is de tweede keer in nauwelijks 6 jaar tijd dat de Europese Commissie ons land doorverwijst naar het Europees Hof van Justitie. Het is pijnlijk dat België wordt doorverwezen op het moment dat minister Schauvliege als Vlaams minister van Leefmilieu de Europese Ministerraad van Leefmilieu moet gaan voorzitten.
Volgens de Europese Commissaris van Milieu is dit op het vlak van gezondheid onaanvaardbaar. Dat zijn toch wel heel straffe woorden uit de mond van een Europees commissaris.
Nu, ik weet ook wel dat het in Vlaanderen over zes stations gaat. We moeten daar eerlijk in zijn. In Brussel en Wallonië is het nog veel erger.
De collegas hebben de situatie heel duidelijk geschetst. Ik moet daar niet dieper op ingaan. De feiten zijn duidelijk. Het is ook duidelijk dat we een sanctie en een boete zullen krijgen. Minister-president, ik heb dan ook een concrete aanvullende vraag. We zullen een boete moeten betalen. Wat zal de verdeelsleutel zijn? In Vlaanderen zijn er maar zes stations niet in orde. In Wallonië en Brussel is het veel erger. Wordt er een eentweede- of een eenderderegel toegepast? Hoe kijkt de Vlaamse Regering nu al naar het betalen van de boetes? Want dat zal belangrijk zijn. België wordt veroordeeld, maar wie zal wat betalen?
Minister-president Peeters heeft het woord.
Voorzitter, collegas, ik wil in eerste instantie minister Schauvliege verontschuldigen, die, gelet op het groot aantal vraagstellers, natuurlijk graag zelf de vraag had beantwoord. Ze heeft echter Europese en internationale verplichtingen. Ze heeft het aan mij toevertrouwd om te antwoorden op deze pertinente vragen. Ik ga er ook van uit dat daarover in de commissie verder kan worden gediscussieerd.
Ik ga ervan uit dat de vraagstellers hun vragen baseren op het persbericht van de Europese Commissie, dat werd verspreid op 24 juni 2010. België werd op 8 juli 2004 voor de eerste keer veroordeeld door het Europees Hof van Justitie door de niet-conformiteit met de Europese richtlijn Stedelijk Afvalwater in de agglomeraties groter dan 10.000 inwonersequivalenten. Deze agglomeraties dienden uiterlijk op 31 december 1998 voorzien te zijn van een opvangsysteem voor stedelijk afvalwater, artikel 3, aangesloten op een rioolwaterzuiveringsinstallatie, artikel 5. Deze waterzuiveringsinstallaties moeten bovendien onderworpen zijn om een tertiaire behandeling van alle aangesloten afvalwater te realiseren. Dat is inclusief de verwijdering van de nutriënten stikstof en fosfor.
In Vlaanderen werden initieel 114 agglomeraties groter dan 10.000 inwonersequivalenten afgebakend, in Brussel 1 agglomeratie en in Wallonië 60. De Vlaamse agglomeraties Brussel-Zuid en Brussel-Noord, waar enkel collectering tot aan de Brusselse zuiveringsinstallaties gerealiseerd dient te worden, werden op vraag van de Europese Commissie inmiddels toegevoegd aan de agglomeratie Brussel. Het Vlaamse Gewest rapporteert op heden dus nog over 112 agglomeraties.
In dat persbericht van de Europese Commissie wordt gemeld dat België voor een tweede keer wordt verwezen naar het Europees Hof van Justitie omdat een veertigtal agglomeraties in gebreke blijven: 7 in Vlaanderen, 32 in Wallonië en de agglomeratie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest. De commissie is van plan het Hof te verzoeken een boete en een dwangsom op te leggen. Het is dus een verzoek.
Wat is nu de toestand op het terrein voor de betrokken agglomeraties in Vlaanderen? Ten tijde van de veroordeling beschikten alle agglomeraties in Vlaanderen over een voldoende uitgebouwd opvangsysteem, voldeden 71 agglomeraties aan de aansluitingsverplichting. Alle bovengemeentelijke collectoren waren met andere woorden aanwezig en aangesloten op de zuiveringsinstallatie of -installaties. Bovendien voldeden 88 agglomeraties aan de zuiveringsplicht. Dat houdt in dat de zuiveringsinstallatie operationeel is, inclusief voor de tertiaire behandeling.
Voorzitter, collegas, op heden heeft Vlaanderen voor 100 percent de conformiteit bereikt inzake de zuivering. De laatste zuiveringsinstallatie werd begin 2009 in gebruik genomen. Alle zuiveringsinstallaties voldoen aan de verplichting tot tertiaire behandeling.
De aansluiting van de opvangsystemen voor het stedelijk afvalwater op zuiveringsinstallaties is op heden in de agglomeraties groter dan 10.000 inwonersequivalenten voor 99 percent gerealiseerd. In 106 van de 112 agglomeraties is de aansluiting volledig gerealiseerd. In 5 agglomeraties ontbreekt slechts 1 bovengemeentelijke collector. In 1 agglomeratie ontbreken nog 2 bovengemeentelijke collectoren. Alle ontbrekende projecten zijn evenwel in uitvoering.
Dat betekent dat in de middelen is voorzien en dat de werken aan de ontbrekende collectoren in uitvoering zijn. De minst gunstige prognose is die voor één agglomeratie, namelijk Beersel, waar het einde van de werken voor de ontbrekende collector voorzien is eind 2011. Alles zal dus zeer snel worden gerealiseerd.
Voorzitter, ik zal mijn antwoord wat beperken, maar het is ook wat technisch gezien de vragen die zijn gesteld. Het komt erop neer dat het Vlaamse Gewest slechts in zeer beperkte mate geviseerd wordt en dat het als eerste de conformiteit met de richtlijn voor de agglomeraties groter dan 10.000 inwonersequivalenten zal bereiken tegen 2011, terwijl de andere gewesten dat pas in 2013 zullen bereiken. De informatie over Brussel en het Waalse Gewest laat ik voor de discussies in de commissie.
Los van de vraag of we de dwangsommen gaan verdelen, is het belangrijk dat er heel veel werk is verricht, heel veel zaken zijn gerealiseerd en in 2011 alles rond is. De vraag hoe het komt dat dat pas in 2011 is, is zeer interessant, maar daarbij moet iedereen wel weten welke verantwoordelijkheid hij op welk moment heeft genomen ter zake. Maar goed, de grond van de zaak is dat we in 2011 volledig klaar zijn en nu al een 100 percent conformiteit hebben inzake zuivering.
De tweede vraag ging over de te volgen procedure. De beslissing van de Europese Commissie om België te dagvaarden is gegrond op artikel 260 van het verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. Dat artikel voorziet in de mogelijkheid voor de Commissie om de lidstaat die eerder werd veroordeeld door het Hof van Justitie wegens een inbreuk op het verdrag, opnieuw voor het Hof te brengen en de oplegging van een forfaitaire boete en dwangsom te vorderen. Ook hier zal ik mijn antwoord wat korter houden. Het is belangrijk dat een uitspraak kan worden verwacht binnen de 12 tot 18 maanden.
Dit sluit aan bij de laatste vraag hoe die forfaitaire som en boete behandeld zullen worden. Het is belangrijk te vermelden dat de Commissie zich aanvankelijk voornam om enkel een dwangsom te vragen om de lidstaat vanaf de datum van de tweede uitspraak ertoe aan te zetten de inbreuk snel ongedaan te maken. In de Franse visserijzaak uit 2005 volgde het Hof de zienswijze van de advocaat-generaal dat een dwangsom wegens het niet-uitvoeren van een arrest gedurende bijna 20 jaar niet volstond en dat deze dwangsom moest worden gecombineerd met een forfaitaire boete voor de inbreuk gedurende de periode tussen beide uitspraken. Sindsdien vordert de Commissie systematisch beide sanctievormen.
Het is belangrijk te stellen dat de eindbeslissing over de bedragen bij het Hof berust. Over de voorstellen van de Commissie binnen het Hof heb ik u wat tekst en uitleg gegeven verwijzend naar de visserijzaak. De Commissie en het Hof hebben een politiek die het Hof in dit geval hetzij zal bevestigen, hetzij niet zal volgen.
Belangrijk is het beginsel van de evenredigheid. Dat wil zeggen dat rekening wordt gehouden met de omstandigheden van elke zaak en de financiële draagkracht van de lidstaat. De duur van de inbreuk en de betrokken publieke en particuliere belangen zijn hierbij relevante factoren. Voor de dwangsom wordt de forfaitaire basis bepaald op 600 euro die kan worden geïndexeerd. Een tweede factor is de ernst van de inbreuk. Deze hangt af van het belang van de communautaire voorschriften en de gevolgen van deze inbreuk voor de algemene en bijzondere belangen. De Commissie wijst op het belang van een goede waterkwaliteit voor de menselijke gezondheid. Volgens de interne tabellen van de beslissing van 24 juni 2010 heeft de Commissie voorgesteld om 62.748 euro te vragen per dag vertraging. Dat wijst erop dat de factor ernst op 6 in de schaal van 20 staat, wat lager is dan verwacht.
Een derde factor vormt de duur van de inbreuk. Een cijfer tussen 1 en 3 wordt in de regel berekend aan de hand van 0,1 per maand te rekenen vanaf de uitspraak van het arrest in eerste aanleg totdat de Commissie de zaak voor het Hof brengt. Er is een formule waarvan ik niet denk dat het zinvol is om ze toe te lichten. Er moet nog een hele weg worden afgelegd om exact te weten wat het Hof in aanmerking zal nemen inzake de dwangsom en de forfaitaire som.
Dan was er ten slotte de vraag wat de impact is van de sanctie op het intra-Belgische vlak. Het is de federale regering die de lidstaat België vertegenwoordigt ten aanzien van de Europese Unie. Formeel valt de veroordeling dus ten laste van de federale regering. De gewesten, die exclusief bevoegd zijn voor waterzuivering, hebben geen directe toegang tot het Hof. De federale minister bevoegd voor buitenlandse zaken duidt de gemachtigde agenten aan. Het is echter gebruikelijk dat de federale agenten overleg plegen met de bevoegde instanties, de gewesten incluis. Desgevallend kunnen advocaten aan de agent worden toegevoegd.
Het is heel belangrijk dat ook even te duiden. Indien mogelijk kan het Belgisch verweer het Hof sturen naar een meer uitgesplitste berekening van de inbreuken, bijvoorbeeld gebaseerd op het aantal agglomeraties waarvoor de richtlijn werd overtreden of het al bereikte zuiveringspercentage, of een combinatie van beide. Dat werd ook in andere dossiers gedaan. Een dergelijke verdelingswijze zorgt ervoor dat de prikkel om tijdig regelgeving uit te voeren optimaal werkt, wat net de bedoeling is van de veroordeling tot forfaitaire sommen en dwangsommen.
Voorzitter, geachte leden, ik vat samen en concludeer. Het probleem zal volledig opgelost zijn in 2011, en gelukkig maar. Het Hof van Justitie zal daar in alle wijsheid over beslissen, met alles wat ik heb toegelicht. Wat de verdeling betreft, zal er rekening kunnen worden gehouden met het feit dat Vlaanderen al heel wat verder staat dan de andere regios. In 2011 is dat bij ons volledig klaar, terwijl het bij hen in 2013 is. De vraag hoe we die dwangsommen zullen budgetteren, is dus zeker enigszins voorbarig. Godzijdank is het nog niet zo ver. Het belangrijkste is dat we zo snel mogelijk die waterkwaliteit verbeteren. Ik hoop dat alle vraagstellers het roerend met me eens zijn als ik stel dat dat het belangrijkste is en dat we ter zake al een hele weg hebben afgelegd.
Minister-president, ik ben minder optimistisch. U stelt dat we hier in 2011 volledig aan voldoen. Dan zullen alle collectoren er liggen en zullen alle zuiveringsstations in overeenstemming zijn met de Europese normen. Nu, die collectoren zijn de autosnelwegen van het afvalwater. Het is ook nodig dat de wegen daarop aantakken. Die wegen, dat zijn de riolen die door de gemeenten moeten worden aangelegd. Die ontbreken. Die investeringen blijven achter, volgens Vlaamse Rioleringen (VLARIO). Deze koepelvereniging van de rioolleggers stelt dat er in Vlaanderen niet minder dan 6,7 miljard euro bijkomend moet worden geïnvesteerd in rioleringen, om in overeenstemming te zijn met de Europese verplichtingen. Dat zijn dan niet alleen de verplichtingen van de richtlijn Stedelijk Afvalwater, maar ook de verplichtingen van de kaderrichtlijn Afval. Wat dat betreft, ben ik dus veel minder optimistisch dan u. De bovengemeentelijke, gewestelijke infrastructuur mag dan wel al klaar zijn in 2011, maar Europa kijkt natuurlijk ook naar de riolen die daarop moeten worden aangesloten.
Het volgende moet me toch van het hart. Als Brussel pas tegen 2013 klaar is met die investeringen, dan is dat 15 jaar na de deadline die de Europese richtlijn ons oplegt. Ik vind het een echte schande dat de hoofdstad van de Europese Unie 15 jaar vertraging heeft bij het nakomen van Europese verplichtingen. Als ons land zichzelf uitroept tot de avant-garde van de Europese Unie, kan dat niet worden getolereerd.
Minister-president, ik dank u voor uw zeer uitvoerige antwoord. Ik heb de indruk dat u dit alles enigszins wilt minimaliseren voor Vlaanderen. Als we de drie gewesten bekijken, is Vlaanderen weliswaar de beste leerling van de klas, en doen we het beter dan Brussel en Wallonië, maar we hinken wel achterop. We hebben misschien wel een kleine onvoldoende gekregen, maar het is wel een onvoldoende. Dat moet hier toch wel heel duidelijk zijn.
Nu hebben we het over de problematiek van de waterzuivering en de waterkwaliteit, maar ik wil graag uw aandacht vragen voor een andere problematiek, namelijk die van het fijn stof. Ook wat dat betreft, hinken we achterop en lopen we het risico om in de toekomst een veroordeling te krijgen. Bij dezen verwittig ik u daar toch ook nog eens extra voor, zodat we eventuele boetes en dwangsommen voor zijn. Ik vraag dat u ook wat dat betreft actie onderneemt.
Minister-president, dank u voor uw antwoord. Het enige nieuwe wat u vertelt, is dat die verdeelsleutel nog altijd zeer vaag blijft. En dat men dat gaat bekijken eens de veroordeling er is. Zo heb ik het begrepen. Minister-president, ik ben de laatste om de verdediging op te nemen van Brussel, maar u moet wel eerlijk zijn: de projecten die in Brussel een vertraging hebben opgelopen, zijn de grensoverschrijdende projecten waarin zowel Brussel als het Vlaamse Gewest partij is. Ik denk aan de collectoren voor de Verrewinkelbeek. Dat zijn gecoördineerde projecten. Daardoor is er vertraging opgelopen. U moet zo eerlijk zijn om dat erbij te zeggen als u een vergelijking maakt tussen Vlaanderen en Brussel.
Daarbovenop, minister-president, moeten we toegeven dat we het in Vlaanderen niet goed doen op het vlak van de waterkwaliteit. De waterzuiveringsgraad is, als je er alle buitengebieden bij telt, om en bij de 75 percent. Het Europese gemiddelde ligt rond de 85 percent. Onze eigen doelstelling, 80 percent waterzuiveringsgraad tegen 2010, halen we zelfs niet.
Minister-president, dank u voor uw uitvoerige antwoord. Ik noteer dat we niet zoveel wijzer zijn geworden vandaag. We weten nog niet wat het bedrag zal worden. We kennen de verdeelsleutel nog niet. We zullen daar in de commissie met minister Schauvliege nog eens op terug moeten komen.
Minister-president, ik ben tevreden dat ik het als oppositielid niet moet zeggen maar dat een collega uit de meerderheid het zegt: wij zijn vandaag niet veel wijzer geworden. Het telt meer als een lid van de meerderheid het zegt.
We zijn in de rapportenperiode. Minister-president, wat ik daarnet van u hoorde, doet me denken aan een kleine die thuiskomt met zijn rapport en die zijn buizen probeert te verdedigen door te zeggen wat allemaal goed is. Hij probeert zijn ouders duidelijk te maken dat het toch nog niet zo slecht is. Dat hebt u proberen te doen door te zeggen dat het met 100 percent waterzuivering in orde is. (Opmerkingen van de heer Carl Decaluwe)
Ik spreek voor mezelf, mijnheer Decaluwe. Ik hoor hoe de minister-president dat tracht te verkopen. Ik probeer niet op die manier iets te verkopen.
Minister-president, ik snap dat u positieve realisaties in de verf probeert te zetten. U hebt natuurlijk een punt omdat het in Vlaanderen minder slecht is dan in Wallonië en Brussel. Maar ik kom terug op wat de heer Sanctorum al zei: wij krijgen geen antwoord op de vraag naar de verdeelsleutel. De woordvoerder van de bevoegde minister zei ook dat we nog niet gedagvaard zijn. Minister-president, als een Europees commissaris van Milieu zegt dat dit onaanvaardbaar is en het dossier op amper 6 jaar tijd doorstuurt naar het Hof van Justitie, denk ik dat we ons moeten voorbereiden op de boetes die zullen komen.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Voorzitter, ik heb het gevoel dat de collegas een beetje moeite hebben om te zeggen dat Vlaanderen nog heel sterk met een inhaaloperatie bezig is. Als wij het volledige verhaal zien, mogen wij zeker niet de indruk wekken dat Vlaanderen helemaal niets doet. Als we correct zijn en de discussies in de commissies van het verleden bekijken, blijkt heel duidelijk dat er sinds de vorige legislatuur extra is ingezet op waterzuivering. Denk maar aan de overnames en aan de extra middelen die zijn vrijgesteld en aan de zonerings- en uitvoeringsplannen die werden opgemaakt. Er worden op het Vlaamse niveau zeker inspanningen geleverd. Het werd terecht aangehaald dat we daar verder op inzetten.
Aangezien ook de andere regios inspanningen moeten doen, is het belangrijk dat het federale niveau ook de andere gewesten daarop aanspreekt. Ik hoop dat vanuit Vlaanderen het signaal wordt gegeven aan de andere gewesten en dat er wordt gesproken, niet enkel over de verdeelsleutel maar ook over de gevolgen van de waterkwaliteit. We moeten eerlijk zijn. We hebben hier een aantal maanden geleden met Brussel de discussie gevoerd over de afvalwaterzuivering die niet meer functioneerde. Wij vonden toen dat Ecolo niet snel optrad. We moeten zeer eerlijk zijn. Wij zetten vanuit Vlaanderen pertinent en consequent in op de waterzuivering en wij mogen dat ook van de andere regios verwachten, maar dat is niet altijd het geval geweest.
Indien we op 8 juli 2004 niet voor de eerste keer waren veroordeeld, hadden we dit probleem nu niet gehad. Ik heb me ervoor behoed niemand de zwartepiet toe te schuiven of de politieke verantwoordelijkheid bij iemand te plaatsen. Een aantal uitspraken van de vraagstellers zijn echter bijzonder misplaatst. Bepaalde partijen hebben namelijk voor 2004 ook bepaalde verantwoordelijkheden gedragen.
Ik heb de indruk dat bepaalde volksvertegenwoordigers enigszins masochistische neigingen hebben. Ze zijn blijkbaar niet wijzer geworden. Ik probeer elke keer iets bij te brengen. Dat lukt me niet elke keer. In elk geval moet het Europees Hof van Justitie een uitspraak doen. We zullen proberen aan de hand van de formule aan te tonen waar Vlaanderen nu staat. Uit de veroordeling zal moeten blijken of Vlaanderen iets moet betalen. Wie nu verklaart teleurgesteld te zijn, moet echter eerst eens navragen hoe het juist zit. Ik heb al geprobeerd om het uit te leggen. We kunnen het Europees Hof van Justitie vragen rekening te houden met bepaalde evoluties. We zullen er alles aan doen om een veroordeling te voorkomen. Indien het toch tot een veroordeling zou komen, zullen we proberen aan te tonen dat Vlaanderen al een hele weg heeft afgelegd.
Ik had de ijdele hoop dat de vraagstellers zouden onderstrepen dat er al een hele weg is afgelegd. We moeten natuurlijk ook nog een hele weg afleggen. In vergelijking met de andere gewesten hebben we al belangrijke inspanningen geleverd. Dat is positief. We zullen dit blijven doen. Het is belangrijk dat we hier volledig in slagen. Het is niet ons hoofddoel te ontdekken welke boetes we moeten betalen of wie er boetes moet betalen. We moeten die boetes voorkomen. Dat had in eerste instantie voor 2004 kunnen gebeuren. Dat is niet gebeurd.
Nu is het onder mijn verantwoordelijkheid. Ik wil die verantwoordelijkheid niet ontlopen. We zullen er alles aan doen om geen veroordeling op te lopen. Indien er een veroordeling zou volgen, zullen we het Europees Hof van Justitie duidelijk maken dat we in de loop van de vorige legislaturen ernstige stappen hebben gezet en dat ons bijgevolg een lagere boete moet worden opgelegd. Zodra het Europees Hof van Justitie hierover een uitspraak heeft gedaan, zal ik tekst en uitleg geven.
We hebben er geen nood aan andere gewesten of vroegere regeringen met de vinger te wijzen. Het punt is dat Vlaanderen het momenteel iets beter dan Wallonië of Brussel doet. Uit rapporten van het Europees Milieuagentschap blijkt echter dat de waterzuiveringsgraad in Vlaanderen slechter is dan in Letland of Litouwen.
Er is, met andere woorden, nog heel wat werk aan de winkel. We moeten ervoor zorgen dat we geen geld aan dwangsommen moeten uitgeven, maat dat we geld in nieuwe rioleringsinfrastructuur en in nieuwe zuiveringsinstallaties kunnen investeren. Op die manier kunnen we immers de factuur voor het milieu verlichten. Daar zou het ons uiteindelijk allemaal om te doen moeten zijn.
Aangezien we hier met vijf staan, zal ik het kort en krachtig houden: het is tijd voor actie.
De hoofdzaak is natuurlijk dat we in Vlaanderen naar een waterzuiveringsgraad van 100 percent moeten gaan. Daarover zijn we het allemaal eens.
Als oppositielid kan ik natuurlijk wel op de verantwoordelijkheden wijzen. Ik heb de indruk dat de minister-president graag naar de periode 1999-2004 verwijst. In die periode zijn de subsidies voor rioleringsprojecten van het Vlaamse Gewest aan de gemeenten tot 100 percent verhoogd. Er zijn toen een aantal maatregelen ten voordele van de waterzuiveringsgraad genomen. Dat moet duidelijk zijn. De minister-president vergelijkt echter steeds 5 jaar groen bestuur met 50 jaar CD&V-bestuur. Dat vind ik totaal onterecht. (Applaus bij Groen!, Open Vld en LDD)
In het Vlaams regeerakkoord is sprake van een billijk aandeel in verband met de doelstellingen inzake hernieuwbare energie voor 2020. Ik hoop dat Vlaanderen ook een billijk aandeel van de boetes op zich zal nemen.
We moeten niet kijken wie hier juist de verantwoordelijkheid heeft gedragen. Het betreft hier een historische verantwoordelijkheid. Deze zaak is jarenlang verwaarloosd. Maar de laatste jaren zijn wel degelijk een aantal inspanningen geleverd.
De vraag welke boetes er nu zijn en hoe de verdeelsleutel zal zijn, is inderdaad nog niet helemaal beantwoord. Ik veronderstel dat we daarover meer nieuws zullen vernemen.
Minister-president, ik stel twee dingen vast. Een CD&Ver probeert ons blijkbaar een rapport te verkopen om de buizen te camoufleren met de goede punten in de etalage. En uw collega wil zelfs het rapport niet verdedigen, maar zegt dat hij goed heeft gestudeerd en de anderen niet. De anderen doen het slechter en wij doen het beter. Ik vind het alleen beschamend dat we een Europees voorzitterschap ingaan waar de minister van Leefmilieu de Europese ministerraad van Leefmilieu moet voorzitten en dat we op dat ogenblik voor een tweede maal door de Europese Commissie doorverwezen worden naar het Europees Hof van Justitie. Dat zijn de feiten, mijnheer Decaluwe. (Applaus bij LDD en Groen!)
Het incident is gesloten.