Verslag plenaire vergadering
Verslag
Voorstel tot aanvulling van de agenda
Dames en heren, daarnet heeft de voorzitter van de Commissie voor de Vervolgingen gevraagd de agenda aan te vullen met de bespreking en stemming van het verzoek tot machtiging tot vervolging van een Vlaams volksvertegenwoordiger.
Is het parlement het eens met dat voorstel tot aanvulling van de agenda? (Instemming)
Bespreking en stemming
Dames en heren, aan de orde is het verzoek tot machtiging tot vervolging van een Vlaams volksvertegenwoordiger.
Overeenkomstig artikel 85, punt 5 van het Reglement van het Vlaams Parlement kan het woord alleen worden gevoerd door de verslaggever van de commissie, door de betrokken volksvertegenwoordiger of een andere volksvertegenwoordiger die hem vertegenwoordigt en zijn raadsman, en door één spreker voor en één spreker tegen.
Mevrouw Helga Stevens, verslaggever, heeft het woord voor een mondeling verslag.
De Commissie voor de Vervolgingen heeft op 12 mei en 23 juni 2010 een verzoek tot verlof tot dagvaarding van een Vlaams volksvertegenwoordiger behandeld. We hebben het hier over mevrouw Van Volcem.
Bij brief van 29 maart 2010 werd het Vlaams Parlement door de procureur-generaal bij het hof van beroep te Gent verzocht op grond van artikel 120 juncto artikel 59 van de Grondwet de parlementaire onschendbaarheid van een Vlaams parlementslid op te heffen, met het oog op het dagvaarden van deze laatste en de behandeling voor de politierechtbank.
De Commissie voor de Vervolgingen nam op dinsdag 12 mei 2010 kennis van het bijgevoegde dossier conform artikel 85 van het Reglement van het Vlaams Parlement. De commissie heeft na beraad uitspraak gedaan over het dossier op dinsdag 23 juni 2010.
Het dossier is aan het Vlaams Parlement voorgelegd op grond van artikel 120 juncto artikel 59 van de Grondwet. De Commissie voor de Vervolgingen nam vooreerst kennis van de grondwettelijke contouren van haar opdracht. Artikel 120 van de Grondwet bepaalt het volgende. Ieder lid van een Raad geniet de onschendbaarheid bepaald in de artikelen 58 en 59. Artikel 59 van de Grondwet, voor zover van toepassing in dit dossier, luidt als volgt. Behalve bij ontdekking op heterdaad kan geen lid van een van beide Kamers, tijdens de zitting en in strafzaken, worden verwezen naar of rechtstreeks gedagvaard voor een hof of een rechtbank, of worden aangehouden dan met verlof van de Kamer waarvan het lid deel uitmaakt. (...)
Conform artikel 85 heeft de Commissie voor de Vervolgingen aan het betrokken parlementslid gevraagd of ze wenst gehoord te worden door de commissie. De betrokken Vlaams volksvertegenwoordiger deelde mee geen gebruik te willen maken van het recht om door de commissie gehoord te worden. Op 12 mei 2010 werd met betrekking tot het dossier een advies gevraagd aan de juridische dienst van het Vlaams Parlement over het begrip ontdekking op heterdaad.
Naar aanleiding van de bespreking op 23 juni, vandaag dus, uitte de commissie haar ongenoegen over het feit dat het dossier en de naam van de betrokkene reeds waren uitgelekt in de pers. De schade die daarmee wordt aangericht, is buiten proportie. Een aantal commissieleden merkten op dat het bestaan van het dossier hun reeds ter ore was gekomen vooraleer het in het parlement aanhangig werd gemaakt. Een commissielid pleit voor transparante communicatie.
Er werd ook opgemerkt dat het in dezen om een beperkt dossier gaat. De commissie vraagt zich daarom ook af of men in dezen niet tot een minnelijke schikking had kunnen komen. Er werd meegedeeld dat het betrokken parlementslid zelf om opheffing van de parlementaire onschendbaarheid verzoekt.
Een parlementslid vraagt zich toch nog af of de procureur-generaal toch niet de mogelijkheid had om ontdekking op heterdaad in te roepen. Een ander parlementslid stelt dat het niet zeker is of er in dit geval al dan niet sprake kan zijn van ontdekking op heterdaad. Het parlementslid is van oordeel dat hier sprake is van een verkeerd signaal. De procureur-generaal had de sleutel in handen om tot een andere oplossing te komen door middel van een minnelijke schikking, een boete bijvoorbeeld.
Gelet op de algemene principes inzake de parlementaire onschendbaarheid, gelet op het door de procureur-generaal bij het hof van beroep te Gent aan het Vlaams Parlement voorgelegde dossier, besluit de Commissie voor de Vervolgingen na beraad met 6 stemmen bij 1 onthouding om de parlementaire onschendbaarheid van de Vlaamse volksvertegenwoordiger op te heffen. (Applaus bij de N-VA)
Mevrouw Van Volcem, vraagt u het woord? (Neen)
Vraagt iemand het woord? (Neen)
Wij stemmen bij zitten en opstaan over het besluit van de Commissie voor de Vervolgingen.
De volksvertegenwoordigers die het eens zijn met het besluit, wordt verzocht op te staan.
De tegenproef.
Het besluit is aangenomen.
Ik zal de procureur-generaal bij het hof van beroep te Gent in kennis stellen van de beslissing van het Vlaams Parlement.