Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer De Meyer heeft het woord.
Voorzitter, minister, collegas, ongeveer 5 jaar geleden is toenmalig minister Vandenbroucke gestart met de eerste gesprekken in verband met de grootste bouwprojecten ooit voor het onderwijs in Vlaanderen. Het heeft wel nog tot 29 mei 2009, het einde van de vorige legislatuur, geduurd voor de definitieve gunning plaats had aan de Fortisgroep. U herinnert zich nog de data. Het zou voor Kerstmis, bijna voor Pasen, voor Pinksteren zijn. Uiteindelijk is het juni geworden voor de definitieve closing plaats had.
Collegas, denk nu niet dat het probleem definitief opgelost is. U weet ook, minister, dat de gesprekken over de beschikbaarheidsvergoeding pas nu definitief van start kunnen gaan. Daar liggen natuurlijk de grote zorgen van vele scholen. Wat zal de betaalbaarheid ervan zijn?
Voorzitter, er was ook afgesproken dat er een zekere verdeling zou zijn voor de scholen over de verschillende netten: 68,68 percent voor het vrij onderwijs voor 128 projecten, 15,58 percent voor 39 projecten voor het officieel gesubsidieerd onderwijs, en 15,75 percent voor 45 projecten in het gemeenschapsonderwijs.
Minister, de grote zorg is of de scholen die meer moeten betalen 30 à 40 percent van hun werkingsmiddelen niet gediscrimineerd worden ten aanzien van de scholen van de rijkere netten. De vraag is dan ook dat u heel intens de afgesproken verdeling over de verschillende netten bewaakt.
Minister Smet heeft het woord.
Mijnheer De Meyer, rijkere en minder rijke netten: ik denk dat ze allemaal in hetzelfde bootje zitten. Ik begrijp wel waar u op doelt. U weet ook dat die 211 projecten gekozen zijn in die heel omvangrijke operatie. Het klopt dat het al een tijdje bezig is. U weet dat we de afgelopen maanden heel intensief hebben moeten onderhandelen met Fortis. Fortis heeft ook met haar verschillende financiers heel hard moeten onderhandelen. De overheid had daar geen greep op. Dat is nu afgerond. De DBFM-operatie (design, build, finance, maintain) is er nu. Ondertussen is die vennootschap opgericht. Er is een selectiecommissie geweest, waarin alle netten vertegenwoordigd waren. Die heeft 211 projecten uitgekozen op basis van de verdeelsleutel, die u terecht hebt aangehaald. Nu moeten al die scholen die op de lijst staan die de commissie heeft uitgewerkt, individueel benaderd worden door de DBFM-vennootschap. Op haar beurt moet die dan een contract afsluiten.
Het spreekt voor zich dat de DBFM-vennootschap rekening moet houden met de lijst van scholen die is opgesteld. Die verhouding zal worden gerespecteerd. Het kan dat er om een of andere reden een school is die niet meer meedoet. Er zullen er wel zijn die via de reguliere financiering ondertussen een verbouwing zijn begonnen. Dan kunnen er eventueel andere scholen inschrijven van de reservelijst. Dat valt nog te bekijken. De verhoudingen zullen dezelfde blijven. Het is mijn bedoeling om die verhoudingen te respecteren. We zullen dat ook doen. We zullen er ook op toezien dat de DBFM-vennootschap die verhoudingen respecteert.
Het engagement van de minister is belangrijk, collegas. De implementatie hiervan in de praktijk zal nog op zich laten wachten. Pas over 5 of 6 jaar zijn al deze scholen gebouwd. De scholen van het net dat voor 100 percent voor scholenbouw wordt gesubsidieerd, zullen uiteraard het snelst ja kunnen antwoorden. De scholen van het provinciale gemeentelijk onderwijs in steden, provincies of gemeenten met meer middelen zullen ook snel ja kunnen antwoorden. Maar in het vrij onderwijs, waar 30 tot 40 percent, afhankelijk basis- of secundair, uit de werkingsmiddelen moet komen, zullen heel wat scholen aarzelen. Ze zullen mogelijk het laatst worden bediend. Ik begrijp, minister, dat de kosten in de loop van de bouwprocedure permanent zullen stijgen. Als dit proces niet wordt bewaakt, zullen de verhoudingen spijtig genoeg niet worden gerespecteerd.
Ongeveer 14 dagen geleden was er een vergadering met de Fortisgroep en alle scholen, ook binnen het vrij onderwijs. Ik heb mij daarover zo goed mogelijk geïnformeerd. Ik begreep dat sommige schoolbesturen spraken van mogelijk een wurgcontract. Uiteraard moeten we deze term niet letterlijk interpreteren. Het geeft wel de zorg weer bij deze scholen. Dat wil ik benadrukken.
Mevrouw Van den Eynde heeft het woord.
Minister, het verbaast u misschien dat ik iets zeg over een onderwijsdossier. Tijdens de vorige legislatuur heeft de vorige Vlaamse Regering de beslissing genomen om een aantal projecten, zowel voor De Lijn als voor scholenbouw, te financieren via pps-constructies. Ik betreur dat de heer De Meyer het debat verengt tot de verdeling van de middelen tussen de netten.
Ik mag maar één vraag stellen.
Ik vind het jammer dat het wordt verengd tot een actuele vraag. Mevrouw Van Steenberge heeft een interpellatieverzoek ingediend. Ik doe een warme oproep aan de voorzitter van de commissie om dit debat op een degelijke manier te houden in de commissie en dit niet te verengen tot één vraag over de verdeling van de middelen tussen de verschillende netten. (Applaus)
Mevrouw de Knop heeft het woord.
Ik sluit me graag aan bij die opmerking. Dit is zeker een ruim debat waard. De financial close is gesloten. Er zijn niet enkel vragen voor het vrije net. Andere netten zitten met gelijkaardige vragen.
In verband met het gemeentelijk onderwijs geeft u, mijnheer De Meyer, de indruk dat het allemaal rijke steden en gemeenten zijn. Ik kan getuigen dat dat zeker niet altijd zo is en dat het ook voor gemeentebesturen een zware dobber is om te investeren in schoolgebouwen.
Minister, ook het Onderwijssecretariaat van de Steden en Gemeenten van de Vlaamse Gemeenschap (OVSG) formuleert ee n aantal bedenkingen, onder meer over de termijn om te beslissen om al dan niet in de DBFM-formule te stappen. Ik verneem dat daarvoor een periode van 15 dagen is. Dat is uiteraard te kort. Er zijn nog vragen. Dat moeten we in de commissie bespreken. Er moet uiteraard worden gekeken naar de eigenheid van elk net om ervoor te zorgen dat mensen een weloverwogen beslissing kunnen nemen om al dan niet in te stappen.
Tot slot, minister, dit is een erg groot dossier.
Mevrouw De Knop, u zegt tot slot en dan gaat u nog verder. U krijgt 1 minuut. U mag ook geen papier gebruiken, dat gaan we nog eens aan alle parlementsleden meedelen. Het reglement is het reglement. Dat is niet door mij goedgekeurd, maar door het Uitgebreid Bureau en door dit parlement. (Opmerkingen van mevrouw Irina De Knop)
Ik richt me nu niet tot u, maar tot alle volksvertegenwoordigers: men begint hier gewoon af te lezen. Mijn voorganger, mevrouw Vanderpoorten, heeft dit ingevoerd. De bedoeling was om de pittigheid van het debat te verhogen. De ministers krijgen trouwens ook een brief van mij. Ik heb het niet over u, minister Smet. De pittigheid van het debat van de actuele vragen is juist dat men geen papier heeft, en dat de ministers en volksvertegenwoordigers, die uiteraard een parate kennis hebben, geen gebruik maken van enig papier. Dat komt het debat alleen maar ten goede.
Voorzitter, ik heb enkele keynotes genoteerd. U mag op mijn papier komen kijken. Ik ben absoluut niet aan het aflezen.
Tot slot wil ik opmerken dat de pps-formule zoals die nu wordt gehanteerd, een enorm grote formule is, die heel wat voeten in de aarde heeft gehad. Het Onderwijssecretariaat van de Steden en Gemeenten van de Vlaamse Gemeenschap (OVSG) pleit ervoor om dat in de toekomst op een meer lokale leest te schoeien. Ik sluit me daarbij aan en dat is zeker de overweging waard.
Ik zie dat minister Smet geen keynotes heeft maar die gaat nu antwoorden.
Voorzitter, we hebben in de commissie verschillende keren en uitvoerig gepraat over de DBFM-operatie (Design Build Finance Maintain). Uiteraard ben ik bereid om dat opnieuw te doen. Het is een heel omvangrijke operatie. De Vlaamse Regering heeft al duidelijk aangegeven dat ze die zal evalueren. We zullen er ook lessen uit leren. Het is een van de eerste keren dat de Vlaamse Regering een dergelijke operatie opzet.
Mevrouw De Knop, ik ben aan het antwoorden op uw vraag. Als u een vraag stelt, veronderstel ik dat het de bedoeling is dat ik antwoord en dat u daarin bent geïnteresseerd. Ik neem aan dat dat het doel is van de vraagstelling.
Minister, ik ben zeer geïnteresseerd.
Ja, dat heb ik gemerkt. Ik neem aan dat u geïnteresseerd bent.
We gaan dat evalueren. De Vlaamse Regering heeft een paar weken geleden al beslist dat we een nieuwe pps-operatie voor de scholenbouw zullen opzetten. We zullen daarbij leren van de eerste operatie. De voorbereiding daarvoor is al gestart.
Ik begrijp dat sommige scholen zich vragen stellen over de beschikbaarheidsvergoeding. Eén zaak moeten de scholen heel goed onthouden. Als men een school bouwde, moest men tot nu toe zelf instaan voor het onderhoud. Als dat niet gebeurde, ging de school achteruit. Met het contract dat we nu hebben afgesloten, moeten de scholen gedurende 30 jaar de beschikbaarheidsvergoeding betalen. Na 30 jaar zullen ze nog een spiksplinternieuwe school hebben, want het eigenaarsonderhoud wordt gedaan door de DBFM-vennootschap. De scholen zullen het klein onderhoud moeten doen, maar het groot onderhoud niet. Als een school na 30 jaar eigenaar wordt, dan is dat nog een nieuw gebouw. We moeten aan de scholen heel goed uitleggen dat dat een fundamenteel verschil is met de situatie vandaag.
Mevrouw De Knop, uw zorg is ook de mijne. We moeten inderdaad een evenwicht tussen de verschillende netten houden, zowel in de reguliere als in de bijzondere operaties voor schoolinfrastructuur.
Minister, uw engagement is heel belangrijk. Ik ben er tevreden mee dat dit wordt genoteerd in het verslag. Dat er een evaluatie komt voor een volgende inhaaloperatie, is ook meer dan terecht.
Het incident is gesloten.