Verslag plenaire vergadering
Verslag
Het antwoord wordt gegeven door minister Bourgeois.
De heer Sabbe heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, voor een keer ben ik blij dat de minister-president er niet is, want hij is voor een goed doel in Turkije: om via overeenkomsten de economische activiteiten van Vlaanderen te ondersteunen. De Belgen betalen veel voor de werking van onze overheid. Uit een recente studie van het VBO is gebleken dat de omvang van de middelen die we aan het overheidsapparaat besteden niet in verhouding staat tot de kwaliteit van de resultaten. De studie toont aan dat we voor elke honderd inwoners vier ambtenaren hebben. In 1995 waren dat er nog 3,7 tot 3,8. In Duitsland is dat cijfer gezakt, van 3,7 of 3,8 naar 3,2. In Nederland is men gezakt naar 2,9 en in Frankrijk naar 3,6.
Vanwaar die groei bij ons? Die groei doet zich vooral bij de lokale overheden voor: bij de provincies, de OCMWs en de steden en gemeenten. Dat is een onthutsende vaststelling. Tussen 1995 en 2007 steeg het aantal ambtenaren van 135.548 naar 167.000, of een toename met 23 percent of 31.485 personen. Bij de Vlaamse overheid is het probleem, in percenten uitgedrukt, nog groter: daar is een stijging met 39,5 percent waarneembaar, want het aantal ambtenaren stijgt van ongeveer 34.000 naar ongeveer 47.000, of preciezer: we stellen een stijging met 13.506 ambtenaren vast.
Anders dan in de ons omringende landen stijgt bij ons dus het aantal ambtenaren. Uitgerekend nu komt Petercam met een studie over de duurzaamheidsindex. Die index is de basis waarmee wordt beslist in welke overheidsobligaties er wordt geïnvesteerd. Er worden dan indicatoren gemeten zoals democratische waarden, onderwijs, milieu, sociale zekerheid en economie. We stellen vast dat we in de rangschikking slechts de zeventiende plaats halen. En als we ook rekening houden met de kostprijs van onze ambtenaren, staan we op de zevenentwintigste plaats. Enkel het bevende Hongarije en Italië doen het in dat onderzoek over dertig OESO-landen slechter dan België.
Wat zal Vlaanderen en de Vlaamse Regering doen om het overheidsapparaat af te slanken om de heropleving en de toekomst van de Vlaamse economie te stimuleren en vooruit te helpen? Wat zult u ondernemen?
Minister Bourgeois heeft het woord.
U haspelt de zaken door elkaar. U spreekt over onderwijs. Het VBO heeft het enkel over ambtenaren, met uitsluiting van Onderwijs en Welzijn; Petercam heeft het over kwaliteit, onder meer op het vlak van onderwijs. U mag dan niet België als maatstaf nemen, maar wel Vlaanderen. Om een voorbeeld te geven: u weet dat Vlaanderen inzake onderwijs op internationaal vlak behoorlijk scoort. Wat de VBO-studie betreft, moeten we een onderscheid maken tussen drie overheidsniveaus. Het lokale niveau is inderdaad de grootste stijger, ook als men rekening houdt met de overdracht van rijkswachters van het federale niveau naar de lokale overheden. De tweede grootste stijger is het federale niveau. Voor dat niveau moet men de overgedragen rijkswachters er uithalen, alsook de ambtenaren die zijn overgedragen ten gevolge van de staatshervormingen.
Op de derde plaats staat Vlaanderen. Zeker tot 2004 is er van een stijging sprake. De vorige regering heeft in 2004 gezegd: geen groei, geen snoei. Desondanks is er nog een stijging geweest, maar dat is een gevolg van beleidsmaatregelen. Zo had de VDAB nood aan meer arbeidsbemiddeling, en ook De Lijn moest worden versterkt, na de goedkeuring van het Mobiliteitsdecreet.
In de vorige periode is niettemin het aantal ambtenaren beheerst, het laatste jaar is het zelfs niet meer toegenomen. Deze regering heeft niet gewacht op de VBO-studie en onmiddellijk bij haar aantreden gezegd dat we geen groei meer zullen hebben en de kosten zullen reduceren.
In 2 jaar tijd hebben we recurrent 4 percent minder personeelskredieten. Daarenboven hebben we de middelen voor de endogene groei geschrapt, wat neerkomt op 6,1 percent personeelskosten over de hele periode. Werkingskosten zijn 5 plus 2,5 percent, dus 7,5 percent. Om kort te gaan: over de hele bestuursperiode gaan we meer dan 1 miljard euro besparen op personeel, op apparaat. Daar bovenop moet het college van ambtenaren-generaal een oefening doen in efficiëntie, meetbaar, auditeerbaar en vergelijkbaar. Dat moet een meerjarenprogramma zijn en we maken daar heel ernstig werk van.
Minister, ik hoor het u graag zeggen, maar de cijfers spreken tegen u. Het federaal cijfer ik heb het bewust niet genoemd is ook gestegen. Het is weliswaar een kleine stijging en er zijn enkele correcties gebeurd. Maar er is toch een belangrijke stijging op het Vlaamse niveau die u niet kunt weerleggen. Als ik de initiatieven bekijk, zie ik de meetbare administratieve vermindering niet die kan leiden tot een vermindering van het overheidsapparaat, van de ambtenaren die belast zijn met de controle van de administratieve last en de formaliteiten die burgers en bedrijven moeten volbrengen.
Minister, misschien gaat u ze niet vervangen, misschien gaat u minder uitgeven, maar dat moet toch concreet worden vertaald in een actieplan, dat zegt dat dit soort wetgeving niet meer moet worden opgevolgd of dat we die departementen niet meer nodig hebben. Anders kom je toch niet tot een fundamentele verbetering en verlichting van het overheidsapparaat. In het regeerakkoord staat dat de overheid in Vlaanderen doeltreffend en efficiënt moet functioneren om een slagkrachtige hefboom te vormen voor het regeringsbeleid, gericht op een sociaal ondernemend, innovatief en duurzaam Vlaanderen.
Minister, hoe zullen we merken dat we naar een efficiëntere overheid gaan?
De heer De Meulemeester heeft het woord.
Voorzitter, minister, collegas, het probleem van minder ambtenaren dat wordt aangehaald door de heer Sabbe, is al enkele keren aan bod gekomen. Ik heb er ook al enkele actuele vragen over gesteld en het is ook al vaak aan bod gekomen in de commissie Binnenlandse Aangelegenheden, in het bijzonder als het gaat over het aantal personeelsleden bij de Vlaamse overheid. Het lokale niveau is de grootste stijger. Dat komt door de toename van het aantal taken dat wordt toebedeeld aan de lokale besturen door de Vlaamse overheid.
Bij de Vlaamse overheid is het aantal ambtenaren gestegen. Minister, u zegt dat dit komt door beleidsmaatregelen die de voorbije jaren zijn genomen. Los van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, stellen we toch vast dat er bij de extern verzelfstandigde agentschappen (EVA s) en intern verzelfstandigde agentschappen ( IVAs) veel personeel is bijgekomen. U hebt zelf verwezen naar de VDAB en De Lijn, waar het stijgingspercentage heel hoog is. Al enkele keren kreeg ik het antwoord dat het bij de VDAB komt door de opleidingen, en bij De Lijn door basismobiliteit voor iedereen.
Minister, moest er een betere mutatieregeling zijn tussen de verschillende diensten van de ministeries en tussen de ministeries en de EVAs en IVAs, als we dit efficiënter zouden kunnen organiseren, dan zouden we geen bijkomend personeel meer moeten aanwerven. Gezien de besparingen zullen we daar in de toekomst toch moeten naar streven. Minister, hebt u al werk gemaakt van een betere mutatieregeling de voorbije maanden, zodat een efficiëntere overheid tot de mogelijkheden kan behoren en geen bijkomend personeel moet worden aangeworven?
De heer De Loor heeft het woord.
Mijnheer Sabbe, ik stel vast dat het uw specialiteit is om alles op een hoop te gooien, niet enkel in deze problematiek maar ook in een aantal andere zaken. Het is uw partij te doen om blind en lineair te snijden in het overheidsapparaat. Dan moet u echter ook het lef hebben om voorstellen te doen en duidelijk te maken bij wie en waar u zult snijden. U hebt gezegd dat er een groei is bij lokale overheden. Dat heeft te maken met het feit dat die besturen er de laatste jaren een massa taken bij hebben gekregen.
Ik merk ook een aantal tegenstrijdigheden op in uw verhaal. In uw actualiteitsmotie van deze namiddag zegt u dat het aantal opvangplaatsen op korte termijn moet verdubbelen. Daar zijn mensen voor nodig. Of zult u dat doen met minder personeel?
Sp.a is voor een efficiënte en effectieve overheid conform het regeerakkoord, die echter ook een uitgebreid takenpakket heeft.
De lokale overheden zijn inderdaad uitgebreid. Deze regering zal de planlasten voor de lokale overheden echter sterk verminderen. Tegelijkertijd moeten die overheden een efficiëntieoefening doen.
Mijnheer Sabbe, de federale overheid is gevoelig gegroeid. U vergist zich. Wanneer u rekening houdt met de overdracht van 8500 rijkswachters en de Lambermontakkoorden inzake landbouw, dan krijgt u een totaal ander cijfer.
Vlaanderen staat voor 0,7 ambtenaren op 100. Wij hebben 48.000 koppen, 42.600 voltijdse equivalenten. België staat op 4 op 100. Vlaanderen is daar een deel van en staat voor 0,7 percent. Wij doen heel gerichte serieuze inspanningen. Ik heb u de percentages meegedeeld die eraf gaan, nu al recurrent aangevuld in 2011. Bovendien moet ten gevolge van het regeerakkoord het college van ambtenaren-generaal een efficiëntieoefening doen. Efficiëntie is ook output. Ik ben het op dat vlak eens met de heer De Loor. Er moet niet alleen worden gekeken naar de input, zowel wat de middelen als het personeel betreft, maar ook naar de output.
Mijnheer De Meulemeester, een van de grote uitdagingen is inderdaad na te gaan waar we mensen te veel hebben. De bedoeling is die mensen in te schakelen in nieuwe taken en behoeften. Dat is heel moeilijk met beter bestuurlijk beleid, met de verkokering. Het college van ambtenaren-generaal moet daar rekening mee houden. Boven op wat in het regeerakkoord staat, krijgt het de opdracht om die efficiëntieoefening te doen. Die moet meetbaar, auditeerbaar en vergelijkbaar zijn. Het is de bedoeling een doorgedreven oefening te doen over de hele bestuursperiode.
De aangroei op het lokale niveau is duidelijk de verantwoordelijkheid van Vlaanderen. Vlaanderen legt aan het lokale niveau bijkomende taken op. Ik roep Vlaanderen op om het lokale niveau niet te blijven belasten met taken waardoor er bijkomende mensen aangeworven moeten worden. We hebben nood aan een efficiënte, toepasbare decreetgeving waarvoor minder mensen nodig zijn.
Mijnheer De Loor, ik heb op ditzelfde spreekgestoelte een oproep gedaan om vanuit Vlaanderen de 46 bedrijfsbelastingen ter waarde van 1 miljard euro te schrappen op gemeentelijk niveau. De voordelen van de administratieve vereenvoudiging moeten ook daar naar boven kunnen komen. We willen ons niet richten op de ambtenaar: die doet zijn taak. Het is vooral de wetgever, in dit geval het Vlaams Parlement en de Vlaamse Regering, die decreten maakt die moeten worden opgevolgd en uitgevoerd. Wat die specifieke taken betreft, verwachten we van de Vlaamse Regering dat ze initiatieven neemt. Ik verheug me al op de evaluatie die in het najaar zal plaatsvinden. Ik hoop dat die zal aantonen wat u zegt en dat ze zal bewijzen dat we effectief bezig zijn met de afbouw van het ambtenarenapparaat in Vlaanderen.
Het incident is gesloten.