Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de daling van de buitenlandse investeringen in Vlaanderen
Verslag
De heer Sabbe heeft het woord.
Minister-president, na uw reis naar China zei u dat u een tevreden man bent. U stelde vast: De snelheid waarmee hier alles gebeurt en de traagheid waarmee wij in België en ook in Vlaanderen worden geconfronteerd, is ongelooflijk. Als klap op de vuurpijl zei u ook nog: Ze bouwen hier twee Lange Wappers per jaar. Wij doen er al 15 jaar over en er is nog altijd noch brug noch tunnel. Het is toch bedroevend dat dit uit de mond komt van de eerste burger van Vlaanderen. (Opmerkingen van de heer Carl Decaluwe)
De technisch eerste burger van Vlaanderen is de voorzitter, de actieve eerste burger van Vlaanderen wordt verondersteld de minister-president te zijn.
Mijnheer Sabbe, ik vraag het woord voor een persoonlijk feit. (Gelach)
Alle gekheid op een stokje, ik vind het bedroevend, minister-president, dat dit uit uw mond komt. Hiermee werpt u een geest van moedeloosheid over heel Vlaanderen en over alle ondernemers, kmoers, zelfstandigen, vrije beroepen en iedereen die actief wil worden en die werkelijk iets wil ondernemen en werk wil maken van een beter Vlaanderen. Denk maar aan wat Vlaanderen in Actie allemaal op het oog heeft.
Ik ben voor één zaak wel blij: deze handelsmissie heeft u blijkbaar doen inzien wat ik al samen met mijn partij in alle commissies voor Werk en Economie heb geprobeerd duidelijk te maken: dat er in Vlaanderen
Mijnheer Sabbe, wij hebben de afgelopen twee dagen een hele briefwisseling gevoerd over de vragen die u ging stellen. Uw vraag gaat over het aantal buitenlandse investeringen in Vlaanderen en Wallonië. U bent nu een uiteenzetting aan het geven die de vraag doorkruist die de heer Sven Gatz heeft ingediend. Ik stel voor dat u nu de vraag stelt die u hebt ingediend. U hebt vier verschillende vragen ingediend. Ik kan begrijpen dat u ze op den duur niet meer uit elkaar kunt houden. Maar u moet de eerlijkheid opbrengen om de vraag te stellen die u hebt ingediend.
Voorzitter, ik kom tot het thema.
Dan hebt u wel een lange inleiding gehouden.
Als u systematisch al mijn vragen afkeurt, waardoor ik twee of drie verschillende vragen moet indienen
Mijnheer Sabbe, dat is niet sportief van u. Ik heb daarover in alle openheid met u gecommuniceerd. Nu probeert u mij als voorzitter voor de cameras neer te sabelen. Daar zal ik volgende keer mijn conclusies uit trekken. Dat is geen probleem. U hebt nu een vraag te stellen over het aantal investeringen in België, en over het verschil wat dat betreft tussen Vlaanderen en Wallonië.
Voorzitter, u moet toch zorgen dat u met uw houding niet
U hebt twee minuten. U kunt nu beginnen.
Voorzitter, mijn slotbemerking hierover is dat u toch moet oppassen dat u er met uw attitude niet voor zorgt dat de democratische werking van Vlaanderen in het gedrang komt. U vastpinnen op minuten en op dergelijke zaken, vind ik
Dat bepaalt het reglement en dat werd goedgekeurd door het Vlaams Parlement!
Dan moet dat dringend veranderd worden, en wij zijn niet de meerderheid.
Ik kom tot de kern van de zaak. Ernst & Young en ook de IBM-studie tonen aan dat de buitenlandse bedrijven slechts 182 nieuwe investeringsprojecten hebben aangekondigd in België en, wat veel erger is, dat het aantal investeringsprojecten in Vlaanderen gedaald is van 112 investeringsprojecten in 2008 naar 78 in 2009.
Dat is dus een daling, achtbare collegas, minister-president, met meer dan 30 percent. Wallonië, dat eigenlijk als het zwarte schaap wordt beschouwd in Vlaanderen als het gaat over we doen het beter en we zijn sterker, doet het beter. Wallonië doet het wezenlijk beter en stijgt van 48 naar 67 projecten, een stijging met 40 percent, waardoor het Belgische gemiddelde eigenlijk min of meer op peil blijft.
Als we dan kijken naar het aantal banen en we hebben het hier dikwijls over de tewerkstelling dan stellen we in Vlaanderen vast dat we terugvallen van 4419 banen die gecreëerd werden door deze projecten in 2008, op 2833 banen in 2009, een terugval op het vlak van de tewerkstelling met 35 percent.
Ik kom tot de vraag. Ik heb nochtans nog wat tijd, maar ik zal kort zijn wegens het voorgaande. Hoe verklaart u deze achteruitgang van de buitenlandse investeringen in Vlaanderen, die toch heel duidelijk en heel sterk is? We kennen bovendien, daaraan gekoppeld, de cijfers over de openstaande vacatures en ook over de werkloosheidsgraad die er is in Vlaanderen.
De heer Deckmyn heeft het woord.
Voorzitter, ik zal proberen om de vraag te stellen die ik heb ingediend.
Collegas, het is zo dat consultingbureau Ernst & Young gisteren een jaarlijkse barometer van de Belgische activiteit naar voren heeft gebracht. Dat resulteerde onmiddellijk in krantenkoppen zoals België houdt goed stand in aantrekken investeringen en Ons land klimt in Europa naar de zesde plaats.
Minister-president, goed nieuws zou men zo op het eerste gezicht denken, maar dan zou ik hier niet staan natuurlijk. Ik sta hier om u erop te wijzen dat deze betere prestaties uitsluitend te danken zijn aan Wallonië. De krant De Standaard kopt zelfs nog kernachtiger: Wallonië haalt Vlaanderen in, buitenlandse investeerders vallen voor de Waalse ruimte en subsidies.
Hoe is het zo ver kunnen komen? Voka probeert daar vandaag al een antwoord op te geven en stelt in een persmededeling heel duidelijk dat er een veel te traag vergunningenbeleid is in Vlaanderen. Aan de andere kant zijn er mensen die poneren dat buitenlandse investeerders nogal gecharmeerd zijn door het feit dat Wallonië nogal ruime uitbreidingsmogelijkheden heeft en er heel wat subsidies beschikbaar zijn aldaar. We kunnen ons afvragen waar wij dan staan als Vlaanderen.
Ik zal al een voorzet geven. We hebben hier in de plenaire vergadering, een goeie 3 maanden geleden, als resultaat van de commissie Versnelling, de resolutie Sneller door beter goedgekeurd met daarin aanbevelingen aangaande de versnelling van maatschappelijk belangrijke investeringsprojecten. Het zijn ongeveer 76 aanbevelingen.
Minister-president, mijn concrete vraag luidt dan ook: hoe staat u ten opzichte van deze zorgwekkende evolutie in Vlaanderen en, uiteraard daaraan gekoppeld, welke van deze 76 aanbevelingen werden ondertussen door de Vlaamse Regering al concreet in maatregelen omgezet?
Voorzitter, dames en heren, het is zo dat het rapport van Ernst & Young en vorige week was het een rapport van IBM een aantal cijfers duidt voor wat de directe buitenlandse investeringen betreft en ook stelt, wat u zelf hebt onderschreven, mijnheer Deckmyn, dat België het goed doet en van de achtste naar de zesde plaats gaat, maar men onderstreept, zeker in het rapport van Ernst & Young, dat dit binnen België vooral ten goede komt van Wallonië.
Van de 146 projecten zijn er 100 greenfieldprojecten. Dat zijn nieuwe projecten. We moeten ook nagaan waarom Wallonië het zo goed doet. Verder is er ook de vraag of wij geen tandje moeten bijsteken om ervoor te zorgen dat Vlaanderen het de volgende keer nog beter doet. De reden waarom Wallonië vooruit gaat en ik heb daar geen probleem mee , ligt voornamelijk in de greenfieldprojecten. Wallonië heeft nog meer vrije ruimte dan Vlaanderen en beschikt over een aantal bijkomende subsidie-instrumenten vanuit Europa.
Zeer belangrijk voor dit parlement is de vraag hoe het komt dat Vlaanderen niet diezelfde tred houdt. Er is de commissie-Berx en er zijn de resoluties van de heer Sauwens waar hard aan wordt gewerkt. We hebben een politiek comité samengeroepen met een taskforce die alle resoluties en voorstellen aan het concretiseren is. De Vlaamse Regering heeft zelfs al twee besluiten genomen om effectief uitvoering te geven aan zowel de rapporten van de commissie-Berx als de resoluties van de heer Sauwens.
Dit was het eerste element. Daar moet hard aan gewerkt worden. We zijn daar momenteel heel intensief mee bezig. Het moet gedaan zijn met investeerders af te schrikken als gevolg van het feit dat de procedures die men moet doorlopen voor de vergunningen, te lang duren. Dit is een verantwoordelijkheid die wij dragen, mijnheer Penris. Ik zeg u dan ook dat we daarmee bezig zijn.
We moeten investeringen aantrekken. Flanders Investment and Trade (F.I.T.) heeft daar een heel belangrijke opdracht. Ook daar zijn nieuwe bijkomende impulsen gegeven voor investeringstrategieën die in dit parlement al meermaals aan bod zijn gekomen. Naast Frankrijk, Nederland en Duitsland is het heel belangrijk dat we ons als investeringsland focussen op de BRIC-landen (Brazilië, Rusland, India en China). Er was de reis naar China en er staan ook nog andere missies op stapel. Er zijn ook heel wat specifieke acties die gericht zijn op een doelgerichte marketing.
Als men de aanbevelingen van Ernst & Young aan het eind van het rapport overloopt, dan stelt men vast dat er eerst wordt gepleit voor een duidelijke politieke stabiliteit in heel het land. Gelukkig is dat in Vlaanderen het geval. Het is voor buitenlandse investeerders heel belangrijk dat een land politiek stabiel is. Men verwijst ook naar de notionele intrestaftrek, naar de fiscale ruling enzovoort. Er zijn een aantal uitdrukkelijke aanbevelingen die ons aanbelangen zoals onderzoek en ontwikkeling, innovatie, waar we volop mee bezig zijn.
Deze rapporten worden heel serieus genomen. Wij zijn bezorgd over de evolutie van de investeringen. Daarnaast zijn wij volop bezig met de omzetting in besluiten en decreten. Vanuit F.I.T. en andere instellingen wordt volop geïnvesteerd om ondernemingen in Vlaanderen aan te trekken. We hopen dat in het volgende rapport in 2011 sprake zal zijn van een kentering en dat de dynamiek uit het verleden opnieuw kan worden opgenomen.
De heer Sabbe heeft het woord.
Minister-president, als we spreken over vereenvoudigingen, moeten we wel vereenvoudigingen voor ogen hebben voor elke burger. Daar kan geen twijfel over bestaan. Het gaat niet over het vereenvoudigen van de procedurele weg voor bouwaanvragen en andere aanvragen, enkel voor grote maatschappelijke projecten. Dat moet ook duidelijk zijn voor elke burger. In Wallonië hebben we al de permis unique. We kunnen ons daaraan spiegelen.
U stelt de zaken iets te optimistisch voor. In Nederland en Duitsland is een toename van 27 percent van de buitenlandse investeringen.
Wat het geval van Wallonië betreft, kan men nog altijd wijzen op het marshallplan en de vele subsidies, maar in buurlanden als Duitsland en Nederland is er een stijging met 27 percent. Mijn vraag is dus des te meer welke concrete maatregelen kunnen worden genomen voor de flexibiliteit op de arbeidsmarkt, waarover we het al vaak hebben gehad, voor de stabiliteit van het sociaal klimaat, de belastingdruk, de loonkosten, de administratieve lasten. Ter zake moet Vlaanderen concreet zijn steentje bijdragen, naast datgene dat de federale overheid zeker moet doen. Ik heb een aanzet gegeven. Ik stel voor dat die 45 lokale, gemeentelijke bedrijfsbelastingen, ten belope van 1 miljard euro, zouden worden afgeschaft. Daarin moet Vlaanderen zijn energie stoppen, om zo ademruimte te creëren voor ondernemend Vlaanderen. Kunnen we ter zake nog concrete maatregelen van u verwachten?
Minister-president, u herhaalt enigszins de krantenkop die stelt dat België het al bij al goed doet. U moet duidelijk zijn ter zake, en ook nuanceren. Zoals u weet, stijgen we niet van de achtste naar de zesde plaats omdat we het zo goed doen, maar omdat de andere landen het eigenlijk nog slechter doen dan wij. Die kanttekening moet u er toch bij plaatsen.
U zegt dat er hard wordt gewerkt. Er zijn al twee besluiten. Goed, dat is al positief, maar dat werk moet wat mij betreft versneld worden voortgezet. De conclusie van die barometer is duidelijk: Vlaanderen boert sterker dan ooit achteruit. Ernst & Young pleit voor politieke stabiliteit. Dat zegt u zelf ook. U beweert dat die er is. Ik beweer dat die er niet is. Dat is onder meer te wijten aan het feit dat Vlaanderen nog niet over de nodige eigen fiscale en economische hefbomen beschikt om een goed economisch beleid te kunnen voeren. De heer Van Malderen zal blij zijn dat ik dat opnieuw herhaal. Ook dat zorgt voor de destabilisering van een performant economisch beleid in Vlaanderen. Dat mag ook eens worden gezegd.
De heer Diependaele heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, ik ben het er volledig mee eens dat we alleen maar kunnen toejuichen dat het in Wallonië zo goed gaat. Het is ook in het voordeel van Vlaanderen dat Wallonië eindelijk tekenen vertoont dat het uit het dal klimt. Daar kunnen we alleen maar mee van profiteren. De kanttekening die we daarbij moeten maken en die u zelf al hebt gemaakt, is dat het alleszins voor een deel over een subsidiebeleid gaat. Het duurzaam verankeren van die investeringen zal nog iets anders zijn.
Nu, dat maakt onze rekening niet. Wij moeten inderdaad bekijken waar het in Vlaanderen fout loopt. U hebt al gewezen op diverse punten waarop de regering handelt en iets onderneemt. Dat gaat goed, maar er zijn nog heel wat instrumenten die we niet in handen hebben. Het is voor buitenlandse investeerders ook van belang dat ze duidelijkheid hebben, dat ze een eenvoudig investeringsklimaat hebben, dat ze maar met één overheid contact moeten opnemen om alle informatie en vergunningen te kunnen krijgen. We hebben dringend nood aan de overheveling van een paar van die sociaal-economische hefbomen naar de deelstaten. Dan heb ik het over de vennootschapsbelastingen, het arbeidsmarktbeleid, de lasten op arbeid en dergelijke meer. Ik noem er maar enkele. Daar moeten we dringend werk van maken, maar misschien gebeurt dat de komende maanden wel.
De heer Watteeuw heeft het woord.
Minister-president, wat u zegt, is natuurlijk mooi, maar het probleem is niet nieuw. Al sinds 2005 boeren we achteruit op het vlak van buitenlandse investeringen. In 2005 waren er nog meer dan 100 buitenlandse investeringen. Dat is verontrustend. Het kan ook geen toeval meer zijn. Een studie van IBM concludeert dat Wallonië een betere marketing heeft. Blijkbaar heeft het een betere marketing, ondanks alle reizen naar Shanghai en dergelijke meer. De Walen weten echter vooral duidelijker waar ze heen willen. Dat vind ik belangrijk. Ik concludeer dat het grote project van Logistiek Vlaanderen, Vlaanderen distributieland, niet het project is dat buitenlandse investeringen hierheen haalt.
De wegen zitten vol en dat zal niet worden opgelost door nog meer te investeren in het wegwerken van missing links. Ook het Pact 2020 heeft nog niet kunnen zorgen voor de trendbreuk. We hebben het daarover gehad in de commissie. De nulmeting was niet goed. Er moet iets gebeuren. Ik denk dat er inderdaad een nieuw project moet komen in Vlaanderen, een project van vergroening van de economie, van een groenere productie. Daar moet plaats voor zijn. Laten we nu eindelijk eens afstappen van dat waanzinnige idee van Logistiek Vlaanderen.
De heer Sauwens heeft het woord.
Men kan niet ontkennen dat zowel de vorige als deze regering belangrijke stappen gezet heeft in de goede richting. Ik wil even meegeven dat we met de resolutie met 76 aanbevelingen, die nagenoeg eenparig in maart in het Vlaams Parlement is goedgekeurd, hebben afgesproken dat we via een soort opvolgingsrapportage de hele problematiek zullen opvolgen.
Er zijn een aantal belangrijke zaken die door de regering en de administratie moeten gebeuren. Er zijn ook een aantal zaken die we zelf moeten doen binnen onze vakcommissies als wetgever. Er zijn ook zaken die met de lokale besturen en met het federale niveau overlegd moeten worden want daar liggen knelpunten. Het is goed dat we voor het hele voortraject een aantal buitenlandse voorbeelden beter gaan onderzoeken.
Ondertussen is het debat volop aan de gang. De SERV en de Mobiliteitsraad van Vlaanderen (MORA) hebben een belangrijk rapport voorgelegd. Ik stel voor dat we op korte termijn deze rapporten doornemen en dan via een soort maandelijkse opvolging bekijken op welke terreinen welke vooruitgang is geboekt en op korte termijn kan worden geboekt. Ik ben ervan overtuigd dat we op zeer goede weg zijn op dit ogenblik, en ik steun daarin de minister-president.
Mevrouw Moerman heeft het woord.
Minister-president, ik kom even terug op mijn opmerkingen bij uw beleidsbrief, met name over het geruisloos verdwijnen van de werkgroep voor de bevordering van buitenlandse investeringen waar verschillende diensten dienstoverschrijdend samen zaten met twee doelstellingen: concrete investeringsdoelstellingen faciliteren en op gezette tijden aan de regering structurele moeilijkheden signaleren zodat er beleidsmatig kon worden ingegrepen. Ik vroeg me af of die werkgroep, die toch een belangrijke rol speelde in de voorbereiding en behandeling van investeringsdossiers, nog altijd dood is of ondertussen is herrezen.
De heer Van Malderen heeft het woord.
Minister-president, u hebt terecht geciteerd uit een deel van de studie van Ernst & Young waar wordt gewezen op de institutionele stabiliteit als voorwaarde. Als je de cijfers bekijkt over de afgelopen jaren ik heb ze gemakkelijkheidshalve in een grafiek gezet dan zie je duidelijk dat het moeilijk is om te verklaren dat het goed gaat met België. Je ziet heel duidelijk de link met periodes van institutionele instabiliteit in dit land. We blijven op 185 en 174 investeringsdossiers in België zitten in 2006 en 2007. Dat aantal zakt in 2007 naar 142. Als we kijken naar de cijfers van de investeringen in het eerste kwartaal van 2010, dan kun je de prognose maken dat we in 2010 uitkomen op ongeveer 110 investeringen in dit land.
Gegeven wat we gezegd hebben over de positie van Vlaanderen, moet dit ons zeer verontrusten. De genoegzaamheid die al aan de dag is gelegd, zeggende dat het goed gaat met België, is helemaal niet correct. Je ziet heel duidelijk dat de twee regeringen-Leterme hier ongelooflijke kansen hebben laten liggen en dat het institutioneel stabiel kader niet aanwezig was.
Minister-president, we kunnen ons na de verkiezingen binnen 2 weken niet permitteren om nogmaals een herhaling te krijgen van het scenario van 2007. We zitten op niveaus waarbij onze economie dergelijke vallen niet meer aankan. Dat betekent dat we een institutioneel stabiel kader moeten beheren. Het betekent ook dat deze regering zijn beloftes moet nakomen. Ik denk in het bijzonder aan de staten-generaal van de industrie die eraan komt. Ik verwijs ook naar het regeerakkoord waarin staat dat u een onderzoek zou doen naar het aanwenden van private spaarmiddelen om de investeringen in dit land en in onze regio aan te zwengelen. Ik zou daar graag de stand van zaken over kennen.
Mijnheer Diependaele, in de conclusies van Ernst & Young staan heel belangrijke aanbevelingen zoals de verlaging van de vennootschapsbelasting. Wanneer we in Vlaanderen met die bevoegdheden een beleid zouden kunnen voeren, zouden we dat krachtdadiger en coherenter kunnen doen. We kunnen alleen maar hopen dat een staatshervorming die in de verkiezingscampagne door alle partijen wordt aangekondigd, zo snel mogelijk wordt omgezet in daden zodat we die bevoegdheid hebben. Ik ben het wat dat betreft volledig met u eens.
Mijnheer Watteeuw, ik zal u een heel concreet voorbeeld geven, zonder namen te noemen, van een dossier dat mij deze week ter ore is gekomen. Iemand wilde 40 miljoen euro investeren en vond het van essentieel belang om daarbij drie windmolens te plaatsen. Die windmolens waren echter een probleem, omdat er op jaarbasis 50 vogels het leven bij zouden kunnen inschieten. Dat is een heel concreet dossier van iemand die 40 miljoen euro wil investeren in een supermoderne, duurzame fabriek, maar waarbij het verkrijgen van een vergunning voor die windmolens problematisch is. (Opmerkingen van mevrouw Mieke Vogels en van de heer Filip Watteeuw)
Ik ga ervan uit, mijnheer Watteeuw, dat u straks zult zeggen dat u die drie windmolens onverkort steunt. Dat is dan toch al een stap in de goede richting.
U hebt gelijk, mevrouw Vogels. We zullen de vergunningsaanvraag met de nodige deskundigheid bekijken en afleveren. Maar ik geef u maar een voorbeeld van de situatie waarin we terecht zijn gekomen: om 50 vogels te sparen wordt een investering van 40 miljoen on hold gezet en kan die investering mogelijk niet doorgaan. En dat is geen eenmalig dossier. (Applaus bij CD&V en de N-VA/Opmerkingen van de heer Filip Watteeuw)
U noemt dat totaal belachelijk, maar ik kan u verzekeren dat de investeerder zegt: als het hier niet is, zal het in de Verenigde Staten zijn, tant pis, maar ik voer die investering uit. Ik kan u verzekeren dat ik alles zal doen om die investering hier in Vlaanderen mogelijk te maken, met uw steun. (Applaus bij CD&V en de N-VA/Opmerkingen van mevrouw Mieke Vogels)
Mevrouw Moerman, u hebt vroeger ook al gevraagd naar die werkgroep. Als kandidaat-investeerders zich tot Vlaanderen richten, is het belangrijk dat wij met één stem spreken en dat zij niet met de gemeenten, de provincie, Vlaanderen en het federale niveau moeten gaan spreken. Wij hebben in belangrijke dossiers ik verwijs naar het dossier-Ford gezegd dat wij alle contacten op ons nemen en dat wij ervoor zullen zorgen dat de federale overheid erbij betrokken wordt en dergelijke meer. U vraagt om één aanspreekpunt. Dat wordt dossier per dossier toegepast. Dat is het resultaat van wat u enkele jaren geleden zelf in het leven hebt geroepen.
We zijn ook volop aan het bekijken hoe we met een aantal insteken vanuit de buitenwereld sneller kunnen inpikken op bepaalde trends, bepaalde accenten kunnen leggen en dergelijke meer. Uw vraag is zeer actueel, omdat ik dat volop aan het bekijken ben, zij het via, zoals u het noemt, de verrijzenis van de werkgroep, zij het in een andere formule. Ik deel uw bezorgdheid ten gronde. Het is heel belangrijk om voldoende voeling te hebben met de markten en alles wat op internationaal vlak gebeurt, om het beleid zeer snel bij te sturen.
Mijnheer Sauwens, u hebt gelijk dat niet alleen dit parlement dat opvolgt. Ik heb daarstraks verwezen naar twee besluiten die de Vlaamse Regering al heeft genomen. Ten eerste het besluit van 19 maart omtrent de projectvergaderingen waarin men voor belangrijke projecten kan vragen dat alle administraties rond de tafel gaan zitten om zich uit te spreken over investeringsplannen. Ten tweede is er het besluit, dat in de vorige legislatuur door de heer Van Mechelen is geïnitieerd, omtrent stedenbouwkundige meldingen en vrijstelling van vergunning. Dat zijn allemaal initiatieven die zijn genomen in uitvoering van de resoluties en van het rapport-Berx.
Mijnheer Van Malderen, het is voor investeerders sowieso belangrijk dat men rechtszekerheid heeft. Er kan geen enkele zware investering gebeuren in Vlaanderen als men denkt dat er instabiliteit is, zowel op het vlak van vergunningen als wat betreft het politieke kader. Ernst & Young wijst er terecht op dat die stabiliteit, die aanwezig is op Vlaams niveau, ook belangrijk is op federaal niveau. Zolang de staatshervorming niet gerealiseerd is, zitten belangrijke themata immers op dat federale niveau.
Sommige themas zijn heel gevoelig: de notionele intrestaftrek, de vennootschapsbelasting enzovoort. Als investeerders niet weten dat dit belangrijke kader voor een langere termijn vastligt, dan gaan ze mogelijk elders hun investeringen doen.
Voorzitter, we moeten zeer snel handelen en daarover gaat de heer Gatz straks nog een vraag stellen. Als wij investeerders willen aantrekken, dan zullen wij en voor alle duidelijkheid: de verantwoordelijkheid ligt bij mij en bij de Vlaamse Regering de snelheid moeten opvoeren. Ik hoop dat dit Vlaams Parlement met de resoluties van de commissie-Sauwens in de hand, ons daar alleen maar bij kan helpen.
Voorzitter, minister-president, ik ben zeer blij dat de heer Van Malderen het met mij eens is, want dat gebeurt niet vaak. Uw goednieuwsshow is eigenlijk niet van toepassing omdat de daling zo aanzienlijk is dat niemand er naast kan kijken.
Ik vrees dat Vlaanderen in Actie een stuk gebakken lucht is en dat het tot op vandaag, behalve wat reclamespotjes, heel weinig en heel concreet niets gebracht heeft. Vlaanderen lijdt aan acute regulitis, en dan kan collega Sauwens zeggen dat er goed werk geleverd is en dat er resoluties goedgekeurd zijn en ik onderschrijf die ook , maar we moeten sneller handelen.
Minister-president, u hebt de naam de Vlaamse George Clooney te zijn ik gun u dat , maar u moet uw Bruce Willisgehalte verhogen. U moet tot de actie overgaan. Vlaanderen verwacht dat van ons, verwacht dat we niet bij de pakken blijven zitten.
Mijnheer Diependaele, als u dergelijke zaken zegt, dan moet ik daarop reageren. Was het niet uw voorzitter die zei dat hij buiten de lijntjes ging kleuren? De N-VA slaagt er zelfs niet in om binnen de lijntjes te kleuren. Vooraleer we spreken over het overhevelen van bevoegdheden, laat ons er eerst voor zorgen dat u en het hele parlement ons steunt om de Vlaamse bevoegdheden ten volle te gebruiken. Dat is wat we moeten doen. Dat is wat Vlaanderen aan ons als politici en verantwoordelijken vraagt te doen. (Applaus bij LDD)
Voorzitter, ook ik ben een beetje aangenaam verrast door het feit dat de heer Van Malderen aan de hand van een grafiekje bevestigt wat ik aan de minister-president heb gezegd. Met België gaat het niet goed. We doen het alleen wat minder slecht dan de buurlanden. Dat is een groot verschil.
Voor de rest was ik minder verrast door het antwoord van de heer Diependaele, die uiteraard hetzelfde zegt wat ik ook gezegd heb, namelijk dat we moeten gaan naar een splitsing van de vennootschapsbelasting en dat het arbeidsmarktbeleid naar Vlaanderen moet komen. De splitsing van de fiscale en economische bevoegdheden is zeer belangrijk. Er is echter één essentieel verschil: uw partij zit in de regering, de mijne niet. Doe er dus wat aan. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Het incident is gesloten.