Verslag plenaire vergadering
Verslag
Het antwoord wordt gegeven door minister Lieten.
De heer Van Der Taelen heeft het woord.
Ik zal niemand hier moeten overtuigen van het belang van China. Iedereen weet dat China waarschijnlijk de belangrijkste economische macht van deze wereld aan het worden is. Ik vind het dan ook heel belangrijk dat het Vlaamse Gewest overal aanwezig is waar het licht brandt of waar het de volgende jaren nog feller zal gaan branden.
Vorige week hebben we hier gehoord dat Vlaanderen helaas niet aanwezig kon zijn op een handelsmissie naar Brazilië. Dat was echter niet het belangrijkste, wist de minister-president toen te zeggen, omdat er andere contacten zijn, die heel intens verlopen.
Wat China betreft, lijkt dat minder het geval te zijn. Er was immers een op zijn minst gezegd en met alle respect, heel imposante Vlaamse delegatie aanwezig van een groot aantal ministers. Ik vind dat een beetje vreemd. Men zou de verkeerde indruk kunnen wekken dat dat iets te maken heeft met de komende verkiezingen. U weet hoe dat gaat. Als men daar dan naartoe gaat, wordt men vergezeld van een tv-ploeg. Het is toch altijd meegenomen wanneer men daar in zijn eigen kleine land mee op televisie komt.
Minister, ik heb gehoord dat er een kandidatuur is van een Belgische stad om de wereldtentoonstelling te organiseren in 2017. Ik wil u vooral waarschuwen voor de logistieke problemen die zouden kunnen ontstaan indien relatief gezien evenveel Chinese ministers naar België zouden komen. Dat zouden er duizend zijn. Small is beautiful, ik weet het. We moeten ons overal laten zien. Er zijn veel Chinezen. Het is dan ook belangrijk dat we met voldoende zijn om onze zaak te verdedigen. Wanneer de Chinezen die redenering echter zouden doordrijven, dan staan zij hier met duizend. Mijn vraag is dan ook of er een soort regeling bestaat waarbij geen andere motieven in het spel kunnen zijn dan rationele motieven, met name het verdedigen van de economische belangen, de belangen op het vlak van cultuur of zorg. Of doet iedereen zomaar een beetje om het even wat?
Minister Lieten heeft het woord.
Ik ben een beetje van mijn melk omdat u veronderstelt dat er andere motieven zouden bestaan dan louter rationele motieven om zon buitenlandse missie te ondernemen. In het licht van het debat dat we vorige week hebben gevoerd, wil ik verduidelijken hoe het eraan toe gaat op de Wereldtentoonstelling in Shanghai.
De afspraken van de Vlaamse Regering voor alle buitenlandse missies zijn dezelfde. Zij worden op voorhand gemeld aan de Vlaamse Regering, met een uitleg over de relevantie en de wijze waarop zij worden georganiseerd. Nadien wordt er ook verslag uitgebracht aan de Vlaamse Regering en desgewenst ook aan de commissie. Ik heb dat zelf ook gedaan naar aanleiding van de missie die we hebben ondernomen naar Californië.
De aanvragen om naar de tentoonstelling in Shanghai te gaan, dateren van het najaar. Ze kaderen in een duidelijke beleidslijn: ministers proberen om met hun aanwezigheid het beleid voor hun beleidsdomein te ondersteunen. Ik geef u gelijk dat de missie van minister Vandeurzen en mezelf imposant mag worden genoemd.
Ik geef enkele voorbeelden. Naar aanleiding van de Limburgweek in Shanghai hebben we er elk een programma afgewerkt. Ik heb me vooral georiënteerd op een programma van de Limburgse Reconversiemaatschappij. Ik bracht onder meer bedrijfsbezoeken aan een joint venture van Punch Powertrain in Nanjing, waar een nieuwe afdeling is geopend met perspectieven voor tewerkstelling in Sint-Truiden. De investeringen gebeuren immers voor één vierde in China en voor drie vierde in Limburg, wat dus een meerwaarde voor Vlaanderen oplevert. Ik bezocht ook de joint venture van Brouwerij Martens in Suzhou en nam deel aan een seminarie over leveranciers aan en klanten van de automobielsector, wat me toestond om ons innovatiebeleid aan Chinese investeerders uit te leggen.
Minister Vandeurzen richtte zich vooral op de life sciences, gericht op medische innovatie. Op dit ogenblik luistert minister-president Kris Peeters de Vlaanderenweek op. Hij legt belangrijke contacten, onder meer met het management van Geely, dat de hoofdinvesteerder van Volvo Gent is geworden.
Besluitend kan ik zeggen dat die zendingen al lang op voorhand zijn gepland. En zoals minister-president Kris Peeters het hier al enkele weken geleden zei: elke Vlaamse minister blijft doorwerken en zijn functie uitoefenen.
Ik wou gewoon aankaarten dat daaraan rationele overwegingen ten grondslag moeten liggen, en dat het niet kan dat een minister gewoon even zegt dat hij of zij graag naar China zou willen. Er moet goed worden nagedacht of dergelijke reizen wel nut hebben en of het wel nodig is dat de twee Limburgse ministers op hetzelfde ogenblik in China zijn om de Limburgweek te stimuleren. We bevinden ons toch in een periode dat er behoorlijk moet worden bespaard, en daarom had de Vlaamse Regering het goede voorbeeld kunnen geven. Dergelijke reizen zijn een zware ecologische last, en kosten ook veel geld.
Ik lees dat de VRT André Vermeulen zelfs niet meer naar Oslo kan sturen, al kunnen gelukkig toch nog drie beleidsmensen van de VRT naar ginder om hem daar waardig te vervangen al weet ik niet goed wat ze daar gaan doen. Enfin: er moet overal worden bespaard en het zal er niet beter op gaan, en daarom had ik van de Vlaamse Regering toch graag een signaal gehad. Men had kunnen zeggen dat men misschien niet met vijf of zes moet gaan maar dat twee ministers hadden volstaan.
De heer Diependaele heeft het woord.
Voorzitter, minister, collegas, ik sluit me ten dele en slechts ten dele aan bij wat de heer Van Der Taelen zegt. Vorige week hadden we het hier over de missies naar Brazilië. Toen bleek dat er een consensus is om te stellen dat dergelijke missies economisch relevant moeten zijn. Ik denk dat in dit geval de economische relevantie er zeker is. De heer Van Der Taelen wees al op het grote economische belang van China voor de wereldeconomie. Het is natuurlijk wel zo dat hoe meer ministers gaan, de toegevoegde waarde van elke bijkomende minister afneemt. Dat geldt ook voor zendingen van ambtenaren. We moeten daar goed op letten. Er moeten dus duidelijke afspraken worden gemaakt over wie er gaat, zodat er minder kosten worden gemaakt. En nog een kleine aanvulling: vanochtend meldde de pers al dat het gesprek met Geely is afgelopen en slechts een klein succesje was. Maar dat betekent zeker niet dat dergelijke ontmoetingen niet de moeite waard zouden zijn.
De heer Sabbe heeft het woord.
Voorzitter, minister, men moet daar uiteraard efficiënt te werk gaan. Naar aanleiding van de Wereldtentoonstelling heeft men een enquête gedaan. Aan lukraak uitgekozen Chinezen vroeg men in het Engels wie of wat Vlaanderen is. Daaruit is gebleken dat bijna niemand wist waarover het ging. Je moet dus efficiënt meegaan met zon missie. Maar nog veel belangrijker is dat men met minder daarheen moet gaan, en dat men er ondertussen voor moet zorgen dat de omgevingsomstandigheden hier worden gecreëerd, zodat je het doel van je missie hier kunt omzetten. Dat is de grote uitdaging voor u als minister en voor ons als voltallig Vlaams Parlement, en zeker voor de meerderheid: de omgevingsomstandigheden creëren waardoor men zinvol economisch kan werken. Het is niet voor niets dat er een dalend aantal starters is. De omgevingsfactoren zitten niet goed. Dat is voor een groot deel te wijten aan de Vlaamse Regering, die niet de juiste omgevingsfactoren creëert of faciliteert.
Mevrouw Moerman heeft het woord.
Voorzitter, ik erger mij altijd een beetje wanneer men in het kader van discussies over buitenlandse handelsmissies onmiddellijk insinueert dat er andere dan rationele motieven spelen. Het spijt me, mijnheer Van Der Taelen, maar ik ben het daar niet met u eens. Ooit heeft een Waalse minister van Buitenlandse Handel een enquête laten doen naar zijn populariteit. Die daalde iedere keer toen hij op missie ging. Waarom? Omdat de mensen ervan uitgaan dat je gaat spelevaren in het buitenland. Dat is niet zo, maar dat is wel wat het publiek denkt.
Mijnheer Van Der Taelen, we moeten de zaak inderdaad rationeel benaderen. Maar geloof mij, dan zou minister-president Peeters er beter aan hebben gedaan om naar Brazilië te gaan want als je in de voetsporen van de kroonprins meehuppelt, dan kom je ook nog eens in Place Royal of Royalty, en dat is, zoals we weten, een ander publiek dan dat van De Zevende Dag.
Ik pleit dus, als we het hebben over de kosten en de opportuniteit, voor een rationele benadering, niet voor een navelstaarderige of populistische benadering. We moeten kijken naar de return on investment. China is inderdaad groot en zal waarschijnlijk de belangrijkste economie worden. Daarom denk ik dat het van belang is dat we er veel in investeren en blijven investeren.
Collegas, er besluipt mij toch een zekere vorm van schizofrenie als ik het debat van vandaag en dat van vorige week bekijk. Ofwel zijn we te weinig aanwezig ofwel zijn we te veel aanwezig. Ofwel moeten de ministers voortwerken tijdens de campagne en moeten ze zeker niet iets anders doen, ofwel moeten ze de geplande reizen afwerken. Ofwel investeren we samen in het paviljoen in China en maken we er gebruik van, ofwel doen we dat niet.
Als we hier samen hebben beslist om een buitenlands beleid te voeren, en als we hier samen zeggen dat er veel te weinig investeringen zijn, en als we samen zeggen dat China een groeiregio is, dan moeten we onze verantwoordelijkheid nemen. Als die reizen worden voorbereid door de verschillende administraties en de investeringsmaatschappijen en ik maak hier van de gelegenheid gebruik om te zeggen dat dit zeer goed was voorbereid, waardoor wij zeer efficiënte contacten hebben gehad dan kan ik als minister niet zeggen dat ik nu even thuis blijf omdat het campagne is en dat het mij niet goed uitkomt of dat mijnheer Van Der Taelen er misschien een moeilijke vraag over gaat stellen.
Ik heb mijn verantwoordelijkheid als minister genomen. Het is heus geen plezierreisje om naar Shanghai te vliegen en vier dagen later terug te komen. Integendeel. Wij hebben heel veel gesprekken gehad. Niet alleen met de meereizende bedrijfsleiders, want er was ook een delegatie van de Kamer van Koophandel aanwezig, maar ook met Chinese investeerders en onderzoeksinstellingen ter plaatse. We zullen in de toekomst op die manier, rationeel, goed gepland en goed opgevolgd, buitenlandse missies blijven organiseren.
Er is blijkbaar, op enkele afspraken na, geen duidelijk reglement. Het woord is hier door diverse sprekers vaak gebruikt: er moet een zekere rationaliteit kunnen zijn. Niemand stelt het belang van buitenlandse missies ter discussie. Ik ben de laatste om dat te doen. Alleen vind ik dat we toch eens moeten bekijken met hoeveel mensen we daarheen moeten. Zoals de heer Diependaele het zegt: er is niet altijd een toenemende bijgevoegde waarde als er meer ministers ergens heen gaan.
Ik wil nog een slotvraag stellen. Vorige week is ons op een zeer interessante bijeenkomst met de Vlaamse diplomaten gezegd dat de Chinese ambassadeur in Brussel een van de invloedrijkste mensen van het Chinese machtsapparaat is. Ik denk soms dat een bezoek aan de Franklin Rooseveltlaan in Elsene even efficiënt is als een vermoeiende vliegtuigreis naar Shanghai.
Het incident is gesloten.