Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de houding die de Vlaamse toezichthoudende overheid aanneemt ten aanzien van de weigering van verschillende gemeentebesturen uit Halle-Vilvoorde om de federale verkiezingen te organiseren wegens het niet splitsen van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde
Verslag
De heer Van Hauthem heeft het woord.
Minister, de federale minister van Binnenlandse Zaken was nogal gebelgd toen zij vernam dat een aantal gemeentebesturen uit Halle-Vilvoorde besloten hebben om geen medewerking te verlenen aan de organisatie van de federale verkiezingen, omdat zij zich naar eigen zeggen in de onmogelijkheid bevinden om verkiezingen te organiseren die geen enkele grondwettelijke en wettelijke basis hebben.
De federale minister van Binnenlandse Zaken vindt dat een beetje vreemd. Nochtans is dat helemaal niet vreemd. Het zijn trouwens de minister en de federale meerderheid zelf die verantwoordelijk zijn voor het feit dat er in onze regio ongrondwettelijke verkiezingen zijn. Dat moet ze dan toch even voor eigen rekening nemen. Ik geef toe dat men vragen kan stellen bij een bepaald januskopgehalte van bepaalde initiatiefnemers, maar dat geheel terzijde.
De burgemeesters of de gemeentebesturen van die zestien gemeenten gaan dat niet doen. De vraag zal dan zijn: wat nu? Mevrouw Turtelboom zegt dat ze niets kan doen qua toezicht of qua tucht. En dus lijkt het mij nogal wiedes, minister, dat u hier vandaag aan dit Vlaams Parlement, in de traditie die er is, zowel in 2004 als in 2007, toen uw voorganger Marino Keulen zei dat hij absoluut geen sancties zou nemen tegen die burgemeesters omdat zij geen medewerking verleenden aan de organisatie van de verkiezingen, zult zeggen dat ook u dat niet zult doen. Ik neem ook aan dat u ons zult zeggen dat u er nauwgezet op zult toezien dat de gemeentebesturen van de faciliteitengemeenten de taalvereisten inzake het rondsturen van de oproepingsbrieven naleven.
De heer Demesmaeker heeft het woord.
Minister, het was natuurlijk geen verrassing dat heel wat gemeenten in Halle-Vilvoorde zouden beslissen om hun medewerking te weigeren aan de organisatie van deze federale verkiezingen. Het zijn er trouwens meer dan de vorige keer. In de media wordt nu zon beetje het beeld opgehangen van verdeeldheid en van een gebroken front van burgemeesters, maar ik kan u zeggen dat de politieke eensgezindheid over de eis om Brussel-Halle-Vilvoorde te splitsen om te beginnen unaniem is, over alle partijgrenzen heen, en dat de aanbeveling om te weigeren deze verkiezingen lokaal te organiseren, met een grote meerderheid is genomen.
Natuurlijk zingt elk vogeltje voor de rest zoals het gebekt is en geeft iedereen het signaal dat hij wil en kan geven of dat lokaal haalbaar is. Sommigen beperken zich tot het niet plaatsen van aanplakborden op het openbare domein, anderen stappen mee in een nieuwe gerechtelijke procedure bij de rechtbank van eerste aanleg, nog een aantal anderen zullen weigeren om een aantal administratieve handelingen te stellen. Eigenlijk doen ze niets anders dan wat zand in de verkiezingsmachine te strooien, zonder dat die machine daardoor zal worden gestopt.
Ik was dan ook verwonderd door de bijzonder scherpe toon van de federale minister van Binnenlandse Zaken, Annemie Turtelboom, die inderdaad het niveau vertegenwoordigt dat verantwoordelijk is voor het B-H-V-debacle, maar dan wel de lokale besturen in de hoek zet als stoute schoolkinderen en met alle zonden van Israël belaadt. Dat is eigenlijk de wereld op zijn kop. Minister, haar uitlating staat in groot contrast met haar partijgenoot en uw voorganger, de heer Keulen, die bij vorige acties en gelijkaardige vragen altijd heel veel begrip heeft getoond voor acties van de colleges. Hij heeft ook altijd gezegd dat hij geen tuchtsancties zou nemen.
Minister, heel wat colleges in Halle-Vilvoorde kijken uit naar het signaal dat u vandaag zult geven. De federale minister van Binnenlandse Zaken organiseert dan wel de verkiezingen, maar u bent de voogdijminister. Onze minister, dat is de Vlaamse minister. Plaatst u zich op de lijn van uw voorganger, Marino Keulen, en zult u ook geen tuchtsancties treffen tegenover de betrokken gemeentebesturen?
Minister Bourgeois heeft het woord.
Voorzitter, geachte leden, zoals gezegd is de organisatie van de verkiezingen van 13 juni een zaak van de federale overheid. Deze kwestie is dus een zaak van de burgemeesters en de federale minister van Binnenlandse Zaken, minister Turtelboom. Zelf ben ik niet van plan om sancties uit te vaardigen tegen die burgemeesters, om twee redenen. Ten eerste geef ik daarmee, net als mijn voorganger trouwens, uitvoering aan een resolutie van dit Vlaams Parlement, dat daartoe in 2004 heeft opgeroepen. Ten tweede beroepen de burgemeesters zich op het arrest van het Grondwettelijk Hof van 2003, waarbij die instantie heeft gezegd dat de kiesinrichting en -indeling in Brabant ongrondwettig is. Het hof heeft 4 jaar de tijd gegeven om tot een grondwettige regeling te komen. Die is er alsnog niet. Ik kan dus alle begrip opbrengen voor die burgemeesters die zeggen dat het voor hen moreel onmogelijk is om mee te werken aan deze verkiezingen.
Mijnheer Van Hauthem, vanzelfsprekend heb ik de gouverneur de opdracht gegeven nauwlettend toezicht uit te oefenen op de toepassing van zowel de omzendbrief-Martens-Peeters als de omzendbrief-Bourgeois, die vorige week is verstuurd, in verband met de taalcodes.
Voorzitter, het antwoord verbaast me niet. Het verheugt me ook niet. Het omgekeerde zou me wel hebben verbaasd. Het is misschien veel te laat, maar eindelijk geeft deze Vlaamse Regering een signaal ter zake. Sinds 2004 hebben het vorige Vlaams Parlement en dit Vlaams Parlement op geen enkel ogenblik willen wegen op de besluitvorming met betrekking tot BHV, terwijl alle andere parlementen aan de overkant van de taalgrens wel werden ingeschakeld in belangenconflicten. De vorige en deze Vlaamse Regering hebben niet willen wegen op de besluitvorming met betrekking tot BHV. Dat is jammer. Nu krijgen we tenminste een signaal dat de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur geen tuchtsancties zal nemen ten aanzien van de gemeentebesturen, die inderdaad in de onmogelijkheid zijn om op een grondwettelijke manier verkiezingen te organiseren. Het zou er nog maar aan ontbroken hebben.
Minister, ik dank u voor het signaal. Dat zal u zeker ten zeerste in dank worden afgenomen in de regio die op de eerste plaats betrokken is, in die gemeenten in Halle-Vilvoorde. Daarnaast beseffen we in Halle-Vilvoorde meer dan wie ook dat BHV meer is dan een symbooldossier, en overheersen natuurlijk nog altijd de misnoegdheid, het ongenoegen en de bitterheid omdat Brussel-Halle-Vilvoorde nog niet is gesplitst. Eigenlijk hadden we deze acties liever niet meer moeten doen, maar we bevinden ons nu in het surrealistische scenario dat we worden geconfronteerd met ongrondwettige verkiezingen. Elk beschaafd land is in staat om op een ordentelijke manier verkiezingen te organiseren, dit land dus niet. Ceci nest pas un pays.
De heer Segers heeft het woord.
Voorzitter, eerst en vooral wil ik de beide vraagstellers en de minister bedanken voor het correcte taalgebruik. De jongste tijd kunnen we in de pers en bij sommige politici immers vaststellen dat ze meerdere zaken op één hoop gooien. Het gaat niet over een boycot. Het gaat over de morele onmogelijkheid om die verkiezingen te organiseren. Dat lijkt me toch belangrijk als we de persberichten, onder meer die van de minister van Binnenlandse Zaken, lezen. Er ligt hier eentje vóór mij.
Om te beginnen roepen de burgemeesters zeker en vast hun inwoners niet op om niet te stemmen. Dat is al een belangrijke reden om het woord boycot niet te gebruiken, laat staan dat ze het gebruik van gebouwen niet zouden toelaten of onmogelijk maken. Of die mensen dan op een lijst mogen staan? Het lijkt het me zeker mogelijk dat ze zich, los van hun burgemeesterschap, als persoon, kandidaat stellen voor verkiezingen. We mogen niet vergeten dat die mensen zich na deze verkiezingen opnieuw met datzelfde BHV-dossier moeten bezighouden. Het is dan ook logisch dat ze zich kandidaat mogen stellen op een lijst. Ik wou dat toch even kwijt, omdat de wijze waarop dit de jongste tijd in de pers verschijnt me verbaast.
De heer Bouckaert heeft het woord.
Voorzitter, ik wil nog een complementaire opmerking maken. Hoewel mijn staatsrechtelijke collega Vande Lanotte het tegendeel beweert, zijn de verkiezingen die binnen een paar weken plaatsvinden ongrondwettelijk. Professor Vande Lanotte probeert deze ongrondwettelijke verkiezingen op basis van een academische leugen goed te praten. Hij wil het regime legitimeren waaraan hij later wil participeren.
Indien de verkiezingen ongrondwettelijk zijn, zal het federaal parlement dat binnenkort bij elkaar zal komen zich in de positie bevinden van het voorlopig bewind dat in augustus 1830, na de rellen in het park tegenover dit gebouw, tot stand is gekomen.
Ten opzichte van ongrondwettelijke situaties heeft iedere burger het recht in eer en geweten uit te maken of hij al dan niet aan het regime wil meewerken. De burger heeft dan het weerstandsrecht dat hij heeft wanneer de Grondwet niet wordt geraadpleegd. Dat is in Europa de aloude constitutionele traditie.
Het zou dan ook absoluut onrechtmatig zijn de burgemeesters aan om het even welke strafrechtelijke, administratieve of tuchtsanctie te onderwerpen. Ik dring erop aan dat de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaams Parlement, dat vanaf juni 2010 het enige grondwettelijke orgaan in dit territorium zal zijn, deze burgemeesters in bescherming nemen en hen de verdiende juridische bijstand verlenen. (Applaus bij LDD en Vlaams Belang)
De heer Van Der Taelen heeft het woord.
Voorzitter, het woord surrealisme is hier al gevallen. Hoe verder iemand boven de Vlaamse microkosmos uitstijgt, hoe meer hij door bepaalde merkwaardige zaken wordt getroffen.
Ik vind het merkwaardig dat de newspeak hier is doorgedrongen. Het betreft hier geen boycot, maar een morele onmogelijkheid de verkiezingen te organiseren. Dat is een totaal nieuw begrip.
Bepaalde mensen vinden de verkiezingen ongrondwettelijk. Ze roepen de kiezers niet op om niet te gaan stemmen. Ze organiseren echter ook geen verkiezingen. Dat is in mijn ogen min of meer hetzelfde. Bovendien zijn ze kandidaat. Dat lijkt me raar. Ik zou me niet graag laten verkiezen in een parlement waarvan ik op voorhand heb verklaard dat het ongrondwettelijk zal zijn. Ik ben dan ook zeer benieuwd of de burgemeesters, indien ze worden verkozen, de eed zullen afleggen. Ik hoop dat ze dit niet zullen doen. Ze moeten consequent zijn.
Iedereen weet dat ik de gewoonte heb me te bekommeren om het imago van ons gewest in de buitenlandse media. Die begrijpen hier zo mogelijk nog minder van. In de Rand zijn drie burgemeesters niet benoemd. Ik kan iedereen geruststellen: ik ben het volledig met de niet-benoeming eens. Die drie coryfeeën van het FDF roepen bij mij niets dan minachting op. De Vlaamse minister weigert terecht die mensen te benoemen. Ze hebben immers een foute beslissing genomen. Ze hebben de verkeerde oproepingsbrieven voor de verkiezingen verstuurd. Ze hebben een fout gemaakt in de uitvoering van de taken die hen zijn opgelegd, en om die reden worden ze terecht niet benoemd. Daarnaast hebben een aantal burgemeesters in de Rand openlijk verklaard zich niet eens van hun belangrijkste taken, de organisatie van verkiezingen, te zullen kwijten.
Ik raadpleeg elke ochtend de buitenlandse media. Het is duidelijk wat daar wordt geschreven. Vlaanderen is het gewest met twee maten en twee gewichten. De vraag is hoe we daar weer uitkomen. In dit halfrond kunnen we hard applaudisseren. We komen hier echter niet mee weg. Er mogen in een land geen twee maten en twee gewichten zijn.
De heer Gatz heeft het woord.
Voorzitter, we nemen akte van het tuchtrechtelijk aspect van het antwoord van de minister. Tegelijkertijd willen we benadrukken dat de verkiezingen wel degelijk kunnen plaatsvinden. Mensen moeten gebruik kunnen maken van hun democratisch recht te mogen en te kunnen gaan stemmen. Daarom is het een goede zaak dat de provinciegouverneur, in samenwerking met de federale minister van Binnenlandse Zaken, de verkiezingen zal organiseren.
Het is een minder goede zaak dat bepaalde burgemeesters zelf op verkiesbare plaatsen staan. Dat heeft niets met de minister te maken. Die burgemeesters doen volop mee aan de verkiezingen die ze weigeren te organiseren. Voor een dergelijke beginselvastheid buig ik diep het hoofd.
Mevrouw De Vits heeft het woord.
Ik zou graag willen weten wie in dit land beslist over de wettelijkheid van iets. Als een individuele burgemeester zomaar kan beslissen dat iets niet wettelijk is, is het ver gekomen. Ik meen dat burgemeesters er zijn om beslissingen uit te voeren. Het gaat om dezelfde burgemeesters die de informele contacten leggen met privéverkavelaars om Franstaligen te weren uit de gemeenten en morgen is het misschien iemand anders die zal worden geweerd. (Rumoer bij het Vlaams Belang)
Ik vind dit onwettelijke zaken waartegen niet opgetreden wordt. Het is een schijnheilige bedoening waarbij ondertussen de gemeentelijke ambtenaren belast worden met het voorbereiden van de verkiezingen met de gouverneur en waarbij men zich kandidaat stelt voor onwettelijke verkiezingen. Ik hoop dat ze dit achteraf in het parlement niet valideren en dat ze consequent zijn met zichzelf.
Ik zou ook graag willen weten of het logisch is dat juridische procedures die aangespannen zullen worden en die acties zijn van een politieke partij, van CD&V-burgemeesters, betaald worden door de bevolking van een gemeente via het belastingsysteem. Volgens mij moeten dergelijke procedures dan maar ten laste genomen worden van de partij die dit organiseert. (Applaus bij sp.a en Groen!)
Wel, er werden een aantal beschouwingen geformuleerd waar ik niet op inga. Ik ga nog in op de vragen die mijn bevoegdheid betreffen.
Mijnheer Gatz, ik heb het gezegd, de organisatie is een federale aangelegenheid. De federale minister van Binnenlandse Zaken heeft een beroep gedaan op de gouverneur, en die zal ervoor instaan dat de verkiezingen plaatsvinden. De gouverneur houdt mij daar heel nauwgezet van op de hoogte, dus op dit vlak hoeft niemand zich zorgen te maken.
Wat het imago betreft, mijnheer Van Der Taelen en mevrouw De Vits, stel ik me de vraag wat het imago meer raakt: hier deze maatregel aankondigen of een arrest van het Grondwettelijk Hof dat 7 jaar na datum nog altijd geen gevolg gekregen heeft op federaal vlak. (Applaus bij CD&V, het Vlaams Belang, de N-VA en LDD)
Dat laatste is de oorzaak en men mag oorzaak en gevolg niet verwarren.
Waar u het hebt over twee maten en twee gewichten, kan ik u zeggen dat de drie kandidaat-burgemeesters handelen in strijd met arresten van de Raad van State, vaste rechtspraak die beschrijft wat de precieze inhoud van de faciliteiten is. De kandidaat-burgemeesters leggen die naast zich neer en dus schenden zij de rechtsstaat. Hier is het zo dat de burgemeesters zeggen dat ze zich in de morele onmogelijkheid bevinden, zich precies beroepend op een arrest van het Grondwettelijk Hof dat zegt dat artikel 2 van die wet ongrondwettig is. Dit is een heel andere situatie, het zijn geen twee maten en twee gewichten. Er zijn kandidaat-burgemeesters die de wet schenden door de arresten van de Raad van State niet na te leven en er zijn gemeenten die zich beroepen op een arrest van het Grondwettelijk Hof dat door de federale inertie nog altijd geen uitvoering heeft gekregen. (Applaus bij de N-VA)
Mevrouw De Vits, ik heb hier de resolutie bij die werd goedgekeurd op 21 april 2004, waarin het Vlaams Parlement aan de Vlaamse Regering vraagt om er bij de federale minister van Binnenlandse Zaken op aan te dringen om bij deze aangelegenheid geen sancties te overwegen. De tekst werd ondertekend door de heer Eric Van Rompuy, de heer Eloi Glorieux, de heer Kris Van Dijck, de heer Jos Bex, mevrouw Dominique Guns en de heer Leo Peeters. (Applaus bij het Vlaams Belang en LDD)
De resolutie ging precies over dezelfde aangelegenheid. Op dat ogenblik ging het over de Europese verkiezingen, waar het arrest van het Arbitragehof zelfs geen betrekking op had.
Wat het imago in het buitenland betreft, heeft men hier enkele jaren geleden nogal smalend gedaan over de presidentsverkiezingen in de Verenigde Staten toen Bush voor de tweede keer verkozen werd en er hertellingen nodig waren. Weet u nog, met die ponskaarten, mijnheer Van Der Taelen? Men deed daar nogal lacherig over, zo van: kijk eens, de grootste democratie ter wereld is zelfs niet in staat om deftige verkiezingen te organiseren. Maar daar was er wel een Grondwettelijk Hof om te zeggen hoe het moest.
Dat is het grootste verschil met ons, mijnheer Gatz. Waarom kan een federale overheid zich hier permitteren om naar ongrondwettelijke verkiezingen te gaan? Omdat het precies het nieuw verkozen parlement is dat zal beslissen over de rechtsgeldigheid van de verkiezingen. We moeten elkaar geen Liesbeth noemen. We kennen allebei op voorhand, helaas, de uitslag. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens heeft in zulke zaken al een arrest geveld, namelijk dat zoiets niet kan, dat men geen rechter en partij tegelijk kan zijn. We zwaaien allemaal met de arresten van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, die zijn ons blijkbaar allemaal dierbaar. In de Kamer is er sprake van een Grondwetsherziening. Wij dringen erop aan om dat artikel dat bepaalt dat de nieuw verkozen Kamer de verkiezingen al dan niet valideert, ten minste in herziening te stellen, om de mogelijkheid te bieden dat een rechterlijke instantie uiteindelijk oordeelt over de rechtsgeldigheid van de verkiezingen. En Open Vld stemt die herziening weg. We moeten hier niet hypocriet doen.
Tot slot, ik zie niet in waarom burgemeesters zich, mevrouw De Vits, aan een Grondwet moeten houden, terwijl de federale overheid manifest die Grondwet in de vuilbak heeft gegooid. Voor deze verkiezingen, daar bestaat juridisch geen discussie over, is er geen grondwettelijke basis, geen wettelijke basis. Ik zie niet in waarom burgemeesters en zelfs dit Vlaams Parlement zich nog iets aan welke bepaling dan ook van de Belgische Grondwet gelegen zouden laten. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Ik dank u voor het aanvullende antwoord, minister. Ik sluit me grotendeels aan bij de vorige spreker.
Aan de vrienden van sp. a en Groen! nog dit. Mevrouw De Vits, u zegt dat de gerechtelijke actie die bij de rechtbank van eerste aanleg wordt ingeleid, een actie is van CD& V-burgemeesters. Het is een beslissing van de colleges. Het zijn dus heus niet alleen CD& Vers die daar achter staan.
Het brandalarm gaat af.