Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Wienen heeft het woord.
Voorzitter, het betreft hier een oude problematiek, bijna zo oud als ikzelf. Het gaat me namelijk om de FM-frequenties op de band en om de zogenaamde Franstalige stoorzenders.
Die Franstalige radiozenders zenden met zon vermogen uit dat ze de Vlaamse zenders wegblazen. Het resultaat is dat men hier in Brussel het gros van de Vlaamse radiozenders niet kan ontvangen, en dat ik in mijn huiskamer in Hoboken perfect, zonder enige ruis, Franstalige zenders kan ontvangen. Helemaal te gek wordt dit hoofdstuk wanneer uw ambtsgenoot in de Franse Gemeenschapregering, minister Laanan, in de commissie Media vertelt dat de enige dialoog tussen de Waalse en de Vlaamse regeringen verloopt via beroepsprocedures bij de Raad van State. Ze zegt ook dat we inzake de storingen veel te streng rekenen. Ze zegt dat die stoute mevrouw Lieten telkens weer beroep aantekent bij de Raad van State als de Conseil supérieur de laudiovisuel (CSA) de la Communauté française een voostel doet.
Ik vind dergelijke uitspraken volledig van de pot gerukt, minister. Temeer omdat we weten wat er in het verleden is gebeurd. Vanaf het totaalakkoord dat is gesloten op het Overlegcomité van 17 november 2006 tot nu, heeft deze regering zich altijd heel trouw en constructief opgesteld in dit dossier. Ik herinner me nog dat een voormalig mediaminister zijn technisch personeel thuis hield van vakantie zodat de Franstaligen toch eens zouden kunnen overleggen. Dat is nooit gebeurd. En nu zonder gêne, schaamteloos, legt de Franse Gemeenschapsregering bij monde van haar mediaminister de bal terug in uw kamp.
Minister, mijn vraag is simpel. Wat gaat u met die bal doen?
Minister Lieten heeft het woord.
Ik zal een overzicht geven van onze acties en initiatieven in de voorbije periode. Op 26 november verschenen die zes ontwerpbeslissingen op de website van de CSA. Drie van die ontwerpbeslissingen werden door de administratie aangemerkt als zijnde in tegenstrijd met onze belangen. Op 24 december hebben wij formeel geprotesteerd bij de CSA. Op 7 januari vond er een vergadering plaats op het kabinet, met de administratie. We hebben afgesproken dat de ingenieurs van de administratie verder protest zouden aantekenen en contact zouden opnemen met de ingenieurs van de Franse Gemeenschap. Dat is gebeurd. Er zijn gesprekken geweest.
Niettemin heeft de CSA op 7 januari die zes ontwerpbeslissingen effectief genomen. De raad heeft in zijn motivering gezegd dat hij de bezwaren van de Vlaamse Gemeenschap naast zich neerlegde. De bezwaren zijn duidelijk aangekomen, maar men legt ze naast zich neer. Men vindt dat men voldoende garanties heeft gegeven.
Op 4 maart hebben we een informele en constructieve dialoog gehad met het kabinet van mijn collega om opnieuw na te gaan hoe we heel die aanslepende discussie over de FM-frequenties rationeler kunnen aanpakken en uit het slop helpen. Toen is gebleken dat de berekeningswijzen en databanken om de storingen in te schatten, van elkaar verschillen. Onze ingenieurs hanteren andere berekeningen en gegevens dan de ingenieurs van CSA. Het besluit van die vergadering was dan ook dat we op dat punt zouden proberen dichter naar elkaar toe te groeien.
Er is op 5 maart een overleg gevolgd tussen de ingenieurs van beide partijen om uit te zoeken hoe men in de toekomst te werk zou gaan. Men is tot de vaststelling gekomen dat men verschillende methodes hanteert. Dat is een klein stapje, maar niet waar wij op gehoopt hadden. Aangezien we vinden dat we de rechten zeker en vast moeten blijven bewaren, hebben we bij de Raad van State onze rechten doen gelden.
Op dit moment blijven we die twee wegen bewandelen: enerzijds zijn er de juridische procedures, anderzijds blijven we investeren in overleg en dialoog, om toch te proberen te komen tot meer eenvormige databanken en berekeningen om die storingen op voorhand beter te kunnen inschatten. Dat is de stand van zaken. Dat is hoe de bal in het spel is rondgegaan.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik leid daar enkel uit af dat u als minister van Media te braaf bent. Dit is geen nieuw probleem. Er zijn al diverse stappen gezet, ook in de vorige legislatuur, onder meer door minister Bourgeois. Er is het totaalpakket van afspraken gemaakt op de bijeenkomst van het Overlegcomité van 17 november 2006. Wat doet de Franse Gemeenschap echter? De Franse Gemeenschap trekt zich daarvan niets aan. Zij doen rustig voort zoals ze bezig zijn. Het interesseert hen niet. Ze komen ook niet naar de overlegmomenten die in dat kader vaak plaatsvinden. Ze doen gewoon niet mee. Vlaanderen moet het maar rooien met zijn frequentieplan. Zij blijven lekker stevig uitzenden.
Minister, ik had wat meer daadkracht verwacht. Ik had eigenlijk gehoopt dat u ze zou bestrijden met dezelfde middelen. Zij blazen ons weg, wel, dan zullen wij in Vlaanderen ook de knop eens volledig opendraaien, en dan zullen we met gelijke middelen strijden tegen die werkwijze van de Franse Gemeenschap.
De heer Decaluwe heeft het woord.
Voorzitter, mijnheer Wienen, ik denk niet dat de minister te braaf is op dat vlak. Dit dossier heeft een hele voorgeschiedenis. Minister, als er aan de andere kant van de taalgrens geen wil is, zullen nog veel opvolgers van u dit probleem ondergaan. Natuurlijk kunnen we de VRT vragen de knop om te draaien en hen weg te blazen. Dat kan eens een symboolactie zijn, maar dat maakt niet alles goed.
Minister, in het regeerakkoord en in uw beleidsnota wordt gesproken over de start van een zero-basestudie voor alle frequenties. Het is hoog tijd ter zake. Persoonlijk geloof ik niet meer in die frequenties, op middellange termijn. Telenet is nu bezig met een proef voor snel internet in de radio, dus digitaal. Als we dus nog iets willen doen met betrekking tot al die frequenties en die storingen, lijkt het me goed om nu zo snel mogelijk met die zero-basestudie te beginnen. Is dat al gebeurd, of niet?
De heer Vandaele heeft het woord.
Voorzitter, het frequentieprobleem is inderdaad al jaren oud. Vlaanderen wil al jaren een oplossing voor de storende radios. Het is al die tijd zeer moeilijk gebleken om gesprekken te voeren met onze Franstalige vrienden. Zij komen terug op gemaakte afspraken en stellen ook in dit dossier steeds nieuwe eisen. Minister, we kunnen eigenlijk alleen maar vragen dat u de druk op de ketel houdt, dat u de procedures voert die moeten worden gevoerd en dat u dat blijft doen.
De heer Verstrepen heeft het woord.
Voorzitter, minister, ik doe een voorspelling: u zult het niet kunnen, uw kabinet zal het niet kunnen, uw administratie zal het niet kunnen, dit huis zal het niet kunnen, de regering zal het niet kunnen en de volgende mediaminister, als u naar het federale niveau overstapt, al evenmin. Dat is de voorbije jaren altijd zo geweest. Ik haal altijd één dingetje aan ter zake. U kunt dat terugvinden in het verslag. Het is een heel eenvoudig vraagje in dit dossier, maar het is de symboliek die telt. Wat zult u ondernemen tegen de jarenlange overtredingen van een RTBF-zender, die met illegaal vermogen en niet-conforme antennes in de richting van het noorden van Vlaanderen uitzendt? Telkens antwoordt een minister dan dat hij dat zal bekijken. Ik ben blij dat we dit nog steeds zullen bekijken. Die zender moet perfect storingsvrij te ontvangen zijn ten noorden van Antwerpen, dus in Schilde en Brasschaat. Die gemeenten moeten dat goed ontvangen.
In dit land is men helaas niet bekwaam om dit op te lossen. Het zal echter opgelost geraken. Dat is mijn tweede voorspelling. Het zal worden opgelost, maar niet door u, door uw kabinet, door uw administratie of door deze regering.
Dat zal gebeuren als de analoge zenders stoppen. En dat ligt in het vooruitzicht, want alle technieken veranderen. Dan is de frequentieproblematiek opgelost. En dan kunnen we stellen dat het mediabeleid in Vlaanderen op het vlak van FM-frequenties jarenlang niet hanteerbaar was, dat er geen oplossing kwam. En dan lost het probleem zichzelf op.
Mijnheer Decaluwe, we hebben inderdaad aan de administratie de opdracht gegeven om de voorbereidingen daarvan op te starten. We moeten inderdaad kijken naar de technologische evolutie en wat het effect zal zijn op de problematiek. In afwachting zal ik blijven steunen op die twee benen: ik blijf de hand uitsteken en blijf investeren in dialoog en communicatie enerzijds, en anderzijds zal ik telkens als het nodig is onze beslissingen via gerechtelijke weg trachten te laten naleven.
Minister, ik ben blij dat de heer Decaluwe gezegd heeft dat dit dossier een zeer lange geschiedenis kent. Maar die geschiedenis bewijst ook dat de Vlaamse Regering en de Vlaamse overheid zich altijd zeer constructief hebben opgesteld. Ze is zelfs zo constructief, collegas, dat ik soms het idee had dat de Vlaamse Regering vol koorknapen zat in plaats van dat ze ministers, beleidsmakers bevatte die opkomen voor de belangen van die Vlaamse radioluisteraars.
Minister, als ik dat allemaal in overweging neem en de uitspraak lees van de minister van de Franse Gemeenschap, dan vind ik dat die dame u gewoon recht in het gezicht spuugt, terwijl u denkt dat het regent. Er is een krachtdadiger beleid nodig. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Het incident is gesloten.