Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Vogels heeft het woord.
Voorzitter, minister, collegas, gisteren hadden we naar aanleiding van een vijftal incidenten, zoals het in de vragen om uitleg stond, een debatje met minister Lieten over armoede en de Armoedebarometer die eigenlijk niet veel goeds voorspelt.
We worden dagelijks om de oren geslagen met nieuwe cijfers die aantonen dat de kloof tussen arm en rijk in Vlaanderen en in België toeneemt. Noch de pers, noch dit land, noch deze regio liggen daar echt wakker van. Dat komt omdat het beleid steeds meer voor en door een middenklasse wordt gevoerd. Het mattheuseffect doet zich meer dan ooit gevoelen. Het jongste debat over de zonnepanelen wees een beetje in dezelfde richting. Wie profiteert van de belastingaftrek? Dat is de hardwerkende Vlaming. Blijkbaar gebeurt dat ook in de gezondheidszorg en de preventieve gezondheidszorg.
Vandaag kregen we nieuwe cijfers die aantonen dat de ongelijkheid voor de dood toeneemt, zoals Herman Deleeck dat in zijn laatste werk voor hij zelf stierf, noemde. Dat wil zeggen dat een laaggeschoolde man gemiddeld 7,5 jaar vroeger sterft dan een hooggeschoolde man. Dat is een vaststelling, maar wat veel erger is, is dat die kloof toeneemt. In 1991 was die kloof 2 jaar, nu is dat 7,5 jaar. Andere cijfers leren ons dat, als het gaat over gezonde jaren die je nog hebt te verwachten, de kloof nog groter is. Een hooggeschoolde vrouw van 25 jaar, heeft nog 47 gezonde levensjaren voor de boeg. Een laaggeschoolde vrouw van 25 jaar, heeft nog 29 jaar te gaan. Dat is een verschil van 18 jaar. Mensen met een lagere opleiding hebben in 42 percent van de gevallen te maken met chronische ziektes, zoals suikerziekte, kanker en bloeddrukstijgingen, tegen 14 percent van de hooggeschoolde mensen.
Minister, er is een heel duidelijk mattheuseffect in onze preventieve gezondheidszorg. U moet dringend het preventieve gezondheidsbeleid van Vlaanderen laten screenen op het mattheuseffect. Wat doet u met die cijfers? Bent u bereid om een actieprogramma uit te werken om de middelen die aan preventieve gezondheidszorg worden besteed, in deze regio meer te laten terechtkomen bij de mensen die dat het meest nodig hebben, de laaggeschoolden?
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Mevrouw Vogels, het zal u misschien verbazen, maar hier lig ik wel degelijk wakker van. Dit is trouwens niet nieuw. U weet heel goed dat er in Vlaanderen een ongelijkheid is in de toegang tot gezondheid. Ik heb dat al op veel plaatsen gezegd. We hebben een debat over de toegang tot de gezondheidszorg, maar een even pertinent, zo niet pertinenter debat gaat over de toegang tot gezondheid.
De laatste dagen lig ik wakker van andere dingen, maar u mag gerust zijn dat ik dit gezondheidsbeleid een van de belangrijkste problemen vind. Ik vind het moeilijk om in dit pingpongspel van vraag en antwoord een adequaat en punctueel antwoord te geven omdat de redenen van die ongelijkheid veelzijdig zijn. Het gaat over arbeids- en huisvestingsomstandigheden, het betreft dus niet alleen de effecten van de gezondsheiddoelstellingen of preventieve acties, als het gaat over het realiseren van gezondsheiddoelstellingen. Dat zou een echte verenging zijn.
Bovendien is het moeilijk om de effecten van een en ander te meten, zeker op korte termijn. Ik ben ervan overtuigd dat die effecten er zijn, maar het is soms niet gemakkelijk om die op korte termijn in beeld te brengen.
Voor deze nieuwe informatie in de media verscheen, heb ik gevraagd aan mijn administratie om al onze gezondheidsdoelstellingen en alle acties die we daarop enten, te screenen op de vraag of we daarmee de moeilijkst bereikbare doelgroepen bereiken. Het is mijn overtuiging dat we onze acties om de gezondheidsdoelstellingen te realiseren, zullen moeten concentreren, niet op de meest evidente groepen, maar op de groepen die het meest relevant zijn, en die het moeilijkst te bereiken zijn. We zijn daarmee bezig.
In mijn overleg met de Logos die geïnstalleerd zijn, heb ik de afspraak gemaakt om in de maand oktober te proberen een overzicht te geven van de best practices van projecten op het terrein die erop gericht zijn een of meerdere gezondheidsdoelstellingen in de wereld van mensen binnen te brengen die op een traditionele manier niet zouden worden bereikt. We gaan de screening doen en de verzameling van de goede praktijken.
In de meeste gezondheidsdoelstellingen, in de oude maar ook in de meest recente, zitten er heel wat projecten die specifiek dat soort overtuiging willen omzetten in concrete acties. Zo zijn er projecten over de rugpreventie en over de strijd tegen het roken. We hebben ook heel specifieke projecten om jonge mensen te ondersteunen die in milieus zitten met een groter risico.
U weet ook dat onze screeningsprogrammas en vaccinatieprogrammas heel breed worden uitgerold. Via Kind en Gezin en alle andere betrokkenen behoren we tot de Europese top. Er zijn goede voorbeelden. We gaan dat met de LOGOs opnemen. Wij zijn ook van plan om het geheel van de doelstellingen te screenen vanuit die zorg.
Minister, ik ben blij dat u positief antwoordt op die screening. De vraag is natuurlijk hoe lang dat zal duren en wanneer we de resultaten krijgen. Minister Lieten heeft gisteren aangekondigd dat ze haar armoedeactieplan allicht nog voor het zomerreces zal indienen. Het zou dan ook goed zijn indien een en ander daarin verwerkt zou kunnen worden. U zegt terecht dat het ook te maken heeft met leefomstandigheden die niets te maken hebben met uw beleid. Ik word soms heel woest wanneer ik sommigen hoor zeggen dat het niet erg is wanneer in bepaalde wijken infrastructuur wordt gebouwd, omdat daar laaggeschoolden wonen die toch niet reageren. De overheid moet daar rekening mee houden. Ik zal minister Lieten daar verder over ondervragen zodra haar actieplan is ingediend.
Mevrouw Dillen heeft het woord.
Minister, we hebben daar gisteren inderdaad een bijzonder interessant debat over gevoerd in de commissie, zowel met u als met minister Lieten, naar aanleiding van de problematiek van de toenemende kloof tussen arm en rijk. Vandaag werden we geconfronteerd met nieuwe cijfers in verband met de gezondheidskloof. Die cijfers zijn bijzonder choquerend. Mevrouw Vogels heeft het de ongelijkheid voor de dood genoemd. Als zelfs dat al wordt bepaald door het gegeven of iemand al dan niet geschoold is, laat staan hooggeschoold of zonder diploma, dan is het erg gesteld.
Ik sluit me aan bij deze vraag, maar niet om opnieuw heel lang te gaan onderzoeken. Er zijn meer dan voldoende studies en onderzoeken. U gaat screenen maar ook daar is het belangrijk dat dit niet te lang duurt. De problematiek komt al aan bod sinds 1995 en is spijtig genoeg alleen toegenomen. Ik vraag u om concrete maatregelen uit te werken. Ik denk dat iedereen in dit parlement het erover eens is dat toegang tot gezondheid voor iedereen gelijk moet zijn. Dat moet dan ook een prioriteit zijn van uw beleid.
De heer Hendrickx heeft het woord.
Mevrouw Vogels, ik betreur uw uitlatingen bij de aanhef van uw vraag, als zouden wij daar niet van wakker liggen. De minister heeft erop gewezen dat er in het regeerakkoord en in het beleid daadwerkelijk aandacht wordt besteed aan deze problematiek. Over de partijgrenzen heen en over de grenzen van meerderheid en oppositie focussen we ons meer dan voldoende op deze problematiek. Ik ben het wel met u eens dat we dat intensiever en nauwgezetter moeten doen. Ik hoop dat we daarmee de bedenkingen over een deel van de doelgroep, die soms ten onrechte leven, niet beamen. In de toekomst moet er wel nog meer aandacht gaan naar die problematiek.
Mevrouw Vogels, wanneer er een coördinerend minister is in de strijd tegen de armoede, dan moet het luik dat mijn bevoegdheid betreft, geïntegreerd worden in dat plan. Ik ben me ervan bewust dat deze problematiek ons aandeel is in dat armoedebeleid. We zullen die projecten concretiseren. Bij de realisatie van de gezondheidsdoelstellingen gaat een deel al in die richting. Ik heb echter geen moeite met de teneur van uw suggestie.
Ik wil de collegas permanent wakker en alert houden voor de armoedeproblematiek. U ligt er misschien wel van wakker maar de politiek in het algemeen doet dat, wat mij betreft, onvoldoende.
Het incident is gesloten.