Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Van Der Taelen heeft het woord.
Voorzitter, minister, collegas, ik weet niet of u bent geabonneerd op de Italiaanse krant Il Sole 24 ORE, maar die krant besteedt aandacht aan wat er in Vlaanderen gebeurt. Een journalist van die krant contacteerde me voor uitleg over een paar faits divers vergeef me de uitdrukking die zich de jongste tijd in Vlaanderen voordeden en het gevolg waren van de toepassing van de bepalingen inzake wonen in eigen streek van het Grond- en Pandendecreet.
De journalist had het over een vrouw die in de faciliteitengemeente Sint-Genesius-Rode woont. Ze is perfect geïntegreerd en stuurde haar kinderen zoals het hoort naar een Vlaamse crèche. Ze scheidde en zocht een nieuw huis, maar de aankoop van een nieuwe woning werd geschorst door de provinciale commissie omdat ze niet voldoende in de gemeente zou zijn geïntegreerd.
Wat in de ogen van de journalist mogelijk nog choquerender was, is het verhaal van een bejaard koppel uit Aalst dat al 19 jaar in Westende woont. Die mensen zijn 72 en 79 jaar. De man heeft een longziekte, en daarom wonen ze graag aan zee. Die mensen wilden naar een kleinere woning verhuizen en hadden dus hun huis verkocht en een nieuwe woning aangekocht. Maar ze vernamen dat die aankoop werd geschorst omdat zij in de gemeente niet geïntegreerd zijn. Ze konden nochtans aantonen dat ze lid zijn van de parochiegemeenschap!
Is er iemand in deze assemblee die dit normaal vindt? Dit bejaarde koppel woont al 19 jaar in Westende, wil er blijven wonen maar heeft de fout gemaakt zich niet te laten domiciliëren! Maar ik wist niet dat in de Grondwet stond dat dit moest. Kortom, dit voorval waarbij onschuldige mensen zijn betrokken die toch geen gevaar vormen voor de identiteit van Vlaanderen, inspireert me tot een vraag. Is het nu niet duidelijk dat er wat aan de hand is met de concrete toepassing van dit decreet?
Enige tijd zegt u al dat u daaraan iets zult doen. Maar waarom gaat dat niet sneller? En kunnen we niet in afwachting van een betere regeling, om dramas van die aard te voorkomen, die provinciale commissies stilleggen?
Minister Van den Bossche heeft het woord.
Voorzitter, collegas, er is een misverstand. Wonen in eigen streek strekt ertoe om mensen die met een bepaalde streek een band hebben, de kans te geven daar grond tegen een redelijke prijs te kopen. Het gaat niet zozeer over taal, integratie of Vlaamse identiteit. Wie van Gent naar de kust wil verhuizen, zal op dezelfde beperkingen stuiten. Die regeling is in 69 gemeenten van toepassing; in gemeenten waar de prijzen enorm snel stijgen.
U weet wat er moet gebeuren: het decreet moet worden aangepast. Een nieuwe interpretatie volstaat niet. De meerderheid werkt aan een tekst. Ik ben ook erg blij dat een aantal volksvertegenwoordigers bereid zijn om een tekst in te dienen, dat zal ervoor zorgen dat de zaak sneller kan worden afgehandeld.
De aanpassing van het decreet moet ervoor zorgen dat de huizen die er al staan, gewoon kunnen gekocht en verkocht worden. De regeling is enkel van toepassing op nieuwe gronden in woonuitbreidingsgebieden. In theorie gaat het over 7 percent van de gronden, maar in werkelijkheid is het ongeveer de helft, want niet alle gronden kunnen worden aangesneden. Kijkt u in dat verband maar eens naar het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen. Dat moet mensen uit de streek de kans bieden tegen een redelijke prijs iets te kopen, en voorkomen dat er zaken gebeuren zoals die die u hebt vermeld.
Voor een minister is het onmogelijk om de pauzeknop van een decreet in te drukken. Ik kan niet in afwachting van een stemming waarvan ik de uitslag niet kan voorspellen vragen om het decreet niet toe te passen. We moeten dus zo snel mogelijk de tekst behandelen, zo mogelijk nog voor het paasreces. Maar dat laatste is natuurlijk een zaak van het parlement.
In concreto betekent dit dus dat dergelijke aberrante gevallen u zult het daarmee eens zijn waarbij het bejaarde koppel dat al een voorschot van 10 percent op de aankoopprijs heeft betaald en die som nu dreigt te verliezen, zich gewoon kunnen herhalen. Wij kunnen dat toch niet aanvaarden?
U moet als minister die mensen een oplossing aanbieden. Die mensen vliegen binnen één week uit hun huis en kunnen in hun nieuwe huis, dat ze gekocht hebben, niet binnen omdat de verkoop afgelast is door een commissie die heel duidelijk de wet niet begrepen heeft en ze verkeerd heeft toegepast want het gaat over een huis dat al twee jaar te koop staat. Minister, u moet daar iets aan doen. Wij kunnen toch niet onverschillig blijven tegenover een dergelijke situatie. Wij kunnen aan die twee oude mensen toch niet zeggen: Ga maar terug naar waar u vandaan komt. Hier aan de kust is geen plaats voor u. Ik weet niet of u daarmee kunt leven maar ik kan daar niet mee leven.
Mevrouw De Vits heeft het woord.
Voorzitter, de voorbeelden die de heer Van Der Taelen aanhaalt, maken duidelijk dat er niet alleen voor Franstaligen gevolgen zijn maar ook voor Nederlandstaligen. We hebben nood aan een evaluatie van dat hoofdstuk in het decreet. Wij moeten ons afvragen of we een sociale doelstelling realiseren. Wonen in eigen streek, dat is één zaak, maar voor mij gaat het vooral over goedkoper wonen in eigen streek. Wij moeten ons afvragen of we met deze techniek, zoals ze nu in het decreet staat, de sociale doelstelling van goedkoper wonen kunnen realiseren. Op dit ogenblik is het vooral een bureaucratische maatregel. De heer Van Der Taelen heeft er voorbeelden van aangehaald. Ambtenaren oordelen of men via deze beoordelingscommissies kan wonen in deze streek. Ik dring erop aan dat er een evaluatie komt.
De heer Vandaele heeft het woord.
Voorzitter, in tegenstelling tot de heer Van Der Taelen vinden wij het wel een goede zaak dat aan eigen inwoners, aan eigen jonge mensen van de gemeente in bepaalde gevallen voorrang wordt gegeven. Ik zeg wel: in bepaalde gevallen. Minister Van den Bossche zei het al: in nieuwe woonuitbreidingsgebieden. Dat de regel uit het Grond- en Pandendecreet momenteel ook al wordt toegepast op bestaande woonuitbreidingsgebieden, heb ik hier een paar weken geleden aangekaart. Als gevolg daarvan is, zoals minister Van den Bossche zei, een initiatief in de maak om dat recht te zetten. Het kan niet sneller gaan. Wel is het zo dat de gemeenten daar op eigen initiatief op vooruitlopen door de inlichtingen die zij geven aan notarissen. Voor ons gaat het in de eerste plaats, en dat geldt zowel voor het Grond- en Pandendecreet als voor de wooncode, om een sociale maatregel, niet om een vergelding van Vlaanderen of van Vlamingen ten opzichte van anderstaligen, zoals Le Soir enkele dagen geleden publiceerde, met daarbij als illustratie een foto van een massagraf in Nigeria. Op die manier liegt men bewust over de eigenlijke doelstellingen van het decreet, die, wat ons betreft, sociaal zijn.
De heer Sabbe heeft het woord.
Ik wil mijnheer Vandaele erop wijzen dat dit ondertussen van toepassing is in liefst 69 Vlaamse gemeenten. U schiet aan uw doel voorbij want de formule steunt op grondprijzen en migratiebewegingen. Wij gaan naar een wetgeving, of wij hebben al een wetgeving, die aan haar doel voorbijgaat. U zit ook met een wetgeving die ten dele het eigendomsrecht uitholt. Iemand die over zijn eigendom vrij wil beschikken en die vrij wil verkopen, heeft voor een deel een uitholling van het eigendomsrecht want hij kan er niet vrij over beschikken. Ik kan erin komen dat u initiatieven neemt om de Vlaamse Rand te beveiligen, maar u moet dat doen met respect voor het eigendomsrecht en voor de mogelijkheden die de verkoper met zijn grond heeft. Dat punt is hier aan de orde. En er is ook het punt van de arbeidsmobiliteit. Uiteindelijk gaan we hierdoor de arbeidsmobiliteit voor een deel verminderen.
De heer Van Rompuy heeft het woord. (Opmerkingen van de heer Joris Van Hauthem)
Voor alle duidelijkheid, ik zie hier mensen heel kwaad naar mij kijken omdat zij als eerste hun vinger hebben opgestoken en soms als laatste het woord krijgen. Ik heb een carrouselsysteem ingevoerd bij de actuele vragen: bij de eerste vraag beginnen we bij CD&V, bij de tweede vraag bij Vlaams Belang, bij de derde vraag bij Open Vld, enzovoort. U moet zich niet ongerust maken, u krijgt allemaal het woord. Sommige mensen kijken naar mij alsof ze willen zeggen: Als ik u bij de keel zou kunnen pakken, zou ik het niet nalaten.
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Er wordt een karikatuur van gemaakt, ook door u, mijnheer Van Der Taelen. Ik betreur uw vraag. In de commissie is al een paar keer gezegd dat het decreet moet worden aangepast aan de filosofie van het decreet, en dat zijn alleen nieuw aan te snijden woonuitbreidingsgebieden, die alleen kunnen worden aangesneden na een woonbehoeftestudie, die uitwijst dat er in die gemeente een nood is aan betaalbare sociale gronden. Dat is de filosofie waarin het decreet is goedgekeurd.
Een andere zaak is dat het decreet in tegenspraak is met de memorie van toelichting, omdat daar woonuitbreidingsgebieden in staat. We weten dat er een aantal zijn die intussen volgebouwd en eigenlijk al gerealiseerd zijn. Het is in die gebieden dat de provinciale beoordelingscommissie op basis van het decreet een aantal uitspraken heeft gedaan. We moeten dat dus aanpassen. Minister Van den Bossche en minister Muyters hebben in de commissie ook gezegd dat ze dat zouden doen.
Ik ben het met u niet eens over de grond van de zaak, dat men in de Franstalige pers het recht ontzegt om ergens als gemeente of als overheid een band te leggen tussen de aankoop van een woning en al dan niet de verbinding met de gemeente. De grond van de zaak blijft bij ons overeind.
We moeten het misverstand wegwerken. Ik ben schepen van Ruimtelijke Ordening in Zaventem. Heel wat mensen die hun huis in Zaventem verkopen in gewone woonzones, bellen mij op om te vragen of ze het mogen verkopen. Er is dus een enorm misverstand aan het groeien. Wij moeten dat als wetgever rechtzetten, anders gaan mensen zoals u, mijnheer Van Der Taelen, artikels schrijven dat we in de Sovjet-Unie zitten. Het Vlaams Parlement doet wetgevingen van de Sovjet-Unie, hebt u in Le Soir geschreven. We moeten dat misverstand rechtzetten, zodat dergelijke interpretaties, die een belediging zijn voor al degenen die hier zitten, niet kunnen doorgaan.
De heer Van Hauthem heeft het woord.
Mijnheer Van Der Taelen, ook ik betreur uw vraag. U bent een zeer intelligent man, maar u speelt, wellicht onbewust, mee in het spelletje van de Franstalige pers, die een heel onschuldige maatregel voorstelt als een maatregel van etnische zuivering, zoals we gisteren nog in Le Soir konden lezen. Zo ver gaan ze. Het spijt mij dat u zich daartoe leent.
Waarover gaat het uiteindelijk? Over hoeveel percent van de beschikbare gronden gaat het? 2 percent? Voor 2 percent van de gronden vraagt men een band met de gemeente waar men woont. Natuurlijk zullen er in de administratieve molen wel hier en daar een paar aberraties zijn, maar als u dat nu aangrijpt om die hele regel, waarmee men aan mensen die daar geboren en getogen zijn, de gelegenheid wil geven om in hun eigen streek te blijven wonen, aan te vallen en te zeggen dat de vrije markt helemaal moet spelen, dan begrijp ik het ook niet meer.
Mijnheer Van Der Taelen, stel dat u een brief zou krijgen van iemand die geboren en getogen is in een bepaalde gemeente, die trouwt en op een appartementje gaat wonen. Die persoon kan een huis kopen en stelt vast dat hij voorrang heeft omdat hij er geboren en getogen is. Volgens uw regel zou dat dus niet kunnen. Er komt iemand van de andere kant van de wereld dat huis kopen. Stel dat die persoon u dus een brief schrijft om aan te klagen dat hij niet in zijn gemeente mag blijven wonen, en om te vragen of hij geen kans heeft om toch in zijn gemeente te blijven wonen. Wat gaat u dan antwoorden? Gaat u dan antwoorden: Sorry, u hebt pech gehad.? Ik dacht het niet.
Ik zal het nog een keer herhalen. De regel is er niet gekomen om Franstaligen of EU-ambtenaren in de Vlaamse Rand te pesten, of om gepensioneerden die naar zee willen verhuizen te pesten, of om Nederlanders weg te houden uit het noorden van Antwerpen, of om studenten die ervoor kiezen om na hun studies in Leuven of Gent te blijven, te verbieden in die steden te wonen. De maatregel is er gekomen vóór een bepaalde groep: voor een groep mensen die het zich wil kunnen permitteren om op een dag een huis te bouwen, maar dat steeds moeilijker kunnen, omdat bepaalde gebieden nu eenmaal heel erg in trek zijn en de prijzen daar bijzonder snel stijgen.
Daarvoor dient de maatregel. De maatregel zorgt ervoor dat een deel van het aansnijdbare gebied aan gronden voor die mensen bedoeld is, zodat die mensen daar gewoon kunnen blijven wonen. Wat zou u ervan vinden indien die mensen die er familie hebben en er werken, dat niet meer zouden kunnen?
De heer Sabbe zegt dat ik de arbeidsmobiliteit tegenhoud, maar niets is minder waar. Wellicht weet hij niet dat een van de criteria om automatisch recht te krijgen op de voorrang wonen in eigen streek, is dat men in die gemeente, of daar in de buurt, werkt. In dat geval mag men er zomaar die goedkopere grond kopen. Dus, mijnheer Sabbe, ik denk dat dit net de arbeidsmobiliteit kan bevorderen.
Voor alle duidelijkheid: dit is niet gericht tegen een groep. Het is een mogelijkheid creëren voor mensen om gewoon in de streek waar ze vandaan komen, te wonen.
Het gaat niet om alle gronden. Het gaat om 7 percent van het woongebied in Vlaanderen en dan nog eens over dat gedeelte ervan dat onmiddellijk aansnijdbaar is. Dat is niet zoveel als iedereen hier denkt. Sommigen doen alsof dat het einde van de wereld is, maar dat is niet zo. Het is een niet groot deel, maar wel een redelijk aandeel om ervoor te zorgen dat die mensen betaalbaar kunnen wonen.
Helpt het de betaalbaarheid?, vraagt mevrouw De Vits. We hebben een evaluatie vooropgesteld in 2011, 2 jaar na de inwerkingtreding van het decreet. Dat werd afgesproken in het regeerakkoord. Natuurlijk kan dit voor de betaalbaarheid van woningen niet de enige maatregel zijn, dat zult u zeker met me eens zijn, mevrouw De Vits. Sociale kavels zijn daarbij heel belangrijk en voor wat de Vlaamse Rand betreft, ook het Vlabinvest-gebeuren natuurlijk. Betaalbaar wonen kan niet enkel via wonen in eigen streek gerealiseerd worden. Dat zal zeker ook een aandachtspunt zijn bij de evaluatie, want goedkoop en degelijk wonen is, denk ik, iets wat we allemaal willen doen.
Ik ga nog heel concreet in op twee punten die werden aangehaald door de heer Van Der Taelen. Een voorschot krijgt men terug, want er is natuurlijk een opschortende voorwaarde. Een voorschot krijgt men eventueel niet terug wanneer dat in het zwart werd betaald. Ik kan me inbeelden dat dat voor sommige mensen misschien problematisch is, maar ik wil hier toch duidelijk stellen dat een voorschot niet het zwart betaald dient te worden.
Kan ik zomaar de werking van die commissie opschorten en aan de gouverneurs zeggen dat de commissie haar werk niet goed doet? Dat is niet eens mijn bevoegdheid. De minister van Binnenlands Bestuur zou zoiets eventueel kunnen doen, maar ik heb niet de indruk dat mijn collega op dit moment ontevreden is over de werking van de commissies die onder de verantwoordelijkheid vallen van de bestendige deputatie. Het is dus niet mijn commissie, maar de commissie die door de bestendige deputatie werd ingesteld. Mocht er een probleem zijn met de werking ervan, dan zal of de bestendige deputatie of de minister die toezicht houdt op de werking van de deputatie, ingrijpen. (Applaus bij de meerderheid)
Minister, als het nu nog niet duidelijk is voor de bestendige deputatie dat er wat schort aan de werking van die commissie, dan heeft die bestendige deputatie volgens mij een groot probleem.
Ik betreur vooral dat sommige leden betreuren dat ik een vraag stel, niet over de wet, maar over een concreet geval. Ik weet niet wat u hebt tegen een 72-jarige en een 79-jarige. (Rumoer)
Daar gaat het wel over! Het gaat over de aberraties van een wet! Ik heb hier geen woord gezegd over wat ik van het decreet denk, ik zeg alleen maar dat het niet goed wordt toegepast!
Ik wil de minister tot slot als raad wijze woorden meegeven van een machtig man, meer door zijn invloed dan omwille van zijn gestalte, die burgervader is in een kleinere stad ten oosten van Brussel, die ik niet graag bij naam noem, en die het vandaag in de krant heeft over de decretendiarree van deze regering en die meer bepaald het Grond- en Pandendecreet een slag in het water noemt omwille van een gebrekkige wetgeving! Dat is in feite de essentie. Herschrijf die wet en maak het niet langer mogelijk dat zulke aberraties zich in de toekomst nog voordoen! (Rumoer)
Die mensen zijn nu hun huis kwijt!
Mijnheer Van Der Taelen, toch nog even dit. Ik heb bij de oorspronkelijke vraag die u hebt ingediend, heel duidelijk gevraagd om hier geen individuele gevallen ter sprake te brengen. Ik heb de vraag uiteindelijk toegestaan omdat het om een algemene problematiek ging, maar in uw vraagstelling keert u toch terug naar uw oorspronkelijke vragen en dat is eigenlijk tegen de afspraken in.
Dat is, voorzitter, omdat mensen voor mij belangrijk zijn. (Rumoer)
Ook voor mij zijn mensen belangrijk, maar de volgende keer laat ik dit soort vragen er niet meer door. Het is heel simpel. (Opmerkingen van de heer Luckas Van Der Taelen)
Dat is misbruik maken van het vertrouwen van de voorzitter, want er was duidelijk met u afgesproken dat u hier niet op een individueel geval zou ingaan, dat de problematiek algemeen zou worden geschetst.
U bent teruggevallen op uw oorspronkelijke vraag, tegen de afspraken in. Bij het beoordelen van een volgende vraag zal ik daarmee rekening houden, met alle respect voor uw parlementair werk. (Applaus)
Het incident is gesloten.