Verslag plenaire vergadering
Verslag
Het antwoord wordt gegeven door minister Lieten.
Mevrouw Gennez heeft het woord.
Mevrouw de minister-president, ik ben uiteraard verheugd de eerste dienstdoende vrouwelijke minister-president een vraag te mogen stellen. Tegelijkertijd wil ik de echte minister-president een zeer spoedig herstel wensen. We hebben ook hem nodig om belangrijke beslissingen voor Vlaanderen te nemen.
Begin januari stond ik hier op de tribune voor een vraag aan de Vlaamse Regering in het kader van de oproep van de federale premier om een top te houden rond samenwerkingsfederalisme. Wij vonden het uiteraard zinvol om de verschillende parlementen en regeringen maximaal te laten samenwerken, voornamelijk in de strijd tegen de economische crisis. We hebben vanuit de Vlaamse Regering en het Vlaams Parlement dan ook een hele waslijst met prioriteiten overgemaakt aan de federale regering.
Een aantal daarvan wil ik toch nog even in herinnering brengen: de 6 percent btw op schoolgebouwen, de uitvoering van het nationale actieplan tegen armoede, waar vooral de verhoging van de uitkeringen in vervat zit, en het optimaliseren van de arbeidsmarkt in tijden van economische crisis.
We horen nu opnieuw een oproep van de federale premier om opnieuw een hoogmis te organiseren rond een aantal prioriteiten die de verschillende regeringen moeten samenbrengen. Wat zijn nu de prioriteiten van de Vlaamse Regering? Hoe kunnen we voorkomen dat we vanuit het federale niveau van top naar top, van hoogmis naar hoogmis worden geleid en dat de federale regering, behalve coördinerend, eigenlijk niet functioneert en dat we geen antwoorden krijgen op de vragen die we gesteld hebben? Wat is de stand van zaken in die twee dossiers?
Minister Lieten heeft het woord.
Mevrouw Gennez, de premier heeft ons inderdaad samen met de regionale overheden uitgenodigd voor een bijzondere gezamenlijke zitting op vrijdag 19 maart. Hij wil met ons over de volgende punten van gedachten wisselen. In de eerste plaats de voorbereiding van de Europese lentetop op 25 en 26 maart, die in het teken zal staan van de EU2020-strategie rond slimme, duurzame en inclusieve groei in Europa. Op de tweede plaats wil hij praten over het uittekenen van een gemeenschappelijke sociaal-economische agenda en de samenwerking ter invulling van die EU-strategie. Op de derde plaats wil hij ook overleg plegen in verband met het inhoudelijke programma van het Belgische voorzitterschap van de EU.
Ik vind het zeer positief dat de federale overheid samen met de regios een gecoördineerde aanpak van die EU2020-doelstellingen voorstaat en wil uitwerken en samen de inhoudelijke voorbereidingen van het EU-voorzitterschap van België wil organiseren. Belangrijk daarbij is dat de federale overheid ook effectief rekening houdt met de input en de standpunten van de verschillende regios. Ik heb deze morgen premier Leterme de Vlaamse standpunten omtrent de EU2020-strategie en ons voorstel voor programma van het EU-voorzitterschap nogmaals overgemaakt en gevraagd om ze mee te nemen in de voorbereiding van de lentetop en het EU-voorzitterschap.
Zo heeft de Vlaamse Regering ambitieuze doelstellingen vooropgesteld inzake armoedebestrijding, innovatie, ondernemerschap en milieu. In de technische werkgroepen zal de afstemming van het federale standpunt met de regionale standpunten niet alleen dat van Vlaanderen verder worden besproken.
De Vlaamse Regering heeft in een vorig onderhoud met de premier, in het kader van zijn oproep tot samenwerkingsfederalisme, inderdaad ook een reeks vragen gericht aan de federale overheid om het beleid van de regios, dat betrekking heeft op de uitdagingen die u aanhaalt, zoals innovatie en arbeidsmarkt, het opvangen van de vergroening en de vergrijzing, te ondersteunen. Ik denk dan bijvoorbeeld aan heel concrete dingen die wij vanuit de Vlaamse Regering aan de premier hebben gevraagd, zoals het doelgroepenbeleid, de defiscalisering van de innovatiesteun, de verlaging van de btw voor school- en zorginfrastuctuur, maar ook de mogelijkheid om zelf ambtenaren te kunnen aanwerven op basis van elders verworven competenties en in een aanvullend pensioen te kunnen voorzien voor overheidspersoneel.
Die vragen zullen wij vrijdag, tijdens de ontmoeting met de premier, opnieuw stellen en vragen om daarover een concrete aanpak voor te stellen van hoe hij met die verschillende vragen de dialoog wil aangaan. Sommige vragen kunnen onzes inziens een zeer korte en snelle oplossing krijgen, zoals de vragen over het doelgroepenbeleid, sommige andere zijn meer toekomstgerichte vragen, en die kunnen worden meegenomen in de inhoudelijke invulling van de EU2020-strategie.
En uiteraard, als afsluiting wil ik ook nog even zeggen dat naast een betere samenwerking tussen de overheden er natuurlijk ook een staatshervorming nodig is om een krachtdadig beleid te kunnen voeren, ook op Vlaams niveau.
Minister, uiteraard vind ik het heel positief dat we het komende EU-voorzitterschap maximaal coördineren en dat ook onze aandachtspunten op de agenda komen, maar wat me wel wat treuriger stemt, is dat we blijkbaar nog geen begin van uitvoering van de conclusies van de vorige ontmoeting zien. Vandaar mijn oproep om vanuit dit parlement over te maken op de top van morgen dat we graag hebben dat we au sérieux worden genomen, en au sérieux genomen worden, dat betekent: gevolg geven aan de vragen die op overlegmomenten tot stand komen.
De heer De Wever heeft het woord.
Voorzitter, we zijn heel blij met die vraag, want die stellen we ons ook, en ook met het antwoord, want we maken ons toch wat zorgen omdat aan alle punten die de Vlaamse Regering met zoveel zorgvuldigheid heeft opgesteld op vraag van de federale overheid om aan het samenwerkingsfederalisme gestalte te geven en het is inderdaad een hele waslijst van zaken waar de federale overheid het Vlaams beleid meer tegemoet zou kunnen treden en meer zou kunnen faciliteren blijkbaar niet met heel veel enthousiasme gevolg wordt gegeven. Het is dus goed dat men daarop terugkomt.
Ik lees vandaag in de krant De Morgen die ik natuurlijk enkel bij me heb in functie van de werkzaamheden van deze vergadering op bladzijde 6 exact het tegenovergestelde, want daar maakt de federale minister van Werk opnieuw haar intentie kenbaar om het activeringsbeleid niet verder te ondersteunen, maar opnieuw probeert ze wat ze een aantal weken geleden ook al heeft gedaan, maar waarvoor ze toen werd teruggefloten: om exact te doen wat de Vlaamse Regering niet wil door een verkeerd signaal te geven door een aantal groepen vrij te stellen en de RVA-controles te versoepelen. Dat gaat lijnrecht in tegen wat de Vlaamse Regering op een van de punten heeft gevraagd in het kader van het samenwerkingsfederalisme.
Dat is natuurlijk zorgwekkend. We worden door de federale overheid bevraagd en daarop ga je als Vlaamse Regering volmondig in, maar daarna krijg je het signaal dat je niet alleen niet echt een antwoord krijgt, maar dat men volhardt in het tegenovergestelde. Een reden temeer, mevrouw de minister-president, dat u daar een hartig woordje over spreekt.
De heer Keulen heeft het woord.
Voorzitter, collegas, ik vind dat mevrouw Gennez, nationaal voorzitter van sp.a, het nu op het spreekgestoelte heel genuanceerd formuleert, want ik heb hier ook een krantenartikel voor me liggen en uiteraard heb ik dit ook in functie van deze plenaire vergadering gelezen. Op pagina 12 in de krant De Tijd formuleert Caroline Gennez het heel scherp ten aanzien van de federale regering. De term hoogmis is natuurlijk een geladen term, het is geen neutrale term, en maakt eigenlijk ook de rekening van de regering waar coalitiepartner CD&V ook federaal de leiding van heeft. Eerlijk gezegd zit ik toch met een open vraag: wat is nu eigenlijk de bedoeling daarvan? De vragen die mevrouw Gennez hier stelt aan haar partijgenote, viceminister-president en dienstdoend minister-president, Ingrid Lieten, die kan ze zo ook wel stellen, want ik ga ervan uit dat ze on speaking terms zijn.
Ik raad iedereen aan om het artikel in De Tijd te lezen, dat is heel scherp. Het doet me een beetje denken, mevrouw Gennez, aan een variant op het vechtfederalisme, want eigenlijk leid ik er bijna uit af: Vlaamse Regering; ga daar niet naartoe, want dat heeft allemaal weinig zin. Uw optreden hier op het spreekgestoelte en de nuances in uw betoog, staan een beetje haaks op de scherpte van dat interview. Ik kan me niet voorstellen dat u niet met elkaar communiceert, Gennez versus Lieten en omgekeerd, dus vraag ik me af wat hier precies aan de hand is. Is het de bedoeling om dat initiatief waartoe federaal wordt opgeroepen om de violen te stemmen, ook vanuit de sp.a, als meerderheidsfractie in de Vlaamse Regering, te steunen of niet?
De heer Caluwé heeft het woord.
Voorzitter, ik wou toch ook even iets zeggen omdat ik blij ben dat de toon nu wat genuanceerder is, want deze morgen heb ik toch ook mijn wenkbrauwen gefronst. Waarover gaat het vrijdag? Vrijdag gaat het over de voorbereiding van de Europese lentetop en die lentetop heeft als bedoeling om een eerste aanzet te geven. Er worden nog geen definitieve besluiten genomen, maar er worden al belangrijke richtingen uitgegaan. De bedoeling ervan is om tot besluit te komen in juni, wanneer voor het Europees sociaal-economisch beleid voor de komende 10 jaar een nieuwe strategie moet worden ontwikkeld. Natuurlijk komen dan belangrijke themas aan bod die in belangrijke mate deelstaatbevoegdheden zijn binnen België. Het zou natuurlijk fout zijn mocht de federale overheid daarnaartoe gaan zonder dat men daar volmondig de deelstaatregeringen bij betrekt.
Van een aantal punten kun je je afvragen wat men daarover zou vertellen, zoals over jongeren zonder diploma, over CO2-uitstoot, over armoedebeleid, zonder dat de deelstaten daarbij worden betrokken. Ik zou verondersteld hebben dat, mocht dat niet gebeuren, er zeer negatieve reacties zouden komen. Maar ik ben tevreden dat de toon is aangepast tegenover wat ik vanmorgen heb gelezen.
De heer Van Hauthem heeft het woord.
Viceminister-president, u zegt dat u uw lijstje hebt overgemaakt aan de premier, overigens op zijn vraag. Ik heb de interviews van de federale premier ook gelezen, waarin hij zegt dat we moeten nagaan hoe we gezamenlijk tot de doelstellingen van Europa 2020 kunnen komen. Ondertussen stellen we vast dat een en ander blijft mislopen. De heer De Wever heeft daarnaar verwezen. Straks gaan we hier over een voorstel van resolutie stemmen waar het beleid inzake hernieuwbare energie helemaal wordt doorkruist door het federale beleid. We kunnen van hoogmis naar hoogmis blijven gaan.
Minister, waar wil deze regering landen, na alle gesprekken die er al zijn gevoerd? We kunnen blijven praten, maar wanneer is de maat vol? Wanneer moeten er concrete resultaten zijn? Ik heb de indruk dat heel de copernicaanse omwenteling nog ver van ons ligt.
We zouden graag willen dat onze agendavoorstellen voor het EU-voorzitterschap worden opgenomen, en dat de prioriteiten worden vertaald in het voorzitterschap en het voorstel van België.
Vanuit onze regio willen we meewerken aan het bereiken van de doelstelling van de EU 2020-strategie. Vanuit onze volledige bevoegdheid willen we daaraan een serieuze bijdrage leveren, rekening houdende met hetgeen waarvoor wij bevoegd zijn. We hebben voor die twee issues een document en een standpunt ingenomen. Dat gaan we opnemen. Daarnaast hebben we in het kader van het samenwerkingsfederalisme aan de federale premier ook een lijstje overgemaakt van kwesties, waarin de federale regering ons kan helpen om het Vlaamse beleid uit te voeren. Die drie elementen gaan we vrijdag opnieuw op de tafel leggen.
Ik wil mijn collegas toch even overtuigen van mijn goede bedoelingen. Wat u hier live hebt gezien, is exact hetzelfde als wat er vandaag in de krant staat. Ik ben heel blij met het antwoord van de minister-president, die zegt dat de input van de Vlaamse Regering voor de voorbereiding van de Europese lentetop en het Europees voorzitterschap, morgen op de agenda komt. Dat is vanzelfsprekend.
De bijkomende opmerking die ik heb gegeven in De Tijd lijkt me ook vanzelfsprekend. Die moet in het Vlaams Parlement niet aan bod komen. Ik heb de vrijheid van spreken om tegen de federale regering te zeggen: put your money where your mouth is. Ik heb de premier horen zeggen dat hij de sociaal-economische uitdagingen ging aanpakken, en dat hij dat zou doen in coördinatie met de regios. Wel, hij heeft werk op de plank. Hij kan daar binnen zijn eigen bevoegdheden uitvoering aan geven.
We hebben een aantal prioriteiten overgemaakt in het kader van het samenwerkingsfederalisme. Het is niet onbelangrijk te weten wat daarmee is gebeurd voor we de kar nog verder overladen. Dit zijn perfect legitieme vragen waarop we hoogstwaarschijnlijk en hopelijk morgen een antwoord krijgen.
Het incident is gesloten.