Verslag plenaire vergadering
Verslag
Bespreking
Dames en heren, aan de orde is de beleidsnota Algemeen Regeringsbeleid 2009-2014.
Volgens artikel 73, punt 5, eerste lid, van het reglement wordt de bespreking gehouden op basis van de met redenen omklede moties en moties van wantrouwen die tot besluit van de in commissie besproken beleidsnota zijn ingediend.
De bespreking is geopend.
Minister-president Peeters is niet aanwezig omdat hij overleg voert over Opel. De Vlaamse Regering wordt vertegenwoordigd door minister Vandeurzen.
De heer Verougstraete heeft het woord.
Voorzitter, eerst wil ik, zoals ik al in de commissie heb uiteengezet, mijn beklag doen over de vormen van taalvervuiling in deze beleidsnota. Heel wat termen kunnen perfect in het Nederlands worden geformuleerd. Dat is in de tekst van de beleidsnota niet steeds gebeurd.
De ambitie van Vlaanderen in Actie is tegen 2020 van Vlaanderen een topregio te maken. Deze doelstellingen zijn in de beleidsnota vervat. Of deze doelstellingen worden bereikt, blijft echter een open vraag. Naar mijn mening wordt te weinig in wetenschap, technologie en innovatie geïnvesteerd. Het is dan ook belangrijk de doelstellingen blijvend te evalueren en, zo nodig, bij te sturen. We moeten hierbij rekening houden me de economische crisis waar we ons thans volledig in bevinden.
Een goed overheidsbestuur impliceert uiteraard efficiëntie en effectiviteit in de dienstverlening van de overheid. In de beleidsnota is evenwel geen sprake van een degelijke doorlichting van het Vlaams ambtenarenkorps, dat in de loop van de vorige legislatuur nochtans fors is toegenomen. De cruciale vraag die we ons moeten stellen, is of hetzelfde werk, onder meer ten gevolge van de technologische ontwikkeling, niet met minder personeel kan worden verricht.
Wat duurzame ontwikkeling betreft, legt de minister-president terecht het accent op duurzaam bouwen en wonen en op de verspreiding van kennis ter zake. Het is tevens belangrijk de middenveldorganisaties en de lokale besturen hier intens bij te betrekken.
Overheidscommunicatie vormt een belangrijk instrument om de burgers dichter bij het beleid te betrekken en de nodige informatie te verschaffen over allerlei dienstverleningen waar ze een beroep op kunnen doen. Overheidscommunicatie moet echter laagdrempelig blijven, duidelijk zijn en alle doelgroepen kunnen bereiken. Gemeenten en provincies moeten dan ook preferentiële partners voor de communicatie van de Vlaamse overheid zijn.
Naast de communicatie via de digitale weg moet ook nog voldoende aandacht aan de klassieke communicatie worden besteed. Niet iedereen is immers mee met de digitale ontwikkeling.
Daarnaast moeten de lokale besturen meer worden ondersteund in hun rol van het bestuursniveau dat het dichtst bij de burger staat. Er moet dan ook ernstig werk worden gemaakt van de afslanking en de vereenvoudiging van allerlei regels waar de gemeenten zich aan moeten houden om van de Vlaamse overheid diverse subsidies te verkrijgen.
Op het vlak van de statistiek is de voorbije jaren heel wat vooruitgang geboekt. Om een degelijk beleid te kunnen voeren, dienen de verschillende beleidsniveaus immers over voldoende juiste gegevens te kunnen beschikken. Het Vlaams statistisch systeem en de geografische informatie moeten nog verder worden uitgebouwd en geperfectioneerd. Ondanks de oprichting van het Kabel en Leiding Informatieportaal (KLIP), moeten nog verdere inspanningen worden geleverd om graafschade aan ondergrondse leidingen, met het risico op zware ongevallen, te voorkomen.
De pps-formule is een internationaal aanvaard instrument om bepaalde grootschalige projecten te kunnen realiseren. Deze formule is echter niet geschikt voor elk project. Het is opmerkelijk dat in deze beleidsnota niets staat over het kritisch rapport dat het Rekenhof heeft opgesteld. Uit dit rapport blijkt dat het instrument van de pps-constructie voor verbetering vatbaar is en voor bepaalde projecten soms te zwaar is. Het is belangrijk voor elk dossier na te gaan of een pps-structuur al dan niet een meerwaarde biedt. We betreuren tevens dat deze beleidsnota geen melding maakt van de gevolgen van de economische en financiële crisis op de lopende en de geplande pps-projecten. Het pps-beleid en de pps-projecten moeten dan ook nauwgezet worden geëvalueerd. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Watteeuw heeft het woord.
Omdat duurzaam debatteren blijkbaar het leidmotief wordt van dit parlement, zeker bij de bespreking van de beleidsnotas, zal ik me beperken tot het hoofdstuk Duurzame Ontwikkeling. Volgens deze regering is duurzame ontwikkeling een van de leidmotieven van haar beleid. Ik merk daar niet veel van.
In deze beleidsnota Algemeen Regeringsbeleid lijkt duurzame ontwikkeling wel het stiefkindje te zijn. Nu zal de Vlaamse Regering natuurlijk verwijzen naar de Vlaamse Strategie Duurzame Ontwikkeling die zij zal actualiseren. De vraag is echter of de bestaande twaalf operationele projecten van die Vlaamse strategie wel een goede basis zijn. Die projecten zijn amper uitgewerkt. Enkel het project Duurzaam Wonen en Bouwen is dat wel, en als we mild zijn ook het project Materialenbeheer. Andere projecten zijn niet meer dan wat opsommingen. De meerwaarde is onduidelijk. Prioriteiten werden amper gesteld. Bovendien vinden we weinig terug over energie, mobiliteit of landbouw.
Het is onvoorstelbaar dat die Vlaamse Strategie Duurzame Ontwikkeling daar niets over zegt. Bovendien was er tot nu toe weinig oog voor duurzaamheidsbeoordeling bij allerlei economische en infrastructurele ontwikkelingen. Duurzame ontwikkeling sijpelt misschien wel door naar diverse beleidsdomeinen maar dat heeft dan meer te maken met de inspanningen van verschillende ministers dan met een coherent beleid over duurzame ontwikkeling.
Het is nu belangrijk om de stap te zetten naar een duurzame koolstofarme economie. Dit vergt meer dan zomaar hier en daar een project realiseren. Dat betekent dat er structurele veranderingen nodig zijn inzake energie-, materiaal-, mobiliteits-, voedsel- en woonsystemen. Zulke veranderingen vragen zeer veel tijd. De transitie naar een duurzame koolstofarme economie moet nu dus ingezet worden.
Deze analyse vind ik absoluut niet terug in het hoofdstuk Duurzame Ontwikkeling van de beleidsnota Algemeen Regeringsbeleid. Duurzame ontwikkeling was in de jaren tachtig een verrassend en enthousiasmerend concept. Wat deze beleidsnota nodig heeft op het vlak van duurzame ontwikkeling is ook een wervend, enthousiasmerend concept. Nu is het niet meer dan business as usual.
Duurzame ontwikkeling verdient beter. Daarom vragen wij in onze motie dat de Vlaamse Regering een systematische aanpak ontwikkelt met betrekking tot duurzame ontwikkeling en transitie en daartoe op korte termijn nieuwe transitiearenas opzet inzake landbouw, mobiliteit en energie. De Vlaamse Regering moet toepassingsgericht onderzoek en projecten ondersteunen die moeten leiden tot duurzamere, energiezuinigere productieprocessen in de industrie. Bovendien vragen we duurzaamheidsindicatoren te ontwikkelen om de performantie van het beleid inzake duurzame ontwikkeling te evalueren. Dat is de enige weg om niet achter te blijven. Andere landen en regios staan op dit vlak immers stukken verder. (Applaus bij sp.a en Groen!)
De heer Kennes heeft het woord.
De titel van de beleidsnota kan de lezer op het verkeerde been zetten. Die gaat niet over het algemeen regeringsbeleid maar over een bepaald aantal diensten van de Vlaamse Regering. Het gaat in feite over een disparaat geheel van stafdiensten. Maar zijn deze stafdiensten van de minister-president niet de staf waarmee de herder de kudde leidt, weliswaar op dit moment rond de Opel-discussies?
Vlaanderen in Actie (ViA) is de koepel waaronder het Vlaamse beleid deze legislatuur gestalte krijgt. Samen met de sociale partners, het verenigingsleven en de brede bevolking wil de regering van Vlaanderen een topregio maken. De beleidsnotas van de andere Vlaamse ministers geven aan welke strategische en operationele doelstellingen hiervoor worden voorgesteld. De volgende maanden worden de doorbraken uitgewerkt in tastbare projecten en flankerend beleid. Het zijn de minister-president en zijn diensten die moeten waken over de coherentie en de timing daarvan.
De langetermijndoelstellingen van ViA zullen onder meer nog worden vertaald in de meerjarenbegroting en het Vlaams plan voor de uitvoering van de Lissabonstrategie na 2010. Maar de ViA-doelstellingen zullen ook de vertrekbasis vormen voor de actualisatie van de Vlaamse Strategie Duurzame Ontwikkeling, waar we naar uitkijken. Duurzaam bouwen en wonen zijn een prioriteit binnen het Vlaamse beleid voor duurzame ontwikkeling. Mijn fractie wil de regering vragen om ook de realisatie van duurzame overheidsopdrachten, inclusief het duurzaam aankoopbeleid binnen de Vlaamse overheid, hoog op de agenda te plaatsen.
Vandaag wordt een nieuwe raad van twintig wijzen geïnstalleerd, die samen met de minister-president zijn schouders zet onder ViA. Die raad zal fungeren als klankbord voor de regering, en zal indien nodig ook de alarmbel moeten luiden. We kunnen die raad alleen maar een goede start toewensen, want ViA moet van Vlaanderen een topregio maken voor groene innovatie, logistiek, ondernemerschap, onderwijs en een efficiënte overheid. Wat die efficiënte overheid betreft, wordt het steeds duidelijker dat goed overheidsbestuur en performante overheidsdiensten kritische variabelen zijn voor een goede ontwikkeling van onze welvaart en ons welzijn. Op dat vlak blijft voor de Commissie voor Efficiënte en Effectieve Overheid een belangrijke taak weggelegd.
Het CAG van zijn kant heeft al een eerste versie van een meerjarenprogramma voor permanente efficiëntiewinsten opgesteld. Dat moet nu verder worden uitgewerkt en uitgevoerd.
Het intra- en interbestuurlijke gegevensverkeer dient meer geïntegreerd te verlopen via kruispuntbanken, netwerkdiensten en informatieportalen. Dat geldt in het bijzonder voor de geografische gegevens. Dat moet niet alleen de kosten drukken voor alle betrokken overheidsinstanties, maar moet ook de dienstverlening aan de burgers, bedrijven en organisaties moderner, toegankelijker en eenvoudiger maken.
Inzake pps wordt best een rationele, behoedzame houding aangenomen. Via een screening moet geval per geval worden nagegaan of pps wel de beste uitvoeringswijze is en welke meerwaarde de keuze voor pps oplevert voor een concreet project. De jaarlijkse rapportering aan het Vlaams Parlement over de pps zal ons in staat stellen de meerwaardetoetsing op te volgen, evenals de gevolgen die worden gehecht aan het rapport van het Rekenhof over pps. Ik weet dat u dat zeer dierbaar is, voorzitter. (Applaus bij CD&V en sp.a)
De heer Van Dijck heeft het woord.
Voorzitter, minister, collegas, straks gaan we nog het hebben over de beleidsnota Financiën en Begroting, maar de budgettaire doelstellingen en de uitdagingen van deze regering zijn gekend. Ze situeren zich in het heden, maar gelukkig ook in de toekomst.
De financiële crisis leidde tot een economische en een sociale crisis, maar gelukkig horen we nu toch de eerste berichten dat er tekenen van herstel zijn. Maar de algemene problemen van onze tijd zijn in ruimer perspectief ook gekend. Deze regering tracht binnen haar mogelijkheden ook oplossingen te bieden. Enerzijds zijn er de overkoepelende projecten zoals Pact 2020, Vlaanderen in Actie en het werkgelegenheids- en investeringsplan (WIP). Zij vormen het kader waarbinnen de regering werkt. Zij geven de richting aan, de ambities en de doelstellingen. Anderzijds zijn er de diensten die de verschillende departementen ondersteunen. Daaruit blijkt ook waar de prioriteiten worden gelegd.
De overheid mag haar rol in de globale economie niet overschatten dat leidt alleen maar tot ontnuchtering maar anderzijds zijn er ook voldoende studies die uitwijzen dat de rol van een goed werkende overheid niet te onderschatten is. Daar heeft onder andere de minister van Bestuurszaken een verantwoordelijkheid op te nemen, maar ook de diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid.
De beleidsnota Algemeen Regeringsbeleid toont hoe we over de departementen heen die efficiëntiewinsten kunnen realiseren door samenwerking, coördinatie, uitwisseling van knowhow en best practices. We denken bijvoorbeeld aan de wijze waarop de Commissie voor Efficiënte en Effectieve Overheid op verschillende plaatsen een duidelijke rol te spelen krijgt. Daar ligt immers de waarde van dit document. Veel van die projecten kosten wel geld, maar leveren uiteindelijk meer op voor de overheid dan dat ze kosten.
Ook de verhouding tussen de politieke wereld en de administratie vinden wij heel belangrijk. Goede afspraken maken immers goede vrienden. De Vlaamse Regering maakt werk van een nieuwe, geprofessionaliseerde relatie tussen minister, kabinet en administratie. De regering heeft daarover een charter, dat onlangs, op 15 januari, werd bekendgemaakt en dat duidelijke afspraken tussen kabinetten en ministers en de administratie bevat.
In het verleden stelde de N-VA-fractie zich al vaak kritisch op ten aanzien van het gebruik van pps-projecten. We zijn dan ook tevreden dat er een duidelijk engagement is om erover te waken dat in deze legislatuur de keuze voor pps geen automatisme wordt. Er zal via een screening geval per geval nagegaan worden of pps de beste uitvoeringswijze is en of het project via pps een meerwaarde zal opleveren. Het pps-beleid en de pps-projecten zullen volgens de beleidsnota nauwgezet gemonitord worden, met het oog op een gecoördineerde en transparante aanpak en uitvoering. Dat vinden we trouwens ook terug in de beleidsnota Financiën en Begroting waarover we straks nog zullen spreken.
In opvolging van dit alles wordt er duidelijk gepleit voor monitoring en rapportering. Dat is essentieel: beleid moet uitgaan van duidelijke doelstellingen, die ook geëvalueerd kunnen worden. Daarvoor is uiteraard heel wat statistisch materiaal nodig. De Vlaamse Regering opteert hierbij terecht voor een maximale aanwezigheid van haar bevoegdheid op het gebied van openbare statistiek. In die context kondigde mijn fractiegenote Lies Jans, bij de bespreking van de moties over de beleidsnota Mobiliteit en Openbare Werken, al aan dat de meerderheid een voorstel van decreet zal indienen betreffende een Vlaamse verkeersongevallenanalyse.
Daarnaast zegt dit document ook iets over de relatie tussen burger en overheid. Vlaanderen is geen hol concept maar een vorm van partnership en stakeholdership: alle Vlamingen worden aangespoord en geprikkeld om zich te moeien en om zich te engageren. Het betreft daarbij zowel de individuele burger, die niet louter consument is tegenover de overheid, als beroeps- en expertenverenigingen, het middenveld en dergelijke meer. De minister-president gaat terecht uit van principes zoals vertrouwen en aandeelhouderschap, en toont zo dat deze Vlaamse Regering niet los staat van haar burgers, van wie zij een mandaat heeft gekregen.
De heer Vereeck heeft het woord.
Collegas, de beleidsnota Algemeen Regeringsbeleid heeft een zevental themata: Vlaanderen in Actie (ViA), efficiënte overheid, duurzame ontwikkeling, geografische informatie, pps, geïnformeerd beleid en overheidscommunicatie. Het is hier niet het moment om op al die punten in te gaan. Ik wens enkel kort enkele zaken aan te stippen.
ViA is de grote ambitie van deze regering. Ze wil tegen 2020 van Vlaanderen een topregio maken. Heel wat van de zaken die we in deze beleidsnota en ook in ViA vinden, stonden ook in het regeerakkoord van vijf jaar geleden. Centraal in deze ViA-doelstellingen staan investeringen in onderzoek en ontwikkeling (O&O). Een topregio is een innovatieve regio en is dus ook een regio die zwaar investeert in O&O. Nu hebben wij er al regelmatig op gewezen niet alleen mijn fractie maar ook andere fracties met gezond verstand dat dat natuurlijk een beetje haaks staat op de besparingen die deze regering realiseert in het O&O-beleid. Onder andere de Vlaamse Raad voor Wetenschapsbeleid (VRWB) heeft erop gewezen dat Vlaanderen in een negatieve spiraal dreigt terecht te komen. Wij bouwen een achterstand op in O&O die niet zomaar in een-twee-drie valt in te lopen. Hoe vallen deze beleidsnota en de keuzes van de regering op het vlak van O&O te rijmen met ViA?
Wat ons daarin vooral opvalt, is inderdaad toch wel de aankondigingspolitiek. Heel wat van die doelstellingen worden genoemd in het regeerakkoord, in de beleidsnotas, in ViA, in Pact 2020, in het relanceplan, in het WIP, in de staten-generaal, in het Transformatiefonds en dergelijke meer. We kunnen daarbij alleen maar vragen om nu eindelijk tot actie over te gaan.
De regering heeft dat begrepen en heeft nu een grote campagne opgezet: Vlaanderen in Actie. U hebt het waarschijnlijk ook al te lande gezien, in alle openbare plaatsen zien we nu de grote reclamecampagne ik doe. De regering heeft feitelijk het geweer van schouder veranderd; omdat ze zelf niets doet, heeft ze gevraagd: Wat doet u als burger? De regering probeert om de bal in het kamp van die burger te rollen. Kennedy, dit is absoluut Kennedy: Dont ask what your country can do for you, but ask what you can do for your country. Goed gevonden. Ik ben vandaag dan ook eens gaan kijken op de ViA-website wat die burger al zelf naar voren heeft geschoven.
Jordi zegt: Ik doe aan toekomst. Dat vind ik mooi. An-Sofie zegt: Ik doe trampolinespringen en volksdans. Pieter Claeys zegt: Ik doe van tijd tot tijd wel eens goed. Kris Peeters heeft zich ook al ingeschreven en hij zegt: Ik doe Vlaanderen vooruitgaan! Christina zegt: Ik doe mijn goesting. Waarschijnlijk is dat iemand van LDD. (Gelach)
Rita zegt: Ik doe aan bloemschikken. Misschien niet direct iets wat Vlaanderen gaat op de kaart zetten, maar wel iets wat ik graag doe. Eline zegt: Ik doe heel veel dat niet mag. Lu zegt: Ik doe mijn loopschoenen aan. Pieter zegt: Ik doe een goudvis na. Paul zegt: Ik doe aan takken opruimen in de tuin na de storm.
En zo gaat dat maar door. Margot zegt: Ik doe aan fun hebben met vriendinnen. En Ferit zegt: Ik doe graag dingen die niet mogen. Bon, zo gaat het nog een tijdje door: Ik doe zotte dingen, Ik doe anders, Ik doe een drietalig kinderboek Ik zag twee beren in het Nederlands, Frans en Turks.
Ik doe niet mee want er staat in ViA niets over Dessel, zegt Kris V.D. (Gelach)
Ik doe het plenum, zegt Jan P. (Gelach)
Ik doe V&H, zeggen Jurgen V. en Margriet H. (Gelach)
Voorzitter, hiermee heb ik geprobeerd om te schetsen dat als we van dat ViA iets willen maken, de bal toch wel echt in het kamp ligt van deze regering als ze met haar doelstellingen en beleidsvoornemens ernst wil maken.
Nu hebben we wel goed nieuws, want onder andere na uw terugkomst uit Californië, werd onder meer door de minister-president, maar misschien ook door u, minister Lieten, gezegd dat u een stukje van de geplande besparingen wilt terugschroeven. U hebt aangekondigd dat u toch weer meer wilt investeren in O&O en dat kunnen we eigenlijk alleen maar ondersteunen.
Voorzitter, ik heb nog wat te vertellen over de efficiëntste dienstverlening en over de interne staatshervorming, waarin ik graag wat meer concrete aanzetten had gehad, maar ik heb geen tijd meer. (Applaus bij LDD en bij Groen!)
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De bespreking is gesloten.
Wij zullen straks de hoofdelijke stemmingen over de met redenen omklede moties houden.