Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Stevens heeft het woord.
Voorzitter, minister, collegas, nieuwe technologische evoluties bieden heel wat mogelijkheden voor personen met een handicap. Ik verwijs hier naar het project van de provinciale hogeschool Limburg, waar studenten een computer ontwikkelden waardoor mensen met een mentale handicap gemakkelijker kunnen e-mailen of muziek beluisteren, of zelfs muziek downloaden. Helaas houden nieuwe ontwikkelingen niet altijd rekening met de obstakels die kunnen opduiken voor personen die afwijken van de norm. Blinden en slechtzienden, waaronder ook heel veel oudere mensen, ondervinden heel wat problemen met bijvoorbeeld een afstandsbediening van digitale televisie. Eerlijk gezegd, ook ik heb heel wat problemen met het navigeren in de menus.
Een ander probleem dat opduikt, is dat steeds meer gebruik wordt gemaakt van aanraakschermen. Dat betekent dat het voor blinden en slechtzienden heel moeilijk wordt om bijvoorbeeld een bankautomaat met een aanraakscherm te gebruiken, of gemeentelijke informatiezuilen, of ticketmachines. Op dit moment is er nog voldoende keuze op de markt van mobiele telefoons en huishoudtoestellen, maar het aanbod van toegankelijke toestellen vermindert heel snel. Dat is een probleem voor een grote groep mensen.
Er wordt wel gewerkt aan oplossingen. Er zijn bijvoorbeeld producenten die gebruik maken van schermlezers. Als je bijvoorbeeld een bepaalde knop aanraakt, wordt er auditieve informatie gegeven over wat er zal gebeuren als je die knop gaat indrukken. Er zijn ook schermen die gebruik maken van navigatieknoppen op de hoeken, maar dat zijn uitzonderingen op de regel.
Het gevaar bestaat dat deze toestellen steeds meer worden geïnstalleerd en dus minder toegankelijk zullen zijn voor blinden of slechtzienden en ook voor heel wat oudere mensen. Minister, hoe kunt u een nuttige rol spelen om samen met de minister voor Gelijke Kansen, de producenten, firmas en fabrikanten te sensibiliseren om gebruiksvriendelijke producten te maken voor deze doelgroepen?
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Het gebruik van touchscreens wordt stilaan algemeen ingevoerd. Ik wil even aanstippen dat het gebruik daarvan, ook voor een aantal mensen met een beperking, een goede zaak is. Heel wat zaken worden gefaciliteerd en mogelijk gemaakt. Binnen het Vlaams Agentschap wordt dit als individuele materiële bijstand mee gefinancierd voor de inrichting in woningen, als het zinvol kan zijn en een goede assistentie kan bieden.
Wat de publieke ruimte betreft, klopt het dat er steeds meer situaties zijn waarin van die technologie en toepassingen gebruik wordt gemaakt. Dat komt trouwens ook omdat er op het Europese vlak een aantal aanbevelingen in die richting gaan. Dat betekent dus ook dat de vraag pertinenter wordt om te zien hoe we de toegankelijkheid van die diensten voor mensen die het wat moeilijker hebben om daarmee om te gaan, toch nog kunnen verzekeren. Het gaat dan om slechtzienden, blinden, een aantal mensen die ouder worden en die niet vertrouwd zijn met die technologie, mensen met een mentale handicap. Dat zijn een aantal situaties waarbij we die vraag moeten stellen.
Het kenniscentrum van het Vlaams Agentschap is absoluut vragende partij om een trekkersrol te spelen op dat vlak, om na te gaan hoe we in die situaties ook voor mensen met een beperking het gebruik en de toegankelijkheid van die dienstverlening kunnen verzekeren. We zouden uiteraard graag hebben dat de notie toegankelijkheid, die we tot nu toe nogal eens beschouwen als fysische toegankelijkheid, wat wordt uitgebreid, zodat we ook spreken over de toegankelijkheid tot de ICT-wereld voor mensen met een beperking. Het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) is in ieder geval vragende partij. Zoals u zelf hebt aangegeven, zullen we dat ook moeten bekijken vanuit het oogpunt van de gelijke kansen. Wat ons betreft, is het kenniscentrum van het VAPH de plaats waar we op dergelijke vragen een antwoord te geven.
De digitale kloof en de toegankelijkheid van de digitale technologie is ook een zorg. Dat is echter niet rechtstreeks het voorwerp van uw vraag. Voor ons is het kenniscentrum van het VAPH de plaats waar we trachten een antwoord te geven aan heel specifieke groepen van mensen met een beperking, die het moeilijk hebben om deze technologie te hanteren.
Minister, ik dank u voor uw heel duidelijk antwoord. Ik ben blij te vernemen dat het kenniscentrum van het VAPH zich bewust is van het probleem en er al mee bezig is. Maar, we moeten de problematiek ruimer bekijken en ze niet enkel beperken tot Vlaanderen. Vaak wordt de technologie in het verre oosten gemaakt. We hebben daar weinig impact op. Maar als we achteraf steeds moeten zorgen voor individuele aanpassingen, kost dat ook heel veel. Het zou veel efficiënter en goedkoper zijn als er bij het begin, bij de ontwikkeling al rekening wordt gehouden met de verschillende noden van zo veel mogelijk mensen met of zonder handicap. Dat zou heel wat goedkoper zijn dan voor iedere individuele persoon aparte aanpassingen in te voeren. Dan zou de kost voor het VAPH inderdaad zeer hoog zijn.
Er moet veel meer preventief worden gewerkt en er moet geanticipeerd worden. Het is ook nodig dat de zaak wordt aangepakt op Europees niveau. Zo zou er, naast de zaken die u zelf al hebt vernoemd, werk gemaakt kunnen worden van een overlegprocedure met de productontwikkelaars vanuit Europa.
Het incident is gesloten.