Verslag plenaire vergadering
Verslag
Het antwoord wordt gegeven door minister Smet.
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Voorzitter, minister, collegas, in de vorige legislatuur hebben we hier een aantal debatten gevoerd over de Vlaamse Wooncode. In die wooncode is een taalvereiste opgenomen voor mensen die sociale huurwoningen willen huren. Die taalvereiste is nooit gekoppeld aan een taaltest; van een resultaatsverbintenis is nooit sprake geweest. De bereidheid tonen tot aanpassing aan een sociale woonwijk en dus ook aan de taal, is een belangrijk instrument van integratie dat was de achterliggende gedachte.
In Vilvoorde is een intercommunale van de huisvestingsmaatschappij die woningen aan de gemeente wil verkopen. In Zaventem hebben we in het verleden gronden aan privépersonen verkocht. In beide gevallen werd en wordt een taalvereiste gesteld. De mensen moeten tonen dat ze zich willen integreren in het Vlaamse Gewest.
In de vorige legislatuur heeft de minister van Wonen, de heer Keulen, altijd gezegd dat die regeling voor de verhuur van sociale huurwoningen in de wooncode staat. Maar hij heeft altijd reserves uitgesproken als het ging over de verkoop van gronden en woningen. Hij vindt dat dit een andere zaak is.
Ik weet niet op welke gronden de inspectie van het Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed (RWO) de verkoop van die elf woningen heeft geschorst. Gebeurde dat omdat de grond van de zaak wordt betwist? Of is er een formele reden? Als de Vlaamse overheid de inspectie gelijk geeft, dan is er een probleem. U weet dat de heer Van Eyken en anderen bij de Europese Commissie klachten hebben ingediend. Het betreft klachten over Zaventem, maar wellicht ook Vilvoorde. Zij klagen ons aan voor discriminatie. Het is dus belangrijk het antwoord van de Vlaamse Regering te kennen.
Minister Smet heeft het woord.
Voorzitter, collegas, het klopt dat een beslissing van de sociale huisvestingsmaatschappij door RWO geschorst en vernietigd is. De sociale huisvestingsmaatschapij is in beroep gegaan bij de minister van Wonen. Dat beroep is op 8 februari gearriveerd; erg recent dus. De toezichthouder heeft de geplande verkoop tegengehouden omdat hij van oordeel is dat het opleggen van een minimale taalkennis bij de wederverkoop van de woningen door de stad Vilvoorde niet verenigbaar is met wat in artikel 34, paragraaf 3, derde lid, van de Vlaamse Wooncode wordt omschreven als doeleinden die te maken hebben met het sociale woonbeleid.
De Vlaamse Regering en de minister van Wonen vinden ook dat het niet wenselijk is om vooruit te lopen op de juridische afhandeling van het ingestelde beroep. Het is belangrijk om de beroepsprocedure te laten afhandelen. Op dit moment is het dus voorbarig om uitspraken te doen over de procedure of over de inhoudelijke aspecten van het dossier.
Het spreekt voor zich dat zodra de beslissing is genomen, het parlement door mijn collega van Wonen zal worden ingelicht.
Ik had zon antwoord verwacht. De grond van de zaak blijft echter belangrijk. De heer Demesmaeker heeft in de commissie Wonen een interpellatie aangekondigd. Het parlement is van oordeel dat wat in de Wooncode staat over sociale huurwoningen ook van toepassing moet zijn op de verkoop van woningen en sociale kavels. Voormalig minister Keulen heeft vorige keer gezegd: Gemeenten als Vilvoorde en Zaventem hebben misschien een perfect sluitend juridisch kader ter verantwoording van hun beslissingen, maar ikzelf heb geen juridisch kader gevonden om de taalbereidheid voor koopwoningen en kavels in te schrijven in de Vlaamse Wooncode. Dat is juist. Het staat niet in de Vlaamse Wooncode want daarin gaat het alleen over sociale huurwoningen. Maar wij hebben een heel sterk juridisch argument om dat wel te doen. Trouwens, de gouverneur van Vlaams-Brabant heeft zowel Zaventem als Vilvoorde in het gelijk gesteld. Inmiddels zijn die verkopen in Vilvoorde al gebeurd. Het gaat om elf nieuwe kavels. In Zaventem zijn er 75 kavels verkocht. Niemand heeft daar ooit bezwaar tegen gemaakt. Ik dring er op aan dat de Vlaamse Regering in die discussie zo snel mogelijk verdedigt dat men die taalvereiste mag stellen.
De heer Demesmaeker heeft het woord.
Ik kan de heer Van Rompuy alleen maar bijtreden. Ik vestig er wel de aandacht op dat dit natuurlijk bedoeld is om het Nederlandstalige karakter van die gemeenten mee te helpen vrijwaren. Ook als de wederverkoop niet kan plaatsvinden, kan men niet vermijden dat Brusselse huisjesmelkers zich op die panden storten, met alle gevolgen van dien. Dat is in het verleden al gebeurd.
Ik heb inderdaad maandag een interpellatieverzoek daarover ingediend en ik kan hier zeggen dat ik het in elk geval handhaaf.
De heer Van Hauthem heeft het woord.
Minister, uw antwoord was voorspelbaar maar ook ontgoochelend. Wij wachten nu de juridische afwikkeling van de zaak af. Daar komt het kort samengevat op neer. Dat is jammer precies omdat de Vlaamse Regering en de verschillende instanties van de Vlaamse Regering al hebben gezegd dat er taalvoorwaarden aan gekoppeld worden, ook in het dossier Vilvoorde.
Voormalig minister Keulen heeft niet gezegd dat hij dat allemaal zou steunen, maar hij heeft ook geen verzet aangetekend. Dat kaderde in een bepaalde politieke filosofie, onder meer ten aanzien van Zaventem en nu ook van Vilvoorde. Nu weten we dat Vilvoorde eigenlijk al gepolst had bij de gouverneur of dit kan, en dat de gouverneur heeft gezegd dat het kan, en dat men het twee keer volgens die regels heeft gedaan. Dan kan de Inspectie Wonen bij de derde keer toch niet komen zeggen dat het niet meer kan en dat die verkoop van de Inter-Vilvoordse Maatschappij voor Huisvesting aan de stad wordt vernietigd? Dan zijn wij als Vlaamse overheid niet meer geloofwaardig als wij in de Rand proberen een beleid te ontwikkelen dat juridisch zo goed mogelijk is onderbouwd ten aanzien van alle mogelijke internationale instanties. Wij doen dat, en dan moeten wij vaststellen dat een instantie van onze eigen Vlaamse overheid die hele regeling onderuithaalt. Als je ten aanzien van internationale instanties een cadeau aan de Franstaligen wilt geven, wel, dit is er een.
De heer Van Eyken heeft het woord.
Ik voelde me al aangesproken door de heer Van Rompuy. Ik wil uitleggen waarom er een klacht werd neergelegd. Het verschil tussen de Wooncode en de reglementen in Zaventem en Vilvoorde is dat de Wooncode zegt dat er een taalbereidwilligheid moet worden aangetoond door de kandidaat-huurder.
En ik heb hier het reglement van Vilvoorde bij me. Daarin staat: Indien er twijfel bestaat over de voldoende kennis van het Nederlands, dus in alle gevallen waarin de kandidaat-koper geen Nederlandstalig diploma kan voorleggen, zal hij verzocht worden zich te onderwerpen aan een taaltest die een primaire kennis van het Nederlands dient vast te stellen, voldoende om zich verstaanbaar te maken in de dagdagelijkse omgang. De test zal uitgevoerd worden door een onafhankelijk orgaan, aangesteld door het college van burgemeester en schepenen. Een kandidaat komt voor de effectieve toewijzing pas in aanmerking nadat hij zich opnieuw met goed gevolg heeft onderworpen aan voornoemde taaltest.
Het gaat hier dus om een voorafgaande voorwaarde terwijl dat in de Wooncode niet het geval is. Wij hebben daar altijd op gereageerd. Voor sociale woningen tellen eerst de sociale en inkomensgerelateerde criteria voor men gaat toewijzen volgens de taalkennis.
Ik begrijp dat de inspectie in die zaak heeft gereageerd. Men gaat in Vilvoorde en Zaventem een stap verder dan wat er in de Wooncode staat.
Ik herhaal dat daar in de huidige stand van de procedure niet op vooruit mag worden gelopen. Zodra er een beslissing is genomen in het beroep, zal die aan het parlement worden meegedeeld.
Die klachten zijn anderhalf jaar geleden door de heer Van Eyken ingediend bij de Europese Commissie. Wij hebben daar niets meer van gehoord. Wij hebben heel duidelijk aangetoond dat die taalvereisten een middel zijn tot integratie. Taal wordt ook in Europa erkend als een middel om zich verstaanbaar te maken en om te kunnen functioneren in een sociaal geheel. Ik sluit me aan bij wat de heren Desmesmaeker en Van Hauthem hebben gezegd. Ik hoop dat de Vlaamse Regering tijdens de volgende weken de inspectie niet volgt en die taalbereidheidsvereiste avaleert.
Het incident is gesloten.