Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Dehandschutter heeft het woord.
Voorzitter, minister, achtbare collegas, over een week, op woensdag 27 januari, wordt bij Christies in New York een reeks van vier kunstwerken te koop aangeboden. Het gaat om De Vier Elementen van Jan Brueghel II, ook Jan Brueghel de Jonge genoemd, die dateren uit de zeventiende eeuw. De werken blijken in het bezit te zijn van de Belgische koninklijke familie. Ze zijn daar blijkbaar beland via erfenissen in het vermogen van koning Leopold III en prinses Lilian Baels.
De media hebben dat opgemerkt en hebben meteen aan het Paleis gevraagd wat er aan de hand is. Daar heeft men er zich nogal goedkoop van afgemaakt door te zeggen dat het geen bezit van de Belgische staat betreft, maar dat het om louter privé-eigendom bezit gaat en dat het dus een privéaangelegenheid is.
Ik vind dat nogal een goedkope uitleg, minister. Alle overheden in dit land doen inspanningen om de topstukken in ons bezit binnen onze grenzen te houden. Men kan daarnaast ook de opmerking maken dat het vermogen van de koninklijke familie toch voor een groot stuk niet hun eigen verdienste is, maar het resultaat van belastinggelden en dotaties en dergelijke meer, en dat de koninklijke familie zich toch ook zou moeten inschrijven in het beleid van de verschillende overheden de federale, maar ook de Vlaamse om de topstukken in ons eigen land te houden.
Ik heb eens uitgezocht of dat mogelijk is op grond van het Topstukkendecreet, maar dat blijkt helaas niet het geval te zijn, aangezien de werken zich in het kasteel van Argenteuil bevonden. Dat rechtsmiddel hebben we dus niet. Toch denk ik dat de koninklijke familie de morele plicht heeft om zich in te schrijven in het beleid van de verschillende overheden en, als ze zich er dan toch niet aan houdt, de kunstwerken in eigen bezit te houden om ze dan ter beschikking te stellen van de gemeenschap. Het meest gulle zou zijn dat men de werken schenkt, maar men zou ze ook in depot kunnen geven aan een museum. Als laatste mogelijkheid kan men ze eventueel te koop aanbieden.
Men heeft geen gebruik gemaakt van die mogelijkheden. Ik vind dat zeer jammer. Het staat haaks op het beleid dat ik daarnet heb geschetst. Hoe schatten u en uw medewerkers het belang van deze kunstwerken voor het Vlaamse kunstpatrimonium in? Kunt u nagaan of er alsnog een ultieme oproep aan de koning kan worden gedaan om deze topstukken alsnog in ons land te houden?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Voorzitter, collegas, De Vier Elementen van Brueghel II komen inderdaad niet voor op de topstukkenlijst. Dat kan ook niet, omdat ze zich momenteel niet op Vlaams grondgebied bevinden. Het feit dat er een vergunning moet zijn, geldt in dit geval dus niet, net zo min als het voorkooprecht.
Er is echter nog een mogelijkheid. Wij hebben ook de mogelijkheid om proactief op te treden. Het gaat dan om heel waardevolle werken die zich in het buitenland bevinden of, zoals in dit geval, op het grondgebied van de Franse Gemeenschap. Daarvoor moet aan twee criteria voldaan zijn. Ten eerste moet het werk zeldzaam zijn, en ten tweede moet het onmisbaar zijn.
Toen wij kennis kregen van het feit dat deze werken mogelijk zouden worden verkocht, hebben wij onmiddellijk een specialist geraadpleegd, namelijk de heer Nico Van Hout, dé specialist van de zeventiende eeuw. Dat is overigens de normale procedure die we daar gevolgd hebben. Zijn advies was dat het heel mooie werken zijn, maar dat ze niet onmisbaar of zeldzaam zijn, omdat we er in Vlaanderen heel wat hebben. Zijn advies was dus dat we in dit geval de proactieve procedure voor het verwerven van die topstukken niet zouden volgen. Daarom hebben we vanuit Vlaanderen ook geen verdere stappen ondernomen om de werken te verwerven.
Ik wil u ook nog wijzen op een Europese regeling, die in dit specifieke geval heel belangrijk is. Er is een Europese regeling die zegt dat schilderijen die een waarde hebben van meer dan 150.000 euro, niet buiten de Europese Unie mogen worden verhandeld zonder dat daar een heel specifieke uitvoervergunning voor is.
Voor Vlaanderen moet de Vlaamse overheid die verlenen, voor Wallonië moet de Franse Gemeenschap die verlenen. Wij hebben goede contacten en er is ambtelijk overleg tussen Vlaanderen en de Franse Gemeenschap: er is nergens een dergelijke vergunning aangevraagd. In principe kan het werk van Jan Brueghel II niet zomaar worden overgebracht buiten de Europese Unie, laat staan naar New York, omdat er geen vergunning is. Dat zou in dit geval een probleem kunnen opleveren.
Minister, ik dank u voor het antwoord. Het bevat alleszins een aantal nieuwe en spectaculaire elementen. In de veilingcatalogus wordt het werk geschat op 1,5 tot 2 miljoen euro. Op basis van uw antwoord denk ik dat u er goed aan doet om samen met uw Franstalige collega onverwijld een brief te richten aan het paleis, zeggende: majesteit, wat u doet, gaat in tegen de Europese regelgeving en is eigenlijk een onwettige daad, een daad van incivisme.
De heer Sabbe heeft het woord.
Voorzitter, ik sluit me aan bij de heer Dehandschutter. We hebben wat het Vlaams patrimonium betreft, zeker het artistieke patrimonium, al heel wat stukken in het buitenland. We hebben een paar decennia lang Spanjaarden bij ons gehad. Er zijn heel wat zaken op economische wijze in Groot-Brittanië terechtgekomen. Het is van belang dat we erover waken en ons ervoor inzetten dat wat onze grote meesters uit het verleden geproduceerd hebben, zo veel mogelijk op Vlaamse bodem blijft. Het kunstpatrimonium dat men in de verschillende musea aan de bezoekers kan tonen is immers een onderdeel van de aantrekkingskracht van een regio.
U haalt aan dat het bedrag voor het vrij verhandelen van kunstwerken is overschreden. We moeten dus maatregelen nemen. Wij zijn voor een maximaal vrij verkeer en de vrijheid van het individueel recht, maar hier gaat het over de koninklijke familie die maatschappelijke verplichtingen heeft omdat ze gedragen en gefinancierd wordt door de maatschappij. Wij moeten alles in het werk stellen, en zeker u, mevrouw de minister, om te zorgen dat die werken hier blijven of althans at arms length, tegen een economische waarde door ons kunnen worden aangekocht of eventueel in privémusea in onze regio kunnen blijven.
De heer Van der Taelen heeft het woord.
Voorzitter, het gaat uiteraard over een materie waarover wij weinig te zeggen hebben. Het gaat hier over de privéverzameling van de koninklijke familie. Het doet me pijn aan het hart dat die verzameling zomaar te koop wordt aangeboden en dat men niet goed weet waar die werken naartoe zullen gaan en wat er met de opbrengst van de verkoop zal gebeuren.
Ik meen te weten dat de koninklijke familie van België steeds is betoelaagd door de belastingbetaler en het zou dus de logica zelf moeten zijn dat die mensen, die goed leven met dat geld en er dingen mee kopen, toch zouden beseffen dat die zaken toekomen aan de overheid, dat het publiek domein is.
Voorzitter, ik weet dat u een goede entree hebt aan het hof. Moeten we niet, als symbolische daad, laten merken dat we het daar niet mee eens zijn? Het gaat over patrimonium, of het Belgisch of Vlaams is doet niet ter zake. Het is ongehoord dat een koninklijke familie zich permitteert om zomaar even ons patrimonium te verkopen ter meerdere eer en glorie van zijn financiële welstand. Als u nog eens naar Laken kunt gaan, voorzitter, doe dat dan toch, want misschien kunt u daar nog een deel van ons patrimonium recupereren.
De heer Arckens heeft het woord.
Het is een schandaal dat de koninklijke familie van België, de meest parasitaire koninklijke familie in Europa, zich onttrekt aan een filosofie die in dit land heerst, in de gewesten en de gemeenschappen. Er is niet alleen in Vlaanderen een topstukkenbeleid, maar die filosofie heerst ook bij de Duitstalige Gemeenschap en de Franse Gemeenschap.
In het proactief Topstukkendecreet dat uw voorganger heeft opgesteld, is voorzien in een constellatie tussen de verschillende overheden. Het lijkt een beetje onwezenlijk dat we niet kunnen optreden in iets wat tot het privébezit behoort van de koninklijke familie.
Minister, ik neem u op uw woorden. U zegt dat er twee criteria moeten zijn waaraan een werk moet voldoen om het aan te kopen: zeldzaam en onmisbaar. Volgens uw expert voldoet het daar niet aan. Dat zijn allemaal floue begrippen. Als men terugdenkt aan het vorige incident rond de aankoop van een werk van Adriaen Brouwer, dan kan men dat interpreteren zoals men wil.
Minister, u verwijst naar Europa. Wel, er is een Europese richtlijn van 1993 die voorziet in de restitutie van cultuurgoederen die tot het nationaal bezit van een lidstaat behoren en plots opduiken in een andere lidstaat. Vlaanderen, dat overlegt met de federale overheid, had zich gemakkelijk kunnen permitteren om hier tussenbeide te komen en dit werk te laten vallen onder het beleid van het Topstukkendecreet. Wat nu gebeurt, is totaal in strijd met onze filosofie in Vlaanderen. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Ik deel de bekommernissen van de verschillende collegas. We moeten ervoor zorgen dat we onze Vlaamse kunst en de waardevolle werken van de Vlaamse kunstenaars zo veel mogelijk in Vlaanderen houden. Vandaar het Topstukkendecreet. Dat zit goed in elkaar. Er is een lijst van werken die zich nu al in Vlaanderen bevinden en die niet naar het buitenland kunnen verhuizen. We kunnen ook een proactieve procedure opstarten voor werken die zich over de grenzen bevinden. Dat hebben we gedaan in deze zaak. We hebben ook het advies gevraagd van experts. Hun analyse was dat het niet zeldzaam en niet onmisbaar is. Het is dus niet van dien aard dat we die procedure moeten opstarten.
Mijnheer Arckens, u verwijst naar een Europese richtlijn. Er zitten beschermingen in die richtlijn, die vertaald zijn in decreten, zowel in Vlaanderen als in de Franse Gemeenschap. Er is heel goed overleg gepleegd. Tot nu is er nog geen enkele uitvoervergunning verleend voor het werk van Jan Brueghel de Jonge, ook niet door de Franse Gemeenschap. Dat is het grondgebied waar het zich momenteel bevindt. In uitvoering van de Europese regelgeving kan dat werk hier en nu niet buiten de grenzen van de Europese Unie worden gebracht.
Er zijn juridische en morele aspecten aan deze zaak. Gelukkig hebben we nog een juridische stok achter de deur. Zeker de koninklijke familie, met de voorbeeldfunctie en het morele gezag dat ze heeft of zou moeten hebben, zou toch beter moeten weten. Ik vind het jammer dat ze dat tersluiks te koop aanbiedt. Dat zou niet kunnen, maar blijkbaar is het een nobele traditie om iets te verkopen, als het hen niet meer interesseert of niet meer genoeg opbrengt. Honderd jaar geleden ging het over de kroonkolonie, dat was ook een privékolonie van Leopold II. Nu biedt men een aantal culturele kroonjuwelen te koop aan.
Het incident is gesloten.