Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw De Vits heeft het woord.
Voorzitter, ik voel me verplicht terug te komen op een debat dat we, naar aanleiding van een vraag om uitleg van de heer Delva, in december 2009 al in de commissie Welzijn hebben gevoerd.
Het gaat om de crisisopvang voor kinderen in het Centrum voor het Jonge Kind in Ganshoren. Dit is werkelijk een waanzinnig verhaal. Het is de bedoeling het centrum te sluiten. Sinds juli 2009 ontvangen de bedienden maandelijks hun volledig loon. Ze moeten echter niets doen. Het personeel is ten einde raad. Vandaag hebben de Bond der Bedienden, Technici en Kaderleden (BBTK) en de Landelijke Bediendencentrale (LBC) bij het gebouw van Kind en Gezin opnieuw actie gevoerd. De personeelsleden verwachten immers vandaag of morgen hun ontslagbrief te ontvangen.
De kinderen worden het slachtoffer van dit sociaal conflict. Het gaat hier om de meest kwetsbare kinderen in onze maatschappij, kindjes van nul tot drie jaar oud die niet op een gezinsstructuur kunnen terugvallen. Ze hebben enkel de opvang in dat crisiscentrum.
We weten allemaal dat het aantal gevallen in Brussel toeneemt. Mevrouw Van der Borght heeft in de commissie voor Welzijn nog cijfers naar voren gebracht. De vraag neemt toe. Het enige centrum dat een antwoord kan bieden, is het Centrum voor het Jonge Kind. Dit is dan ook een waanzinnig verhaal.
Minister, wat kunt u nog doen? U hebt de raad van bestuur ontvangen. Wat is het resultaat van dit gesprek? Hoe kunnen we een kwaliteitsvolle crisisopvang verzekeren? Volgens mij zal het besluit betreffende de kinderopvang hiervoor moeten worden aangepast.
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Ik wil mevrouw De Vits bedanken voor het stellen van de vraag. Het is nuttig dat er publieke aandacht is voor deze situatie, die inderdaad problematisch is.
Een uitspraak van de arbeidsrechtbank stelt de directie in het ongelijk en verplicht haar om de mensen in dienst te houden. Ik ben niet geïnformeerd over de standpunten van de raad van bestuur ten aanzien van deze uitspraak. Ik neem aan dat hij zich zal positioneren ten opzichte van deze beschikking.
Ik heb zelf een aantal initiatieven genomen. De waarheid gebiedt mij te zeggen dat dit is gebeurd nadat wij daarover in de commissie hebben gesproken, mede doordat u en de heer Delva daarvoor aandacht hadden gevraagd. Wij hebben met mevrouw Grouwels afgesproken om dezelfde posities in te nemen. De Vlaamse Gemeenschapscommissie beschikt over een vertegenwoordiging op het niveau van de raad van bestuur. Daar hebben wij een duidelijke gemeenschappelijke strategie afgesproken.
Wij hebben het personeel ontvangen en hebben moeten vaststellen dat er inderdaad schrijnende situaties zijn.
Ik nam het initiatief om de raad van bestuur te convoceren op het kabinet. Ik stelde vorige maandag vast dat er tussen de feitelijke en de formele bestuurders verschillen bestaan. Op het administratieve vlak moet er een en ander in orde worden gebracht. Wij hebben de bestuurders duidelijk gemaakt dat dit een ernstige situatie is en dat het immobilisme en het onvermogen om een sociaal conflict op te lossen groot zijn.
Want dat is de reden waarom wij een beetje vanop afstand moeten toekijken: het is een sociaal conflict en de partners moeten daarin een rol spelen. De raad van bestuur moet daarin een grote verantwoordelijkheid opnemen.
Ten slotte: er is vandaag een onaangekondigde inspectie geweest. Er was al eens een inspectie vanuit Kind en Gezin. Die stelde een aantal minpunten vast waarvoor duidelijk remediëring nodig was. Van de inspectie van vandaag heb ik nog geen resultaten. Ik heb die inspectie gevraagd om ook de financiële situatie van de vzw te onderzoeken. Kind en Gezin zal daar binnenkort het verslag van krijgen en dan zullen wij zien welke gevolgen daaraan verbonden kunnen worden.
Nog één punt in verband met de crisisopvang. Dat centrum heeft inderdaad de taak gekregen een meldpunt te zijn voor crisisopvang en een aantal functies op te nemen voor de organisatie van die crisisopvang. Dat loopt niet goed. Er is beslist om dat te stoppen. Dat betekent dat vanaf maart 2010 deze functies zullen worden overgenomen door het centrum voor algemeen welzijnswerk De Mozaïek. Ook de middelen zullen uiteraard worden doorgeschoven naar de nieuwe partner die deze functies voor ons zal vervullen. Dat moet uiteraard leiden tot een duidelijke kwaliteitsverbetering.
Het is belangrijk dat we het centrum van Ganshoren opnieuw in werking kunnen doen treden. Er is ondertussen 278.000 euro aan middelen uitgegeven. Daarbij is geen enkele bijkomende residentiële opvangplaats gecreëerd. Dat geld ging gewoon naar de verdere uitbetaling van de lonen, terwijl de mensen ondertussen niets moesten doen en het centrum geen kinderen meer opving. Dat is dus een enorm probleem voor de opvang van die kinderen. Ik hoop dat u, nadat u de raad van bestuur hebt gezien, erin slaagt om dat centrum opnieuw te doen starten.
Mevrouw Van der Borght heeft het woord.
Minister, ik treed de vraag van mevrouw De Vits bij. Wij hebben in de commissie daarover uitvoerig gediscussieerd. Ik stelde u een uitdrukkelijke vraag ik citeer het verslag: Ik vraag dan ook uitdrukkelijk om met de voorziening te overleggen en om na te gaan hoe het conflict kan worden beëindigd. Het gaat om een conflict tussen werknemer en werkgever. U mag stellen dat u de inspectie hebt gestuurd. U hebt dat al enkele keren gedaan. Maar de inspectie gaat hier niets concreets vinden want het is louter een conflict en wij vinden het heel erg dat het zover gaat. Ik heb in de commissie ook gezegd dat een conflict meestal in eerste instantie wordt opgelost tussen werkgever en werknemer, en als dat niet lukt met een sociaal bemiddelaar. Als dat nog niet lukt, kunnen er soms derde personen optreden die de betrokkenen aan tafel brengen. Dat was onze uitdrukkelijke vraag.
Nu blijkt dat de raad van bestuur is uitgenodigd, maar ik betreur dat de directeur niet mee aanwezig mocht zijn bij die bespreking. Het is betreurenswaardig dat men dit zo ver drijft. Mijn aanvoelen is dat het kabinet van minister Grouwels dit eigenlijk op de spits wil drijven om laat me toe dat ik het zeg een vakbond ter wille te zijn en dat het niet in eerste instantie de betrachting heeft het conflict op te lossen, in het belang van de werking van dat Centrum voor het Jonge Kind in Brussel.
De heer Delva heeft het woord.
Voorzitter, ik sluit me aan bij mevrouw De Vits. Samen met velen hoop ik dat dit sociaal conflict binnenkort wordt opgelost.
Voor één ding houd ik mijn hart vast, namelijk voor een eventuele sluiting van dit centrum voor kinderzorg en gezinsondersteuning (CKG). Het is het enige in Brussel. Het is niet alleen een CKG: er zijn een aantal projecten aan gekoppeld, zoals een opvoedingswinkel. Mevrouw De Vits stelt terecht dat de vraag naar crisisopvang in Brussel enorm stijgt. De rol die dit CKG nog zou kunnen spelen, is immens. Een sluiting van het centrum zou de allerzwaksten en allerkleinsten van onze samenleving treffen. Ik hoop van ganser harte dat het conflict zo snel mogelijk wordt opgelost, want zeker in een grootstad als Brussel is een dergelijk CKG absoluut onmisbaar.
Mevrouw Vogels heeft het woord.
Voorzitter, dit is een erg pijnlijke situatie voor onze welzijnssector. Het gaat hier over een sociaal conflict, maar het gaat natuurlijk ook over een Centrum voor het Jonge Kind. Ik wil geen interpretatie maken zoals mevrouw Van der Borght dat doet, maar ik voel wel iets voor haar suggestie een stapje verder te gaan en een sociaal bemiddelaar aan te stellen, in plaats van de lange weg van inspecties, rapporten en dergelijke te bewandelen. We weten dat dit lang zal aanslepen. Is het niet mogelijk een sociaal bemiddelaar aan te stellen of op de ene of andere manier die instelling voorlopig onder de curatele van Kind en Gezin te plaatsen?
Mevrouw Vogels, geloof me vrij dat ik alles heb gedaan wat ik kon om de partners ervan te overtuigen een beroep te doen op een sociaal bemiddelaar. Dat is evident. Dat is het eerste waaraan wordt gedacht in een dergelijke situatie.
De diverse betogen bewijzen echter ook dat er verschillende gevoeligheden en belangen spelen. Er is uiteraard de positie van dat centrum in Brussel. Er is de situatie aan de zijde van de directie. Er is de spanning met de syndicale organisaties. Ik zeg u wel: dit begint voor mij een werkelijk onaanvaardbare toestand te worden.
Mevrouw Van der Borght, ik vind dat de raad van bestuur op een bepaald ogenblik afstand moet kunnen nemen van de directeur als het gaat over het nemen van strategische beslissingen, wanneer de situatie tussen de actoren in dit conflict blijkbaar escaleert. Ik vind dat de raad van bestuur op dat moment een bijzonder grote verantwoordelijkheid heeft. Meer nog, als daar werkelijk problemen zijn van overheidsgeld dat zijn doel niet bereikt, of van andere zaken die binnen de bevoegdheidssfeer van Welzijn vallen, dan zal ik niet aarzelen om die raad van bestuur voor die verantwoordelijkheid te plaatsen. Er worden allerlei mensen gecontacteerd om dat sociaal conflict op het terrein op te lossen. Dat vergt dat partners compromissen sluiten en oplossingen zoeken. Tot in het parlement staat men dan te kijken naar diegenen die op het terrein hun hand moeten durven uitsteken en durven zeggen dat ze een akkoord willen maken. Dat wordt toch wel een heel eigenaardige toestand.
In alle duidelijkheid: als die inspectieverslagen de argumentatie geven om ter zake een initiatief te nemen, dan zal ik niet aarzelen. Dit gaat over overheidsgeld en kwetsbare situaties. Ik heb er absoluut geen behoefte aan een sociaal conflict op het terrein lang te laten verrotten. Ik ken mijn grenzen en mogelijkheden. Ik zal ook niet moeilijker doen dan juridisch toegelaten. Ik zie echter dat dit allemaal kan in een sector die geacht wordt het geld aan te wenden om die dingen te doen die nodig zijn in de hulpverlening, en dat tart toch wel elke verbeelding.
Een sociaal bemiddelaar heeft geen zin meer. Wij hebben dat gevraagd in de maand december. Wat wij vragen, is dat de raad van bestuur zijn verantwoordelijkheid neemt. Dit centrum moet verder kunnen werken. Het is het enige centrum. We moeten in nog meer crisisopvang kunnen voorzien, maar als dit centrum dichtgaat, is het werkelijk hopeloos. (Applaus bij sp.a)
Het incident is gesloten.