Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Van der Borght heeft het woord.
Minister, u hebt tijdens de bespreking van de beleidsnota aangekondigd dat u dit jaar werk zult maken van de voorbereiding van een allesomvattend kaderdecreet over kinderopvang. Dat blijkt ook uit de stukken. Het was uw bedoeling om het ontwerp volgend jaar te finaliseren. Naar aanleiding van dat statement hebben we in de commissie uitdrukkelijk de wens geuit om tijdig betrokken te worden bij de bespreking en gevraagd dat het parlement het voorrecht zou krijgen om het debat te voeren. We moeten vaststellen dat de meerderheidspartijen ervoor kiezen om het debat in de pers te voeren. Los van het feit dat men daardoor de regering en u, als minister, voor schut zet, stellen we vast dat er inhoudelijk nogal wat verschillen zijn tussen de standpunten van die twee meerderheidspartijen. Uw partijgenoot Dehaene zegt dat er voldoende opvangplaatsen zijn en dat we de Barcelonanorm hebben gehaald. Voor hem is het goed zo. De focus zal liggen op de kwaliteit. Uw andere coalitiepartner, sp.a, is het daar niet mee eens. Er zijn bijlange nog niet genoeg plaatsen, stelt die partij. Er moeten nog 25.000 plaatsen bijkomen. Ze maakt ook de link met het inkomen.
U, als minister, stond erbij en keek ernaar. Zo komt het toch over. Ik heb dan ook een duidelijke vraag. Hoe gaat u om met de tegenstrijdige standpunten van die twee coalitiepartijen? Hoe zult u die verschillen opvangen in het ontwerp van kaderdecreet waaraan u werkt?
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Voorzitter, ik dank de collega uiteraard enorm voor de sympathieke steun en het begrip voor de positie van de minister. Dat ik dat uit de mond van een lid van de oppositie mag horen, dat doet me iets. Maar, mevrouw Van der Borght, ik kan u zeggen dat u zich nog niet te zeer ongerust moet maken. Het regeerakkoord is duidelijk. Het aantal plaatsen wordt uitgebreid. We doen dat trouwens al in 2010 via een belangrijke investering. We moeten ook gaan naar een globale kaderregeling om de kinderopvang in Vlaanderen beter te organiseren en zich te laten ontwikkelen tijdens de volgende jaren. Wat die principes betreft, zijn het regeerakkoord en de beleidsnota volgens mij wel duidelijk. Het is evident dat politieke partijen proberen visies te ontwikkelen in functie van die besluitvorming.
Nu moet u zich daarover nog niet te erg ongerust maken. Ik neem me voor om, met medewerking van het raadgevend comité van Kind en Gezin, een soort concept naar voor te brengen. Ik sta dan uiteraard ter beschikking van het parlement, dat meester is van de werkzaamheden, om na te gaan hoe de politieke besluitvorming er kan worden georganiseerd
U zegt dat er verschillende meningen leven. Ik heb uiteraard begrip voor uw zoektocht naar verdeeldheid, maar volgens mij zijn er heel wat gelijkenissen. Het is echt niet zo dat ik slecht slaap omdat ik denk dat we er niet uit zullen geraken. Integendeel, ik ben er redelijk gerust op dat de volgende maanden het overleg op een goede manier kan worden georganiseerd. Daarom is het nodig dat ieder voor zich eens uitmaakt welke principes er moeten worden gehanteerd. Ik ga ervan uit dat daarover kan worden overlegd, en de meerderheid zal dat ook doen.
Het is nogal wiedes dat u daarvoor uw slaap niet zult laten. Ik denk dat er andere problemen zijn waarvoor u dat misschien beter zou doen.
Ik ben erg verbaasd over wat u zegt. Wij hadden de vorige legislatuur het voorrecht deel uit te maken van de meerderheid. Toen bestond de goede gewoonte om onder meerderheidspartijen te overleggen, de standpunten bij elkaar af te toetsen en na te gaan hoe ver men kan gaan en wat kan en niet kan. Vandaag stel ik vast dat de huidige meerderheid het debat in de pers voert, en dat is eigenlijk een foute start.
De nota van de voorzitter moet uiteraard nog worden besproken. Maar in zijn tekst staan toch andere intenties. Als we het met zijn allen eens zijn dat het parlement moet worden opgewaardeerd, dan moeten we besluiten dat de meerderheid de bal misslaat door de discussie in de pers te voeren. En hoe u het ook draait of keert: de standpunten verschillen.
Mevrouw Dillen heeft het woord.
Voorzitter, minister, ik deel met plezier de opmerking van mevrouw Van der Borght dat dit zeer belangrijke debat niet in de pers, maar in dit Vlaams Parlement moet worden gevoerd.
Ik heb er wel deze bedenking bij, mevrouw Van der Borght: uw woorden roepen bij me een uitdrukking met daarin de woorden pot en ketel op. Eergisteren heb ik Open Vld een aantal zeer fundamentele standpunten over kinderopvang horen lanceren. Ik ben bijzonder verontrust over het feit dat u pleit voor een volledige stopzetting van de subsidiestromen. We zullen het er in de commissie nog over hebben, want dat is een ander verhaal.
Minister, ik vind dat u nogal gemakkelijk over de terechte kritiek van mevrouw Van der Borght heen stapt. Er zijn toch duidelijke tegenstellingen tussen de standpunten van CD&V en de standpunten die de afgelopen dagen erg uitvoerig door mevrouw Gennez en de heer Crombez zijn verwoord. Zij pleiten voor 25.000 plaatsen extra en voor een centraal meldpunt waar iedereen terechtkan. CD&V heeft een ander standpunt. Ik ben benieuwd wat er uiteindelijk zal komen uit de bespreking van uw ontwerp van decreet. In elk geval hoop ik dat er een consensus wordt gerealiseerd waarbij maar één zaak centraal staat: de garantie dat elke ouder voor elk van zijn of haar kinderen een opvangplaats heeft.
De heer Dehaene heeft het woord.
Voorzitter, ik kan de discussie niet goed volgen. En dat is zeker zo als ze wordt gevoerd door Open Vld, de partij van de opendebatcultuur. Als er dan eens wordt gedebatteerd over zon belangrijke zaak als de kinderopvang, dan klaagt u aan dat er wordt gedebatteerd.
Eigenlijk is dat niet verwonderlijk, want de minister heeft aangekondigd dat er in de loop van de eerste maanden van 2010 een groenboek wordt vrijgegeven; nadien komt er nog een witboek. Op basis daarvan zal de discussie worden gevoerd. Zowel sp.a als mijn partij hebben een aantal zaken naar voren geschoven die zij belangrijk vinden. Wat wij voorleggen, is een discussietekst die na zeer ruim overleg is tot stand gekomen. Ook intern wordt daarover nog gediscussieerd. Zeer veel mensen hebben een mening over kinderopvang, en dat is terecht. Daarom denken we dat de discussie ook in de media mag worden gevoerd.
U zegt dat ik stel dat er voldoende kinderopvang is. Blijkbaar hebt u niet meer gelezen dan de titel. Ik zeg dat er 11.000 plaatsen moeten bijkomen, zodat we in alle regios de Barcelonanorm halen. Dat moet dus echt in alle regios gebeuren, en vandaag is dat niet het geval.
Daarna moeten we de nataliteitsbonus inbouwen: als er meer kindjes geboren worden, creëren we meer plaatsen. Daarnaast zeggen wij zeer duidelijk dat de beschikbare middelen niet enkel kunnen worden ingezet op meer en meer en meer plaatsen. We moeten ook zorgen dat de kwaliteit en de betaalbaarheid gegarandeerd zijn, en dat we een vergunningensysteem op punt stellen waarin gelijke initiatieven aan gelijke voorwaarden moeten voldoen. Een zelfstandige onthaalouder mag bijvoorbeeld meer kindjes opvangen dan een onthaalouder aangesloten bij een erkende dienst, en dat is niet logisch. Ook daar moeten we aan werken. De omkadering en de professionalisering verdienen ook onze aandacht.
Maar voor ons is het ook belangrijk aan de ouders de kans te geven om een deel van de opvang zelf te doen, we moeten hun daarvoor de mogelijkheden bieden. De instrumenten die daar vandaag voor dienen, volstaan niet. Voor alle duidelijkheid: ik vind dat die instrumenten vooral naar de vaders moeten gaan. Zij mogen extra gestimuleerd worden. Dit is een zeer ideologische discussie. Ik vind het normaal dat we onze verschillende visies naar voren brengen.
Dat had u in dit parlement moeten doen.
Ik heb één bijkomende vraag aan de minister. Is de timing al iets concreter geworden dan voorjaar 2010?
Mevrouw Vogels heeft het woord.
Voorzitter, minister, dames en heren, ik heb geen problemen met de opendebatcultuur, integendeel. Ik heb er wel een probleem mee als een partij van de meerderheid aan de bevolking meedeelt dat iedereen binnenkort tegen 2014 drie maanden na de geboorte een opvangplaats zal vinden en dat er 25.000 plaatsen bij moeten komen. Ik heb er een probleem mee dat een meerderheidspartij dat zegt op het moment dat we bezig zijn met de bespreking van een beleidsnota waar maar één cijfer in staat: opvang creëren voor 50 percent van de kinderen tegen 2020. Ik vind dat niet kunnen.
Ik reis met het openbaar vervoer, ik weet dat heel veel mensen op dit moment, zeker in de grote steden, zoeken naar kinderopvang. Ik ben vandaag al drie keer aangesproken daarover. Men zegt mij: het gaat toch beteren? Er wordt nu toch serieus geïnvesteerd? Vanaf 2014 zullen de wachtlijsten opgelost zijn. Ik vind dat dat niet kan. Is deze communicatie naar de bevolking op voorhand binnen de regering afgesproken? Binnenskamers zult u er wel uit raken, maar deze signalen naar de publieke opinie zijn echt nefast.
Mevrouw De Waele heeft het woord.
Voorzitter, ik kan begrijpen dat de meerderheid meent dat ze met haar verschillende visies naar de pers kan stappen. Maar dit brengt bij de oppositie heel wat ongerustheid teweeg, omdat de bevolking de krantenberichten verkeerd kan begrijpen. Het gaat inderdaad niet over definitieve standpunten; het moet nog volledig worden uitgewerkt en uitgesproken. In die zin kan ik de vraag van mevrouw Van der Borght zeker en vast bijtreden. Het zou slecht zijn dat we eerst de voorstellen van de meerderheidspartijen moeten analyseren voor we ons met de essentie kunnen bezighouden.
Die essentie draait rond de betaalbaarheid van de kinderopvang. We moeten ook zorgen voor voldoende aanbod. Dat betekent kansen geven aan zelfstandige kinderopvanginitiatieven. Dit is héél erg contradictorisch met wat we lezen in de sp.a-voorstellen. Wij pleiten voor gelijke regels voor alle initiatieven en voor een gelijke prijs voor alle ouders. Daarbij mogen we niet uit het oog verliezen dat de kwaliteits- en diplomavereisten toch wel moeten voldoen aan de normen, en dat er voor eens en altijd eenzelfde fiscaal en sociaal statuut voor de opvangouder moet komen.
De heer Crombez heeft het woord.
Voorzitter, ik had verwacht dat mevrouw Van der Borght zou zeggen dat het niet betaamt dat de meerderheid meningen heeft en standpunten inneemt, en dat die ook nog eens verschillen. U hebt dat ook gezegd. U moet er eens op letten: zo ongeveer elke vraag van Open Vld komt daarop neer. Belangrijker, mevrouw Van der Borght, is het debat over de kinderopvang. Ik vind het vreemd dat Open Vld het raar vindt dat partijen standpunten innemen. We hebben inderdaad afgesproken dat we het debat gaan voeren in het parlement. We gaan dat ook doen. We hebben dat afgesproken in de commissie. Ik neem er akte van dat Open Vld vraagt dat we geen standpunten meer innemen. We gaan dat wel blijven doen.
U moet niet zeggen wat Open Vld moet doen. We zullen wel zelf uitmaken wat we gaan doen.
Er is een regeerakkoord. (Opmerkingen)
Er staat in het regeerakkoord dat er zal worden gewerkt aan voldoende en kwaliteitsvolle opvang en dat dit zal worden gekoppeld aan de nataliteit. Er staat ook en dat heeft de minister ook al gezegd dat er extra plaatsen zullen worden gecreëerd. Als je de twee meningen van de meerderheidspartijen leest, dan zijn er geen grote verschillen. Er is wel een verschil in de gemaakte analyse van het aantal plaatsen.
Ik hoor hier veel partijen zeggen dat we geen al te hoge doelstellingen naar voren moeten schuiven. Wij zijn het daar niet mee eens. We vinden kinderopvang een van de elementaire onderdelen, niet alleen van opvoeding, maar ook van de arbeidsmarkt. We vinden dat we hier dus een serieuze doelstelling mogen verwoorden, waarmee we als overheid iets doen aan het opvangprobleem van ouders.
Wat is de situatie vandaag? Gemiddeld moet een gezin 13 opvangplaatsen bezoeken vooraleer ze een plaats vinden. Ik heb het standpunt van Open Vld gelezen: jullie gaan daar niets aan doen. Sommige ouders moeten tot 22 maanden zoeken om een plaats te vinden. Wij willen dat oplossen. Wij willen daar een serieuze en haalbare doelstelling voor stellen. Er zijn ouders die meer dan een half uur moeten rijden, bovenop het woon-werkverkeer, om hun kind opvang te bieden.
We zijn het niet eens met diegenen die zeggen dat er geen probleem is met de organisatie, dat er plaatsen genoeg zijn en zelfs dat we geen serieuze doelstelling mogen stellen. We vinden dat dit een essentieel probleem is dat we moeten aanpakken. Ons standpunt is conform het regeerakkoord. De discussie zal, hopelijk met meer argumenten, in de commissie worden gevoerd. (Applaus bij sp.a)
Mevrouw Stevens heeft het woord.
Voorzitter, ik wil graag even reageren. Ik verwijs naar het regeerakkoord waarin duidelijk het engagement staat om te werken aan voldoende en meer kwaliteitsvolle kinderopvang. Dat is heel duidelijk ons vertrekpunt.
Ik kan begrijpen dat de collega van de sp.a zichzelf wil profileren in de media. Ik hoop dat zij hetzelfde zullen doen in de commissie Welzijn. Ik hoop dat ze daar concreter zullen discussiëren en niet via de pers. Gisteren hebben we al een gesprek gehad over kinderopvang. Uitbreiding is één zaak en dat zal ook gebeuren. We moeten nog uitpraten tot hoever we die uitbreiding zullen garanderen.
Uitbreiding is één aspect, maar je moet ook kijken naar de betaalbaarheid van de kinderopvang, zowel voor de ouders als voor de overheid. Dat is een heel belangrijk element. Je kunt niet verwachten dat de overheid alles gaat betalen. Ouders moeten ook een deel van de verantwoordelijkheid dragen. We moeten dit element meenemen in de discussie.
Een ander element is de kwaliteit. Je kunt niet zomaar uitbreiden om uit te breiden. De kwaliteit moet ook worden bewaakt.
Je moet ook inzetten op competenties in het beleid. De vaardigheden van de onthaalouders en alle andere mensen die werken in de kinderopvang moeten worden verbeterd. Internationaal gezien scoren we in Vlaanderen niet zo hoog. Er is nog veel werk aan de winkel.
Daarbovenop komt nog eens de discussie die nu aan de gang is. Ik kan aanvaarden dat collegas hun mening verkondigen in de pers, maar dan moet er ook in de commissie grondig worden gediscussieerd. De meerderheid zal dit verder bespreken op basis van het groenboek kinderopvang.
Je moet niet panikeren op het moment dat er iets in de pers verschijnt. We zijn een gezonde democratie en we mogen onze mening uiten. We zullen wel zien waar we landen. De basis blijft natuurlijk ons regeerakkoord. We zullen zien wat we in dit parlement met alle partijen samen kunnen bereiken.
In het Vlaams regeerakkoord is uitdrukkelijk een belangrijk hoofdstuk aan de hervormingen in de sectoren welzijn, volksgezondheid en gezin gewijd. Hier zijn ook budgettaire consequenties aan verbonden. Dit betekent dat de partijen die het Vlaams regeerakkoord mee hebben onderbouwd en hebben besloten hiervoor te gaan, terecht samen kunnen claimen dat ze met betrekking tot die sectoren belangrijke inspanningen willen leveren.
Ik ben absoluut niet verantwoordelijk voor de standpunten die partijen over dit onderwerp innemen. Mij lijkt het logisch dat een dergelijk debat wordt voorbereid. Dit betekent dat standpunten worden ingenomen. Het enige wat ons, als meerderheid, moet bekommeren, is dat we op basis van die standpunten en met respect voor het regeerakkoord en voor de budgettaire consequenties met een goed voorstel naar het Vlaams Parlement kunnen stappen. Dit wordt een mooie gelegenheid om hierover een debat in het Vlaams Parlement te voeren.
Dit thema bekommert veel mensen, vooral jonge ouders met kinderen. Dit is volkomen terecht. Als ze op zoek naar een geschikte opvang gaan, worden ze op het terrein met bepaalde situaties geconfronteerd. We zullen ons dan ook haasten om hier zo snel mogelijk een aanzet tot een debat te geven. Uiteindelijk zal het Vlaams Parlement de krijtlijnen van de hervorming vastleggen.(Applaus bij CD&V)
Ik stel vast dat een van de meerderheidspartijen, met name de N-VA, ons volop steunt. Ik wil hen hiervoor danken.
Mijnheer Crombez, tot nader order stel ik hier vragen aan de minister. U moet mij hier niet ondervragen. Op zich heb ik hier geen probleem mee. Indien u ons standpunt zoekt, moet ik u melden dat Open Vld reeds vijf jaar hetzelfde standpunt heeft. We pleiten voor meer plaatsen. Dat hebben we de voorbije vijf jaar constant en op dezelfde manier gedaan. Ik verwijs in dit verband naar de cijfers. Een van de initiatiefnemers, namelijk de sector van de zelfstandigen, zorgt voor de meeste uitbreidingen. We hebben altijd voor de nodige ondersteuning gepleit. De sector van de zelfstandigen moet ondersteuning inzake vorming en financiële ondersteuning krijgen.
Indien die ondersteuning er de voorbije vijf jaar was geweest, hadden we vandaag al een pak bijkomende plaatsen in de kinderopvang gehad. (Applaus bij Open Vld)
Het incident is gesloten.