Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Verstrepen heeft het woord.
Mevrouw de minister, het is me wel wat bij de VRT. Sinds u minister van Media bent, is het daar telkens weer met dat bestuur van die openbare omroep kommer en kwel. Het lijkt maar niet te lukken. Eerst hadden we het nog steeds zeer onduidelijke ontslag van de gedelegeerd bestuurder. Wij stellen ons nog altijd de vraag wie dat heeft beslist. Daarover is er nog altijd geen duidelijkheid. Dan slaagt u er niet in om, zoals decretaal is bepaald, ten laatste op 15 januari, overmorgen dus, de raad van bestuur van de openbare omroep te vernieuwen. U hebt gisteren de brieven laten vertrekken om de kandidaten te laten oproepen. U zit daar nu met een vacuüm. Hoe moet het nu verder met de raad van bestuur van de VRT? Dan is er die fijne tussenoplossing: we wachten even, we roepen een algemene vergadering bij elkaar, en die algemene vergadering van de VRT moet dan maar even beslissen dat de huidige raad van bestuur gewoon doodleuk blijft zitten.
Ik heb mij daar heel wat vragen bij gesteld. Ik heb daarover wat juridisch advies ingewonnen. Ik denk dat decreten toch niet zomaar notas zijn die op papier staan. Je moet dat toch een beetje respecteren, zeker als minister. Het lijkt erop dat dit allemaal niet gebeurt, dat dit met de voeten wordt getreden. Wat is de rechtsgeldigheid van de oplossing die te voorschijn wordt getoverd? Wat als die verlengde, uitbollende raad van bestuur van de openbare omroep overmorgen een beslissing neemt? Indien er natuurlijk beslissingen worden genomen, wat mij soms zou verbazen.
Minister Lieten heeft het woord.
De raad van bestuur van de VRT bestaat uit minimum twaalf en maximum vijftien leden. Die werden benoemd door een buitengewone algemene vergadering op 17 januari 2005. De klok tikt inderdaad. Wij moeten de nieuwe leden benoemen. Ik heb daarvoor, zoals u zelf zegt, de nodige initiatieven genomen. Er werd een nieuwe verdeling gemaakt op basis van de verkiezingsuitslag. Ik heb een brief geschreven aan alle fractieleiders. Hun wordt gevraagd een aantal dubbele voordrachten in te dienen. Zodra we die hebben, zullen wij zeer snel kunnen overgaan tot de samenstelling van een nieuwe raad van bestuur. Dat kan misschien al deze week, misschien volgende week.
In ieder geval heeft de raad van bestuur die vandaag nog altijd in dienst is, maandag vermoedelijk zijn laatste vergadering gehad. Ik wil dan ook van de gelegenheid gebruik maken om de bestuurders uitdrukkelijk te bedanken voor hun engagement en toewijding. Zij hebben op hun laatste raad van bestuur het corporate governance charter goedgekeurd. Daarin worden de wijze van aanstelling van onafhankelijke bestuurders en ook de profielen van de bestuurders beschreven. Op basis daarvan kan iedere fractieleider bestuurders voordragen. Wij zullen zeer snel overgaan tot de samenstelling van de nieuwe raad van bestuur.
Er is ondertussen geen juridisch probleem. Ik heb mij gebaseerd op twee principes.
Het eerste principe luidt dat, hoewel de VRT een vennootschap van publiek recht is en het Mediadecreet de meeste bepalingen regelt, alles wat niet in het Mediadecreet wordt geregeld, wordt aangevuld met de bepalingen in de vennootschapswetgeving. Dit betekent dat mensen na afloop van hun mandaat nog steeds ter beschikking van de vennootschap moeten blijven. Het kan immers noodzakelijk blijken nog beheersdaden te stellen.
Het tweede principe is, aangezien de VRT in een publieke omgeving opereert, dat van de continuïteit van de publieke dienstverlening. Dit principe stelt dat een publieke dienstverlening niet zomaar kan worden opgeschort. Ik maak de vergelijking met een ontslagnemende regering. De leden van die regering moeten nog steeds daden van beheer stellen en dringende, noodzakelijke beslissingen nemen.
Ik ga ervan uit dat de huidige raad van bestuur afgelopen maandag voor het laatst heeft vergaderd. Ik ga er eveneens van uit dat we zeer snel de voordrachten voor bestuurders zullen ontvangen. Zodra dit is gebeurd, zullen we tot de samenstelling van een nieuwe raad van bestuur overgaan. Indien dit, om een of andere reden, toch nog een of twee weken zou duren, is er geen juridisch probleem.
Mevrouw de minister, we zitten hier met een probleem van geloofwaardigheid. Ik wil uw uitleg wel eens aftoetsen. Ik zal elke beslissing die de huidige raad van bestuur nog neemt bij de Cultuurpactcommissie aanvechten. Op die manier zal ik de proef op de som nemen.
U gaat er blijkbaar van uit dat de huidige raad van bestuur geen beslissingen meer zal nemen. U gaat er tevens van uit dat alles op een drafje zal gebeuren. Het zal maar twee of drie dagen meer duren. Dit sleept nochtans al maanden aan.
Volgens mij probeert u ons hier iets wijs te maken. U had die raad van bestuur nog nodig om het ontslag van de afgevaardigd bestuurder te eisen. Daardoor bent u met betrekking tot de vervanging natuurlijk in tijdnood gekomen. Anders zou dit niet zijn gebeurd en zou de afgevaardigd bestuurder er nog steeds zitten. U hebt zelf verklaard dat de raad van bestuur nodig was. De raad van bestuur moest het ontslag van de heer Wauters eisen. Dat hebt u bewerkstelligd.
Nu vertelt u hier doodleuk dat het om een verlengd mandaat gaat. U probeert dit goed te praten met verwijzingen naar de vennootschapswetgeving en met andere trucjes. Dit is geen goed bestuur. U probeert ons iets wijs te maken. Ik gebruik het woord voorliegen nog niet, maar het scheelt niet veel.
U hebt politieke invloed op het bestuur van de openbare omroep uitgeoefend. Eerst hebt u verteld dat de raad van bestuur pas in maart 2010 zou worden vervangen. Nu zal dit al volgende week of zelfs overmorgen gebeuren. Hoe wilt u dit doen? Wilt u sneller dan de post werken? Ik vraag me af of u ons hier iets tracht wijs te maken. Volgens mij zitten we, met u als minister, met een ernstig vertrouwensprobleem.
De heer Tommelein heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, ik heb al meermaals in de commissie en tijdens plenaire vergaderingen gevraagd wanneer de minister de raad van bestuur wilde vervangen. Als ik de zaken eens goed bekijk, ben ik het eens met de stelling dat er geen juridische bezwaren zijn. De raad van bestuur kan gerust nog een tijdje meedraaien. Er bestaat echter ook nog zoiets als politiek fatsoen.
Onze partij zal niet in een verbeterde situatie terechtkomen, want we zullen een bestuurslid moeten inleveren. Volgens de regels van het politiek fatsoen moet de raad van bestuur evenwel zo snel mogelijk na de verkiezingen aan de hand van de politieke krachtsverhoudingen in het parlement worden samengesteld. Ik heb me de voorbije maanden herhaaldelijk afgevraagd waarom de raad van bestuur niet werd vervangen. Ik vind het vrij flauw dat alles nu snel moet gebeuren. De fractieleiders zullen nu verantwoordelijk worden voor de snelheid waarmee de raad van bestuur al dan niet wordt samengesteld.
Ik kan me niet van de indruk ontdoen dat het treuzelen en het wachten met de verzending van de brieven veel met politieke onenigheid binnen de Vlaamse Regering te maken heeft. De raad van bestuur moest eerst nog een paar zaken regelen. Er was geen consensus binnen de Vlaamse Regering. Ik zou de minister willen vragen of dit klopt.
De heer Vandaele heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, de heer Verstrepen maakt er weer een karikatuur van. Wij hebben gisteren ook in de krant gelezen dat de nieuwe raad van bestuur pas op 15 maart 2010 zou aantreden. Dit stond in een gesprek met de heer Decaluwe. Hieruit blijkt overigens andermaal dat men met de heer Decaluwe in de meerderheid geen oppositie meer nodig heeft.
Indien de Vlaamse Regering met de aanduiding van de nieuwe leden zou wachten, zou de N-VA dit ook problematisch vinden. Dat is blijkbaar niet het geval. De minister heeft verklaard dat ze snel zal werken. Hiermee willigt ze onze wens en de wens van de heer Decaluwe in. We zien dus geen probleem.
De heer Decaluwe heeft het woord.
Mevrouw de minister, ik dank u voor het antwoord.
Mijnheer Vandaele, u moet goed leren luisteren en lezen. De buitengewone algemene vergadering heeft een verlenging gevraagd en gekregen tot uiterlijk 15 maart, om geen risicos te nemen.
We hebben de brief net gekregen, mevrouw de minister. Ik wil alle fracties oproepen om de voordrachten zo snel mogelijk te doen, mogelijk vrijdag al, of misschien via een extra ministerraad, om die gap zo klein mogelijk te maken. Ik heb juridisch advies gelezen dat op een aantal risicos wijst. De heer Verstrepen wil blijkbaar de Cultuurpactcommissie inschakelen. Daarom zou ik er, in het belang van de openbare omroep, bij alle fracties op aandringen om de nieuwe raad van bestuur zo snel mogelijk te benoemen.
De heer Caron heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, collegas, het Cultuurpact is inderdaad een verderfelijk instrument, maar daar wil ik vandaag niet op ingaan.
Mevrouw de minister, het decreet voorziet in een mogelijkheid om naast bestuurders die worden aangeduid door de politieke fracties, ook drie neutrale experts, wetenschappers, mensen met ervaring, aan te duiden om de kwaliteit van het bestuur nog te verhogen en de politisering wat af te zwakken. Hebt u de intentie om dat spoor te bewandelen?
Mijnheer de voorzitter, collegas, ik vind het Cultuurpact heel belangrijk. Ik vind het ook belangrijk dat we de resultaten van de verkiezingen snel kunnen vertalen in de raad van bestuur. Maar ik benadruk ook dat wij de voorbije weken met de regering vooral bezig zijn geweest met het belang van de vennootschap van de VRT zelf. Dat betekent dat wij, in perfect overleg met de raad van bestuur, een aantal beslissingen hebben genomen over het management en dat we nu, ook in perfect overleg met elkaar, afscheid nemen van deze raad van bestuur en uitkijken naar de volgende. Dat is uiteindelijk de ratio legis geweest om de opvolging van de stappen die we hebben gezet, te vertalen.
Het is helemaal niet de bedoeling om nog te wachten tot maart. De heer Decaluwe heeft heel terecht opgemerkt dat we ervoor gezorgd hebben dat we juridisch alle poortjes hebben dichtgedaan en dat we daar een maximale termijn op hebben gezet. Afhankelijk van hoe snel we die bestuurders krijgen, zullen we kunnen overgaan tot de samenstelling van de nieuwe raad van bestuur. Daarover bestaat helemaal geen onenigheid binnen de regering, mijnheer Tommelein. De bestuurders worden trouwens voorgedragen door de fracties, dus de regering zal daar akte van nemen en zal de samenstelling uiteindelijk op die manier uitvoeren.
Mijnheer Caron, in het Mediadecreet is inderdaad een mogelijkheid opgenomen om onafhankelijke bestuurders aan te duiden. Verschillende leden van de regering hebben al gezegd dat ze op dat vlak vragende partij zijn. Onder andere minister Bourgeois is daar altijd een voorstander van geweest.
Een van de bepalingen die de huidige raad van bestuur op zijn laatste vergadering van maandag nog heeft opgenomen in het corporate-governancecharter, behandelt net de vraag hoe men met die onafhankelijke bestuurders zal omgaan. In die bepaling staat dat het de raad van bestuur zelf is die beslist of hij onafhankelijke bestuurders nodig of nuttig acht. In het Mediadecreet staat dat men die kan binnenroepen als men bepaalde competenties extra nodig heeft, bijvoorbeeld uit het medialandschap, uit de culturele wereld, of bedrijfsmatige competenties. Het is dus aan de raad van bestuur zelf om te kijken of men extra competenties nodig heeft en of men onafhankelijke bestuurders opneemt. De raad van bestuur organiseert die procedure zelf. In het charter staat onder andere dat ze dat kunnen doen via bijvoorbeeld een publicatie of een oproep tot kandidaten of op andere manieren. Die procedure staat nu beschreven.
Dat alles was nodig om op een deugdelijke juridische manier te kunnen overgaan tot de samenstelling van de nieuwe raad van bestuur, enerzijds de twaalf leden die door de regering worden aangeduid op voordracht van de verschillende fracties, en anderzijds, in de toekomst, misschien ook de drie onafhankelijke bestuurders.
Mevrouw de minister, ik zal het nog eens herhalen: u en uw partij hebben de huidige raad van bestuur, met vooral de voorzitter van die raad van bestuur, zo lang mogelijk in het zadel gehouden om de gedelegeerd bestuurder buiten te gooien.
Mijnheer Verstrepen, de termijn loopt tot 17 januari. Ik heb daar niets voor moeten doen. Dat gebeurt automatisch.
Mevrouw de minister, op de vraag wie heeft beslist dat de gedelegeerd bestuurder moest opstappen, hebt u in dit parlement en in de commissie meerdere keren geantwoord dat dat was op vraag van de raad van bestuur. U hebt dat hier meerdere keren herhaald. Ik heb de notulen opgevraagd, en daarin staat nergens dat de huidige raad van bestuur van de VRT het ontslag heeft gevraagd van de gedelegeerd bestuurder.
Wie moet ik dan geloven? De notulen van de raad van bestuur of u?
U kunt een slotopmerking maken, maar geen bijkomende vragen stellen.
Ik zou dat toch graag weten. Ik ben het beu dat hier voor de derde keer de schijn wordt opgehouden dat het de raad van bestuur is die de beslissing heeft genomen, terwijl dat manifest niet juist is. Het staat op papier dat het niet op vraag van de raad van bestuur was. De vragen die wij hier gesteld hebben, waren correct. De minister heeft niet juist geantwoord. (Applaus bij LDD)
Het incident is gesloten.