Verslag plenaire vergadering
Verslag
Het antwoord wordt gegeven door minister Lieten. Minister Smet is afwezig wegens een zending in het buitenland. (Opmerkingen)
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Mevrouw de minister, maandag is in Brussel het digitale inschrijvingssysteem van start gegaan. Een gelijkaardig systeem is eerder al in gebruik geweest in Gent, en ook in Antwerpen wil men een dergelijk systeem opstarten.
Maandag kon men in Brussel beginnen in te schrijven om 13 uur, maar al van bij de aanvang van de inschrijvingen waren er problemen. Het systeem crashte verschillende keren. En dat is problematisch als je weet dat een van de belangrijkste criteria voor inschrijving het tijdstip van aanmelden is. Als je op een bepaald moment ingeschreven hebt en het systeem crasht en je inschrijving blijkt verloren te zijn gegaan, dan heb je natuurlijk een probleem.
Verschillende organisaties hebben de rechtsgeldigheid van het systeem en van de inschrijvingen in vraag gesteld. Ook in de kranten is dat al aangekaart. Wat gaat u daaraan doen? Zult u maatregelen nemen om de rechtsgeldigheid te waarborgen?
Een systeem waarbij het tijdstip van inschrijven cruciaal is, bevordert de gelijke onderwijskansen absoluut niet, mevrouw de minister. Een dergelijk systeem bevordert het recht van de sterkste en geeft de hoger opgeleiden veel meer kansen om zich snel in te schrijven. 21 percent van de gezinnen in Brussel en daarbij zijn er heel wat lager opgeleiden of mensen uit sociaal lagere klassen hebben geen computer en moeten begeleiding zoeken om zich in te schrijven. De criteria in Brussel waren ook verschillend voor basisonderwijs en voor secundair onderwijs. Het systeem was dus vrij complex, wat het voor lager opgeleiden nog moeilijker maakte. Mijn bezorgdheid gaat dus in tweede instantie ook over de gelijke inschrijvingskansen voor die lager opgeleiden.
Minister Lieten heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, geachte collegas, het onlineaanmeldingssysteem voor de Brusselse basis- en secundaire scholen ging op maandag 4 januari van start. Het gaat eigenlijk over experimenten met aanmelding die uitgebreider zijn besproken met minister Smet in de commissievergadering van 3 december. De minister heeft toen benadrukt dat de lokale overlegplatforms (LOP) binnen de krijtlijnen van het experimenteren autonomie hebben bij het uitwerken van de criteria en de werkwijze. Er is toen ook gezegd dat er uiteraard in evaluatieprocedures voorzien is die nagaan wat er in de praktijk is gebeurd. Ik verwijs dus voor een deel naar de bespreking van 3 december.
Ik wil ook vermelden dat de minister niet bevoegd is om de afspraken die in het LOP zijn gemaakt, vooraf te toetsen. Het LOP is zelfs niet verplicht om die afspraken vooraf te melden aan het ministerie van Onderwijs en Vorming. Er is wel post factum een toetsing mogelijk, maar dat gebeurt door de Commissie inzake Leerlingenrechten en die is daarvoor bevoegd. Daarnaast zijn ook de reguliere rechtbanken bevoegd.
We hebben inderdaad vernomen dat er startproblemen zijn geweest. Het is misschien kort door de bocht om te zeggen dat daardoor de rechtsgeldigheid van het hele aanmeldingssysteem in vraag moet worden gesteld. De Commissie inzake Leerlingenrechten zal zeker en vast worden bevraagd door ouders die zich gedupeerd voelen. Het is die commissie die dan zal nagaan of de rechten van die ouders geschaad zijn en die ook uitspraak zal doen.
De criteria waarvoor de beide LOPs hebben gekozen, zijn niet gelijklopend voor het basis- en het secundair onderwijs. Het is de autonomie van de LOPs zelf om binnen het decretale kader tot een regeling te komen.
Was de toegankelijkheid van het systeem er voor alle ouders en zeker voor kansarme ouders of voor mensen die geen computer hebben of er niet goed mee overweg kunnen? Die discussie is ook al gevoerd in de commissievergadering van 3 december. Er is toen ook gezegd dat er verschillende organisaties zijn die ouders hierin begeleiden en helpen.
Het haperen van de online-inschrijvingsprocedure is zeker en vast ongelukkig en heeft tot problemen geleid. De Commissie inzake Leerlingenrechten is bevoegd en zal worden bevraagd, zeker wanneer er gedupeerde ouders zijn.
Het experiment van de aanmeldingsprocedure werd in Brussel uitgevoerd binnen een contract met de Vlaamse Gemeenschapscommissie, wat technisch werd uitgewerkt door CTG Belgium, in samenwerking met Digipolis. Het budget en de ondersteuning zijn ter beschikking gesteld door de Vlaamse Gemeenschapscommissie. Het is net zoals het systeem in Antwerpen en Gent, en is ook betaald door de respectieve gemeentebesturen.
Ik denk dat de minister bereid is om dit met de leden van de commissie verder op te volgen. Maar we moeten zeker binnen ieders bevoegdheid blijven en zowel de autonomie van de LOPs als de bevoegdheid van de Commissie inzake Leerlingenrechten respecteren.
De technische problemen met de website behoren inderdaad niet tot de bevoegdheid van de minister. Dat besef ik ten volle. Ik heb willen aanduiden dat het een probleem was, maar dat er in Gent geen problemen mee waren en dat er in Antwerpen ook geen worden verwacht.
Het belangrijkste onderliggende probleem is het feit dat men in Brussel als belangrijkste criterium het tijdstip van aanmelding heeft gekozen. Het is het verschil in criteria dat ik wil aankaarten.
Misschien moeten we de zelfstandigheid van de LOPs eens durven te onderzoeken en nagaan of de gekozen methode de beste methode is om te bereiken wat we willen bereiken. We beogen toch sociale gelijkheid en een sociale mix. We hechten toch een groot belang aan buurtscholen. Ik denk dat we dit met het huidige systeem niet bewerkstelligen.
Mevrouw Michiels heeft het woord.
Mevrouw de minister, u hebt zelf gezegd dat die discussie al heel uitgebreid gevoerd is in de commissie. Er is toen over alle partijgrenzen heen gewaarschuwd voor wat vandaag gebeurt. De minister heeft toen gedaan wat u nu doet. Ik verwijt u dat niet, u kunt moeilijk anders. Hij heeft de paraplu opengetrokken en gezegd: Het is mijn bevoegdheid niet. Ik kan dit niet vooraf controleren. Het ligt bij de autonomie van het LOP. Ik vind dat gemakkelijk. Als dan blijkt dat er problemen zijn, wordt er gezegd dat we wel zullen zien hoe die zich oplossen.
Mij stoort vooral dat nu de realiteit ons gelijk geeft, een maand na de vragen in de commissie, de minister hier zelfs niet aanwezig is. U zegt, mijnheer de voorzitter, dat hij op zending is. Wij allemaal, alle leden van de commissie Onderwijs, weten dat hij het belangrijker vond om na twee weken reces nog een derde week vakantie te nemen, hoewel hij zeer goed wist dat dergelijke problemen op hem zouden wachten. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Delva heeft het woord.
Als de drie koningen vandaag naar de hemel zouden kijken, zouden zij zien dat in de sterren geschreven stond dat de applicatie niet zou werken. Zoals mevrouw Michiels zegt, hebben meerdere partijen dat herhaald in de commissie.
De inschrijvingsregels voor de scholen zijn met de jaren complexer geworden, zeker in Brussel. De LOPs spelen daarin een rol. Er zijn andere regels voor primair en secundair onderwijs. Het is zo complex geworden dat we een applicatie hebben moeten ontwikkelen die 400.000 euro kost. Vanaf het moment dat die moet werken, valt die plat.
Ik blijf denken dat de hele situatie vandaag er gekomen is door een overdreven regelzucht. Er kwamen altijd maar nieuwe regeltjes, verschillend per onderwijstype. Die regelzucht leidt tot niets, behalve tot chaos. Ik ben er meer dan ooit van overtuigd dat de enige oplossing erin bestaat om opnieuw meer autonomie te geven aan de scholen. De schooldirecties moeten de vrijheid krijgen en het vertrouwen dat zij op hun manier een sociale mix zullen nastreven. Hoe staat u daar tegenover, mevrouw de minister?
De heer Gatz heeft het woord.
Ik deel de zorgen van mevrouw Meuleman, ten eerste op het gebied van de aanmelding: de techniciteit, de snelheid en vooral de rechtszekerheid. Ik heb eind oktober, begin november even aan de noodrem getrokken. Ik dacht dat het systeem niet tijdig operationeel zou worden. Niet omdat de mensen die ermee bezig waren er niet hard aan werkten, maar omdat de tijd zeer kort was. Men heeft me toen verzekerd, ook de minister trouwens, dat een crashtest uitgewezen had dat het systeem crashbestendig was.
Helaas is dat niet volledig zo gebleken. Ik put daar geen enkel genoegen uit. Ik ben niet graag een Cassandra die achteraf minstens gedeeltelijk gelijk krijgt. Niemand is tevreden met een aantal onvolkomenheden in het systeem. Of het volledig plat ligt, is weer een andere vraag. Maar er zijn in elk geval momenten geweest dat ouders zich de vraag konden stellen of ze er tijdig op konden en als ze erop konden, of hun inschrijving wel geregistreerd was. Dat geeft een probleem van rechtszekerheid.
Ik besef dat dit over de autonomie van de LOPs gaat, maar de financiering van het systeem is voor de Vlaamse Gemeenschapscommissie. De toepassing van het GOK-decreet is dan weer de verantwoordelijkheid van de minister. Als hij volgende week terug is uit vakantie, zou het goed zijn dat hij toch eens in een driehoeksoverleg kijkt of we volledig op spoor zitten, of het systeem naar behoren werkt en wat er nu nog moet gebeuren.
Ik deel ook de zorgen over de sociale gelijkheid. Dat heb ik ook in de commissie gezegd. Ik vind wel dat we even de evaluatie moeten afwachten om na te gaan of we de doelstelling van sociale gelijkheid bereiken. Dat was toch de grote drijfveer van het GOK-decreet. Op korte termijn benadruk ik dus het driehoeksoverleg om het computersysteem effectief te doen werken.
Mevrouw Pehlivan heeft het woord.
Ik kan me wel deels vinden in het probleem dat mevrouw Meuleman aanhaalt, maar in Gent is er wel een door Digipolis een perfect uitgewerkt systeem. Brussel heeft zich gebaseerd op het Gentse systeem, maar er een aanpassing aan gedaan. Bij die aanpassing zijn er waarschijnlijk fouten ontstaan.
Waar ik even op wil wijzen, is het volgende. Als men de verantwoordelijkheid weer teruggeeft aan de scholen en de directeurs, houd ik mijn hart vast. Dat betekent een terugkeer naar de periode waarin de scholen zelf de keuze hadden en eigen criteria konden opleggen. Dan is het de vraag of het gelijkekansenbeleid met gelijke kansen voor alle kinderen niet in het gedrag komt. Dat criterium moet zeker toch naar voren worden geschoven. En dat komt veel meer in de problemen dan de oprichting van het LOP, waar de ouders bij betrokken zijn, de niet-onderwijsinstellingen, de buurtcentra, en de verschillende onderwijsinstellingen. De werking van het LOP, het informaticasysteem en specifiek de criteria van Brussel zelf moeten hier worden geëvalueerd. Ik wil het kind niet met het badwater weggooien.
De heer Van Dijck heeft het woord.
Mevrouw de minister, we mogen vooreerst niet vergeten wat de achtergrond is. Vorig jaar debatteerden we hier nog over de kampeerders voor de scholen. Het principe moeten we nu huldigen. Ik maak me wel zorgen, en dat is ook al door de heer Gatz aangehaald. Ik heb eveneens melding gekregen van ouders die zich met de nodige problemen hebben aangemeld en achteraf niet weten of ze zijn ingeschreven of niet. Hun inschrijving werd niet bevestigd. Daarvoor dragen we wel de verantwoordelijkheid. We moeten erkennen dat er fouten zijn gemaakt. Dat is te betreuren, maar we moeten er vooral voor zorgen dat de mensen die zich hebben aangemeld, ook zekerheid krijgen. Het systeem moet echter wel behouden blijven.
De heer Bouckaert heeft het woord.
Ik heb hier niet veel aan toe te voegen. Als commissievoorzitter Onderwijs wil ik erop wijzen dat er in de commissie inderdaad herhaalde malen is gewezen op de problemen van de inschrijvingen in de Brusselse scholen, de late informatiecampagne en de mogelijkheid van een crash van het systeem. We werden weggelachen door minister Smet. Tout va très bien, madame la marquise. Er zou zich geen enkel probleem voordoen. Op de eerste dag crashte het systeem inderdaad.
Als men de toegang tot het onderwijs digitaliseert, en er één enkele toegang van maakt via de computer, en het tijdstip van belang is dat is alleen maar zo voor het secundair onderwijs, niet voor het basisonderwijs kan men het zich niet permitteren dat het systeem crasht. Dat heeft een belangrijke maatschappelijke dimensie. Er is hier echt sprake van een zware beleidsfout. Het is evenmin gepermitteerd dat de heer Vic Anciaux, de voorzitter van het LOP, de problemen wegschuift tot een puur technische aangelegenheid. Dit kan leiden tot juridische problemen, want de ouders die zich hebben aangemeld en geen meldingsbericht hebben gekregen, verkeren in de onzekerheid of hun aanmelding wel degelijk geldig is.
Een laatste punt betreft de criteria tot toelating tot de school. Er zitten hier twee voormalige ministers van Onderwijs in de zaal. Zij zullen getuigen dat het een zeer delicate materie is. Ik denk dat deze zaak opnieuw ter sprake moet worden gebracht, en het debat moet worden opengetrokken om de problemen die met het gelijkeonderwijskansenbeleid gepaard gaan, te kunnen evalueren.
Er worden een heleboel zaken op een hoopje gegooid. Ten eerste, is er een decreet Gelijke Kansen. De doelstellingen die daarin staan vermeld, zijn openlijk door dit parlement goedgekeurd. Men kan elke kleine of grote operationele stoornis aangrijpen om dat opnieuw in vraag te stellen. Dat doen wij duidelijk niet.
Ten tweede wordt hier een aantal bevoegdheden, afspraken en rechtsregels op een hoopje gegooid. Ineens is minister Smet blijkbaar bevoegd voor alles. Wel, als er bevoegdheden zijn overgedragen aan organen en instellingen die daar een verantwoordelijkheid voor krijgen, dan kan de minister met recht en reden gerust zijn tot er iets misloopt. Het is niet aan hem om op voorhand te zeggen dat jullie die bevoegdheden slecht zult gebruiken.
Doordat er een operationeel probleem is met een computersysteem, is de vraag naar de rechtsgeldigheid en naar de informatie die nodig is voor de ouders, wel terecht. Daarvoor is ook een instelling bevoegd, namelijk de commissie. De minister zal er samen met jullie zeker over waken dat de acute problemen die zich nu hebben gesteld, worden opgevolgd en dat wordt nagegaan hoe hij daar verder op een juridisch correcte manier met respect voor de rechten van iedereen mee kan omgaan.
De heer Van Dijck heeft absoluut gelijk dat we op korte termijn de rechtszekerheid moeten garanderen en opvolgen. Op de lange termijn ben ik het eens met mevrouw Pehlivan, veeleer dan met de heer Delva. We moeten het centraal inschrijvingssysteem absoluut behouden omdat dat heel waardevol is. We moeten op de lange termijn de criteria wel evalueren.
Het incident is gesloten.