Verslag plenaire vergadering
Ontwerp van decreet houdende aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2009. Derde aanpassing
Ontwerp van decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2009. Derde aanpassing
Ontwerp van decreet houdende de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2010
Ontwerp van decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2010
Ontwerp van decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2010
Verslag
Algemene bespreking (Voortzetting)
Dames en heren, aan de orde is de voortzetting van de algemene bespreking van de ontwerpen van decreet.
We bespreken nu het beleidsdomein Financiën en Begroting.
De heer Van den Heuvel heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister-president, we zijn aan het einde gekomen van een lange rit. Ik zal proberen kort en bondig enkele beschouwingen te maken. Ik heb eerst een aantal algemene beschouwingen over de begroting 2010.
In deze tijd van economische recessie met een economische groei van min 3 percent dit jaar, het slechtste resultaat van na de Tweede Wereldoorlog, de uitdaging aangaan om op korte termijn, namelijk in 2010, het tekort terug te dringen tot 500 miljoen euro en in 2011 tot een evenwicht te komen, is een fantastische prestatie. Ik ben dan ook verwonderd dat sommigen beweren dat dat onvoldoende is. Deze mensen doen me denken aan een papa die, wanneer zijn zoon of dochter thuiskomt met een fantastisch kerstrapport van 90 percent en eerste van de klas is, op een sombere toon gromt: in mijn tijd deed ik het beter en haalde ik 95 percent. Ik heb het niet over mezelf, het is een illustratie van wat sommigen met volle overtuiging komen te vertellen.
Dat is dus een prestatie die er mag wezen, temeer omdat deze begroting gebaseerd is op voorzichtige macro-economische hypothesen. We hebben daar gisteren al over gepraat. Ze is gebaseerd op een groei van 0,4 percent, terwijl de Nationale Bank vorige week nog heeft gezegd een groei van 1 percent te verwachten. Het Rekenhof zegt dat de gewestbelastingen realistisch zijn ingeschat. Wie twijfelt er aan het Rekenhof en beweert dat dit anders zou zijn?
Dan is er nog die 500 miljoen euro. Ik hoor hier beweren dat dit een truc is om de ontvangsten op te krikken in 2010. Wij interpreteren dat als een provisie van tijdelijk te veel ontvangen middelen over het jaar 2009. Ik vind het dan ook eerlijk en boekhoudkundig correct dat die middelen op het jaar 2009 worden berekend, en niet op 2010. Onze fractie kan dus achter die uitgangspunten staan, en in het algemeen geven we niet een ruime voldoende, maar een onderscheiding aan deze begroting, zeker als we die afwegen tegen de alternatieven. We hebben gisteren geprobeerd die te begrijpen, maar eigenlijk hebben we ze niet gehoord.
Ik heb ook een rekensommetje gemaakt. We zouden sneller moeten gaan. Dat betekent dat het tekort van 500 miljoen euro te veel is. Dat komt neer op 500 miljoen euro extra. De jobkorting zou te selectief zijn geworden, hoewel we zijn teruggekeerd naar de initiële bedoeling. Dan heb ik het over de laagverdieners, de doelgroep voor de werkloosheidsval. Die jobkorting mag niet zo snel worden afgebouwd. Ik neem dus 300 miljoen euro. Er moeten buffers voor de conjunctuur en allerlei andere zaken worden aangelegd. Dat zou neerkomen op 100 à 200 miljoen euro. Er zou extra geld moeten komen voor innovatie en voor zorg.
Mijnheer Gatz, als ik dat alles optel, krijg ik een bedrag van 1 à 1,5 miljard euro. Dan heb ik het wat moeilijk met uw alternatief. Dat miljard euro zou worden gevonden door in elke provincie twee lijnen van De Lijn af te schaffen waarop lege bussen rijden, terwijl er meer dan anderhalve maal het totaalbudget van De Lijn nodig zou zijn om aan dat bedrag van 1 à 1,5 miljard euro te komen.
Ook over de schuldopbouw wil ik iets zeggen. We hebben de voorbije weken horen zeggen dat deze regering aan een exuberante schuldopbouw doet, tot 8 à 9 miljard euro en als we niet oppassen nog meer. We hebben dat de voorbije dagen ook al proberen te duiden. We hebben duidelijk gezegd dat het gaat over 5,9 miljard euro in 2010. Daar komt misschien nog ongeveer 500 miljoen euro bij in 2011, niet door een tekort, maar door de tweede helft van het Vlaamse relanceplan. Dan zouden we aan 6 à 6,5 miljard euro komen. We hebben ook al duidelijk gesteld dat, wanneer de KBC-operatie wordt terugbetaald, we wellicht 5,3 miljard euro kunnen terugbetalen. Dan blijft er volgens mij amper 1 miljard euro schuld over, en geen 7, 8 of 9 miljard euro.
Bovendien wil ik ook nog het volgende zeggen ten behoeve van diegenen die dachten dat de zon, wat het financiële aspect betreft, totaal is ondergegaan toen minister Van Mechelen de stok heeft doorgegeven aan de volgende minister. Er was een indirecte schuld van bijna 12 miljard euro: een gewaarborgde schuld van bijna 8 miljard euro en een pps-schuld van 4 miljard euro. Ook wat dat betreft, kan er wat nuance en eerlijkheid in het debat worden gebracht.
De heer Gatz heeft het woord.
U stelt nu eigenlijk dat het begrotingsbeleid van de vorige minister van Begroting rampzalig is geweest.
Neen, dat heb ik niet gezegd.
Ik heb nochtans de cijfers gehoord. Ik val achterover van de omvang van die cijfers. U probeert me er eigenlijk van te overtuigen dat de vorige regering, met minister Van Mechelen, werkelijk niet slechter had kunnen zijn. U moet er altijd over waken dat u een klein beetje maat houdt in uw kritiek, anders wordt het een beetje belachelijk.
Mijnheer Gatz, ik beweer net dat u, met uw kritiek op deze begroting, wat maat moet houden en wat eerlijke nuances moet aanbrengen. Daarom noem ik deze cijfers, die kloppen. Sommige mensen hebben altijd een hoge borst opgezet en gesteld dat ze een nulschuld hebben overgelaten aan de volgende Vlaamse Regering. Dat is niet juist. Mevrouw Ceysens heeft vorige week gezegd dat de directe schuld eigenlijk 5 miljard euro bedraagt.
Maar daarnaast zijn er ook nog de indirecte schuld en de pps-schuld van 4 miljard euro, die we ook niet onder de mat moeten schuiven.
Ik wil het nog hebben over twee punten die op fiscaal vlak belangrijk zijn. Er wordt gezegd dat deze regering een blinde lastenverhogende regering is. Ik geef u twee maatregelen die aantonen dat ze toch ook oog heeft voor het fiscale vlak. Er is de verlenging met twee jaar van de vrijstelling van het verlaagd tarief op de schenkingsrechten voor bouwgronden. En er is de vrijstelling van de loonlastenvoorwaarde bij de successie bij familie- of kmo-bedrijven. Die vraag hebben we verschillende jaren gesteld. Deze regering heeft de maatregel doorgevoerd.
Ik wil eindigen met een drietal aandachtspunten. We hebben de voorbije jaren regelmatig over de impliciete schuld gepraat. Als er een zekere investeringsdynamiek in de begroting zit, dan kan het dat beleidskredieten tijdelijk groter zijn dan betaalkredieten. We moeten dat in een juist kader zien en nuanceren. Ik wil toch aan de regering vragen om dit goed te monitoren en zeker de volgende jaren ook in voldoende betaalkredieten te voorzien.
Een tweede aandachtspunt is het liquiditeitenbeheer van Vlaamse instellingen die buiten het Centraal Financieringsorgaan (CFO) vallen. Het is misschien een heel moeilijke discussie, maar we hebben alles eens op een rijtje gezet. De gederfde opportuniteitswinst zou 65 miljoen euro kunnen bedragen, namelijk 2 percent op 1,3 miljard euro aan beschikbare liquiditeiten bij de verschillende instellingen. Ik weet dat de discussie heel moeilijk is, maar wij vragen toch ook een onderzoek. Wellicht zal dat geen tientallen miljoenen opbrengen, maar ik zou toch aan u willen vragen om dit instelling per instelling te onderzoeken om na te gaan of er graantjes kunnen worden meegepikt, gelet ook op de discussie om het al dan niet op te nemen in de consolidatiekring. We mogen dit zeker niet uit het oog verliezen, maar ik zou u toch willen vragen om die lijst eens te bekijken.
Ik heb gezegd dat deze begroting een stevige begroting is. Vanuit onze fractie willen we dan ook heel duidelijk vragen om het engagement van een evenwicht in 2011 na te komen en om de puike begrotingsresultaten te verankeren in een geloofwaardige meerjarenbegroting. Dit zou heel sterk zijn. We hebben liever een goede, geloofwaardige meerjarenbegroting die enkele weken later komt dan een die holderdebolder komt. Ook in het verleden was het traditie dat bij de eerste begrotingscontrole de meerjarenbegroting werd ingediend. Ik zou dan ook de minister willen oproepen om die deadline te halen om een geloofwaardige en sterke meerjarenbegroting in te dienen. (Applaus bij CD&V en de N-VA)
De heer Watteeuw heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, ik heb met veel interesse geluisterd naar wat de heer Van den Heuvel heeft gezegd over de begroting. Hij zegt dat de schuld meer is dan wat voormalig minister Van Mechelen voorstelt. Het zal zo wel zijn. Hij verwijst onder meer naar de schuld die zich een stukje schuilhoudt in de pps-constructies. Zijn partij is toch ook mee verantwoordelijk voor het gebruik van die pps-constructies en voor het voor een stuk verbergen van de schuld in die constructies.
Mijnheer de voorzitter, mijnheer Watteeuw, mijnheer Gatz, het is heel belangrijk om duidelijkheid te geven. Duidelijkheid is er ook gegeven over de schulden die de vorige Vlaamse Regering had. In alle documenten is daar transparant over gecommuniceerd. Dat is geen probleem. Het is toen, om verschillende redenen, opgebouwd.
De heer Van den Heuvel geeft terecht aan dat als die schulden er nu zijn, je ook moet vertrekken van de situatie van de vorige Vlaamse Regering en er ook rekening mee houden.
Toen was er ook de directe schuld. De impliciete schuld was ook aanwezig. U moet dat in uw kritiek erkennen.
Niet u, mijnheer Watteeuw, u zat niet in de vorige Vlaamse Regering, dat was geen probleem.
De Open Vld-oppositie moet dat erkennen. De heer Van den Heuvel geeft geen kritiek. Ik heb die kritiek ook niet geuit omdat wij ook in de vorige Vlaamse Regering zaten. U moet dus opletten als u nu de schuldproblematiek aansnijdt.
De heer Verougstraete heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister-president, we hebben gisteren en vandaag al veel gesproken over de derde begrotingsaanpassing en over de begroting 2010. Daardoor zal ik misschien een beetje in herhaling vallen.
Verleden jaar sprak ik hier namens mijn partij over de begroting 2009. Dat waren volledig andere omstandigheden. We hadden toen een ruime beleidsmarge van meer dan 1,2 miljard euro. We hadden toen het mooie discours dat Vlaanderen schuldenvrij was. Door de economische ontwikkelingen zijn we in een andere situatie terechtgekomen. Op basis van de ingediende begrotingen zitten we dit jaar met een tekort van 1 miljard euro en in 2010 met een half miljard euro al stel ik mij soms de vraag of dit een juiste inschatting is.
Men zegt dat de financieel-economische crisis over haar hoogtepunt heen is. Ik hoop het. We kunnen lezen dat de recessie voorbij is. De Nationale Bank spreekt van een groei van 1 percent. Dat is allemaal zeer positief. De cijfers zullen waarschijnlijk beter uitvallen dan u had ingeschat. Maar we moeten toch zeer waakzaam zijn en er rekening mee houden dat we nog heel wat gevolgen van deze economische crisis zullen moeten ondergaan. Er zijn de cijfers van de stijgende werkloosheid en het grote aantal falingen van bedrijven. We moeten zeer alert zijn om alles goed te kunnen opvolgen.
Een klassieke kritiek die wij altijd brengen, is dat Vlaanderen niet beschikt over alle nodige bevoegdheden, middelen en instrumenten om de crisis tegen te gaan en een politiek te voeren om Vlaanderen optimaal op de economische kaart te kunnen plaatsen en in te staan voor de toekomst en de welvaart van Vlaanderen. Het jongste OESO-rapport zegt: Vlaanderen beschikt niet over de noodzakelijke bevoegdheden om de ondernemingen echt zuurstof te geven en een volwaardig sociaaleconomisch beleid te ontwikkelen. Er moet dus zeer dringend een staatshervorming komen, om niet te zeggen dat we moeten komen tot een onafhankelijke staat.
Ik kom dan ook tot de begroting 2010. Om tot een evenwicht te komen in 2011 dient u uiteraard te besparen. Ik kan alleen maar vaststellen dat de besparingen die u voorstelt niet echt besparingen kunnen worden genoemd. Ze zijn soms een beetje vaag, en ze zijn niet drastisch genoeg. Natuurlijk kleurt iedereen het in volgens zijn eigen ideologische instelling.
De besparingen bij de derde aanpassing van de begroting 2009 ten bedrage van 189 miljoen euro 100 miljoen selectief te verdelen indexprovisie en 89 miljoen nulindexatie van de niet-loongebonden kredieten kunnen moeilijk echte besparingen genoemd worden aangezien zij gewoon het gevolg zijn van het wegnemen van een indexprovisie en van het feit dat er op dit moment geen inflatie bestaat.
Voor de besparingen voor de begroting 2010 gelden dezelfde opmerkingen. In deze begroting ligt de grootste brok van uw besparingen, 635 miljoen euro, in de afschaffing van de algemene jobkorting. Die wordt natuurlijk herleid tot zijn oorspronkelijke doel: de selectieve jobkorting. Daar kan heel wat over gediscussieerd worden, maar u moet toch erkennen dat het gaat om een belastingverhoging.
Er zijn heel wat maatregelen die niet echt besparingen zijn en soms een beetje eenmalige maatregelen zijn: de aanwending van de reserves van de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW) en het Vlaams Woningfonds (VWF) ten bedrage van 95 miljoen euro, de verkoop van gronden van de Vlaamse Milieumaatschappij ter waarde van 145 miljoen euro door de afschrijvingen op de investeringen in waterzuivering bij Aquafin langer in de tijd te spreiden, over dertig in plaats van vijftien jaar.
In zekere zin verlegt de minister-president op die manier enigszins de lasten naar de toekomst.
In 2009 en 2010 zal 1,2 miljard euro van het budget niet worden uitgegeven. Een onderbenutting is klassiek. Dat hebben we hier al dikwijls gehad. Ditmaal gaat het echter om hoge bedragen, meer bepaald om 750 miljoen euro in 2009 en 470 miljoen euro in 2010. Deze werkwijze staat wat haaks op een besparingsbegroting.
We hebben al vaak over de efficiëntiewinsten gediscussieerd. Ik vraag me nog steeds af waar die 134 miljoen euro precies zit.
Ik stel me nog steeds vragen bij de juridische basis voor de versassing van de provisie van 500 miljoen euro van de vzw Egalisatiefonds van de begroting 2009 naar de begroting 2010.
De hoofding te consolideren instellingen bevat niet alle entiteiten die tot de consolidatiekring behoren. De vzw Egalisatiefonds en de Beheersmaatschappij Antwerpen Mobiel (BAM) staan er niet bij.
Volgens artikel 10 van de gecoördineerde wetten op de rijkscomptabiliteit moet de algemene toelichting bij de begroting een meerjarenraming bevatten. Dat is natuurlijk belangrijk om te weten welke richting de meerderheid uit wil. Vanwege de huidige economische crisis is het vrij moeilijk te zien welke richting we uit zouden moeten gaan. De Vlaamse Regering beschikt niet over alle parameters. De minister-president heeft beloofd de meerjarenraming zo snel mogelijk in te dienen. We zijn in blijde verwachting.
Ten gevolge van de uitvoering van de begroting 2010 zal de directe schuld 5,9 miljard euro bedragen. De inspanningen van de voorbije jaren om tot een schuldenvrij Vlaanderen te komen, zijn daarmee tenietgedaan. Ik hoop dat de Vlaamse Regering, eenmaal het mogelijk wordt een terugbetaling van KBC te krijgen, dit niet te lang zal laten aanslepen. We moeten tot een situatie komen waarin Vlaanderen op termijn weer schuldenvrij kan worden.
Naast de sterke stijging van de directe schuld, zien we ook een stijging van de impliciete schuld. We hebben dit in de commissie al besproken. Op twee jaar tijd is er een stijging met 1 miljard euro, meer bepaald met 521 miljoen euro in 2009 en met 545 miljoen euro in 2010. De controle van de schuld zal dan ook het thema zijn dat in de commissie Financiën en tijdens plenaire zittingen aan bod zal komen.
Wat het programmadecreet betreft, moet ik nog vermelden dat we, net als de voorbije jaren, koele minnaars van de successierechten blijven. De tijdelijke schrapping van de tewerkstellingsvoorwaarde bij het erven van ondernemingen kan ons moeilijk bekoren. We hebben daar twijfels bij. De tewerkstellingsvoorwaarde om een vrijstelling van successierechten voor familiale ondernemingen te verkrijgen, is ingevoerd om de tewerkstelling te behouden. Indien die voorwaarde nu wordt losgelaten, vraag ik me af wat het nut van een vrijstelling van successierechten is.
We steunen natuurlijk de beslissing het bijzonder verlaagd tarief van de registratierechten op de schenking van bouwgronden onder levenden tot 31 december 2011 te verlengen. Hierdoor wordt deze stimulans in tijden van economische crisis behouden.
We kunnen enkel besluiten dat de Vlaamse Regering geen structurele besparingen doorvoert. Een mogelijke ontsporing van de schulden zal de kredietwaardigheid van Vlaanderen achteruit laten gaan. Om deze reden zullen we de voorliggende begroting niet goedkeuren. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Crombez heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, ik vind het bijzonder goed dat de algemene aanpak van de begroting en de besprekingen in de commissie voor Financiën en Begroting aan het einde van deze bespreking aan bod komen. Er zijn een aantal opmerkingen over de begroting gemaakt. In feite zijn dezelfde opmerkingen vaak teruggekeerd. Het belangrijkste lijken me de algemene uitgangspunten die in deze begroting worden gehanteerd. Die uitgangspunten komen niet zo vaak aan bod.
De Vlaamse Regering maakt de rekeningen op zeer korte termijn in orde. Dat is een belangrijk gegeven. Eigenlijk gaat het om een uiting van voorzichtigheid. De vraag is wat de Vlaamse Regering met deze begroting doet. De rekeningen in orde brengen, is een oefening die elke regering sowieso vaak moet maken. In deze specifieke crisisomstandigheden is dat nogal bijzonder. De Vlaamse Regering moet immers snel voor beleidsmiddelen kunnen zorgen.
Ik noem dit een voorzichtigheidsmaatregel omdat iedereen het bijzonder moeilijk vindt te voorspellen wat er de komende maanden en jaren zal gebeuren.
Als er een iets tragere groei is en daar zijn aanwijzingen voor en als er een nieuwe tegenslag zou komen, heeft deze begroting het voordeel dat ze overeind zal blijven. En dat kan niet gezegd worden van andere begrotingen. Er is hier al veel gepraat over schuldbeheer. Ik ben het ermee eens dat dat een van de zaken is die de komende jaren nauwgezet moeten worden opgevolgd. Dat staat ook letterlijk in het regeerakkoord. Dat gebeurt niet vaak, maar gezien de specifieke omstandigheden staat dat nu dus ook in het regeerakkoord.
Het belangrijkste is dat de schuld hier een duidelijke oorzaak heeft, die niemand betwist: KBC en andere financiële instellingen, plus het tekort van dit jaar en volgend jaar. Dat zijn de hoofdbestanddelen. Die schuld opnieuw onder controle brengen en vervolgens in orde brengen, zijn twee specifieke doelstellingen.
We hebben een ander probleem met de globale schuld in dit land. Als je ziet dat de schuld in oktober met een miljard euro is toegenomen, dan is dat niet te wijten aan de lokale overheden of de deelregeringen. En dat is het grote probleem met de schuld.
Een begroting die gebaseerd is op voorzichtigheid, is de enige die overeind blijft als er tegenslagen zijn. En dan gaat het niet alleen over de parameters van groei. Er is nu sprake van zegeberichten op dat vlak. Men is een opbod aan het doen van voorspellingen over hoe sterk onze economie zal groeien. Er is een norm van 0,4 percent gehanteerd, maar de Nationale Bank spreekt over 1 percent, en dus zegt iedereen ook wij dat we heel voorzichtig zijn geweest. Ondertussen zijn de banken al aan het opbieden tot 1,8 percent. Ik blijf erbij dat men voor volgend jaar nog altijd geen idee heeft van wat de groei zal zijn. We lezen en horen intussen ook de opmerkingen van de ondernemers, en we lezen en horen dat de faillissementen aan het versnellen zijn, ook in de sectoren waar er maatregelen genomen zijn. De faillissementen zijn het sterkst aan het stijgen in de bouw en de horeca. Alle goede voorspellingen moeten dus op zijn minst met een korreltje zout worden genomen. Het feit dat deze begroting voorzichtig is in haar aanpak, net omdat ze de zaak zo snel weer in orde zet, is essentieel.
Er is al een paar keer gesproken over het kader waarin deze begroting zich voortbeweegt. Er werd daarbij af en toe gerefereerd aan de federale begroting, maar ook aan de globale begroting en het stabiliteitskader. Sommigen zeggen dat Vlaanderen meer overschotten en reserves moet aanleggen. Wat mij betreft, is dat een rare vraag op een moment dat er één begroting is die zorgt voor een snel overheidsbeheer en een snelle terugkeer naar het evenwicht. Nu is er immers, zoals is opgelegd door Europa, gekozen voor een pad waarbij, als er een evenwicht moet zijn 2015, de deelregeringen 4 miljard euro aan overschotten moeten creëren en de federale regering een tekort van 4 miljard euro mag hebben. En dus vind ik het helemaal niet raar dat de Vlaamse Regering zegt dat ze het daar niet mee eens is. Wij hebben onze eigen begroting op orde gezet, en nu willen we eerst eens zien of er nog ergens iemand bereid is om dat met de eigen begroting te doen, vooraleer men moet komen vragen om in Vlaanderen overschotten te creëren, beste collegas van Open Vld. De openheid bij Open Vld siert u, collegas. We hebben dat al gezegd met betrekking tot innovatie: het zal beter moeten dan de vorige keer.
De heer Vanden Bussche heeft het woord.
Mijnheer Crombez, u steekt de loftrompet over de begroting, maar eigenlijk moeten we ons baseren op rekeningen. Pas over een jaar zullen we misschien loftuitingen kunnen formuleren. Daarstraks werd verwezen naar iemand die thuiskomt met zn schoolrapport en daarvoor beloond wordt. Maar dan zijn de cijfers al bekend en blijkt dat de geleverde inspanningen voldoende waren. Wij zitten hier met begrotingstekorten in het onderwijs, die straks alweer rechtgezet moeten worden in begrotingsherzieningen en dergelijke meer. Ik vind het dan ook een beetje arrogant om nu al met lof te beginnen zwaaien voor een begroting, alsof het al een rekening is.
Ik zal mijn best doen om niet arrogant te zijn. Het gaat hier over de aanpak van de begroting, over de begrotingsopmaak. Alles wat ik zeg, het kader waarin het gebeurt, gaat over de aanpak van de opmaak van deze begroting. We zijn hier niet bezig met de bespreking van een afrekening van een begroting. Dus ik vind het niet abnormaal.
Men heeft met openheid verwezen naar de innovatie. Men heeft gezegd: dat moet verbeteren. Dat is zo. In het Europese rapport lezen we dat de private inbreng van innovatieve middelen er in Vlaanderen op achteruit is gegaan ten opzichte van andere landen. De toename van de overheidsmiddelen was vrij beperkt. We zullen het beter moeten doen.
De Open Vld-fractie heeft aangehaald dat het Oeso-rapport heeft aangetoond dat de belastingdruk gestegen is. Dat is een belangrijk gegeven. Alleen, het is interessant om dat eens te bekijken, maar het is een federale bevoegdheid. In tegenstelling tot de andere Oeso-landen is in België de belastingdruk gestegen in 2008. De oorzaken zijn federaal. De opmerking van Open Vld is terecht, maar geef die toch zeker mee aan uw federale begrotingsminister. Hij zou daar wakker van moeten liggen.
Mijnheer de minister, wat zijn de belangrijke zaken in de komende jaren? Wat gaan we moeten doen? Ik zal nederig blijven, ik heb al gezegd dat de monitoring van de schuld en aanpak daarvan een evidentie is. Zoals gezegd, het staat in het regeerakkoord, en dat is in deze discussie vaak vergeten, dat blijft een elementair punt van het beleid. In de komende weken wordt de meerjarenbegroting een belangrijk document. Dat blijkt uit deze bespreking en uit de vele vragen. We zijn nu wel bezig met de begroting 2010, maar veel van de opmerkingen en vragen slaan op een meerjarenplanning. Dat is terecht. De meerjarenbegroting wordt des te belangrijker omdat we gaan streven naar een evenwicht in 2011 en naar extra middelen in 2014. Uit de discussie is de noodzaak gebleken om te zoeken naar middelen om te investeren zonder de schuld te verhogen. Ik blijf daarop aandringen. (Applaus bij de meerderheid)
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Na uur veertien uur van debat voel ik mij een beetje Piet Huysentruyt. Ik vraag me namelijk af: wat hebben wij geleerd vandaag?
Ik zal dat in vier of vijf punten uiteenzetten. Ten eerste, voor het eerst in vijftien jaar wordt in dit Vlaams Parlement opnieuw gesproken over besparingen. Het toverstokje van de vorige regeringen om de overheidsgaven sneller te doen stijgen dan het BNP, ondertussen de schuld tot nul te herleiden, reserves op te bouwen en op een gegeven moment zelfs 600 miljoen euro kasoverschotten te vinden om de gemeentelijke schulden te doen dalen, dat toverstokje is nu weg. Ik vind dat niet erg. We zijn eindelijk eens uit de begrotingseuforie van de voorbije tien jaar. We kunnen nu eindelijk eens kijken waar al het vet zit in die Vlaamse begroting. De inspanning van de krimpbegroting is een goede zaak. We gaan naar meer efficiëntie. Op een aantal terreinen hebben we moeten saneren. Die oefening is waarschijnlijk nog niet voorbij. We hebben nu een betere basis voor de volgende jaren, als we meer middelen zullen hebben.
Een tweede punt is het traject om tegen 2011 naar een evenwicht te gaan. Dat is de juiste keuze. Sneller gaan is niet mogelijk.
Er zullen nog inspanningen nodig zijn, want de begrotingsbesprekingen in de commissie hebben ook uitgewezen dat er nog een aantal onzekerheden zijn. Wat zal de economische groei zijn? We hebben ook de onderbenutting, die heel hoog werd ingeschat. Er is de provisie van 500 miljoen euro die door het Rekenhof op tafel werd gelegd. De effectieve waarde van de besparingen moeten we ook nog zien. De begrotingscontrole van 2010 zal ook belangrijk zijn, want er zullen nog inspanningen nodig zijn, dit is niet de laatste. Ik denk dat we volgend jaar een aantal debatten opnieuw moeten voeren.
De derde les: ik vond de oppositie niet overtuigend, vooral Open Vld niet.
Het gevoel is wederzijds, mijnheer Van Rompuy.
Le nouveau Vld dAlexandre nest pas encore arrivé. Open Vld wil naar een evenwicht gaan in 2010, maar de jobkorting moet behouden blijven. We hebben deze morgen van mevrouw De Knop gehoord dat de besparingen in onderwijs onaanvaardbaar zijn. We hebben ook gehoord dat er reserves aangelegd moeten worden. De heer Van den Heuvel heeft al gezegd dat Open Vld zichzelf tegenspreekt.
Een van de lessen, mijnheer Gatz, is dat de meerderheid volledig erkent dat er een schuldopbouw is geweest. Dat is niet de schuld van Open Vld, maar we zitten met een bankcrisis en we zitten met een economische crisis. We hebben die moeten opvangen door schulden, en pps is een instrument dat de laatste jaren werd gebruikt en dat ook 3 miljard euro schuld creëert.
We zitten met een schuld, maar die is beheersbaar. Het is niet waar wat u hebt gezegd, dat de Vlaamse schuld aan het ontsporen is, want we weten dat de KBC-schulden terugbetaald kunnen worden, dat de tijdelijke schuld te maken heeft met de tekorten die er nu eenmaal zijn als gevolg van de economische crisis. Ik vind het intellectueel niet eerlijk dat gezegd wordt dat het deze regering zou zijn die de schuld heeft opgebouwd. Het is een collectieve verantwoordelijkheid die evident is als gevolg van de bankcrisis.
Een vierde punt is dat wij een annus horribilis beleefd hebben en nog zullen beleven, dat de Vlaamse economie het bijzonder moeilijk heeft, dat we contact verliezen met de top van Europa. De Vlaamse Regering doet al wat ze kan binnen haar bevoegdheden. De cafépraat die we gisteren hoorden van LDD over de pampereconomie, is totale nonsens. De economische subsidies die Vlaanderen geeft, zijn bijzonder selectief en in kwantiteit liggen ze veel lager dan in andere landen. Met de Opeldiscussie hebben we gemerkt wat er in Duitsland mogelijk is en wat er in Engeland mogelijk is. We zitten dus niet in een pampereconomie, maar onze zwakte is dat we internationaal heel wat investeringen hebben aangetrokken, dat we multinationale bedrijven naar hier hebben gehaald, maar dat de internationalisatie, die vroeger een sterkte was, een zwakte dreigt te worden omdat we als klein land in de klappen moeten delen.
Bijgevolg is een van de lessen dat we in Vlaanderen alles doen wat we kunnen, en ik denk dat onze minister-president, ook geconfronteerd met de dossiers van Opel en van DHL, alles uit de kast haalt, maar dat we iets moeten doen aan de concurrentiehandicap die Vlaanderen heeft. Volgens mij zouden dit Vlaams Parlement en deze Vlaamse Regering in plaats van energie te stoppen in belangenconflicten, veel beter onderhandelen om de sociaaleconomische hefbomen die belangrijk zijn voor onze concurrentiekracht, in Vlaanderen te krijgen. In plaats van de Maddensstrategie te volgen, die hier steeds naar voren komt en die zegt dat we een strijd moeten aangaan via belangenconflicten, moeten we onderhandelen. Zonder die sociaaleconomische hefbomen zullen we de volgende jaren niet in staat zijn om die concurrentiekracht in de Vlaamse economie te vrijwaren.
Laatste punt, het Vlaams Parlement moet een enorm belangrijk werk leveren: het zogenaamde Speeddecreet. Als we er niet in slagen om infrastructuurwerken de volgende jaren op een decretale manier te onderbouwen zodat ze kunnen doorgaan, vrees ik dat de Vlaamse economie veel kansen zal missen.
Groen! zei gisteren dat ze een besparingsplan hebben. Ze kunnen 4 miljard euro besparen door de Oosterweelverbinding te schrappen, net als de Brusselse ring en de grote werken voor sportinfrastructuur. Het is de taak van het parlement om de infrastructuurwerken decretaal te onderbouwen. De heer Watteeuw heeft het over 100.000 jobs. Als we de grootste werf van deze eeuw hebben lamgelegd, is dat voor de Vlaamse economie een zeer slechte zaak.
Mijnheer Van Rompuy, u zegt dat wij onze energie steken in het inroepen van belangenconflicten. Veel energie gaat daar niet naartoe. Ik wijs erop dat het geen of-ofverhaal is. Je kunt belangenconflicten inroepen voor onterechte bevoegdheidsoverschrijdingen. Daarbij, de onderhandelingen staan niet op de agenda. U had een paar weken geleden maar aan uw broer moeten vragen om onderhandelingen te openen om belangrijke economische hefbomen naar Vlaanderen over te brengen. Maar dat gebeurt niet. Het enige middel dat Vlaanderen nu heeft, zijn die belangenconflicten.
U hebt het over de cafépraat van LDD. Dat vind ik geen mooie behandeling van de oppositie, maar ja, dat is de arrogante stijl van CD&V. Vandaag wordt in De Tijd aangehaald dat, doordat Vlaanderen in zijn pamperachtige houding de Dienstenrichtlijn niet toepast, 9000 jobs verloren gaan. Dat is een veelvoud van Opel. Dat is waarschijnlijk ook cafépraat.
Mijnheer Van Rompuy, ik heb u gisteren uitgelegd hoe die kop in de krant is gekomen. Ik heb u gezegd dat 4 miljard euro besparen niet zo eenvoudig is. Het is verkeerd weergeven. Maar blijkbaar luistert u enkel naar uw eigen vraag en niet naar het antwoord dat erop gegeven wordt.
Ik ben hier deze twee dagen de hele tijd aanwezig geweest. Veel jonge collegas vragen mij, als ouderdomsdeken, of zon debat van twee dagen over de begroting zin heeft. Ik maak dat al twintig jaar mee. Ik vind dat heel zinvol. Daardoor leren we elkaar ook beter kennen. We zitten anders altijd in commissies. We horen ook wat de pijnpunten zijn in aanwezigheid van de regering. Dit debat is zeer zinvol. Ik wil de nieuwe collegas gelukwensen. Dit parlement is veel levendiger dan de vorige jaren. We zullen de komende jaren nog veel debatten kunnen voeren. Het is heel belangrijk dat parlementsleden over de begroting, 22 miljard euro aan middelen, een serieus debat voeren.
Mijnheer Gatz, hiermee is andermaal bewezen dat de heer Van Rompuy niet geslapen heeft. Deze middag is daarnaar even verwezen.
De heer Vereeck heeft het woord.
Mijnheer Van Rompuy, ofwel is het een levendig en interessant debat ofwel is het cafépraat. Het is van twee dingen één.
Wat betreft de pampereconomie of subsidie-economie, verwijs ik naar de maatregelen die de regering vorige vrijdag heeft genomen. Er zit heel wat steun bij, heel wat subsidies. Er zitten ook multinationals bij als Procter & Gamble. Ik vraag me toch af zon winstgevende internationale groep dat echt nodig heeft om te overleven.
Ik heb de minister-president horen zeggen dat hij een voorstander van defiscalisering is, behalve voor jonge bedrijfjes. De afgelopen tien jaar is 175 miljoen geïnvesteerd in de automobielsector, maar de situatie blijft zeer precair. Het gaat dus wel degelijk om een pampereconomie. En de gepamperde komt er nog steeds erg zwak uit.
Minister Muyters heeft het woord
Dames en heren, ik zal een aantal punten die hier de afgelopen dagen aan bod kwamen, chronologisch behandelen. Met de voorzitter en een aantal collegas heb ik alle debatten gevolgd. De heren Decaluwe, Verougstraete en Crombez hadden het over de groeicijfers voor 2010. Het is juist dat we uitgaan van een conservatieve raming. We gaan uit van een groei van 0,5 percent, terwijl er nu al prognoses de ronde doen van 1,8 percent, zoals de heer Crombez al opmerkte.
Het is normaal dat we bij de opmaak van de begroting een beetje voorzichtig te werk gaan. De heer Crombez had het er al over. Verder is er de onzekerheid over de parameters die de federale regering zal hanteren om de dotatie te bepalen en eventueel ook om de afrekening achteraf uit te werken. Er zijn dus voldoende redenen om eerder conservatief en voorzichtig te werk te gaan.
Een ander punt dat ter sprake is gekomen, is de terugbetaling door de KBC en de meerwaarde van het toegekende bedrag. De Vlaamse Regering gaat ervan uit dat we niet op de zaken moeten vooruitlopen. De timing van de terugbetaling is onduidelijk. We mogen verder op geen enkele manier KBC verplichten over te gaan tot een of andere verkoop van zaken die met Europa zijn afgesproken. KBC moet de ruimte krijgen die de bank nodig heeft. We mogen ook niet vergeten dat KBC een beursgenoteerd bedrijf is en communicatie daarover een marktgevoelige zaak is. De terugbetaling van de hoofdsom is een niet-aanrekenbare ontvangst, in tegenstelling tot de meerwaarde. De minister-president zei het gisteren al: over de besteding van die middelen is nog niets beslist.
Ik was wat verbaasd toen mevrouw Dillen voorstelde om geld op te halen zonder de schuld te doen toenemen, bijvoorbeeld via een volkslening. Maar ook een volkslening komt neer op het aangaan van schuld. Het is geld dat moet terugbetaald worden. We hebben bewust niet gekozen voor de volkslening, want de omvang van het benodigde bedrag is te groot, de loketkosten zijn dan ook groot en, in tegenstelling tot de federale overheid, kunnen wij de roerende voorheffing niet recupereren.
Omdat er zo dikwijls is over gesproken, wil ik nog even uiteenzetten welke schuld we in 2010 verwachten. De tussenkomst ten voordele van de KBC bedraagt 3,5 miljard; het tekort ten gevolge van eerdere tussenkomsten in 2008 bedraagt 300 miljoen; Gigarant is goed voor 300 miljoen; de geplande participaties zijn goed voor 300 miljoen en dan is er ook nog het tekort van 1,5 miljard voor de jaren 2009 en 2020. Het totaalcijfer is dus 5,9 miljard, en dat bedrag is geen buitensporige zaak, zeker als we weten dat onze participaties worden terugbetaald en ook omdat er iets tegenover een aantal andere schuldelementen staat.
De heer Van den Heuvel en de heer Gatz spraken over de impliciete schuld. Ik ga ervan uit dat die echt niet problematisch is. Ik heb de cijfers gegeven. Iedereen weet dat impliciete schuld iets natuurlijks is, omdat de technische doorlooptijd van investeringen tijd vraagt. Dat is een element dat impliciete schuld met zich meebrengt. Onderbenutting leidt niet automatisch tot een stijging van impliciete schuld. De meerjarenbegroting zal aanduiden dat er voldoende betaalkredieten worden gepland om het beleid dat we aanhalen, ook te kunnen betalen. We zullen uiteraard de monitoring doen van die impliciete schuld zodat die zeker niet uit de hand loopt.
Op de onderbenutting wil ik even terugkomen. Met excuses aan de mensen die de commissiewerkzaamheden hebben gevolgd, de onderbenutting hebben we ingeschat op het moment dat we de begroting opmaakten, onder meer op basis van de SERV-voorspellingen. Zoals gisteren al even aan bod is gekomen, zegt de SERV dat het voor 2009 een onderbenutting plant van 717 miljoen euro en dat dezelfde onderbenutting kan worden ingeschat voor de volgende jaren.
Bij de begrotingsopmaak hebben we op basis van die gegevens en de gegevens waarover wij zelf beschikken, gemeend te kunnen inschatten dat de onderbenutting voor 2009 750 miljoen euro was. We dachten dat dit een overschatting was voor de volgende jaren. In elk geval hebben we de onderbenutting voor 2010 zwaar naar beneden bijgesteld, naar 470 miljoen euro.
Sommige sprekers hebben gezegd dat ze graag de meerjarenbegroting hadden gehad. Ik wil erop wijzen dat er alleen vorig jaar een meerjarenbegroting was op 24 december. Volgens de traditie lag die voor aan het parlement, niet bij de eerste budgetcontrole, maar bij de bespreking in het parlement van de budgetcontrole, dit wil zeggen in mei of juni. Ik zal er zeker voor zorgen dat we bij de budgetcontrole een degelijke meerjarenbegroting kunnen voorleggen.
Op de onderwijslonen ga ik niet in, maar ik onthoud ze wel, samen met de onderbenutting en de meerjarenbegroting. Mijnheer Van Rompuy, ik ben het met u eens dat de begrotingscontrole enorm belangrijk zal zijn. De nieuwe parameters zijn daar een element van. Misschien hebben we ook al een zicht op de dotatie die we van de federale overheid zullen krijgen, of de parameters waarop ze zijn gebaseerd. De stand van zaken van de onderwijslonen, de onderbenutting: het zijn allemaal elementen die we bij de budgetcontrole zullen bekijken. Dan zullen we al of niet moeten bijschaven aan onze begroting 2010.
Bij de bespreking per beleidsdomein werden enkele vragen gesteld. Bij de lineaire besparingen zijn overal dezelfde percentages te zien. Ik wil opnieuw zeggen dat de filosofie van de lineaire besparingen de aanleiding was om de besparingsdoelstellingen per departement vast te leggen. Dan hadden de leden samen met de departementen of de agentschappen de mogelijkheid om daarin tot andere voorstellen te komen dan puur lineaire besparingen. Daarom kunnen die percentages nogal eens verschillen.
Er werd verwezen naar de Vlopera. De basis van de besparing was het resultaat van 2,5 percent besparingen op loon en 5 percent op werking. Het is dan aan de instelling zelf om te bepalen op welke manier ze dit bedrag kan of wil bereiken.
Mijnheer Van den Heuvel, het liquiditeitenbeheer buiten het CFO is altijd een moeilijke afweging tussen autonomie en aansluiten bij het CFO. Ik wil gerust de uitdaging aangaan om na te gaan of we enkele miljoenen euros kunnen afhalen van de gederfde mogelijke winst.
Tot slot wil ik nog even ingaan op de vraag naar de vrijstelling van de successierechten en het loslaten van de tewerkstellingsvoorwaarden. Ik zie het probleem niet echt omdat het gaat over een tijdelijke maatregel die rekening houdt met de tijd die voorbij is en met de tijd die komt. We hebben deze maatregel genomen omdat heel duidelijk blijkt dat in tijden van crisis sommige bedrijven buiten die maatregel van successierechtenvrijstelling vallen. In tijden van crisis zijn immers vaak minder mensen aan het werk binnen het bedrijf.
De regering acht de kans op misbruik heel klein omdat sterven nu eenmaal moeilijk gepland kan worden. We hebben een maatregel genomen die het mogelijk maakt voor de kleine en familiebedrijven om die vrijstelling te krijgen en het hoofd boven water te houden.
Mijnheer Van Rompuy, ik wilde dat ik wel de toverstaf van de vorige regering had gehad. Besparen is niet eenvoudig. Het was zeker verstandig van de regering dat ze de zwakken in de besparingsronde heeft uitgesloten. Zij worden niet of minimaal getroffen. Iedereen zal wel een maatregel, een departement of een agentschap vinden dat beter buiten deze besparingen was gevallen. Het komt erop aan om samen de moed te hebben om te durven gaan voor saneringen via efficiëntiewinsten met het maximaal behoud van de dienstverlening. (Applaus bij de meerderheid)
Minister Muyters, u hanteert het voorzichtigheidsprincipe door met voorzichtige parameters te werken. Dat is een goed principe, en wij steunen u daarin. Intussen wijzigt de situatie niet alleen per maand, maar nagenoeg elke week. Er is die nieuwe Europese waarschuwing dat de nv België tegen 2012 de wat ik nog even Maastrichtnorm noem moet halen, met andere woorden de normen uit het Stabiliteitspact van min 3 percent totaal deficit ten opzichte van het bbp.
Premier Leterme heeft op 3 december in de Kamer gezegd dat hij de verschillende deelregeringen zal uitnodigen om tegen eind januari al een nieuw stabiliteitsplan in te dienen, uiteraard in samenspraak met de gemeenschaps- en gewestregeringen. De consequentie is uiteindelijk dat het evenwicht met een jaar wordt vervroegd. Dat betekent dat de afspraken die u binnen het Overlegcomité hebt gemaakt, met een jaar worden vervroegd. Ik heb al begrepen dat er deze week een interministerieel gesprek heeft plaatsgevonden. Zijn daar nieuwe afspraken gemaakt? Hoe zult u reageren? Als u rekening houdt met het voorzichtigheidsprincipe en er al nieuwe afspraken zijn, kunt u die nu misschien best al incalculeren.
De minister-president zal daar dadelijk op antwoorden.
Mijnheer de voorzitter, beste collegas, ik dank iedereen die de afgelopen 18 uur een inbreng heeft gedaan. Ik zal de positieve opbouwende kritiek koesteren. Ik zal rekening houden met de kritische opbouw, zowel van meerderheid als van oppositie. De andere opmerkingen zal ik zo snel mogelijk vergeten.
Het is toch wel heel belangrijk dat we na dit debat een aantal conclusies duidelijk op een rijtje zetten. Collegas, 2009 is voor het economisch leven in Vlaanderen een annus horribilis. De heer Van Rompuy heeft er terecht naar verwezen. Onze economie zal met ongeveer 3 percent krimpen. Het is ook heel belangrijk te stellen dat de Nationale Bank voorzichtig positieve signalen geeft, maar pas in 2012 zullen we het niveau halen van 2008. Ik herhaal: in 2012 zullen we op het economisch niveau zitten van 2008. En natuurlijk, collegas, heeft deze economische terugval zijn effecten op onze begroting, op de inkomsten van de Vlaamse overheid.
Ik zeg u in alle duidelijkheid dat we één belangrijke zorg hebben, namelijk de zorg voor werkgelegenheid. Want door deze economische terugval is het heel belangrijk dat we er echt alles aan doen om maximaal in te zetten op werkgelegenheid. De uitdaging voor 2010 bestaat erin om het peil van de werkgelegenheid op te krikken en maximaal te behouden.
Ik kan u zeggen dat we vandaag een onderhoud hebben gehad met de Vlaamse sociale partners. Vrijdag wordt de werkgelegenheidsconferentie afgerond. Ik ga ervan uit maar ik blijf voorzichtig dat we vrijdag ook een akkoord kunnen afsluiten met de Vlaamse sociale partners over de problematiek van de werkgelegenheid en dat we dus ook een duurzaam werkgelegenheidsplan kunnen finaliseren. We moeten er alles aan doen om in te zetten op de 100.000 werklozen die zijn aangekondigd. Spijtig genoeg neemt dat aantal elke dag toe. Niet alleen de Vlaamse Regering moet dat doen, daarover moet maximaal overleg worden gepleegd. Ik heb al verwezen naar het akkoord met de Vlaamse sociale partners.
Want dat is, collegas, wat wij doen: politieke moed betonen. Er werden een aantal auteurs geciteerd, gaande van Shakespeare over Churchill tot John Rawls. Er werd ook uit liedjes geciteerd. Hemingway zei: Moed is de elegantie in de vuurlinie. Politieke moed is de elegantie in de vuurlinie. En we zitten in de vuurlinie op het vlak van de werkgelegenheid. Elke dag opnieuw worden mensen werkloos. Dat houdt de Vlaamse Regering ook elke dag bezig. En ik spreek met twee woorden, maar vrijdag zullen we het werkgelegenheids- en investeringsplan met de Vlaamse sociale partners finaliseren. Op die manier zullen we effectief antwoorden geven op deze belangrijke uitdaging.
We hebben het hier gehad over de 800 miljoen euro. Bovenop wat de vorige Vlaamse Regering in gang heeft gezet, moeten we maximaal verder inzetten om te doen wat van ons gevraagd wordt: investeren, investeren en bedrijven maximaal door deze moeilijke crisis heen loodsen met waarborgleningen die werden ingezet door de vorige Vlaamse Regering. We hebben die uitgebreid. We moeten dat ook doen met overbruggingskredieten, die vanaf 1 januari 2010 worden ingevoerd en uitgebreid. We moeten dat doen via Gigarant, die heel wat mogelijkheden heeft ten bate van grote bedrijven, die, mijnheer Vereeck, terecht vragen om steun. We moeten daarvoor de nodige middelen uittrekken.
We zullen nu maandag een nieuwe gedragscode afspreken met de banken. Het gaat om een gedragscode tussen banken en ondernemingen. Terecht werd hier gezegd dat heel wat kleine ondernemingen het moeilijk hebben om de nodige leningen te krijgen. Maandag, collegas, zal op initiatief van de Vlaamse Regering een dergelijke gedragscode worden afgesproken tussen banken en de ondernemingen.
We hebben ook een preventief bedrijfsbeleid. Ook in de vorige Vlaamse Regering zijn op dat vlak de nodige stappen gezet. Nu wordt dat volop uitgevoerd. Ook dat zijn allemaal heel concrete elementen waar hard aan is gewerkt. We zullen er ook hard aan blijven werken. We zijn ervan overtuigd dat 2010 een beslissend jaar, een zeer beslissend jaar is om de strijd tegen de werkloosheid met man en macht aan te gaan en effectief onze economie op andere manier te organiseren. Dat is daadkrachtig Vlaanderen in moeilijke tijden.
Deze beslissingen zullen worden genomen of zijn reeds genomen. We vragen dat over de grenzen van de meerderheid heen, iedereen er de schouders onder zet en dat we ons niet laten verleiden tot discussies die niet aan de orde zijn of zich in de marge bewegen. We moeten effectief alles doen wat het parlement kan doen en waarbij de Vlaamse Regering de beslissingen uitvoert.
Ten tweede moeten we minder uitgeven en efficiëntiewinsten realiseren. Het is reeds gezegd: het is niet eenvoudig om bij de start van een nieuwe Vlaamse Regering een uitgebalanceerde begroting op te maken om een evenwicht te bereiken. De enige regering in België die in 2011 een evenwicht zal realiseren, is deze Vlaamse Regering. Dat doen we met de maatregelen die nu worden getroffen.
Mijnheer Vereeck, vanmorgen was er een vergadering van het Overlegcomité en is er op basis van de vergadering van eergisteren, waar u naar verwijst, een akkoord afgesloten voor de jaren 2009 en 2010. Vlaanderen heeft gezegd dat het de inspanningen zal doen die in de begrotingscontrole zijn afgesproken en in de begroting 2010 zijn gerealiseerd. Wij zullen niet meer doen dan dat. De federale regering heeft ons het volgende gevraagd: stel dat met de positieve economische elementen die de Nationale Bank ziet, er meer inkomsten zijn, wilt u dan die inkomsten niet uitgeven maar reserveren? Wij hebben gezegd dat wanneer alle regeringen van dit land een evenwicht hebben in 2011, daarover kan worden gesproken. Zolang dat niet is gebeurd, zullen wij met onze autonomie en volgens onze visie doen wat wij moeten doen.
Men heeft aangekondigd dat in januari het debat zal worden gevoerd voor 2011, 2012 enzovoort. Ik kan u verzekeren dat deze Vlaamse Regering zeer duidelijk is. Door een evenwicht in 2011 te realiseren doen we een verschrikkelijke inspanning voor de nv België. We zijn heel benieuwd hoe de federale overheid een versnelling zal doorvoeren op vraag van Europa en andere instellingen om in 2012 reeds een evenwicht te hebben. Ik kan u verzekeren dat wij de lijn aanhouden en dat wij onze inspanningen doen en uitkijken hoe de andere begrotingen van dit land zich verder zullen ontwikkelen en op welke timing dat gebeurt.
Geachte leden, wij gaan absoluut voor een warme samenleving. Mijnheer Watteeuw, het was goed gevonden om te zeggen dat u graag een warme Vlaamse Regering zou hebben. U hebt die eigenlijk, maar u erkent dat niet onmiddellijk. Ik kan begrijpen dat de oppositie die warme Vlaamse Regering niet onmiddellijk kan appreciëren, hoewel de elementen die dat aantonen, aan bod zijn gekomen. Er wordt niet bespaard op personen met een handicap, kinderopvang, jongerenwelzijn, thuiszorg, huursubsidies en beschutte en sociale werkplaatsen. Dat is wat ik een warme samenleving noem en een regering die daar respect voor heeft en de middelen uittrekt om deze doelstellingen te realiseren.
Een derde punt dat ik onder uw aandacht wil brengen is dat deze regering de problemen aanpakt. Vanaf dag 1 heeft de Vlaamse Regering de problemen aangepakt. Ik kan u de voorbeelden geven en op een rijtje zetten. Het belangrijkste is natuurlijk de begroting in evenwicht brengen zoals afgesproken. We hebben in het verleden een lijn van sterke explosieve begrotingen gekend, waarbij we extra beleidsruimtes moesten verdelen van 1 miljard euro en mee. Dat was telkens een belangrijke discussie om te voeren. Maar nu hebben we een discussie gehad om die expansieve begrotingen van de voorbije jaren om te buigen tot krimpende begrotingen. Ik kan u verzekeren dat dat een heel moeilijke discussie is. Ik ben er als minister-president echter fier op dat het ons gelukt is en dat we met de collegas, ieder in zijn of haar vakdomein, de besparingen hebben aangedurfd en verdedigd, ook al was dat niet eenvoudig. Het is ons gelukt. Ik ben daarvoor terecht trots op mijn collegas in de Vlaamse Regering.
En natuurlijk zullen we, zoals minister Muyters heeft aangekondigd, de meerjarenbegroting afspreken. We hebben zeer snel een commissie in het leven geroepen die de vergunningen moet aanpakken. Ik ben zeer benieuwd naar de eigen dynamiek waarmee dit parlement daar snel werk van zal maken, wanneer in februari de rapporten binnen zijn.
Deze regering pakt dus de problemen aan. We zijn een van de eerste regeringen geweest die offensief zijn gaan praten met multinationals, die niet hebben afgewacht tot de beslissing werd bekendgemaakt in de kranten. Neen, we zijn gaan praten en bekijken wat we konden doen, hoe we de zaken konden aanpakken. De manier waarop we die grote dossiers aanpakken, samen met de vakbonden en de werkgevers, is, denk ik, historisch.
Sommigen vinden dat Vlaanderen in Actie een project is waarvan mensen te weinig horen en zien. Ik kan u verzekeren dat we ook hard hebben gewerkt aan het voort concreet maken van Vlaanderen in Actie. In de vorige regering hebben we de visie verwoord. De doorbraken zijn geformuleerd. Nu komt het erop aan ze te concretiseren, te implementeren en uit te voeren. In samenspraak met onze Vlaamse administratie en haar topambtenaren zullen we u in januari duidelijke antwoorden geven wat dat betreft. We zullen in januari ook heel duidelijk maken hoe Vlaanderen in Actie de volgende maanden concreet verder vorm krijgt.
Ik sluit af met een citaat van Seneca: Een schip dat zijn haven van bestemming niet kent, heeft altijd tegenwind. Deze Vlaamse Regering kent met Vlaanderen in Actie, met dit regeerakkoord en met deze begroting haar bestemming. Zij zal alles doen om de welvaart en het welzijn in Vlaanderen veilig te stellen en maximaal in te zetten op de werkgelegenheid, die in 2010 de grootste uitdaging zal zijn. (Applaus bij de meerderheid)
De heer Gatz heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, geachte leden, ik zal trachten niet in herhaling te vallen. De kracht van de herhaling is zeer belangrijk in de politiek, maar het is ook niet de bedoeling dat we hier elkaar met dezelfde argumenten als in de vorige debatten om de oren blijven slaan. Ik zal dus proberen in mijn repliek een aantal elementen aan te kaarten die vanmiddag en gisteren nog niet uitvoerig aan bod zijn gekomen.
Mijnheer Gatz, bent u van plan nu een stemverklaring af te leggen? Dat was gepland voor straks, maar dat is geen probleem. Ik dacht dat u eerst zou reageren op het betoog van de minister-president, maar het ene vloeit over in het andere. Dan weten de andere fractievoorzitters dat duidelijk. Zij kunnen straks ook het woord krijgen.
Inderdaad, het is mijn bedoeling een stemverklaring af te leggen. Het is normaal dat de fractieleiders van de oppositie nu nog even het woord kunnen nemen.
Ik wil eerst nog even stilstaan bij de meerjarenbegroting. We weten natuurlijk dat in de voorbije legislatuur de meerjarenbegroting niet altijd op hetzelfde moment is ingediend. Een aantal leden van de meerderheid hebben daarop gewezen. Daarover zullen we dus geen discussie meer beginnen. Wel vinden we dat die nu aangekondigde meerjarenbegroting er toch wel zeer dringend moet komen, en er eigenlijk al had moeten zijn.
Ik zal u zeggen waarom. Gisteren vernamen we van de fractieleider van CD&V dat hij alleszins al plannen heeft met de middelen die kunnen worden gerecupereerd van KBC. De helft ervan zou dienen voor de afbetaling van schulden en de helft zou moeten dienen voor nieuw beleid. Mijnheer de minister-president, u hebt gezegd dat u die verklaring voor zijn rekening liet. Dat kwam zeer duidelijk over.
Ik heb begrip voor het feit dat de parameters de volgende jaren minder scherp zijn afgelijnd dan in de vorige legislatuur. Maar anderzijds, als u hier met veel aplomb verklaart wat u binnenkort allemaal gaat doen, dan is het best dat wij, zeker in deze onzekere begroting u bent er fier op, wij iets minder zouden weten wat er de komende jaren op het programma staat. In die zin is n een meerjarenbegroting geen intellectuele oefening, maar is ze wel dringend en actueel. Ik zie u knikken, dus we zitten op dezelfde lijn.
De heer Caluwé heeft het woord.
Het gaat uiteraard niet over het kapitaalbedrag dat evident moet worden terugbetaald , maar over de meeropbrengst die de KBC bereid is om op te brengen. Uiteraard moeten we afwachten wanneer men dat zal betalen. Op dat ogenblik moeten we bekijken hoever we staan, maar mag men de eventualiteit niet uitsluiten om de opbrengst niet in zijn geheel te besteden aan schuldaflossing, maar na te gaan of we daarmee geen nieuwe investeringen kunnen financieren.
Zelfs al gaat het maar om de opbrengsten, dan is het nog een substantieel bedrag.
Iedereen die de begroting kent, zal ook wel weten dat kapitaal dat men binnen krijgt en dat men niet aan schuldaflossing besteedt, tot een ESR-probleem leidt. Het gaat enkel over de opbrengst. Wij zeggen dat minstens de helft voor schuldaflossing moet worden gebruikt en dan nagaan of het de rest niet nuttiger kan worden gebruikt voor productieve investeringen.
Ik heb u goed begrepen. Het is me wel opgevallen dat geen enkele andere fractieleider van de meerderheid op dit debat is ingegaan. U hebt eigenlijk de dans geopend door te zeggen wat u in de meerjarenbegroting wilt doen en door te zeggen dat u het een voorbeeld van stevig en krachtdadig bestuur zou vinden als de meerderheid zegt hoe ze de meerjarenbegroting ziet.
De heer Van den Heuvel heeft gezegd dat zelfs in deze moeilijke besparingsbegroting er toch nog een aantal fiscale maatregelen ten gunste van de Vlaamse belastingbetaler worden genomen. Dat is juist. We hebben dat in de commissie Financiën besproken. Maar evenzeer zult u het met mij eens moeten zijn dat de impact hiervan in het niets verdwijnt met de afschaffing van de jobkorting. Even goede vrienden als we elkaar daarin verstaan.
Mijnheer de minister-president, u hebt gezegd dat u fier bent op uw begroting. We zouden niet anders verwachten. Het zou inderdaad nieuws zijn als u het tegendeel zou zeggen. Ik kijk nu ook naar de minister van Begroting. Mogen we dan verwachten dat, wanneer we de parameters kennen die we de voorbije uren besproken hebben onder meer de 750 miljoen euro onderbenutting het hierbij blijft? Zijn de cijfers zoals u ze ons hebt voorgelegd? Ik maak een kleine zijsprong naar het gat van 70 miljoen euro, dat nu half is gevuld. Wij mogen ervan uitgaan dat dit een lijk in een kast was en dat u hiervoor een oplossing aan het zoeken bent. Mogen wij ervan uitgaan dat er in 2009 en in 2010 alvast geen nieuwe lijken uit de kast zullen vallen? Is deze begroting onder controle? Dit kunt u waarschijnlijk wel bevestigen? (Opmerkingen van minister-president Kris Peeters)
Ik neem dit aan als een misschien wel en eerder een ja. (Opmerkingen van minister-president Kris Peeters)
De heer Van Mechelen heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, ik vind dat men er toch wel gemakkelijk overheen gaat. Vandaag is het woensdag 16 december. Ik begrijp dat de regering zegt dat, met de begrotingscontrole die straks ter stemming ligt, alle eventualiteiten en risicos gedekt zijn. We hebben de discussie over de 70 miljoen euro uitvoerig gevoerd. Dit gaat over de begroting 2010. Er wacht ons gelukkig nog een budgetcontrole. Maar de vraag van de fractieleider is of wat de regering weet, ook in de begroting 2009 staat.
Mijnheer de voorzitter, mijnheer Van Mechelen, ik veronderstel dat u na zoveel jaren minister van Begroting geweest te zijn, exact weet dat een begroting altijd het inschatten is van inkomsten en uitgaven. We hebben er zelfs nog deze morgen over gesproken op het federale niveau. Het moet allemaal bekeken worden wanneer het effectief binnenkomt.
Maar als u vraagt of de Vlaamse Regering hier alles op tafel heeft gelegd van wat ze weet van de begrotingscontrole 2009, dan is het antwoord daarop: Ja.
Ik zal het debat van de commissie niet overdoen. Maar dit Vlaams Parlement moet wel heel duidelijk weten dat we in de budgetcontrole 2009 uitgaan van de onderbenutting van 750 miljoen euro. Ik vraag mij af of er bedragen zijn in min die men niet in die budgetcontrole heeft opgenomen. Ik vraag daarom aan de Vlaamse Regering of nu alles, bij wijze van spreken, afgedekt is want er zijn natuurlijk eventualiteiten die je nooit kunt voorzien. Het jaar duurt tot 31 december. Er zijn misschien dingen die men vandaag weet en niet heeft opgenomen.
Mijnheer Van Mechelen, indien wij de vorige regering nog eens zouden mogen overdoen, quod non, dan zou ik een begrotingscontrole houden die we niet hebben gehouden omdat we toen wisten dat de inkomsten er niet zouden zijn zoals wij die hadden ingeschat. Daar bent u het toch mee eens?
U vergist zich andermaal, mijnheer de minister-president, want je kunt geen budgetcontrole doen als je niet de nieuwe economische parameters kent. Die zijn eind februari beschikbaar en dat laat u niet toe om die budgetcontrole te doen voor de verkiezingen als u dat wilt insinueren. We hebben nog vijf jaar tijd om u op uw woorden te pakken.
Er zijn grenzen aan de verbazing die je kunt hebben als een ex-minister van Begroting dit soort verklaringen aflegt. Er zijn al heel vaak en frequent begrotingscontroles geweest omdat men informatie geeft los van een officiële parameterbekendmaking door de officiële instanties. De minister-president haalt het hier net aan: het was in een periode waarin de impact van de crisis begon duidelijk te worden. Hij maakt de terechte opmerking dat indien het te herdoen zou zijn, het beter zou zijn geweest. Iedereen wist dat de uitgangspunten van de begroting niet meer bestonden. U was nota bene de minister van Begroting, en u ontkent nu dat dat interessant zou geweest zijn. Een dergelijke uitspraak is voor mij ongelofelijk.
Ik ben ook verbaasd. Ik heb ook moeten vaststellen dat men in twee domeinen die door uw collegas werden beheerd ook wel wist, voor de verkiezingen, dat men niet voldoende centen zou hebben. Men heeft daar gedaan alsof men dat niet wilde zien en weten. Ik herinner aan de onderwaardering van de renovatiepremie. We hebben daar een truc moeten uithalen om toch nog middelen te vinden om alle dossiers die er lagen te betalen. Er waren verslagen van de administratie die al twee jaar aankondigden dat de middelen ondergewaardeerd waren. Ik verwijs ook naar het grote verschil tussen de vastleggingskredieten en de beleidskredieten op innovatie. Ook daar wist men voor de verkiezingen al dat men niet voldoende zou hebben om alles in 2009 te betalen. Dat zijn twee voorbeelden, mijnheer Van Mechelen, waarbij wij zeggen dat we daarover van u geen lessen moeten krijgen.
Dat de economische crisis was en is wat ze is, daarvan zijn we ons allemaal ernstig en zeer diep bewust. Als de minister-president zegt dat jobs de uitdaging zijn, dan ben ik het 100 percent met hem eens. Maar wanneer een regering resoluut kiest voor de Maddensdoctrine, zoals de fractievoorzitter van CD&V verwoordde op de tribune, daar waar we op één nacht een beslissing hebben moeten nemen in Vlaanderen om ons bancair systeem te redden met de KBC, nadat we Dexia en Ethias hadden geholpen, waarbij we eigenlijk voor onszelf een spaarpot hadden gereserveerd, mevrouw Lieten, van 1,750 miljard euro, die ons zou toelaten om opnieuw op netto, zonder schuld, te komen, dan zeg ik u dat u misschien van mij geen lessen te ontvangen hebt maar dat u toch eens goed moet kijken wat wij in die moeilijke dagen hebben gedaan. Wij hebben in het voorjaar van dit jaar twee budgetcontroles gedaan om ons bancaire systeem te redden, om Gigarant, waarvan de minister-president daarnet terecht de lof gestoken heeft, te regelen met 300 miljoen euro. Dat heeft de vorige regering gedaan voor het welzijn van onze ondernemingen. U gaat daar volgend jaar hopelijk, samen met alle Vlamingen, de vruchten van plukken.
U laat straks een budgetcontrole goedkeuren. Mijn enige vraag is: zijn er bedragen die u vandaag kent die er al of niet inzitten?
Straks moet hier over een begrotingscontrole worden gestemd. Mijn enige vraag is of de minister nu al bedragen kent die hier al dan niet deel van uitmaken.
Mijnheer Van Mechelen, we hebben die vraag al driemaal gesteld. Ik veronderstel dat we antwoord hebben gekregen.
Ik wil even op het hoge wait and see-gehalte van het discours van de minister-president en van de begroting ingaan. We krijgen steeds te horen dat we wel zullen zien. (Opmerkingen van minister-president Kris Peeters)
Zal dat vrijdag al gebeuren? Ik wil een aantal zaken wel eens zien gebeuren. Ik denk onder meer aan de discussie over BAM. Is dat allemaal in orde?
Ik neem de verantwoordelijkheid voor de vorige Vlaamse Regering ook op mij. Ik verwijt de Open Vld niets. Ik draag daar immers ook zelf de verantwoordelijkheid voor. Indien de heer Gatz nu zaken naar voren wil schuiven waarvoor hij zelf ook de verantwoordelijkheid draagt, vind ik dat hij moet opletten.
Ik zal het nog even herhalen. We zoeken volop naar een oplossing. Het lijkt me echter niet verstandig een oplossing te hebben vooraleer de Raad van State een uitspraak heeft gedaan. Het Pomphuis heeft een procedure tegen het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan aangespannen. Zolang we niet over een arrest beschikken, kunnen we geen definitieve oplossing naar voren schuiven. Ik hoop dat de heer Gatz begrijpt welke verantwoordelijkheid de vorige Vlaamse Regering heeft genomen. Ik wil met deze Vlaamse Regering niet tot een oplossing komen voor ik weet wat het arrest van de Raad van State zal inhouden. De heer Gatz wenst nu al een oplossing. Ik wil niet in januari of februari 2010 worden geconfronteerd met een uitspraak van de Raad van State die in feite alles vernietigt.
Het gaat niet enkel om het ruimtelijk uitvoeringsplan. Het gaat er ook om de moed te hebben een beslissing te nemen. Daar zijn wij niet verantwoordelijk voor. Andere partijen in dit halfrond zijn dat wel. Dat is mijn punt.
Mijnheer Gatz, volgens mij heeft de minister-president een duidelijk antwoord gegeven. We hebben een datum afgesproken. In januari 2010 zal de Vlaamse Regering in de commissie een toelichting over de stand van zaken geven. Hoewel de minister-president die vragen gisteren al heeft beantwoord, herhaalt u ze hier.
Mijnheer de minister-president, vindt u het opportuun van uzelf dat u de minister-president te hulp schiet? (Applaus bij de Open Vld)
Mijnheer Gatz, ik schiet de minister-president niet te hulp. De afgelopen twee dagen heb ik ook leden van de meerderheid erop gewezen dat zaken hier soms twee of drie keer worden herhaald.
U hebt hier opnieuw een vraag over BAM gesteld. Gisteren heeft een ander Vlaams volksvertegenwoordiger diezelfde vraag gesteld. De minister-president heeft die vraag beantwoord. Wat ik doe, heeft niets met het verschil tussen meerderheid en oppositie te maken. Ik wil enkel voorkomen dat dezelfde vragen en antwoorden telkens weer worden herhaald.
Het maakt niet uit wie de voorzitter van het Vlaams Parlement is. In mijn repliek op de Vlaamse Regering zeg ik vanop deze tribune wat ik wil. (Applaus bij Open Vld)
Een aantal leden heeft me informeel gevraagd te beletten dat mensen twee of drie keer hetzelfde zouden zeggen. Dat is alles.
Ik heb geen antwoord op de vragen over de cohesie binnen de Vlaamse Regering gekregen. Alles gaat blijkbaar goed. We mogen niets meer over BAM zeggen.
We hebben een interessante discussie over De Lijn gevoerd. De meerderheid heeft de cijfers van de benchmarking op een heel andere manier geïnterpreteerd. De N-VA vraagt een compensatie voor de situatie bij de VRT. Met betrekking tot het onderwijs is er een halve oplossing gevonden. Wait and see. Alles zal in de loop van de komende jaren worden opgelost. Alleen vind ik dat nogal veel zaken moeten worden opgelost.
De minister-president heeft ons een aantal citaten gegeven. Ik geef toe dat begrotingsbesprekingen soms wat saai zijn. Het is dan ook prettig de discussies nu en dan met een aantal citaten op te fleuren. Ik heb er ook eentje opgezocht om mijn toespraak mee af te ronden.
Het is geen citaat van een Engelstalig filosoof. Het is een Franstalig citaat, maar ik zal het in het Nederlands voorlezen. Het is afkomstig van Voltaire. Ondanks het feit dat hij het met bepaalde aanwezigen niet eens zou zijn, zou hij toch tot het uiterste gaan om die mensen de mogelijkheid te bieden hun mening naar voren te laten brengen. Het citaat slaat op begrotingen en luidt als volgt: Een begroting is een methode om zich zorgen te maken nog voor het geld wordt uitgegeven, in plaats van daarna. Wij maken ons in elk geval grote zorgen. (Applaus bij Open Vld)
Mevrouw Dillen heeft het woord.
Mijnheer de minister-president, onze fractie heeft uw antwoord beluisterd en, zoals u al begrepen zult hebben uit verschillende van onze pleidooien, begrijpen wij dat deze Vlaamse Regering het vandaag financieel zeer moeilijk heeft. Wij hebben daar in onze opmerkingen en uiteenzettingen rekening mee gehouden. Niemand van mijn collegas heeft eisen gesteld waarvan we vandaag weten dat ze onhaalbaar zijn.
Wij begrijpen dat u vraagt dat wij in dit Vlaams Parlement over de grenzen van meerderheid en oppositie heen, schouder aan schouder de economische crisis bestrijden. Wij willen u daar voor alle duidelijkheid bij helpen en zullen u steunen. Maar dan moet uw Vlaamse Regering zelf ook consequent zijn en zelf ook in elk dossier schouder aan schouder, rechtlijnig en eensgezind, haar standpunt en beleid verdedigen. En dat, collegas, gebeurt vandaag niet. Er zijn hier al voldoende bewijzen van het tegendeel aan bod gekomen. Ik zal dan ook niet in herhaling vallen, mijnheer de voorzitter.
Onze fractie vindt dat onaanvaardbaar, mijnheer de minister-president, zeker in tijden dat het eigenlijk alle hens aan dek zou moeten zijn.
Wij hebben antwoorden gekregen op de meeste van onze opmerkingen. Alleen op onze bedenkingen inzake het communautaire vlak hebt u niet geantwoord en bent u volledig op de vlakte gebleven. Onze fractie blijft stellen dat er op het communautaire vlak, misschien meer dan ooit, sprake is van een status-quo. Ook al is het belangenconflict, voorlopig althans, van de baan, het staat vast dat er nu al verschillende conflicten dreigen aan te komen.
Mijnheer de minister-president, Vlaanderen boert achteruit en de fundamenten van onze welvaart worden bedreigd. Dit land zit muurvast door onder meer de talloze overlegstructuren. Autonomie, innovatie en verantwoordelijkheidszin moeten worden versterkt en de overheid moet een nieuw institutioneel kader creëren waardoor het overleg niet langer muurvast dreigt te zitten in talloze overlegstructuren. Daarvoor is een grondige staatshervorming nodig. U zult het al begrepen hebben, ook u minister Muyters, dat dit niet mijn eigen woorden zijn, hoewel ik ze volledig onderschrijf. Dit zijn de duidelijke woorden die op het Voka-congres van enkele dagen geleden zijn geformuleerd.
Mijnheer de minister-president, de conflicten zullen blijven duren zolang Vlaanderen niet alle hefbomen in handen heeft om autonoom en zelfstandig over alle bevoegdheden te kunnen en mogen beslissen. Alleen zo, collegas, kunnen we een degelijk beleid voeren in het belang van de welvaart en het welzijn van alle Vlamingen. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Watteeuw heeft het woord.
Mijnheer de minister-president, moed is de elegantie in de vuurlinie, is daarnet gezegd. Die elegantie mis ik wel in de opmerkingen die worden geformuleerd. Maar misschien mag ik niet zo veel verwachten.
Mijnheer de minister-president, na zon bevlogen toespraak, waarbij u begint met een citaat van een van mijn lievelingsauteurs, kan ik alleen maar zeggen dat ik aan de ene kant gecharmeerd was door uw betoog. Het is duidelijk dat de sense of urgency er is. We moeten zeer zwaar inzetten op tewerkstelling, we moeten maken dat de werkloosheid niet verder stijgt. Het is duidelijk dat u daar heel veel voor wilt doen.
Aan de andere kant missen wij evenwel een aantal andere domeinen. Er blijkt een zekere selectiviteit te bestaan in die sense of urgency. Ik geef een aantal voorbeelden. U sprak over de warme regering en het warme Vlaanderen, maar er worden elke dag zes gezinnen uit hun huis gezet. Daar wordt momenteel niets voor gedaan. Steeds meer middenklassers raken in de greep van de armoede.
De toenemende onderwijsachterstand van kinderen van allochtone afkomst wordt niet aangepakt, integendeel. Vandaag staan de resultaten van een enquête in de krant. Het welbevinden van de Vlaming wordt gestimuleerd en verzorgd door groen in de omgeving, door bos en natuur. Wat gebeurt er? Vlaanderen ontbost! Daar gebeurt zeer weinig tegen. (Opmerkingen van de heer Carl Decaluwe)
Mijnheer Decaluwe, ik heb u inderdaad nooit verdacht van elegantie.
Mijnheer de minister, het is ontluisterend hoe u de discussie over de economie van het verleden gisteren aanpakte in verband met de luchthavens. Natuurlijk is die tewerkstelling belangrijk, maar we moeten nu inzetten op transitie, en die zie ik niet. Dat betekent dat u moet gaan nadenken over de omzetting van de relicten van de economie van het verleden. Daar krijg ik geen antwoord op van u, noch van de regering. We zullen deze begroting dus niet goedkeuren. (Applaus bij Groen!)
De heer Vereeck heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, leden van de regering, ik ben een van de zowat tien mensen die gisteravond nog hier waren. Ik heb veel geleerd. Ik heb veel nieuwe collegas gehoord en bezig gezien. Het was al bij al een leerrijke ervaring. Hoewel, we zouden toch wel eens aan een iets of wat andere format kunnen denken. In essentie is het natuurlijk wel eens interessant om de begroting per departement de revue te zien passeren.
Er schoot me een citaat te binnen van de bekende econoom Joseph Schumpeter die vaak wordt geciteerd. Ik denk niet dat veel mensen weten dat hij ook nog minister van Openbare Financiën is geweest. Hij ging later naar Harvard waar hij bekend werd als de econoom van het ondernemerschap. Het is in die context, met creatieve destructie, dat hij vaak wordt geciteerd. Hij was tussen de twee wereldoorlogen minister van Openbare Financiën in Oostenrijk. Hij schreef dat de begroting het skelet is van de samenleving. Het bestuderen van de geschiedenis van het belastingregime lijkt heel saai, maar als men over honderd jaar terugkijkt naar onze begroting of toespraken en naar de belastingwetten, dan gaat men zien dat op een bepaald moment de ecotaks opgedoken zijn. Dat heeft te maken met het feit dat dat plots maatschappelijk urgent werd. In de jaren zestig en zeventig was er de taks split door de vrouwenemancipatie. Het is dus toch wel heel interessant.
De begroting is de weerspiegeling van het beleid dat u voert en het soort samenleving dat u voor ogen hebt. Het is natuurlijk in die context dat u die betogen van LDD moet zien. Wij vinden dat de inspanningen nog niet ver genoeg gaan. Voor ons mag het allemaal net iets meer zijn. Wij vertrekken van de visie dat het privé-initiatief meer kansen moet krijgen dan tot nu toe. Het is niet gemakkelijk op dit moment om als privé-investeerder en zelfs als overheid iets nieuws uit de startblokken te krijgen, waarbij die overheid zonder in grote ideologische discussies te vervallen toch een klein beetje terugtreedt. Maar aan de andere kant moet ook de oppositie tevreden zijn met wat ze krijgt. De voorstellen van Groen! zouden tot nog meer deficit leiden, daarom kan ik niet echt ontevreden zijn dat u op zijn minst in 2011 weer een begrotingsevenwicht wil. Voor ons mag het dus nog veel vroeger en met nog scherpere keuzes. Ik heb er daar gisteren al enkele van naar voren gebracht.
Mijnheer de minister-president, ik blijf toch nog met een vraag zitten, namelijk inzake de houding van uw regering in januari. U hebt al verteld dat u in het interministerieel overleg met uw collegas hebt gezegd dat Vlaanderen zich strikt houdt aan wat er voor 2009 en 2010 is afgesproken. Ik heb in juli en in september ook gehoord dat u in 2011 en ook in 2012, wanneer u terug overschotten gaat boeken, die overschotten niet zal gebruiken voor de afbouw van de schuld, maar voor het eigen beleid waardoor de term overschot misschien niet helemaal geslaagd is, want u zult tot in 2014 altijd evenwichten realiseren. Alles wat extra is, is dus voor het eigen beleid? Dat klopt? Betekent dat dan ook dat de federale regering niet op de Vlaamse Regering moet rekenen voor het halen van de Europese normen?
Mijnheer Vereeck, ik heb u gezegd dat we vanmorgen een akkoord hebben bereikt over 2009-2010 en dat men heeft gezegd: We willen in januari van 2010 het gesprek openen over de volgende jaren. Bij de start van het parlementaire jaar heb ik van op het spreekgestoelte, waar u nu staat, gezegd dat we in 2011 in evenwicht zullen zijn en dat we de overschotten, de bijkomende beleidsruimte die voorzichtig wordt ingeschat op 1 miljard euro en als we wat optimistisch mogen zijn op 1,4 miljard euro, zullen inzetten op nieuw beleid.
Degenen die op federaal niveau, net als de heer Gatz van Open Vld hier gisteren ook deed, vertellen dat er overschotten zullen worden gecreëerd die zullen dienen om de nv België te helpen, geven niet de visie weer van deze Vlaamse Regering. Op federaal niveau wil men daarover een gesprek en wij staan altijd open voor gesprekken, zeker als men ons daar vriendelijk voor uitnodigt.
Mijnheer de minister-president, ik zou daar graag nog iets meer duiding bij willen hebben. U zegt nu dat u herhaalt wat u hier al eerder hebt gezegd, namelijk dat u de overschotten zult inzetten voor het eigen beleid, maar dat u wel openstaat voor een gesprek. Ik neem aan dat dat een gesprek zonder toegevingen wordt, omdat u uw extra middelen blijft inzetten voor uw extra beleid. U noemt nu een bedrag, 1 miljard euro, dat is uw geprojecteerde overschot dat u voor eigen beleid zult inzetten, maar wat indien de economische relance wat beter meevalt en u wat extra overschotten hebt, laat ons zeggen 2 miljard euro? Zou u dat extra miljard euro dan willen inzetten?
Mijnheer Vereeck, rebus sic stantibus. Dat wil zeggen dat wij de zaken altijd al met voorzichtigheid hebben aangepakt. We zullen dat ook blijven doen. De heer Van Mechelen heeft ter zake gelijk. (Opmerkingen)
Ja, en de minimis non curat praetor dan zijn we goed bezig.
Mijnheer Vereeck, stel dat zich dat voordoet, dan hebben we hier elke woensdag afspraak, ook in 2010, om daarover te discussiëren. Voor alle duidelijkheid: ik wil hier geen andere positie van de Vlaamse Regering insinueren. Onze visie is heel duidelijk, maar men heeft gevraagd om daar in januari over te spreken en dat zullen we doen. Onze stelling is heel duidelijk en u hebt die heel goed begrepen. Als er bijkomende overschotten zouden worden gerealiseerd, dan zal deze Vlaamse Regering daarover een standpunt innemen.
Voor de heer Van Hauthem een opmerking maakt, wil ik nog zeggen dat we in het verleden altijd hebben gezegd dat indien men ons een vraag zou stellen, automatisch de problematiek van de usurperende bevoegdheden en andere, weer op tafel komt.
Mijnheer de minister-president, ik was een beetje verbaasd over wat u in uw repliek zei, want aan de ene kant zei u dat als er overschotten zijn, als er beleidsruimte is, we die gaan invullen, maar aan de andere kant vertelde u dat u wel zou spreken over het alsnog eventuele reserveren van een aantal middelen, afhankelijk van wat andere overheden met hun begroting doen. Dat is wat u in uw repliek zei: afhankelijk van wat andere overheden voor wat dat betreft met hun begroting doen. U laat dat in feite toch voor een stuk in het midden?
Ik laat niets in het midden. Ik zal het nu nog eens duidelijk formuleren: 2011, een begroting in evenwicht. De beleidsruimte die we nadien opbouwen wordt ingevuld door nieuw Vlaams beleid. Dat is duidelijk?
U zei daarstraks: Op een bepaald moment zullen de usurperende bevoegdheden op tafel komen. Excuseer, mijnheer de minister-president, ze liggen op tafel. In de Kamer, bij de federale begroting, liggen de usurperende bevoegdheden op tafel met cijfers ernaast. Als wij een belangenconflict indienen om conform uw eigen regeerakkoord een mogelijkheid te geven om de zaak te blokkeren en er tenminste overleg over te hebben, dan geeft u niet thuis.
Ik weet waar u op doelt. Nu zegt u het zo. Het Vlaams Parlement, waarschijnlijk op uw aanstichten, heeft geweigerd dat belangenconflict in te roepen. Dat was een mogelijkheid geweest om de usurperende bevoegdheden van uw kant op tafel te leggen. Volgende dinsdag zal in de Kamer de federale begroting gestemd zijn met alle bedragen die erin staan, zal de Programmawet gestemd zijn, zullen de diverse bepalingen gestemd zijn met alle cijfers die er tegenover staan.
Als het u menens was geweest, was u hier twee weken geleden op de tribune gekomen om te zeggen: Kameraden van het Vlaams Parlement, roep een belangenconflict in, want het is mij ernst met de usurperende bevoegdheden. Maar u hebt dat helaas niet gedaan.
Een begrotingsdebat is bij uitstek een debat over wat de minister-president gemeenzaam het voortschrijdend inzicht noemt. Dat is een niet-onbelangrijke term die ik van hem geleerd heb.
Als de prognose van de Nationale Bank realiteit wordt en we komen tot een bijkomende economische groei, wat goed zou zijn voor Vlaanderen en alle Vlamingen, zullen we extra middelen hebben. Deze ochtend was er een vergadering van het Overlegcomité. Zijn er afspraken gemaakt: als er extra middelen worden doorgestort naar Vlaanderen, zullen die dan gereserveerd worden voor schuldafbouw of voor beleid?
Wat op het Overlegcomité komt, kent een grote transparantie. Ik kan het even toelichten. In eerste instantie formuleerde Guy Van Mechelen een voorstel. Excuseer, Guy Vanhengel. (Gelach)
Die combinatie, tja, wat zou dat geven? Er was een voorstel van federaal minister van Begroting Vanhengel om, wanneer de positieve inzichten van de Nationale Bank uitkomen in 2010 en wij op basis van die voorzichtige parameters een bedrag van afgerond 120 miljoen euro extra zouden ontvangen, dat bedrag niet uit te geven en zeker niet aan te wenden voor nieuw beleid. Dit stond in artikel 7, paragraaf 2 en 3. Die paragrafen zijn geschrapt, net als paragraaf 4 en 5 overigens.
Ik probeer samen te vatten. U blijft duidelijk bij uw standpunt. Indien er vanaf 2012 overschotten zijn, gaan die naar nieuw Vlaams beleid, maar niet integraal. Mocht het 1 miljard euro zijn, dan wel.
Mijnheer Vereeck, rebus sic stantibus. Met die 1 miljard euro moeten we al voorzichtig zijn. U weet niet hoe het zich verder allemaal ontwikkelt. Als dat feit zich voordoet, zal de Vlaamse Regering erover spreken en communiceren en zullen we dit parlement tekst en uitleg geven. Begin toch niet met hypothetische stellingen elke keer te herhalen. Wij zijn zeker na dit debat dubbel voorzichtig.
Het is mij niet om de regels en het bedrag te doen, maar om het principe. Zal men alle extra middelen voor het Vlaams beleid aanwenden of wilt u een Vlaams beleid voeren en de nv België redden? Dat wil ik weten.
Ik raad u aan eens op café te gaan.
Ten slotte neem ik de suggestie van de heer Van Rompuy ter harte. We zijn van oordeel dat de belangrijkste economische hefbomen nog altijd niet in onze handen zijn. We moeten onderhandelen en initiatieven nemen om in de loop van de komende weken en maanden daaraan te remediëren.
Ik vat samen. Deze begroting weerspiegelt een maatschappijopvatting waarin we andere belangrijke accenten willen leggen. Wij zullen deze begroting dan ook niet goedkeuren. (Applaus bij LDD)
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De algemene bespreking is gesloten.