Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over het onderhoud van de minister-president met zijn collega van de Duitstalige Gemeenschap Karl-Heinz Lambertz betreffende een mogelijk nieuw belangenconflict tegen het wetsvoorstel tot splitsing van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde
Verslag
De heer Van Hauthem heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister-president, geachte collega's, we hebben deze middag via een spoedbehandeling een voorstel van decreet over het faciliteitenonderwijs goedgekeurd omdat het parlement terecht vond dat het niet kon dat er alsmaar belangenconflicten tegen werden ingediend. Het vierde zat er eventueel aan te komen.
Er is een ander dossier waarover ook nog een belangenconflict loopt en waar ook een vierde belangenconflict dreigt te worden ingeroepen, namelijk het dossier Brussel-Halle-Vilvoorde (BHV)
Mijnheer de minister-president, ik heb in de pers gelezen dat de minister-president van de Duitstalige Gemeenschap blijkbaar is aangezocht om dit te doen om zo de federale regering nog wat tijd te gunnen om een onderhandelde oplossing te vinden. De minister-president van de Duitstalige Gemeenschap heeft gezegd dat hij door iedereen wou worden gevraagd om dat te doen en dat hij niet enkel op bevel van de Franstaligen wou marcheren. Ik denk dat ik het zo min of meer correct samenvat. Als hij wil dat de Vlamingen dit ook vragen, wie zijn dan de Vlamingen? Is het Herman Van Rompuy? (Opmerkingen van de heer Eric Van Rompuy)
Het antwoord is al gegeven. Of is het Kris Peeters? Mijnheer de minister-president, u hebt u blijkbaar aangesproken gevoeld en u hebt een gesprek gevoerd. (Opmerkingen van minister-president Kris Peeters)
Goed, op zijn vraag. Er is een gesprek geweest. Ik zou u willen vragen wat de uitslag is van dat gesprek. Maar een halfuurtje geleden las ik op Belga dat de Duitstalige minister-president zegt dat hij de indruk heeft dat de Raad van de Duitstalige Gemeenschap de federale overheid nog wat tijd en ruimte wil geven om naar een onderhandelde oplossing inzake BHV te gaan. Als dat zo is, dan is uw demarche - zelfs als u gevraagd werd of niet - voor niets geweest. Het heeft blijkbaar bijzonder weinig gewicht in de schaal gelegd.
Mijnheer de minister-president, wat was de inhoud van het gesprek? Wat is het resultaat geweest? Wij vinden ook dat die splitsingsvoorstellen nu eindelijk eens moeten worden goedgekeurd in de Kamer. Gaat u samen met uw regering en desnoods met dit parlement, ervoor zorgen dat de democratische besluitvorming ook in het federaal parlement zijn beslag gaat krijgen?
De heer Bouckaert heeft het woord.
Mijnheer de minister-president, geachte collega's, ik heb ook gelezen dat u op de sofa hebt gezeten met de minister-president van de Duitstalige Gemeenschap. Ik hoop dat het gezellig en gemütlich was. Ik hoop ook dat u hier in volle openheid over dit gesprek wilt spreken. Als u De kanonnen van augustus van Barbara Tuchman hebt gelezen, dan weet u dat geheime diplomatie aanleiding kan geven tot veel onheil en tot oorlog. Het is aangewezen dat u zeer open bent tegen de Vlaamse volksvertegenwoordigers.
Ik vraag vooral de geruststelling dat u als Vlaamse minister-president de mening en de zorg van de absolute meerderheid van de Vlamingen hebt vertolkt: dat ze het inroepen van een belangenconflict door de Duitstalige Gemeenschap niet zouden appreciëren omdat de Vlamingen willen dat dit wetsvoorstel zo snel mogelijk in het federale parlement wordt goedgekeurd. Ik kan me niet inbeelden dat u een agenda van federale regeringspartijen zou volgen die proberen tijd te winnen. Deze gedachte durf ik bijna niet te koesteren.
Mijnheer de minister-president, misschien heeft minister-president Lambertz u verteld welk belang de Duitstalige Gemeenschap zou kunnen hebben dat het inroepen van een belangenconflict rechtvaardigt. De wonderen zijn de wereld niet uit. Het is altijd mogelijk dat een dergelijk belang zou bestaan. Indien u dat zou kunnen toelichten, zou dat veel klaarheid in het debat scheppen.
Indien er geen dergelijk belang is, zou u minister-president Lambertz hebben moeten vertellen dat het inroepen van dit belangenconflict een vorm van rechtsmisbruik, 'un abus de droit' of 'eine rechtswiederige Ausübung einer Befugnis' is. U zou dit kunnen melden in de verschillende talen die ons land rijk is.
Tot slot zou ik u willen vragen of Vlaanderen over hefbomen beschikt om de Duitstalige Gemeenschap ertoe aan te zetten van dit belangenconflict af te zien. Heeft de Duitstalige Gemeenschap in verband met bepaalde beleidsdossiers onze medewerking of onze ondersteuning nodig?
Minister-president Peeters heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, gisterenavond heeft een gesprek tussen minister-president Lambertz en mezelf plaatsgevonden. Ik wil in de eerste plaats benadrukken dat dit onderhoud op verzoek van minister-president Lambertz heeft plaatsgevonden. Ik ben dus niet op zijn sofa terechtgekomen. Hij heeft me als een collega uitgenodigd. Indien de heer Bouckaert de behoefte voelt ook eens met mij te spreken, moet hij maar eens langskomen. Dat is geen enkel probleem.
Minister-president Lambertz heeft erop aangedrongen de inhoud van dit gesprek vertrouwelijk te houden. Ik begrijp dat het Vlaams Parlement wat duidelijkheid wil. Aangezien ik ten aanzien van het Vlaams Parlement geen onduidelijkheid wil laten bestaan, zal ik die duidelijkheid verschaffen. Ik doe dit natuurlijk ook omdat de heer Bouckaert literatuur over de gevolgen van de geheime diplomatie citeert.
Ik heb uitdrukkelijk benadrukt dat het Vlaams regeerakkoord en alle bijlagen die hierbij horen de leidraad van deze Vlaamse Regering en van haar minister-president vormen. Ik heb er tevens op een passage op pagina 100 van de Octopusnota, een bijlage bij het Vlaams regeerakkoord, gewezen. Ik zal die passage niet voorlezen. Er staat duidelijk dat het om een belangrijke eis gaat.
Daarnaast heb ik benadrukt dat ik ervan uitga dat het belangenconflict door het parlement van de Duitstalige Gemeenschap en niet door de regering van de Duitstalige Gemeenschap zal worden ingeroepen. Als minister-president heb ik hier geen boodschap aan. Ik zal me uitdrukkelijk aan het Vlaams regeerakkoord houden. Ik heb verwezen naar de belangrijke passages. Het Vlaams Parlement mag en kan dit van de minister-president van de Vlaamse Regering verlangen.
Ik heb ons standpunt duidelijk gemaakt. We moeten nu uitkijken naar de beslissing van het parlement van de Duitstalige Gemeenschap. Ik heb in elk geval geen onduidelijkheid laten bestaan. Ik ga ervan uit dat deze informatie een antwoord op de mij gestelde vragen vormt.
In feite weten we niet meer dan voordien. De minister-president heeft enkel verwezen naar een passage in een bijlage bij het Vlaams regeerakkoord. We moeten soms opletten of het nu om het Vlaams regeerakkoord of om een bijlage gaat. Volgens die passage vormt de splitsing een belangrijke eis.
Het zou er nog aan mankeren dat de minister-president op basis van dit regeerakkoord de minister-president van de Duitstalige Gemeenschap een andere boodschap zou overbrengen. Indien het er enkel om ging naar het Vlaams regeerakkoord te verwijzen, had de minister-president de tekst even goed kunnen faxen. Dat had hem tijd bespaard. (Opmerkingen van minister-president Kris Peeters)
Ik weet dat u vriendelijk bent. De vraag is: wat is het resultaat? Als ik de verklaringen lees van de minister-president van de Duitstalige Gemeenschap, vrees ik dat er effectief een belangenconflict komt. Dan verwacht ik toch wel enige actie, niet alleen van de minister-president van de Vlaamse Regering op basis van zijn regeerakkoord, maar ook van het Vlaams Parlement.
Ik verwacht iets meer dan de vermelding: "Ik heb aan de heer Lambertz het regeerakkoord voorgelezen. Punt andere lijn. Wat men ermee doet, is mijn zaak niet meer." Op dat ogenblik moet u als minister-president in actie komen en zeggen dat wij bepaalde samenwerkingsakkoorden die eventueel in de pijplijn zitten, zullen blokkeren.
Mijnheer Van Hauthem, u krijgt 1 minuut tijd voor uw repliek. We gaan er geen andere dingen bij betrekken.
Ook samenwerkingsakkoorden met de federale regering gaan wij op de duur blokkeren. Wij willen dat de democratische besluitvorming ook in de Kamer zijn gang kan gaan. In onze resolutie roepen wij op om de zaak morgen in de Kamer te agenderen en goed te keuren. Dat stond ook zo in uw regeerakkoord van 2004: 'onverwijld', weet u nog, mijnheer de minister-president?
De heer Bouckaert heeft het woord.
Ik ben verheugd dat u het regeerakkoord hebt voorgelezen aan Karl-Heinz Lambertz, mijnheer de minister-president. Hij zou het misschien ook eens moeten voorlezen aan de eerste minister van federaal België, Eric Van Rompuy, dat die dat ook weet. (Gelach)
Sorry, Herman! Herman! Het wordt al laat en ik verwar de voornamen. Maar goed, dat u aan de eerste minister duidelijk maakt dat het uw wil is, de wil van de Vlaamse Regering, de wil van het Vlaams Parlement, de wil van het Vlaamse volk, dat er niet meer getalmd wordt. Wij appreciëren niet dat er tijdswinst wordt gezocht via die belangenconflicten.
Wat Belga bericht, lijkt erop te wijzen dat de Duitstalige Gemeenschap weldegelijk een belangenconflict zal inroepen. Ik moet vaststellen dat Vlaanderen niet in staat is een kleine maar charmante gemeenschap ertoe te bewegen om geen acties tegen Vlaanderen te ondernemen. De Octopus die als bijlage bij het regeerakkoord is gevoegd, zal wellicht herleid worden tot een 'Zeropus': er zal niets van in huis komen.
De heer Vereeck heeft het woord.
Mijnheer de minister-president, ik vraag een kleine toelichting. Vorige week heeft de fractie van het Vlaams Belang een voorstel van resolutie ingediend waarin ze beleefd vraagt dat dit parlement een briefje schrijft bij monde van de voorzitter aan de collega's van het Duitstalige parlement waarin wordt gevraagd dat belangenconflict niet in te roepen. Toen heeft de heer Van Dijck of de heer De Wever erop gewezen: "Laten we dat nu niet doen. De minister-president gaat zelf een onderhoud hebben met de heer Lambertz." Nu zegt u: "Ik heb tegen die brave man gezegd dat ik hem eigenlijk niet veel te zeggen heb, want eigenlijk ligt het belangenconflict bij het parlement." Daarover had ik graag enige opklaring.
Wat was eigenlijk het belang dat de Duitstalige Gemeenschap bij monde van de minister-president inriep in het gesprek dat hij met u heeft gehad? Dat was ook de tweede vraag van de heer Bouckaert.
De heer Demesmaeker heeft het woord.
De minister-president heeft de enige houding aangenomen die mogelijk was, namelijk het Vlaamse regeerakkoord.
Mijnheer Van Hauthem, de Octopusnota is inderdaad een belangrijke bijlage. Ik denk dat die zeer duidelijk is.
In gesprekken die we zelf ook met minister-president Lambertz hebben gevoerd, stelde hij: "Man muss uns fragen." Met 'uns' bedoelt hij de partijen die zijn vertegenwoordigd in het parlement van de Duitstalige Gemeenschap, in grote consensus. Het is mij dus nog altijd niet duidelijk in welke mate de heer Lambertz spreekt namens een mogelijke consensus binnen dat parlement. Met 'man' bedoelt hij dat dit ook aan Vlaamse zijde moet worden gevraagd. U verwijst naar het Vlaamse regeerakkoord, dat heel duidelijk is: Vlaanderen is vragende partij voor een snelle verwezenlijking van de splitsing van de kieskring, dus van een snelle afhandeling van het dossier in de Kamer, van het zo snel mogelijk goedkeuren van de Vlaamse wetsvoorstellen in de Kamer. Dat is althans de gevolgtrekking die wij maken. Wij zijn uiteraard geen vragende partij voor een nieuw belangenconflict. Het zou er nog aan ontbreken.
Mijnheer Vereeck, u weet dat het belangenconflict door het parlement van de Duitstalige Gemeenschap moet worden ingeroepen, als ik me niet vergis met een drievierde meerderheid. Ik heb begrepen dat de minister-president van die gemeenschap een ronde heeft gedaan. Er zijn mensen naar hem gegaan, en hij heeft een aantal mensen gecontacteerd om er met hen over te spreken, waaronder mezelf als minister-president van Vlaanderen. Het is echter het parlement van de Duitstalige Gemeenschap dat daarover moet oordelen. Ik heb begrepen dat hij wat contacten legt om daar het parlement over te informeren, dat daar dan in alle wijsheid een beslissing over zal nemen.
Ik kan alleen herhalen wat de heer Demesmaeker heeft gezegd. Ik kan niet duidelijker zijn. U had van mij niet anders verwacht met betrekking tot het regeerakkoord, met de Octopusnota daaraan toegevoegd, die integraal deel uitmaakt van dat regeerakkoord. Dat doet me plezier. Als minister-president kan ik op dit moment ook niet meer dan dat doen. U zou graag hebben dat ik al een aantal andere dingen opzeg of laat verbreken, maar ik heb hem in alle rust duidelijk gemaakt wat ons standpunt is. Dat onderhoud heeft niet langer dan een kwartiertje geduurd.
Mijnheer de minister-president, u hebt duidelijk gemaakt wat het regeerakkoord inhoudt. Ik zeg het nogmaals: moeten wij nu staan applaudisseren voor het feit dat u gewoon bent gaan zeggen wat daarin staat? Het probleem is dat het daarbij blijft. U zegt dat u niet meer kan doen. U kunt wel meer doen. In het vorige regeerakkoord stelde dat de Vlaamse Regering het coöperatief federalisme, zoals dat dan zo mooi heette, zou gebruiken om een en ander in gang te zetten. Weet u dat nog? Dan is dan weer iets anders. De bijlage telt toch nog? Welnu, wij nemen geen genoegen met een minister-president en een Vlaams Parlement die weliswaar vasthouden aan een Vlaams regeerakkoord, maar als puntje bij paaltje komt, er gewoon naar staan te kijken. Dat heeft niets meer te maken met assertief beleid. (Opmerkingen van minister-president Kris Peeters)
Ik sluit me grotendeels aan bij de heer Van Hauthem. Mijnheer de minister-president, u ontgoochelt me toch wat. Ik heb enigszins de indruk dat u uw rolletje speelt om in orde te zijn met deze vergadering, maar voor de rest mikt op het voort afwerken van de agenda op federaal vlak, wat betekent dat er tijd moet worden gewonnen.
Voor mijn collega's van de N-VA verwijs ik hier even naar de Maddensdoctrine: Vlaanderen moet zijn mogelijkheden assertief invullen. U had die assertiviteit moeten overnemen en de Duitstalige Gemeenschap erop wijzen dat, indien ze een belangenconflict inroept, dat eigenlijk een zeer onvriendelijke daad is ten opzichte van Vlaanderen, en bovendien een misbruik van de juridische mogelijkheden in onze wetgeving. Dat had u heel duidelijk moeten zeggen aan de minister-president van de Duitstalige Gemeenschap. Nu heb ik de indruk dat u gewoon een rolletje hebt gespeeld.
Het incident is gesloten.