Verslag plenaire vergadering
Verslag
Voorstel tot spoedbehandeling
Dames en heren, vanmiddag heeft de heer Van Hauthem bij motie van orde een voorstel tot spoedbehandeling gedaan van het voorstel van resolutie van de heer Van Hauthem en mevrouw Michiels betreffende het voornemen van het parlement van de Duitstalige Gemeenschap om een belangenconflict in te roepen tegen de splitsingsvoorstellen inzake de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde.
Is het parlement het eens met dat voorstel tot spoedbehandeling? (Instemming)
Dan stel ik voor dat het voorstel van resolutie van de heer Van Hauthem en mevrouw Michiels betreffende het voornemen van het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap om een belangenconflict in te roepen tegen de splitsingsvoorstellen inzake de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde onmiddellijk wordt behandeld.
Is het parlement het daarmee eens? (Instemming)
Het incident is gesloten.
Bespreking
Dames en heren, aan de orde is de bespreking van het voorstel van resolutie.
De heer Van Hauthem heeft het woord.
We hebben vanmiddag mogen vernemen wat we al een beetje hadden verwacht: na het parlement van de Franse Gemeenschap en het parlement van het Waalse Gewest, na de Cocof, zou nu ook het parlement van de Duitstalige Gemeenschap worden aangezocht om de zaak over Brussel-Halle-Vilvoorde nog een beetje te rekken.
Ik wil meteen een punctuele fout in de tekst rechtzetten: het gaat over het Overlegcomité van vandaag, 14 oktober 2009, en niet 2004, zoals ik verkeerdelijk heb geschreven.
Dit parlement moet nu eens weten wat het wilt. Dit is een vaudeville die enkel tot doel heeft de democratische besluitvorming te rekken in het federale parlement over een aantal wetsvoorstellen waar in dit Vlaams Parlement en in heel politiek Vlaanderen een kamerbrede consensus over bestaat. In navolging van het arrest van het Arbitragehof van mei 2003 zijn hier resoluties en moties goedgekeurd die de politieke vertaling waren van de splitsing van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde.
Als nu de Duitstalige Gemeenschap zich ook in dit communautair debat gaat mengen en de handlanger gaat spelen van de Franstaligen in dit land, dan denk ik persoonlijk dat de Duitstalige parlementsleden en het parlement van de Duitstalige Gemeenschap de gevaarlijke toer opgaan. Zij hebben zich altijd zo ver mogelijk van het communautaire gewoel willen houden. Nu tonen ze zich bereid een zogenaamde onderhandelde oplossing te bieden. Vijf jaar geleden was in het Vlaams regeerakkoord het principe van de onverwijlde splitsing zonder prijs ingeschreven. Het coöperatief federalisme zou worden gebruikt om dat te realiseren. Nu al vijf jaar stellen wij vast dat de Vlaamse Regering het coöperatief federalisme, wat daar ook onder verstaan wordt, nooit heeft gebruikt.
De Duitstaligen hebben altijd op zeer veel begrip mogen rekenen van de brede Vlaamse beweging. Ik verwijs naar Wim Jorissen die altijd heeft gepleit voor meer autonomie voor de Duitstaligen in dit land. Ik vind het dan ook bijzonder jammer dat ook het parlement van de Duitstalige Gemeenschap zich aan het karretje van de Franstaligen in dit land hangt om de zaak nog wat te rekken en de federale regering nog wat soelaas te bieden om aan dit probleem een zogenaamde oplossing te geven.
Nu we weten dat het parlement van de Duitstalige Gemeenschap ook een belangenconflict zou inroepen, vragen we dat het Vlaams Parlement bij monde van zijn voorzitter een schrijven richt aan alle leden van het parlement van de Duitstalige Gemeenschap om erop te wijzen dat wij daar niet bij gebaat zijn. Ik verwijs ook naar de bijlage van het Vlaams regeerakkoord. Soms moeten we het regeerakkoord lezen, dan weer de bijlage. Afhankelijk van het standpunt dat men inneemt, is ofwel de bijlage ofwel het regeerakkoord belangrijk. Ik heb deze keer de bijlage gelezen en daarin staat het Octopusakkoord als een integraal onderdeel, neem ik aan, van het Vlaams regeerakkoord van 1 februari 2008. De minister-president heeft toen gezegd dat de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde belangrijk is.
Wij kunnen niet langer met onze voeten laten spelen. Daarom vragen wij een krachtig signaal om die carrousel van belangenconflicten te doen ophouden. De democratische besluitvorming moet ook in de federale Kamer haar gang kunnen gaan. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Caluwé heeft het woord.
In zijn voorstel van resolutie vraagt de heer Van Hauthem dat het Vlaams Parlement een signaal zou geven over de initiatieven en de wijze van stemmen van een ander parlement. Wij zouden het zelf niet appreciëren indien andere parlementen ons zouden komen voorschrijven wat wij wel en niet moeten doen.
Als iemand anders ons iets vraagt, dan is dat natuurlijk een andere zaak. Ik heb begrepen dat de minister-president van de Duitstalige Gemeenschap contact zou opnemen met onze eigen minister-president en hierover zou overleggen.
Ik onderschrijf volledig wat de heer Van Hauthem heeft gezegd. De bijlage van het regeerakkoord maakt uitdrukkelijk deel uit van het regeerakkoord. Uiteraard zal minister-president Peeters in dat gesprek verwijzen naar het regeerakkoord, zich houden aan dat regeerakkoord en uitdrukkelijk stellen dat de splitsing van het kies- en gerechtelijk arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde een belangrijke Vlaamse eis is en blijft. Het is overduidelijk dat als de minister-president van de Duitstalige Gemeenschap daarover de mening vraagt aan de minister-president en dus aan Vlaanderen, het antwoord zal zijn dat we wensen dat de splitsing zo snel mogelijk kan worden doorgevoerd.
De heer Gatz heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, ik kan sommige partijen in dit halfrond begrijpen dat ze nu en in het verleden aanklagen of hebben aangeklaagd dat er een carrousel van belangenconflicten ontstaat door de veelheid van parlementen in dit federale land. Ik begrijp de grond van dat ongenoegen. Het is echter het volste recht van elke assemblee in dit federale land, en dus ook van de Duitstalige Gemeenschap, om een belangenconflict in te roepen.
We kunnen ons vragen stellen over de redenen om dat te doen. Zoals waarschijnlijk iedereen heb ik geluisterd naar wat de minister-president van de Duitstalige Gemeenschap heeft gezegd tijdens de afgelopen dagen. We moeten die autonomie, in dit geval node, respecteren.
Mijnheer de voorzitter, ik wil afsluiten met wat in de vraag van het voorstel van resolutie geformuleerd wordt. Men vraagt u om een brief te schrijven naar de leden van het parlement van de Duitstalige Gemeenschap. Ik zie niet direct welke zoden dat aan de dijk zou brengen. Van mij mag u dat doen. Ik heb daar geen enkel probleem mee. Dat hoeft echter niet. Ik laat dat aan uw inschatting over, los van de stemming over dit voorstel.
Omdat die brief niet meteen het verschil zal maken, zullen we ons bij de stemming over het voorstel van resolutie onthouden.
Mijnheer de voorzitter, LDD zal het voorstel steunen. Het omvat toch wel precies de bekommernis van de heer Caluwé: er wordt helemaal niets geëist, er wordt alleen maar gevraagd. Ik begrijp daaruit, mijnheer Caluwé, dat uw fractie dit voorstel zal steunen. Het gaat gewoon om een brief waarin beleefd wordt gevraagd om het belangenconflict niet in te roepen. We kunnen inderdaad niet meer dan de vraag stellen.
Hier speelt natuurlijk de autonomie van de Duitstalige Gemeenschap, die we volstrekt respecteren. Het staat ons echter toch wel vrij om vriendelijk maar beleefd een brief te schrijven waarin u, mijnheer de voorzitter, probeert aan te tonen dat de Duitstalige Gemeenschap niet gevat is door dit conflict.
Ik ben trouwens zeer benieuwd naar de reactie van N-VA, die spreekt over een verkrachting van de rechtstaat, terwijl de heel beperkte middelen die we hebben, zoals het inroepen van een belangenconflict betreffende het generaal pardon, door de meerderheid, waarin ook N-VA zetelt, niet worden benut. Dat voorstel werd ook door die partij weggestemd.
Mijnheer de voorzitter, alle sprekers hebben het belang onderschreven van de splitsing van BHV en het belang daarvan in het regeerakkoord. In het voorstel van resolutie wordt de bekommernis naar voren geschoven en wordt een duidelijk appel vanuit Vlaanderen overgemaakt aan de Duitstalige Gemeenschap. Als minister-president Peeters gevat wordt door zijn collega van de Duitstalige Gemeenschap, en dat zal gebeuren, zal zeer duidelijk gecommuniceerd worden dat het Vlaams regeerakkoord belangrijk is, niet alleen omdat het een Vlaamse eis is, maar omdat de Vlaamse politieke wereld de ambitie heeft om dat uitgevoerd te krijgen.
Ik denk dat daarmee de garantie is gegeven dat die boodschap zeer duidelijk kan en zal overgemaakt worden aan de Duitstalige Gemeenschap.
Vanochtend was er Overlegcomité, en dat punt stond op de agenda. Dan vraag ik mij af wat de minister-president en de Vlaamse Regering hebben gedaan. Ik heb alleen vernomen, nadien, dat de minister-president van de Duitstalige Gemeenschap gezegd heeft dat zij bereid zijn. Heeft de minister-president daar dan bij gezeten en ernaar gekeken? Nu hoor ik dat er een gesprek zal plaatsvinden. Ik neem aan - en het zou er nog maar aan mankeren - dat de minister-president niet zal zeggen dat de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde voor ons allemaal belangrijk is. Dat is al dertig jaar belangrijk en het is al vijf jaar belangrijk en er zijn moties en resoluties goedgekeurd. Wij vinden dat allemaal belangrijk. Dus, mijnheer Van Dijck, wat doet deze nog braaf gestelde resolutie er aan af om aan u, mijnheer de voorzitter, te vragen om niet namens uzelf maar namens het Vlaams Parlement het parlement van de Duitstalige Gemeenschap af te raden om dat eventueel te doen. Wat doet dat daaraan af?
Ik had een vraag voor de heer Van Dijck want ik begrijp zijn uitleg niet goed.
Dat kunt u misschien straks in het koffiehuis doen.
Onderbreekt u mij nu? Mag ik mijn vraag niet stellen?
De heer Caluwé heeft het woord.
De heer Van Hauthem vraagt dat wij ongevraagd iets zouden doen ten aanzien van het parlement van de Duitstalige Gemeenschap. Het omgekeerde gebeurt: de minister-president van de Duitstalige Gemeenschap zal onze mening vragen. Welnu, de minister-president zal onze mening verkondigen. Dat is hetzelfde als wat de heer Van Hauthem vraagt.
De heer Van Dijck zegt: "namens de hele Vlaamse politieke wereld". Ik denk dat het toch een voordeel is dat het parlement er zich over uitspreekt. Beter zo dan dat het hier een tête-à-tête is tussen de twee ministers-presidenten.
Mijnheer Caluwé zegt dat het tussen parlementen gaat. Inderdaad. Wij mogen toch een vraag stellen aan een ander parlement? Wanneer een ander parlement een belangenconflict indient, dan is dat ook ten aanzien van een ander parlement. Wij stellen nu alleen beleefd een vraag. En daar heeft de heer Caluwé blijkbaar al problemen mee.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over het voorstel van resolutie houden.