Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Jans heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, deze morgen stond een opmerkelijk artikel in De Morgen. Ik ben zelf van Hasselt. Als ik van Hasselt naar Tongeren rijd over de E313 word ik pas aan 133 kilometer per uur geflitst in Tongeren, maar als ik in de andere richting rijd, dan is dat aan 126 kilometer per uur. Dat is een opmerkelijk feit en het was ook voorwerp van discussie in de federale commissievergadering waar federaal minister De Clerck vragen beantwoordde. Hij gaf aan dat de parketten inderdaad verschillende marges hanteren, zelfs verder gaan dan de tolerantiemarges die zijn vastgelegd in de wetgeving.
De reden daarvoor was vooral dat politierechtbanken overbelast geraken, want blijkbaar betalen veel mensen hun boetes te laat, of gaan niet in op een minnelijke schikking, waardoor de procureurs andere marges gaan toepassen. Dit is een federale materie, maar Vlaanderen is ook betrokken. Verkeersveiligheid is een belangrijke Vlaamse materie. In de vorige legislatuur is er een werkgroep opgericht over flitspalen. Die worden betaald door Vlaanderen, dus zijn we betrokken, zeker als we weten dat sinds 2008 de wetgeving over de verdeling van de middelen van het Verkeersveiligheidsfonds gewijzigd zijn en dat naast het vaste deel op basis van de verdeling van 2007 middelen worden toegekend op basis van de bijkomende inspanningen die ieder gewest doet in het kader van verkeersveiligheid.
Mijns inziens kan er dus wel een impact zijn op de verdeling van de middelen van het Verkeersveiligheidsfonds. Mevrouw de minister, ik had dan ook graag concreet van u vernomen wat die impact kan zijn.
Minister Crevits heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, mevrouw Jans, ik heb natuurlijk ook gelezen wat er in de kranten staat. Het vastleggen van de parameters voor de verdeling van de middelen van het Verkeersveiligheidsfonds is federale materie. Ook op de richtlijnen die parketten geven over de plaatsen waar wordt geflitst, en over de manier waarop en over wat de normen zijn, heeft Vlaanderen geen impact.
Wel bestaat er een taskforce flitspalen, maar de besteding van de middelen van het fonds is daar nooit een punt op de agenda. Die taskforce houdt zich eigenlijk enkel bezig met na te gaan op welke plaatsen het opportuun en nuttig is om een flitspaal te plaatsen. Daarbij wordt geen rekening gehouden met potentieel grote opbrengsten, maar wel met de vraag op welke plaats het grootste risico op verkeersonveiligheid ontstaat.
Mevrouw de minister, het lijkt me toch nuttig daar wat overleg over te voeren met de federale minister. In het verleden was er immers al een discrepantie in de verdeling van de middelen tussen Vlaanderen en Wallonië. Dat is frappant. Nu, met die nieuwe wetgeving, is dat ook weer het geval. Het is immers natuurlijk gemakkelijk voor Wallonië om bijkomende inspanningen te doen om de verkeersveiligheid te vergroten. Tot 2007 heeft die regio niet bijster veel inspanningen gedaan. Het is dus vrij gemakkelijk om extra middelen te vergaren via dit criterium. Vlaanderen heeft daarentegen altijd een heel degelijk beleid gevoerd. Het heeft grote stappen gezet en grote investeringen gedaan. Met die nieuwe regelgeving sinds 2008 is het heel moeilijk om die bijkomende middelen terug naar Vlaanderen te halen. De inspanningen die we kunnen doen, zijn minimaal in vergelijking met wat er in Wallonië nog kan gebeuren.
De heer Verfaillie heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, binnen elke politiezone bestaat er een soort veiligheidsraad, die regelmatig bijeenkomt. Daarin maken de lokale overheden, de politie en de parketten afspraken. Een administratieve afhandeling is inderdaad mogelijk, binnen een bepaalde norm, maar als de mensen niet betalen, wordt dit doorverwezen naar de parketten. Als ik goed ben ingelicht, maken de parketten ter zake autonoom afspraken met de lokale politie. Aangezien er ook mensen van de federale politie zetelen in die zonale veiligheidsraad, worden die afspraken ook uitgebreid tot de autosnelwegen.
Mevrouw Jans, eigenlijk betreft uw vraag volledig federale materie. Ik raad u dan ook aan uw collega's in het federale parlement deze vraag te laten stellen aan de betrokken ministers. Dan gaat het over de minister van Binnenlandse Zaken, als het gaat over de parameters van het Verkeersveiligheidsfonds, en over de minister van Justitie, als het gaat over het beleid van de parketten ter zake.
De heer Vereeck heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, ik had vóór deze vraag een vraag willen stellen. Zowel uit informatie die we hebben gekregen over deze vraag als uit het antwoord van de minister blijkt heel duidelijk dat dit louter federale materie is.
Ik begrijp dus helemaal niet hoe dit op de lijst van de actuele vragen is terechtgekomen. Als ik dan hoor hoe moeilijk het voor de oppositie is om nog een interpellatie goedgekeurd te krijgen, dan vind ik dat toch wel een bijzonder vreemde manier van werken. (Applaus bij LDD)
Mijnheer Vereeck, u maakt deel uit van het Uitgebreid Bureau, dat veertien dagen geleden zeventien interpellaties heeft goedgekeurd, waarvan zestien vanwege de oppositie.
De opbrengst van het Verkeersveiligheidsfonds is hier de voorbije vijf jaar zeer uitgebreid aan bod geweest. Ik zal nu niet ingaan op dat debat. Misschien wilt u naderhand met mij een onderhoud hebben om te weten waarom sommige vragen en interpellaties al dan niet worden goedgekeurd. Ik heb trouwens de beide leden die deze interpellatie hadden ingediend, zeer keurig te woord gestaan en de argumentatie voor het afwijzen van die interpellatie gegeven.
Mijn deur op de eerste verdieping staat echter altijd open. U bent altijd welkom wat dat betreft. Ik heb er geen enkel probleem mee met de leden te discussiëren over de vraag welke interpellaties en actuele vragen al dan niet ontvankelijk mogen worden verklaard.
U had dus geen bijkomende opmerking naar aanleiding van de vraag van mevrouw Jans?
Minister Crevits heeft het woord.
Mevrouw Jans, het klopt dat er de voorbije periode heel wat debatten zijn geweest over het Verkeersveiligheidsfonds, maar ik dacht dat de vraag van vandaag heel specifiek betrekking had op de manier waarop de verschillende parameters die worden gehanteerd door de parketten, een effect kunnen hebben op de verdeling van de middelen. Die link was voor mij wat onduidelijk, maar u hebt wat bijkomende informatie gegeven. Ik kan dit nog eens laten bekijken, maar eigenlijk is er een perfect tussenschot. Enerzijds is er de plaatsing van de flitspalen, en Vlaanderen beslist zelfs mee over de plaatsen waar onbemande camera's komen. Anderzijds zijn de parameters voor de verdeling van de middelen die worden gegenereerd, geen Vlaamse bevoegdheid en dus hebben wij daar niet onmiddellijk vat op.
Mevrouw de minister, ik dank u. We weten inderdaad dat dit een federale bevoegdheid is, maar zoals u net aangaf, zijn er parameters voor de verdeling van de middelen. Het is toch raadzaam om in het kader van wat er nu aan het licht komt, van de werking van de parketten en van de beslissing die de parketten hebben genomen, eens te bekijken of er toch geen invloed is op de verdeling van de middelen. (Applaus bij de N-VA)
Het incident is gesloten.