Verslag plenaire vergadering
Verslag
Beraadslaging (Voortzetting)
Dames en heren, aan de orde is de voortzetting van de beraadslaging over het regeerakkoord.
De heer Vereeck heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, ik wil me eerst en vooral verontschuldigen voor het feit dat ik te laat was.
Mijnheer de voorzitter, geachte ministers, geachte collega's, op 7 juni was het signaal van de kiezer klaar en duidelijk. De Vlamingen wensten een centrumrechts beleid en meer Vlaamse autonomie. Daarvan blijft in dit regeerakkoord niet veel over. Meer zelfs: opnieuw blijkt hoe de zuilenorganisaties nog steeds de werkelijke macht uitoefenen en niet dit parlement, alle goedbedoelde democratische principes ten spijt. Vlaanderen wordt opgescheept met een linkse vakbondsregering zonder ambities op het vlak van Vlaamse autonomie. Kortom, Peeters heeft gewikt maar het ACW heeft beschikt.
De heer Caluwé heeft het woord.
Mijnheer Vereeck, als u op dergelijke toon spreekt… Ik zag daarnet nog een foto van het sociaal overleg van 2003. Daar zaten toen twee huidige leden van de regering bij. Zij zaten daar aan de kant van de werkgevers.
Laat ik u zeggen waar ik dit uit afleid. Ik citeer uit de boodschap van de ACW-topman Jan Renders: "Zolang de N-VA constructief meewerkt aan een zogenaamd sociaal programma en niet te radicaal de staatshervorming nastreeft, en zolang het pro-middenveldkamp in de N-VA de scepter zwaait, is er geen probleem." Kortom, de N-VA gaat hier dienst doen als een soort van Vlaams schaamlapje voor een regering die steunt op belgicistische zuilen.
Daarnaast heeft mevrouw Caroline Gennez binnen de sp.a zoveel vertrouwen verworven dat ze zowaar als de woordvoerder van mijnheer Rudy De Leeuw mag fungeren. In een kranteninterview liet hij optekenen: "De federale overheid ontmantelen is onbespreekbaar voor ons. De Wever zal water in de wijn moeten doen." De sp.a zal er in de komende jaren dan ook nauwlettend op toezien dat de roep om meer Vlaanderen en minder België een roep in de federale woestijn blijft. Daarom stuurt de sp.a de heer Pascal Smet naar de regering, de man die recent nog pleitte voor de territoriale uitbreiding van Brussel. N-VA-volksvertegenwoordiger Mark Demesmaeker noemde de heer Smet op zijn website "rijp voor het gekkenhuis". Deze man is, gek genoeg, de bevoegde minister voor Brussel. Dames en heren van de N-VA, we zullen nog zeer lang in de file staan vooraleer we de afrit Vlaanderen zullen kunnen nemen. (Applaus bij LDD)
Het viel mij vanmorgen op dat deze regering alvast van Open Vld niet veel oppositie te vrezen heeft. Dat kan ik intellectueel wel begrijpen. Het is hier al gezegd dat deze partij naar aanleiding van de formateursnota zonder schroom alle zelf naar voren geschoven breekpunten heeft ingeslikt. Zelfs deze buigzaamheid volstond niet om tot de coalitiebesprekingen te worden toegelaten. Open Vld moet nu dus oppositie voeren.
De heer Gatz heeft het woord.
Mijnheer Vereeck, het is interessant om zien dat u niet alleen oppositie voert tegen de meerderheid, maar ook oppositie tegen de oppositie. (Applaus bij Open Vld)
Ik zei dat ik daar intellectueel gezien alle begrip voor heb. Maar ik zal u zeggen waarom het belangrijk is dat u daarnet niet zo hard uit de hoek bent gekomen. U zult nu oppositie moeten voeren tegen een regering die plannen koestert waarmee u zelf aanvankelijk uit opportunisme enthousiast had ingestemd. Open Vld ging ook de federale regering verlaten indien zij niet tot de Vlaamse Regering zou behoren. Niet dus. Daarom ligt het in de lijn der verwachtingen dat Open Vld op het federale niveau voor zogenaamde 'stabiliteit' zal zorgen. De kans dat nu eindelijk de politieke moed wordt opgebracht om Brussel-Halle-Vilvoorde te splitsen, is ironisch genoeg door deze coalitievorming tot nul herleid.
Het hoeft dan ook niet te verbazen dat er in dit regeerakkoord geen enkel concreet, nieuw initiatief wordt aangekondigd om meer initiatieven naar Vlaanderen te halen. Dat heeft vermoedelijk als nefast gevolg dat de Vlaamse regeringspartijen andermaal in gespreide slagorde naar de onderhandelingen over de staatshervorming zullen trekken - als die onderhandelingen er al komen.
Om dat te vermijden heeft LDD een aparte constructieve motie ingediend, om de vijf resoluties van het Vlaams Parlement alvast toe te voegen aan dit regeerakkoord. Voor de veiligheid, zullen we maar zeggen. We hebben hier de steun van Jong N-VA.
De heer De Wever heeft het woord.
Mijnheer Vereeck, dat lijkt me niet echt een verstandige motie te zijn. U moet weten dat de resoluties van 1999 voor een deel verouderd zijn, wegens voor een deel uitgevoerd door de Lambermontakkoorden. Alles wat nog niet was uitgevoerd van de resoluties wordt letterlijk, punt voor punt, hernomen in de Octopusnota, maar er staat nog veel meer in. Er worden heel wat punctuele zaken aan toegevoegd, ook bijvoorbeeld de houding inzake Brussel-Halle-Vilvoorde. De nota is, toen die in de commissie werd besproken, bijvoorbeeld ook door het Vlaams Belang gunstig onthaald. Het was onvoldoende - maar het is altijd onvoldoende voor het Vlaams Belang -, maar de fractie stond er gunstig tegenover. Dat is eigenlijk de meest recente opsomming van wat hier de collectieve wil is, misschien op de Groen!-fractie na, inzake de staatshervorming. Het is dus het meest relevante document om naar te verwijzen.
Als we uw motie aannemen, zetten we een duidelijke stap achteruit inzake ambities. Als u een zeer communautair getinte speech geeft, is dat een late roeping, want in de campagne van LDD hebben we daar helemaal niets over gehoord. Maar plotseling is dat voor u het nec plus ultra, dus ik denk dat het dat niet is dat u kunt wensen.
Ik wil de motie ook nog op een ander moment bespreken, maar het is in ieder geval zo dat in het Octopusakkoord deze vijf resoluties maar tot een denkkader zijn herleid.
De heer Caluwé heeft het woord.
Mijnheer Vereeck, wat staat er in de resoluties dat niet in de Octopusnota staat? Geef één voorbeeld van wat niet in de Octopusnota staat en wel in de resoluties zou staan.
Wij vinden dat die vijf resoluties meegenomen moeten worden in uw strategie. Uw strategie tot nu toe is: we wachten af. Het is ons niet erg duidelijk wat u vervolgens gaat eisen.
In de Octopusverklaring staat alleen maar dat het een denkkader is. Tot vandaag menen wij, net zoals Jong N-VA, dat we die vijf resoluties nieuw leven moeten inblazen, om de puntjes op de i te zetten.
Mijnheer de minister-president, het voeren van een beleid valt of staat uiteraard met de beschikbaarheid van middelen. Op dat vlak knelt het schoentje. Uw regeerakkoord besteedt er zowaar een halve pagina aan - proficiat.
Onder het motto goed bestuur werd door de vorige Vlaamse Regering een begrotingstekort nagelaten van 1 miljard euro voor 2009. Voor 2010 loopt dat tekort zelfs op tot 2,1 miljard euro. Elk zinnig mens zou in die penibele omstandigheden denken dat het de hoogste tijd is om zo snel mogelijk in te grijpen. Mijnheer de minister-president, een begrotingsevenwicht in 2010 had dan ook de doelstelling moeten zijn, zoals u ook beloofde in uw oorspronkelijke informateursnota. Daar kon LDD mee instemmen. Helaas hebt u deze doelstelling snel laten varen. Bezweek u onder de druk van socialisten en syndicalisten in uw regering? We weten het niet, maar het is in ieder geval niet opportuun.
Niemand kan ontkennen dat de economische crisis zorgt voor een sterke daling van de inkomsten en hierdoor de begroting onder druk zet. Maar u bent samen met uw coalitiepartners, die ook in uw vorige regering zaten, zelf in belangrijke mate verantwoordelijk voor de zorgwekkende toestand van de begroting. De Vlaamse Regering kende de voorbije jaren een zeer sterke stijging van de middelen. Ik verwijs naar de toenmalige minister van Begroting, Dirk Van Mechelen, die het in zijn voorwoord tot de bespreking van de Vlaamse begroting 2009 had over een expansieve groei van de beleidsruimte in 2007 en 2008, en overigens ook in 2009. U hebt dit geld lustig rondgestrooid, en Vlaanderen zit nu met de gebakken peren.
Voor het geval u LDD van vooringenomenheid zou verdenken, verwijs ik naar het rapport van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV), dat expliciet stelt dat de Vlaamse Regering in 2008 en 2009 een veel te expansieve begroting heeft aangehouden. U hebt tijdens de vette jaren het belastinggeld niet zuinig genoeg beheerd. Daar betalen we nu dus mee de rekening voor.
U hebt beslist om in 2010 slechts 1,6 of 1,7 miljard te besparen. Hierdoor komt er pas in 2011 een evenwicht via eenmalige maatregelen en pas een structureel evenwicht in 2012. Als Vlaanderen zijn daadkracht wil bewijzen, dan moet het echter uitgaan van een begrotingsevenwicht in 2010 en geen jaar later. Dat stelde minister Muyters recent zelf nog, weliswaar met een andere pet op.
Uw begrotingsopdracht wordt echter belemmerd door de taboes van de partijen van uw coalitiepartners. U laat vele kansen onbenut om de overheidsfinanciën op orde te brengen. Ik geef u twee voorbeelden. Een grote slokop in uw begroting is de vervoersmaatschappij De Lijn. Die krijgt van u jaarlijks een riante subsidie van 900 miljoen euro. De Lijn haalt slechts 12 percent van haar inkomsten uit verkoop van haar tickets en abonnementen. In geen enkel ander land liggen de subsidies per hoofd zo hoog. Indien De Lijn zou instaan voor 40 percent van haar inkomsten, zoals bijvoorbeeld in Nederland het geval is en zoals de heer Peumans enkele maanden geleden nog voorstelde, dan zou dit een vermindering van de dotatie met 300 miljoen euro inhouden.
U miste tevens de unieke kans om de provincies als beleidsniveau af te schaffen om de politieke zelfbediening in de intercommunales af te schaffen of om het gestage ritme van de vergrijzing van het ambtenarenapparaat af te bouwen. Deze maatregelen hadden binnen deze legislatuur 1,5 tot 2 miljard euro structurele besparingen kunnen opleveren. Voor elke twee ambtenaren die vertrekken, mocht er één nieuwe worden aangenomen, zo luidde het nog in uw Voka-memorandum, minister Muyters. Het kan verkeren.
Dit zijn slechts twee voorbeelden die aantonen dat u veel verder had kunnen gaan en veel verder had moeten gaan.
Hallucinant is ook dat deze Vlaamse Regering de nodige besparingen ten dele wil realiseren via eenmalige maatregelen ten bedrage van 500 miljoen euro. Voor CD&V waren de eenmalige maatregelen in oppositietijden de grote schandvlek op de sprookjesbegrotingen van paars. Nooit zou CD&V zich verlagen tot dergelijke praktijken. 500 miljoen aan eenmalige maatregelen is voor LDD te veel om van een geloofwaardige begrotingsaanpak te kunnen spreken.
De heer Van den Heuvel heeft het woord.
Mijnheer Vereeck, niet alle eenmalige maatregelen zijn dezelfde. CD&V heeft altijd gezegd tegen eenmalige maatregelen te zijn die op termijn kosten. Heel bekend zijn de sale-and-leasebackoperaties. Deze eenmalige maatregelen kosten op termijn niets aan de Vlaamse overheid. Dat is een heel groot onderscheid. Daarom kan CD&V achter deze operaties staan. Op termijn kosten ze niets.
We wachten de concrete invulling van die eenmalige maatregelen voor een half miljard verder met u af.
Toch blijft bij ons de vrees bestaan dat het op die manier een rommelbegroting wordt. Het is blijkbaar moeilijk om sterk te zijn in moeilijke tijden.
Mijnheer de minister-president, wat betreft de inhoud van uw regeerakkoord valt vooral op dat het ontbreekt aan een visie. Het is een overzicht van intenties, onderzoeken, halve maatregelen, 100 bladzijden lang, maar zonder een maatschappelijk project. Goed bestuur heet nu daadkrachtig bestuur. Dat is voor mij wollig taalgebruik voor een overheid die gelooft in de maakbaarheid van de samenleving, die zich daarom met elk aspect van het maatschappelijke leven bemoeit, die zelfingenomen van mening is dat ze de enige garantie vormt voor het welzijn van de burgers. Subsidies, fondsen, plannen moeten de maatschappij monitoren, beheersen, sturen in een richting die ze vaak zelf niet uit wil. Het ontbreekt in dit document aan een voorafgaande analyse van de maatschappelijke problemen die aanleiding kunnen geven voor overheidsinterventie, want vaak is die tussenkomst overbodig, ondoeltreffend en zelfs contraproductief. Een beetje meer vertrouwen en geloof in de mensen zou u sieren.
Uw regeerakkoord bevat ook weinig vernieuwende dingen. Net als vijf jaar geleden gaat het weer over de wachtlijsten voor personen met een handicap, de uitvoering van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, het watervalsyndroom in het secundair onderwijs, de aantrekkelijke loopbaan voor leerkrachten, de missing links, de administratieve vereenvoudiging, het beschikbare risicokapitaal, de oplossing voor de knelpuntberoepen enzovoort. Het gaat over dezelfde kwesties met dezelfde partijen.
Het verbaast LDD ook dat dit regeerakkoord zo relatief weinig aandacht heeft voor het kloppende hart van de Vlaamse economie, namelijk de kleine en middelgrote ondernemer: de bakker, de slager, de aannemer, de cafébaas en de restauranthouder, die al jaren snakken naar zuurstof in plaats van de nek te worden omgedraaid met topzware lasten en een overvloed aan wetten, decreten en regeltjes, die het zelfstandig ondernemen in dit land net niet onmogelijk maken. Misschien heb ik erover gelezen, maar in deze regeringsverklaring lees ik alvast niets meer over het afschaffen van lokale pestbelastingen, zoals die op drijfkracht. Van een minister-president met een UNIZO-verleden hadden we alleszins meer verwacht.
Mijnheer de minister-president, u hamert in uw regeerakkoord op het belang van een efficiënte en effectieve overheid, en terecht. U hebt het over het boeken van efficiëntiewinsten, een vernieuwend personeelsbeleid, administratieve vereenvoudiging enzovoort. Op zich zijn dat allemaal goede voornemens. Wat dat betreft, zult u in LDD een constructieve bondgenoot vinden. De vraag is echter wat de geloofwaardigheid ter zake is van uw regering. Dit was immers ook de belofte van uw vorige regering. Laten we eerlijk zijn, de balans ter zake is bijzonder mager. Wat de administratieve vereenvoudiging betreft, weet u net zo goed als ik dat er van die beloften weinig in huis is gekomen. De heer Mark Suykens, de directeur van de Vlaamse Vereniging van Steden en Gemeenten, trok in april nog aan de alarmbel in Het Nieuwsblad. Hij stelde: "Nooit eerder zijn er zo veel nieuwe regels gemaakt. Dit is pure waanzin." Zelfs uw toenmalig Vlaams minister van Binnenlands Bestuur, de heer Keulen, gaf in diezelfde krant het falen toe. Ik citeer opnieuw: "We hebben er de afgelopen jaren werk van willen maken, maar zijn er niet zo ver mee gekomen als we wilden." Nu belooft u diezelfde administratieve vereenvoudiging, opnieuw. U begrijpt wellicht ons scepticisme.
Het streven naar een efficiëntere overheid houdt ook in dat de instellingen zelf in vraag moeten worden gesteld. U hebt, zoals ik al eerder aanhaalde, een unieke kans gemist om de provincies als beleidsniveau af te schaffen, net op het moment dat vrijwel iedereen het erover eens is dat ze eigenlijk overbodig zijn geworden. De provincies kosten handen vol geld: jaarlijks meer dan 1 miljard euro. Een smak geld voor een overbodige instelling, zo lijkt me. U zou hiermee een jaarlijkse nettobesparing van 450 miljoen euro, dus bijna een half miljard euro, kunnen realiseren. Waarom hebt u dat niet gedaan? Waarom maakt u geen werk van de overheveling van de provinciale bevoegdheden naar het Vlaamse Gewest of naar de gemeenten?
Minister Bourgeois heeft het woord.
Mijnheer Vereeck, u citeert natuurlijk enigszins eenzijdig uit het regeerakkoord. U zou moeten weten dat dit regeerakkoord stelt dat we de planlast voor de steden en gemeenten drastisch zullen vereenvoudigen. Dat is ook concreet gemaakt. We hebben de vaste wil om van steden en gemeenten nog maar één plan te vragen, één legislatuurplan, dus geen plan meer per beleidsdomein en geen plannen meer die daarna moeten worden gevolgd door uitgebreide rapporten, wat een enorme planlast veroorzaakt bij de gemeenten. We zullen hen daarvan ontslaan. We zullen hen behandelen als partners en hen vertrouwen geven. We zullen wel zorgen voor een zekere vorm van benchmarking en visitatiecommissies, maar heel die planlast zal op dit vlak drastisch worden vereenvoudigd.
Ook wat de binnenlandse staatshervorming betreft, zetten we een heel grote stap voorwaarts. Ik hoop dat u ervan uitgaat dat er in Vlaanderen wel een intermediair niveau nodig is. We zullen alle tussenniveaus drastisch vereenvoudigen. We zullen de provincies een lijst van toegewezen bevoegdheden geven. Die bevoegdheden zullen zich beperken tot wat grondgebonden is. We zullen het hele veld van intercommunales, intergemeentelijke samenwerkingen, gedeconcentreerde diensten enzovoort in kaart brengen en drastisch vereenvoudigen. We zullen de klemtoon leggen bij de gemeenten en bij het Vlaamse niveau. Dat impliceert inderdaad dat er bevoegdheden en middelen van de provincies naar andere besturen zullen worden overgedragen. Dat is misschien niet de heel drastische hervorming die u voor ogen staat, maar alleszins heeft deze regering de vaste wil om drastisch te gaan vereenvoudigen. Ik ben blij dat u concludeert dat u met het afschaffen van de provincies niet 1 miljard euro zou besparen. De provincies voeren heel nuttige taken uit die, als die provincies worden afgeschaft, door andere bestuursniveaus zullen moeten worden verricht, neem ik aan.
Op geen enkel ander bestuursniveau in België is het aantal ambtenaren de voorbije jaren sterker gestegen dan in Vlaanderen. In het regeerakkoord staat de doelstelling geformuleerd het aantal Vlaamse ambtenaren niet meer te laten aangroeien. Blijkbaar heeft de minister-president niet de moed gehad de enige juiste doelstelling voorop te stellen, met name het ambtenarenkorps af te slanken zoals in het memorandum van Voka te lezen staat. Het Federaal Planbureau heeft al aangegeven dat alle andere landen het met veel minder ambtenaren doen. De kwaliteit van de openbare dienstverlening blijkt vergelijkbaar.
Het is dan ook dringend tijd in te grijpen. De vergrijzing biedt een unieke mogelijkheid om het aantal ambtenaren op een sociaal verantwoorde wijze te verminderen. Tussen 2008 en 2011 zal 20 percent van de Vlaamse ambtenaren met pensioen gaan. De minister-president laat hier, waarschijnlijk onder syndicale druk, een enorme kans liggen om het Vlaamse overheidsapparaat kostenefficiënter te maken en om op termijn honderden miljoenen euro te besparen.
Gezien de stijgende werkloosheid en de toenemende vergrijzing waarmee onze economie wordt geconfronteerd, is er dringend nood aan een activeringsbeleid dat erop is gericht meer mensen aan het werk te krijgen en aan het werk te houden. De LDD-fractie is het hier volmondig mee eens. Inherent aan een dergelijk beleid is het feit dat arbeid moet lonen. Logischerwijze houdt dit een drastische lastenvermindering op arbeid in. LDD stelt vast dat de Vlaamse Regering precies het tegenovergestelde doet.
De schuchtere aanzet om de lasten op arbeid door middel van de jobkorting te verlagen, wordt compleet tenietgedaan door de beslissing enkel nog aan de mensen met de laagste lonen 125 euro toe te kennen. Voor wie werkt en net iets meer dan het absolute minimuminkomen verdient, worden de belastingen met in totaal 585 miljoen euro verhoogd. Dit is uiteraard spek naar de bek van de heer Renders, topman van het ACW. Op 7 juli 2009 heeft hij in De Standaard het volgende verklaard: "De Vlaamse onderhandelaars hebben een zeer goed signaal gegeven door de jobkorting te reduceren." We nemen er akte van dat de werkende Vlaming zijn jobkorting wordt ontnomen. De minister-president bespaart op de kap van de werkende mens. Ik verwijs in dit verband naar de woorden die de heer Jambon van de N-VA op 24 maart 2009 heeft uitgesproken: "Nu de belastingen verhogen in een land met de hoogste belastingsdruk van heel Europa, zou een al te gemakzuchtige en onverantwoordelijke oplossing zijn. (…) Het zou getuigen van een ongehoord cynisme." Zo horen we het eens van een ander.
Mijnheer de minister-president, in het investeringsplan kondigt u massale investeringen in het openbaar vervoer aan. Laat mij u iets vertrouwelijks toefluisteren: openbaar vervoer levert zo goed als niets op, het kost alleen maar geld. En tussen haakjes, ook uw energie-'bedrijf' is geen echt bedrijf maar een subsidieloket.
Er is één onderdeel in het investeringsplan waarvoor ik de bijzondere aandacht vraag van zowel de regering als het parlement. De regering wil de administratieve procedures voor infrastructuurwerken versoepelen. Dat draagt in principe de goedkeuring van de LDD-fractie weg. Er is al genoeg immobilisme in dit land. Maar daarvoor wil de regering onderzoeken in welke mate ze voor onteigeningen in voortuintjes een "onmiddellijke grondinname" kan invoeren. Dit onderdeel van het regeerakkoord is absoluut verwerpelijk. Onmiddellijke grondinname door de overheid ondergraaft het eigendomsrecht op een fundamentele, bijna ongrondwettelijke wijze. Je moet maar een klein voortuintje bezitten. Maar meer nog is het principe gevaarlijk: het zet de deuren open naar nog meer ingrijpende en onverantwoorde aantastingen van de private eigendom. Dit is er echt over.
Mijnheer de minister-president, LDD zal constructief meewerken aan het voornemen van uw regering om verder werk te maken van verkeersveiligheid en van de missing links. Ook investeringen in de binnenvaart en in de maritieme toegang dragen onze principiële goedkeuring weg. Helaas zwijgt u in alle talen over hoe belangrijk de investeringen zijn en welke investeringen prioritair zijn.
Bovendien stonden veel van deze projecten vijf jaar geleden ook al in het regeerakkoord. Na dertig jaar wordt nu "verder geijverd voor de realisatie van de IJzeren Rijn". Als dit een voorbeeld is van de daadkracht van onze bestuurders inzake dringende mobiliteitsbeslissingen, vrezen we dat de Oosterweelverbinding er tegen 2050 nog niet zal zijn.
Toen sp.a haar veto stelde tegen het BAM-tracé, vond de toenmalige fractieleider van de oppositie, de heer Jan Peumans, ik citeer: "zulke houding een regeringspartij onwaardig". Uw coalitie lijkt alvast verdeeld over de Lange Wapper, zoals ik maandag heb kunnen vaststellen in TerZake. Vraagt u trouwens ook uw N-VA-collega's eens wat ze precies met de noord-zuidverbinding in Limburg willen.
De heer Penris heeft het woord.
Mijnheer Vereeck, u hebt gelijk, deze regering is voor wat BAM en het Oosterweelverhaal betreft, heel duidelijk verdeeld, maar over uw fractie vragen wij ons soms hetzelfde af, want zelfs vanuit Antwerpen hebben we, ook tijdens de campagne, af en toe tegengestelde berichten te horen gekregen. Wat is nu het standpunt van LDD in dit dossier?
Mijnheer Penris, u stelt een heel terechte vraag, ik ben blij dat ik dit kan uitklaren. U vindt het standpunt bij de persberichten op onze website: wij staan achter het BAM-tracé, tenzij het referendum anders zou uitwijzen. (Rumoer)
Mijnheer de voorzitter, zet u even stop?
Mijnheer Vereeck, gaat u rustig verder, laat u niet afschrikken. (Gelach)
Laat me dat eventjes toelichten. Wij zijn ervan overtuigd dat als wij de kans krijgen om bij zo'n referendum - uiteindelijk zijn we democraten - de voordelen van het BAM-tracé uit te leggen aan de bevolking, ze daar inderdaad voor zal kiezen.
Ik ga een kleine suggestie doen, mijnheer de voorzitter, en ik richt me daarbij ook meteen tot u. Arup-Sum, dat fameuze studiebureau, heeft drie alternatieven onderzocht en op verzoek van de stad Antwerpen nog een vierde alternatief, namelijk een totale tunnelvariant.
Mijnheer Vereeck, u kent wellicht, door de mensen in Antwerpen die voor uw partij dit dossier mee opvolgen, minstens in grote lijnen de inhoud van dat alternatief. Kunt u daarmee leven? Of hebt u al fundamentele bezwaren tegen dat alternatief waardoor u zegt te zullen blijven vasthouden aan het viaducttraject?
En nu, mijnheer de voorzitter, maak ik even misbruik van de gelegenheid. We hebben zopas een commissie ad hoc geïnstalleerd, en ik denk dat het nuttig is dat die commissie ad hoc in de komende vakantieperiode kennis neemt van de studie van het studiebureau Arup-Sum. Waarom zeg ik dat? Omdat in Antwerpen, als ik de laatste persberichten mag geloven, op 18 oktober reeds een referendum zal plaatsvinden. En dit parlement komt in volle bevoegdheid pas bijeen op 28 september, dat is vrij laat. Ik vrees dat we het dossier in de bevoegde commissies, die dan nog moeten worden geïnstalleerd, niet uitgeklaard zullen hebben. Ik zou willen suggereren om de commissie ad hoc in de loop van de komende weken of maanden bijeen te roepen. U zult daar oor naar hebben, want u hebt het dossier met veel zorg en vlijt mee opgevolgd in het verleden - en dan wik ik mijn woorden nog. Zo kunnen we ook als parlementairen van de studie kennisnemen.
We noteren uw verzoek, mijnheer Penris.
De heer Verstrepen heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, ik begrijp natuurlijk dat de heer Penris in het licht van de brug waar ze altijd tegen zijn geweest - maar ze zijn tegen vanalles en nog wat in Antwerpen -, het dossier toe-eigent als zijn dossier en het naar voren wil brengen. Ik sta er toch een beetje van te kijken, en ik voel me geroepen om te reageren aangezien ik ook in de Antwerpse gemeenteraad zit. Ik heb al een paar keer duidelijk in die gemeenteraad vermeld wat ons standpunt was. Ik weet niet waaraan het ligt dat hij dat vergeet, misschien ligt het aan de vooruitgang der dingen in leeftijd, maar hij is het in ieder geval kwijt. (Rumoer)
Ik vind het toch een beetje vreemd dat hij nu probeert om een bepaald dossier dat in Antwerpen behandeld wordt, hier nu op de agenda te krijgen, dat hij de gemeenteraad eigenlijk hier in het Vlaams Parlement wil plaatsen zonder het geduld op te brengen voor de Antwerpse politiek, waarvan akte.
Mijnheer Verstrepen, ik stel vast dat aangesloten wordt bij de traditie van de vorige legislatuur en dat hier in een plenaire zitting altijd minstens één keer wordt gesproken over de gemeenteraad van Antwerpen. (Gelach)
De heer Watteeuw heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, ik ben blij dat we kennis hebben genomen van het standpunt van LDD, maar het is natuurlijk correct dat de regering wat onduidelijk is over de Lange Wapper.
Het blijft een feit dat de regering onduidelijk is over de Lange Wapper. De sp.a heeft vroeger de Lange Wapper afgewezen. De voorzitter van dit parlement, die altijd kritisch was tegenover de BAM en het BAM-tracé, mocht niet in de regering, en in zijn plaats zit daar nu Philippe Muyters, die vorige week in een open brief nog pleitte vóór het Lange Wappertracé. Nu zit met mevrouw Lieten ook nog een voormalig BAM-bestuurder in de regering. Als ik dat allemaal zie, vraag ik me af wat er gaat gebeuren met dit project. Zal dit monsterproject erdoor komen? Zal de regering daarmee doorgaan?
Dat staat in elk geval niet in het regeerakkoord. In het regeerakkoord staat wel dat men het Masterplan Antwerpen gaat uitvoeren. Er komt duidelijkheid, want ik zie de heer Decaluwe knikken. Ik moet daaruit besluiten dat het Lange Wappertracé zal worden uitgevoerd, en dat de Lange Wapper er komt.
Minister-president Peeters heeft het woord.
Ik kan u uit uw lijden verlossen, mijnheer Watteeuw. Tijdens de coalitiegesprekken is ook dit dossier aan bod gekomen. U hebt terecht verwezen naar het regeerakkoord, waarin staat dat het masterplan wordt uitgevoerd. Maar daarnaast hebben wij ook herbevestigd wat de vorige Vlaamse Regering heeft beslist op 28 maart 2009. In die beslissing staat bijvoorbeeld, onder punt 9: "De Vlaamse Regering stelt vast dat zij in het najaar van 2009 uitspraak zal dienen te doen over de ingediende bouwvergunningsaanvraag, en dit op grond van de aangereikte elementen uit het openbare onderzoek en de adviesverlening."
Wij hebben ook gesproken over het rapport van de auditeur van de Raad van State dat intussen bekend is. Indien de Raad van State een arrest zou vellen voordat de stad Antwerpen en andere gemeenten hun advies hebben geformuleerd, zullen wij daar in overleg met de stad over spreken.
Dat is heel duidelijk, mijnheer Penris. Wij bevestigen wat de vorige keer is beslist en wachten op het advies en de uitslag van het referendum. Tegen het einde van het jaar zullen we daarover dan een beslissing nemen.
Er is ondertussen wel een nieuw element opgedoken in het dossier. Ik heb begrepen dat INR en Eurostat bepaalde vragen stellen bij dit dossier. Zij vinden dat de pps-constructie die rond dit project werd opgezet, niet zo kostenneutraal is als ze zou moeten zijn. Zij gaven u, blijkens bepaalde persartikelen, de ernstige waarschuwing mee om die kostenneutraliteit alsnog te bewaken. Bent u dat van plan? Hoe ernstig zijn de verwittigingen die u van de twee genoemde instellingen hebt gekregen? Hoe gaat u daarop anticiperen?
In uw regeerverklaring zegt u dat u het Masterplan Antwerpen verder zult uitvoeren, maar dat kan alleen maar als alles blijft zoals het was. Als de twee genoemde instanties echter gelijk hebben, en een pps-constructie, zoals de BAM er een is, niet meer mag, zult u het hele verhaal van voren af aan moeten herberekenen en herbekijken. Hoe gaat u dat doen, mijnheer de minister-president?
Dit debat kan en moet inderdaad op het Antwerpse niveau gevoerd worden, maar ik zal u toch antwoord geven, mijnheer Penris. (Opmerkingen van de heer Jan Penris)
Ik ga er in elk geval van uit dat dit dossier ook in Antwerpen van zeer nabij wordt opgevolgd.
De reacties van INR en Eurostat zijn niet nieuw. Ze dateren al van voor het einde van de vorige Vlaamse Regering. Natuurlijk zullen we daar antwoorden op formuleren. De gesprekken in dat verband zijn al volop aan de gang. We zullen immers geen constructies kunnen uitvoeren of behouden indien er geen fiat komt van Eurostat en INR. Ook dat probleem zal dus verder worden aangepakt. De BAM is daar zelf zeer intensief mee bezig.
Mijnheer de minister-president, ik kan alleen maar vaststellen dat u beslist hebt om de verschillende standpunten in de regering te laten bestaan.
Ik heb de indruk dat de mensen van Groen! soms zaken gehoord hebben die niet zijn gezegd. Eerst was het de heer Van Der Taelen, nu u.
Misschien ligt het aan mijn karakter. De sp.a heeft duidelijk stelling ingenomen tegen de Lange Wapper. De krantenkoppen waren heel duidelijk: 'De sp.a heeft de Lange Wapper begraven.' Nu treden mevrouw Lieten en de heer Muyters toe tot de regering, en ze nemen duidelijk stelling in voor de Lange Wapper. Hoe zit het nu? Er leven daarover verschillende standpunten. U schuift het probleem voor zich uit. Het is dus erg belangrijk dat de commissie ad hoc in de vakantie samenkomt om kennis te nemen van de studie en van wat hier is gezegd.
Nogmaals, de beslissing van 28 maart 2009 is erg duidelijk. De collega's van Open Vld hebben die beslissing trouwens mee genomen. Ik ga ervan uit dat u die beslissing in uw bezit hebt; als dat niet het geval is, zal ik ze u graag bezorgen. Lees ze eens rustig door, ze is erg duidelijk. Als u toch nog vragen zou hebben, dan kunt u ze dan stellen.
Niet alleen verstaat de Groen!-fractie zaken die niet worden gezegd, ze zegt ook zaken die volgens mij niet te verstaan zijn. Ik denk dan bijvoorbeeld aan de uitspraak dat in de ministerkeuzes de voorkeur voor de Lange Wapper tot uiting zou zijn gekomen. Ik voel me daarbij niet zozeer gegriefd als lid van de Antwerpse gemeenteraad, maar wel als partijvoorzitter. Ik kan u meedelen dat van alle mogelijke overwegingen die bij die keuze hebben meegespeeld dat wel de laatste was. Elke minister in de regering, ook de onze, zit daar op basis van het regeerakkoord dat inzake de Lange Wapper een duidelijke lijn heeft, en die is uitgelegd door de minister-president. Het is alleen zaak om dat te willen begrijpen.
Ik dank de heer De Wever voor het geruststellende antwoord.
Op basis van artikel 25 zal ik de commissie ad hoc, in de samenstelling die is goedgekeurd, samenroepen. Ik zal de diensten van het parlement vragen daartoe de nodige voorbereidingen te treffen. Elke volksvertegenwoordiger is trouwens uitgenodigd.
De heer Vereeck heeft het woord.
Mijnheer de minister-president, u moet eens aan de N-VA-ministers vragen wat ze precies met de Limburgse noord-zuidverbinding willen. U zult dan nog raar opkijken, en ik hoop dat de heer Peumans niet daarom naar de voorzittersstoel van dit parlement is verbannen.
De Limburgse noord-zuidverbinding staat duidelijk in het regeerakkoord als een uit te voeren missing link. Wat u daarover nog meer vertelt, zijn wat mij betreft verzinsels.
Ter verduidelijking nog iets wat ik in de vorige legislatuur ook enkele keren tegen de heer Dewinter heb moeten zeggen, want soms is men 'dure de comprenure'. Het regeerakkoord is door onze basis met een meerderheid van 99,99 percent goedgekeurd. Dat is bijna een stalinistische uitslag. Maar laat het duidelijk zijn: de N-VA-fractie, maar ook onze ministers staan achter het regeerakkoord en de keuzes daarin. Vorige week hadden onze ministers misschien een andere functie en een andere opdracht, want toen waren ze werknemers, maar nu zitten ze hier als lid van een regering, en we steunen die ten volle.
Ik zal de minister-president een toelichting over de achtergrond van mijn vraag verschaffen: in Limburg is iedereen het voor de Limburgse noord-zuidverbinding eens over een bepaald tracé ter hoogte van Houthalen, behalve de heer Peumans en de N-VA. Ik neem daar akte van.
Wat in uw beleidsintenties inzake mobiliteit nogal opvalt, is de veelheid aan plannen en onderzoeken. De 'daadkracht' van deze regering moet dan ook als 'plankracht' worden begrepen. Inzake wegenonderhoud bengelen we al jaren aan de staart van Europa, en we verwachten niet dat de komende vijf jaar veel putten en bulten worden weggewerkt. We hebben immers vastgesteld wat er gebeurt met het zwartepuntenbeleid: Peeters-I ging ervoor zorgen dat die allemaal zouden worden weggewerkt, maar het budget van 550 miljoen euro was helaas op toen men aan de laatste 40 percent wou beginnen.
Vielen de rekeningen duurder uit dan voorzien of was 100 percent weer een van die vele overdreven beloftes? Wie zal het zeggen? Nu gaat u in uw regeerakkoord opnieuw een geactualiseerde lijst laten opstellen van zwarte punten. Na een wachtlijst voor kinderopvang en gehandicaptenzorg hebben weggebruikers nu ook hun wachtlijst voor zwarte punten.
Terwijl zowat 85 percent van alle personenvervoer plaatsvindt over de weg, gaat de prioriteit van Peeters II opnieuw naar het openbaar vervoer. Voor alle duidelijkheid, de LDD-fractie is niet gekant tegen het openbaar vervoer maar wel tegen eenzijdige en onrendabele investeringen waarvan ook dit regeerakkoord weer blijk geeft. Miljarden zuurverdiende belastingcenten van onze burger werden de voorbije jaren besteed aan bussen, belbussen en trams die niet zelden fungeerden als oversized taxi's met weinig of zelfs geen passagiers aan boord.
Zijn de files daardoor korter geworden? Neen. Het budget van de sp.a-zustervereniging De Lijn was nochtans de snelst groeiende post van de Vlaamse begroting, een post die in tien jaar tijd verdrievoudigde en vorig jaar al was opgelopen tot 943 miljoen euro of 210 miljoen euro meer dan in 2007. Wanneer de vertramming van Vlaanderen er komt, dan mag u er op zijn minst nog een onbescheiden 1,7 miljard euro aan toevoegen. De vertramming, ontsproten aan het romantische brein van een salonsocialist die te lang in Bokrijk heeft vertoefd, hoort niet thuis in het mobiliteitsluik maar veeleer in het toeristische luik van dit regeerakkoord.
Door de geldzucht van De Lijn is er nauwelijks budget voor de wegen. De weginfrastructuur wordt niet uitgebreid maar zelfs afgebouwd ten voordele van vrije busbanen. Ondanks alle geplande onderzoeken ligt de uitkomst van het beleid al duidelijk vast: het STOP-principe.
De heer Decaluwe heeft het woord.
Mijnheer Vereeck, u hebt de tekst van het regeerakkoord niet gelezen. De missing links staan nominatief opgesomd. De inhaalbeweging inzake wegenonderhoud wordt duidelijk vermeld. Het probleem van de zwarte punten, de veilige schoolomgeving, de fietspaden enzovoort staat daar duidelijk in. U kunt van mening zijn dat het luik openbaar vervoer minder of meer aandacht krijgt dan het luik openbare werken, maar zeggen dat er niets in staat, is pertinent onjuist. Ik zou trouwens het alternatief van LDD voor het STOP-principe wel eens willen kennen.
Het STOP-principe staat voor 'Saboteer te allen prijze de opmars van het privévervoer'. De werkende Vlaming ploetert maar voort en staat dag na dag in de file. Naar goede gewoonte krijgt hij de rekening gepresenteerd. In eerste instantie zal rekeningrijden enkel betrekking hebben op het vrachtvervoer, alsof de transportsector het in deze crisistijden nog niet moeilijk genoeg heeft.
Vlaanderen start ook een onderzoek naar de invoering van een tweede kilometerheffing, meer bepaald voor personenauto's. De auto is en blijft ondanks alle plannen het meest succesvolle vervoermiddel en vormt dus de echte basismobiliteit. Vandaag stelt de auto ons in staat om onze drukke agenda rond te krijgen. Iedere werkdag vormt immers een uitdaging om werk, gezin, recreatie en sociale activiteiten te combineren. De vooruitgang, de werkgelegenheid, het comfort dat de auto ons nu al jaren biedt, wordt door uw regering daarbij bewust genegeerd. Ondertussen ontbreekt elk spoor van een beleid om de files structureel op te lossen. Hoever kan de Vlaamse overheid gaan in het ontmoedigen van wat de bevolking daadwerkelijk wil?
De toekomst van de mobiliteit ligt niet in het openbaar vervoer, maar in schonere auto's, veilig, milieuvriendelijk, met elektrische motor of hybride.
Mevrouw Gennez heeft het woord.
Mijnheer Vereeck, met dat laatste punt ben ik het, in een zeldzaam moment van luciditeit, met u eens. Maar u mag mij eens uitleggen hoe u de mensen uit de file haalt in het woon-werkverkeer via het promoten van het privéautovervoer. Wat is uw alternatief? Dat is een heel duidelijke vraag waarop ik van u graag een antwoord zou horen.
De heer Dehandschutter heeft het woord.
Als dit de voorafspiegeling is van het mobilteitsbeleid dat LDD voorstaat, dan gaan we naar een verkeersinfarct. Mijnheer Vereeck, u begint uw uiteenzetting met te stellen dat u niets tegen het openbaar vervoer hebt. Als mensen zo beginnen, houd ik mijn hart vast. Daarna houdt u een soort heiligverklaring van de auto. Ik heb de indruk dat u geen zicht hebt op wat de gebruikers van het openbaar vervoer, zeker tijdens de spits, allemaal meemaken. Ze weten maar al te goed dat bijkomende investeringen, bijkomende inspanningen voor voldoende en voldoende kwalitatief openbaar vervoer nodig zijn. Wat deze regering vooropstelt, is een evenwichtig zoeken naar oplossingen voor een beter en kwalitatiever openbaar vervoer enerzijds en het aanpakken van een aantal knelpunten van het wegverkeer anderzijds. Het zogenaamde alternatief van LDD is werkelijk een karikatuur. Het leidt ons naar een totaal verkeersinfarct. Het laat de gewone gebruikers van de openbare weg aan hun lot over. (Applaus bij de meerderheid)
Mijn tijd is natuurlijk beperkt. Ik zal de discussie hierover dan ook niet uitgebreid voeren. (Rumoer)
De grote lijnen wil ik echter wel voor u uittekenen. Als we het over het openbaar vervoer hebben, hebben we het eigenlijk over het treinverkeer. Ikzelf kom met de trein van Limburg naar hier. Ik doe dat niet met de auto. Waar we wel een probleem mee hebben, zijn al die lege belbusjes, die trammetjes voor de kortere afstand. De auto is de meest fijnmazige manier om zich te verplaatsen. Als er problemen zijn met de auto op het vlak van milieu en verkeersveiligheid - en ik ontken dat niet -, dan moet u die direct aanpakken. Voor de files denken we dan bijvoorbeeld aan het durven uitbreiden van de weginfrastructuur, aan verkeersmanagementsystemen. Waarom komen die er niet? Dat kost natuurlijk geld, in tegenstelling tot flitspalen. We zijn ook van plan verder te gaan op het vlak van de vergroening van de auto.
Er is echter een duidelijke keuze, namelijk ofwel voor het individuele personenvervoer - fijnmazig, comfortabel, snel beschikbaar - en worden de problemen direct aangepakt, ofwel voor het openbaar vervoer. Met uitzondering van de trein is dat niet onze keuze.
De heer Ceyssens heeft het woord.
U werpt zich op als grote verdediger van het eigendomsrecht. Ik hoor dat u zich uitspreekt voor het uitbreiden van de weginfrastructuur. U beseft toch dat u op sommige momenten een keuze zult moeten maken.
De heer Reekmans heeft het woord.
Collega's, ik zou toch even willen citeren uit de regeringsverklaring. "We zetten het programma voor gevaarlijke punten voort". Collega's, mag het! In 2003 is in dit parlement de tijdelijke vennootschap TV3V opgericht: Tijdelijke Vennootschap Veilig Verkeer Vlaanderen. Ze had als doelstelling 800 zwarte verkeerspunten weg te werken tussen 2003 en 2009. Vandaag is die termijn voorbij. Van de 800 verkeerspunten zijn er 400 weggewerkt. Het budget van 550 miljoen euro is op en de Vlaamse administratie zegt zelf dat voor de resterende 40 percent minimaal 300 miljoen extra nodig zal zijn. En wat staat in dit regeerakkoord? We zullen opnieuw een studie maken.
Het standpunt van LDD is dat er misschien meer daadkracht moet zijn en minder studies, minder miljoenen investeringen in de studies die Vlaanderen al heeft gemaakt, effectief overgaan tot de uitvoering van de beslissingen die al lang genomen zijn en de 400 resterende punten aanpakken. Mijn vraag is dan waar deze regering die 300 miljoen euro zal halen die ze tekort komt.
Mijnheer de voorzitter, dit is onvoorstelbaar. Ik vraag me af of de heer Vereeck weet hoe dicht ons wegennet is. We zijn de regio met het dichtste wegennet van heel Europa: vijf kilometer wegen per vierkante kilometer. Het gemiddelde in Europa is één kilometer weg per vierkante kilometer.
Nederland, dat economisch toch op gelijke voet met ons staat, heeft 3 kilometer wegen per vierkante kilometer. U wilt meer wegen. En u doet alsof dat niets kost. Het wegenonderhoud is een zware kost. Uit een recent krantenartikel bleek dat het bijna onbetaalbaar is om een zo dicht wegennet te onderhouden. U wilt er nog wegen bij. Ik vind dat onvoorstelbaar.
Voorzitter, wij zullen in deze legislatuur nog het debat kunnen voeren over openbare werken, mobiliteit en verkeersveiligheid. Maar als ik de standpunten van LDD in losse flarden hoor, zowel van de fractieleider als van een aantal fractieleden, kan ik niet anders dan concluderen dat hun aanpak en alternatieven in een uitgebreide paragraaf van het regeerakkoord staan. Straks zal uit de beleidsnota's blijken dat dit inderdaad veel geld kost en dat dit een stukje van de oplossing zou kunnen zijn. De heer Reekmans heeft het over onderzoek naar de gevaarlijke punten. Dat is inderdaad de bedoeling. De vroeger opgemaakte lijst van zwarte punten is nog niet gefinaliseerd. Men moet voortdurend aanvullend onderzoek doen om nieuwe elementen te vinden en om die lijst uit te breiden en een inhaalbeweging uit te voeren. Daartoe zal in de komende legislatuur in de nodige middelen voorzien zijn.
Mijnheer Vereeck, u zegt dat u niet tegen het openbaar vervoer bent. Maar u bent wel tegen het openbaar busvervoer. Wij hebben daar ook kritische vragen bij. Maar in het regeerakkoord staat ook dat de kostenefficiëntie moet worden verhoogd.
Mijnheer Vereeck, bij Lijst Dedecker is er de populistische aanpak van de heer Dedecker zelf, die zegt dat we viaducten gaan bouwen boven de autosnelwegen maar niet hoe we daar op en af moeten rijden. We zitten hier niet in Shanghai. Of hij wil een extra rijstrook aanleggen, maar vergeet dat men dan alle bruggen langer moet maken omdat de pijlers ervan toevallig op de reserverijstrook staan. Mijnheer Vereeck, ik kan uit het betoog van Lijst Dedecker enkel maar voorlopig concluderen dat uw aanpak de files zal vergroten en het aantal verkeersdoden zal doen stijgen.
Minister Crevits heeft het woord.
Mijnheer Vereeck, ik wil toch wat duidelijkheid scheppen want u was hier niet tijdens de vorige legislatuur. Toen werd heel duidelijk gesteld dat de achthonderd zwarte punten zouden worden weggewerkt. Voor alle achthonderd zijn een plan en een ontwerp klaar. Ze worden systematisch weggewerkt. In het regeerakkoord staat heel nadrukkelijk dat de punten waarvoor de wegenwerken nog niet zijn aangevat, zo snel mogelijk zullen worden aangepakt. Daarvoor moet helemaal geen studie gebeuren. Meer zelfs, in het regeerakkoord staat uitdrukkelijk dat de middelen komen van het Financieringsfonds voor schuldafbouw en Eenmalige Investeringsuitgaven, zoals dat trouwens in de voorbije jaren altijd het geval is geweest. Het gaat om 100 miljoen euro per jaar.
Verkeersveiligheid is iets wat evolueert. Als die achthonderd punten allemaal zijn uitgevoerd, zullen er nieuwe problemen zijn ontstaan. Het is de bedoeling om daarvan de screening onmiddellijk te doen, zodat we ervoor kunnen zorgen dat de verkeersveiligheid een constant beweeglijk gegeven blijft. U gaat er hier van uit dat na die achthonderd punten alles voorbij en afgewerkt zal zijn. Dat is helemaal niet het geval.
Mijnheer Decaluwe zei daarnet dat de achthonderd punten nog niet allemaal zijn gedefinieerd. Minister Crevits heeft u gecorrigeerd, mijnheer Decaluwe.
Mevrouw de minister, u weet wel degelijk dat het over achthonderd punten gaat en natuurlijk evalueert u de zwarte punten. Er komen er steeds bij. Maar als we er in zes jaar nog niet in slagen om met een budget van 550 miljoen euro de achthonderd punten weg te werken, zijn we niet goed bezig. En dan lees ik in het regeerakkoord dat we opnieuw een studie gaan bestellen. Mevrouw de minister, ik baseer mij op de mobiliteitsbrief van uw eigen administratie. Daarin staat dat 789 van de achthonderd gevaarlijke punten al een ontwerp hebben, dat er vierhonderd zijn uitgevoerd en dat er 112 in aanbesteding zijn.
Daar zit nu net het probleem. Voor 288 punten is er momenteel geen geld. Uw administratie, mevrouw de minister, vraagt zelf 300 miljoen euro extra. Ik stel me de vraag waar u die gaat halen. Dat moet ten koste van iets zijn. Hopelijk, na een doorlichting van De Lijn, kunnen we daar wat middelen halen, om eindelijk te investeren, niet om Vlaanderen vol flitscamera's te plaatsen, maar om werk te maken van verkeersveiligheid die op tijd komt.
Mijnheer Reekmans, ik stel voor dat u straks het verslag leest. Dan zult u duidelijk zien dat beide uiteenzettingen complementair zijn en er geen enkele tegenspraak is.
Mijnheer Reekmans, u moet zich niet opwinden. Op bladzijde 20 van het regeerakkoord staat heel nadrukkelijk: "Het definitief wegwerken van de resterende gevaarlijke punten, via het Financieringsfonds voor Schuldafbouw en Eenmalige Investeringsuitgaven FFEU." Daar zullen de middelen vandaan komen. Dat staat in het regeerakkoord, dus u hoeft zich geen zorgen te maken.
Ik zal nog iets meer zeggen. Parlementsleden van uw partij hebben de voorbije maanden herhaaldelijk gesteld dat er te veel wegenwerken zijn. Dat klopt. De budgetten zijn van 30 naar 90 miljoen euro per jaar gegaan voor het gewone wegenonderhoud. Er staat in het regeerakkoord dat die middelen de komende jaren constant blijven of zelfs zullen stijgen. Dus ook daar hoeft u zich echt geen zorgen over te maken.
In veel gevallen biedt de trein in feite geen oplossing. Alleen al de mensen die van Veurne en Koksijde naar Brussel komen, zijn twee uur onderweg. De mensen die van Knokke naar De Panne moeten, zijn twee uur onderweg met de tram. Veel mensen zijn gebonden aan agenda's en kunnen dus niet het openbaar vervoer nemen. De auto is voor veel mensen het enige alternatief. Laten we dat niet vergeten en ook voor die mensen blijvend een oplossing zoeken.
De heer Verfaillie en de heer Bouckaert krijgen nog het woord en dan gaan we deze discussie afronden, want u krijgt de komende vijf jaar nog alle mogelijkheden om daar met de respectieve vakministers over te discussiëren.
De heer Verfaillie heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, ik stel voor dat de collega van Koksijde met de kusttram naar Veurne spoort, want zowel het gemeentebestuur van Koksijde als het stadsbestuur van Veurne zijn grote voorstanders van de doortrekking van de kusttram tussen Koksijde en Veurne, en dan in Veurne de trein neemt richting Brussel.
Mijnheer Verfaillie, het is niet omdat men hier het woord Veurne gebruikt dat u dat moet misbruiken als een persoonlijk feit.
De heer Bouckaert heeft het woord.
Onze partij is uiteraard niet tegen wegenwerken, maar wij hebben altijd geprotesteerd tegen de slechte coördinatie van wegenwerken. Soms organiseert men wegenwerken tegelijkertijd, zodat dikwijls een hele streek lam ligt en bepaalde ondernemingen van het wegennet zijn afgesloten, waardoor ze grote problemen hebben om voort te functioneren. Maar we zijn absoluut niet tegen de wegenwerken op zich, en dat weet u zeer goed.
De regering moet begrijpen dat er een grote tegenstelling bestaat tussen enerzijds haar anti-autobeleid en anderzijds haar wens om van de automobielsector een speerpuntsector te maken, zowel naar industriële verankering als ecotechnologische innovatie.
Op het vlak van mobiliteit moet u echt de platgetreden paden durven te verlaten en veel meer ambitie tonen. Durf te investeren in de groene autotechnologie, durf te investeren in ondergronds pijpleidingentransport. Niet plannen, maar gewoon doen.
Mijnheer de minister-president, een van de CD&V-beloften naar aanleiding van de verkiezingen in 2004 was dat de lange wachtlijsten in de gehandicaptenzorg zouden verdwijnen. Een legislatuur later is het aantal dringende zorgvragen op een wachtlijst bijna verdubbeld, van 5600 in 2004 naar 10.500 eind 2008. De wachtlijsten zijn vandaag langer dan ooit. Uiteraard zijn er inspanningen gebeurd, maar te weinig.
De LDD-fractie had dan ook gehoopt en verwacht dat u van het wegwerken van de wachtlijsten deze keer wel een echte prioriteit zou maken. LDD is hierin een trouwe bondgenoot. Voor ons wordt de beschaving van een land afgemeten aan de zorg voor de allerzwaksten. In het regeerakkoord neemt u geen enkel realistisch budgettair engagement en na het gebrek aan daadkracht van de vorige legislatuur, hoop ik dat u begrijpt dat ik niet langer geloof hecht aan goede voornemens. Trouwens, op de regionale Limburgse televisie heeft de kersverse minister van Welzijn Vandeurzen al aangegeven dat het niet voor de komende vijf jaar zal zijn. Dat is een slag in het gezicht van de 10.500 gehandicapten en van hun ouders die vaak hun job moeten opgeven om hun kind te verzorgen en zich bang afvragen wat er met hun kind gebeurt na hun dood.
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Dit debat zal de volgende maanden wel ten gronde worden gevoerd. Het is evident dat er voor de sector van personen met een handicap een bijzonder grote inspanning wordt gedaan. Door sommige fracties wordt gezegd dat er niet genoeg keuzes worden gemaakt: wel, dit is er een die mag tellen.
Wij gaan een moeilijke besparingsronde tegemoet, en ondanks die besparingsronde wordt er uitdrukkelijk voor gekozen om de investering in meer capaciteit voor het beantwoorden van zorgvragen, door te zetten. Als we een keer door die moeilijke periode heen zijn en er beleidsruimte komt, ook dan zal er zeer expliciet en met stip prioriteit gegeven worden aan het geven van antwoorden op een meer adequate en kwaliteitsvolle manier, vanuit zelfsturing en vraaggestuurde organisatiemodellen. Ik verberg niet dat we geleerd hebben dat een engagement kan worden genomen met grote inspanning, maar dat het niet mogelijk is om in een glazen bol te kijken en een aantal dingen te voorspellen. We weten dat een aantal omstandigheden, en niet alleen de organisatie van het aanbod, daar een heel belangrijke en vaak terechte rol in spelen.
Die keuze is zeer prominent en uitdrukkelijk in het regeerakkoord aanwezig. Daar ben ik bijzonder blij om en fier op. Dat is trouwens door iedereen in de coalitie tijdens de onderhandelingen gedragen. Ik vind uw insinuatie wat betreurenswaardig. Als er iets is dat overeind blijft in de eerste moeilijke jaren op het vlak van Welzijn, dan zijn het de belangen en zorgen van de mensen met een handicap. (Applaus bij CD&V)
De heer Caron heeft het woord.
Mijnheer de minister, ik wil u een vraag tot verduidelijking stellen. We kunnen waarderen dat die optie in het regeerakkoord staat. Ik zou van u graag willen weten hoe hard die optie wordt doorgezet.
Ik vraag u dat omdat de prognose en de noden zeer goed bekend zijn. Uw eigen administratie heeft op het einde van de voorbije legislatuur uitdrukkelijk berekend wat de meerkosten zouden zijn om alle zorgvragen te behandelen, ook de meerkosten die veroorzaakt worden door de bestaande voorzieningen op het juiste niveau te betoelagen. Dat is bekend. U moet niet zeggen dat u een glazen bol nodig zult hebben. Die is niet nodig: alle cijfers zijn bekend.
Mijn vraag is: is het de bedoeling om een inspanning te doen die verder gaat dan de inspanning van de voorbije jaren? Of wilt u die invulling intenser maken, want anders zullen we nog decennia moeten wachten voor we het probleem kunnen oplossen. Hoe hard worden die meerkosten ingevuld de komende jaren?
Mevrouw Dillen heeft het woord.
Mijnheer de minister, u bent natuurlijk kersvers minister van Welzijn. Nog niet zo lang geleden, in de loop van de maanden maart en april - en ik neem aan dat u daarvan in kennis bent -, hebben we in het Vlaams Parlement bijzonder boeiende hoorzittingen in de commissie voor Welzijn meegemaakt. Er werden zeer schrijnende getuigenissen afgelegd door alle betrokken partijen, maar er werd vooral zeer veel duidelijkheid gecreëerd over de budgetten die nodig zijn om gedurende deze legislatuur de wachtlijsten weg te werken. Op dit ogenblik zijn er meer dan 10.000 wachtenden met een dringende zorgvraag. Het Vlaams Agentschap, het vroegere Vlaams Fonds, heeft becijferd dat er gedurende deze legislatuur minimaal 466 miljoen euro extra nodig is om de tekorten in de gehandicaptensector op te lossen.
Er werden zeer lange discussies gehouden, mevrouw Heeren was toen minister en zal zich dat zeker heel goed herinneren. Zij was in haar enthousiasme zelfs bereid om onze fractie mee het voorstel van resolutie te laten tekenen, wat botste op weerstand van de linkerzijde.
Voor ons telt echter niet de naam die erop staat. Uiteindelijk heeft de toenmalige voorzitter van de commissie voor Welzijn, de heer Luc Martens, het voorstel van resolutie opgesteld, samen met alle partijen in dit parlement. Met die resolutie zijn zeer duidelijke engagementen aangegaan, mijnheer de minister. Ik heb het niet over jaren geleden, maar over enkele weken geleden, toen het Vlaams Parlement al zeer duidelijk wist dat we te kampen hebben met een grote economische en financiële crisis. Van dat gegeven van de budgettaire krapte kunt u dus geen gebruik maken om u erachter te verschuilen en daarvan niet meteen werk te maken.
Mijnheer de minister-president, op dat ogenblik heeft het Vlaams Parlement unaniem, met instemming van alle partijen, en gelukkig maar, zich er heel duidelijk toe verbonden om vanaf 1 januari 2010, dus vanaf de eerste begroting die uw regering zal moeten goedkeuren, fundamentele inspanningen te doen. Er zal een masterplan worden opgesteld dat in dit parlement zal moeten worden besproken. Er moeten genoeg budgettaire middelen worden vrijgemaakt om daadwerkelijk iets te doen. Mijnheer de minister, het is op dit ogenblik dus absoluut onaanvaardbaar dat dit op de lange baan zou worden geschoven en dat u zich verschuilt achter de budgettaire krapte van deze Vlaamse Regering. Het parlement wist dat enkele weken geleden ook. Het getuigt enkel en alleen maar van fatsoen dat er prioritair werk wordt gemaakt van het uitvoeren van die unaniem door het parlement goedgekeurde resolutie. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mijnheer de voorzitter, mevrouw Dillen, geachte leden, minister Vandeurzen heeft het al onderstreept. We zullen ook in de moeilijke jaren 2010 en 2011 budgetten vrijmaken, en zeker ook nadien, voor de personen met een handicap en om de problematiek van de wachtlijsten voort aan te pakken. Ook in moeilijke tijden zullen we daar het nodige geld voor vrijmaken. Dat is een terechte vraag van dit parlement. Ook al is het moeilijk en moeten we heel sterk besparen, de Vlaamse Regering zal niet besparen op de budgetten voor personen met een handicap en het voort aanpakken van de wachtlijsten. Die bedragen en dat groeipad zullen zeker worden bekendgemaakt wanneer we het zullen hebben over de begrotingscontrole en de begroting 2010.
Mijnheer de minister-president, een van de volgende weken zult u beginnen met het opstellen van - op de eerste plaats - uw meerjarenbegroting. U zult uiteraard dan ook heel vlug werk maken van de begroting voor volgend jaar. Ik ben zo vrij nogmaals te verwijzen naar de resolutie, meer bepaald naar het vierde punt ervan. Ik hoop dat u woord zult houden en gevolg zult geven aan het engagement uw begroting vanaf volgend jaar, zoals hier staat, "globaal substantieel te verhogen, met een bedrag dat niet geringer is dan de budgettaire inspanningen die tijdens de voorbije legislatuur werden geleverd, in functie van een uitbreidingsbeleid dat jaar per jaar wordt doorgezet". Ik hoop dat u daarmee rekening houdt en dat we dat zullen terugvinden in de meerjarenbegroting en de begroting voor volgend jaar.
Zoals de collega's van Groen! en Vlaams Belang al aangaven: de budgetten zijn gekend. Een falend beleid ter zake is dan ook volstrekt onaanvaardbaar. Het huidige systeem, met zijn lange wachtlijsten, is een welvarende regio als Vlaanderen onwaardig. Extra geboortegeld of een hospitalisatieverzekering zijn zeker aardig. Het is nu niet meteen datgene waarop Vlaamse werknemers en bedrijven zitten te wachten in de crisis. Doe nu echter eens eerst de dingen goed waarvoor u nu al verantwoordelijk bent. LDD wil geen wachtlijsten voor gehandicapten meer. Zet daarop in. En als u toch wilt doorgaan met die kinderbijslag, dan wilt u misschien een stuitende discriminatie opheffen: kinderen die de pech hebben dat hun ouders zelfstandigen zijn, krijgen minder kinderbijslag. Ik geef het u maar mee.
Mijnheer de minister-president, het belang van degelijk onderwijs en wetenschappelijk onderzoek voor het individu en voor de samenleving staan buiten kijf. Ook hier zult u in LDD een constructieve oppositiepartij vinden. We juichen dan ook toe dat uw regering de onderwijsregulering terecht eenvoudiger en transparanter wil maken. Schooldirecties klagen immers steen en been over de overregulering in hun sector.
Tegelijkertijd, en in strijd met uw doelstelling, worden in het regeerakkoord al meteen drie nieuwe decreten aangekondigd. Bovendien wordt nergens aangegeven hoe de betuttelingsdrift van de vorige Vlaamse Regering zal worden ingeperkt. LDD denkt in dit verband onder meer aan de maximumfactuur, die tot de schrapping van talrijke aangename en leerrijke nevenschoolse activiteiten heeft geleid.
Het ontbreekt de Vlaamse Regering blijkbaar ook aan ambitie op het institutionele vlak. De Vlaamse Regering durft het debat over een twintigste-eeuwse invulling van het onderwijspluralisme niet te voeren en blijft in negentiende-eeuwse tegenstellingen, zoals die tussen het vrij onderwijs en het overheidsonderwijs, steken.
Daarnaast leidt de aanpak van op leerlingen gerichte kenmerken tot een steeds grotere ongelijkheid in de financiering van scholen. In het regeerakkoord staat dat het financieringssysteem zal worden geëvalueerd. Nergens staat te lezen in welke richting dit zal gebeuren. Dit mogen we van een regeerakkoord nochtans verwachten. Hetzelfde geldt trouwens voor de vaak mensonwaardige inschrijvingsproblematiek.
LDD vraagt zich vooral af of het onderwijsbeleid van de Vlaamse Regering voldoende kwaliteitswaarborgen biedt. Een verhoging van de budgetten van het hoger onderwijs met tien percent volstaat immers niet. De kwaliteitsverlaging is het gevolg van de door de vorige minister van Onderwijs ingestelde outputfinanciering, van het massaonderwijs in bepaalde bacheloropleidingen, van de povere loopbaanvooruitzichten van jonge docenten en van de gebrekkige kwaliteit van de opleidingen in het buitenland waaraan onze Vlaamse jongeren participeren.
Ik heb vorige maandag al opgemerkt dat twee ministers niet zijn verkozen. Vanuit democratisch oogpunt blijf ik dit inopportuun vinden. De mensen vragen zich af waar de Vlaamse verkiezingen eigenlijk voor dienen. Wie in Vlaanderen een bestuursverantwoordelijkheid ambieert, moet het lef hebben de kiezer om een mandaat te vragen. Beide ministers zijn uit belangenorganisaties afkomstig. Nu moeten ze plots het algemeen belang dienen. De heer Vanvelthoven twijfelt hier ook aan. Het draagt niet bij tot de geloofwaardigheid van deze regeringsploeg. Het gaat ons om het principe en niet om de personen, die stuk voor stuk capabel zijn of kunnen zijn.
Ik wil toch een opmerking maken aan het adres van minister Muyters. Sport ligt LDD na aan het hart. Het is voor onze fractie dan ook een zure ervaring in het VRT-journaal te moeten vernemen dat hij zijn bevoegdheid voor sport als ontspanning beschouwt.
De heer De Wever, die ondertussen is vertrokken, heeft zich in de media laten ontvallen dat hij enkel toppers naar deze regering stuurt. Hij kiest voor de sterkste mensen en niet voor de mensen die toevallig veel stemmen halen - zelfkennis is het begin van alle wijsheid. De kiezer heeft natuurlijk wel op de heer De Wever en niet op minister Muyters gestemd. Als de slimste mens van Vlaanderen al niet goed genoeg is om een ministerambt op te nemen, vraag ik me af wie dat wel is. Het beste Vlaamse parlementslid is het ook al niet. Eerlijk gezegd, vind ik de uitspraken van de heer De Wever wat minachtend ten overstaan van de kiezer en van zijn eigen politiek personeel. Huist er in de N-VA-fractie dan werkelijk geen enkele andere ministerabele kandidaat; of durft geen enkel ander N-VA-politicus de kastanjes uit het vuur te halen en besparingen door te voeren?
Mevrouw Gennez, die ondertussen ook is vertrokken, bakt het nog bruiner. Bij haar is er blijkbaar maar een criterium, met name de onderwerping aan de partijvoorzitter. Haar fractie moet nochtans voldoende bekwame volksvertegenwoordigers bevatten om een ministerambt in te vullen. LDD is het vaak niet eens met de betuttelende aanpak van de sp.a. Wij geven echter de voorkeur aan een verkozen minister met een slecht karakter dan aan een onverkozen minister waar mevrouw Gennez goed mee opschiet. (Applaus bij LDD)
Ik richt me specifiek tot de leden van de N-VA- en de sp.a-fracties. Omwille van inhoudelijke verschillen in de visie op mens en op samenleving zal LDD straks tegen het regeerakkoord stemmen. Jullie partijcongressen hebben dit regeerakkoord goedgekeurd. Ik roep jullie evenwel op om straks niet tegen het regeerakkoord, maar tegen deze regering te stemmen. Het feit dat jullie partijbesturen ministers van buiten het Vlaams Parlement in de Vlaamse Regering droppen, getuigt immers van een diep gebrek aan respect voor jullie politiek engagement en van een misprijzen voor jullie kunnen. Jullie hoeven dit niet te pikken. Uit respect voor de Vlaamse kiezer en uit zelfrespect mogen jullie dit niet pikken.
Tot slot, mijnheer de minister-president, wil ik besluiten dat dit regeerakkoord het beeld schetst van een Vlaamse overheid die haar burgers van de wieg tot het graf betuttelt, een overheid die meent dat ze beter weet wat goed is voor haar burgers, een overheid die het eigendomsrecht met voeten treedt en een onmiddellijke grondinname kan doorvoeren. Dat is oude politiek, een regelrechte planeconomie met een werkgelegenheidsplan, een investeringsplan, een zorgplan, een innovatiepact, een speerpuntbeleid, een diversiteitsplan, streekpacten, masterplannen, actieplannen, steunpunten, fondsen enzovoort. Dit is geen warme samenleving. Dit is een arme volksrepubliek met een overheid die zich met alle aspecten van het maatschappelijke leven bemoeit.
Mijnheer de minister-president, onder het mom van de crisis hebben de vakbonden u aangemaand om het voorzichtig aan te doen. Toch is de crisis precies een opportuniteit om het roer echt om te gooien: een echte afslanking van overbodige overheidsdiensten, een innovatief mobiliteitsbeleid in dienst van de burger en niet van De Lijn, meer koopkracht voor de werkende Vlaming, een drastische vermindering van regelgeving en administratieve lasten. Als de George Clooney van de Vlaamse politiek bent u wellicht 'beautiful', maar zeker niet 'bold'.
Mijnheer de voorzitter, geachte ministers, geachte collega's, dit regeerakkoord weerspiegelt niet de liberale maatschappij- en toekomstvisie van LDD. Wij willen een open, ondernemend, optimistisch Vlaanderen waarin mensen vrij zijn en individuele creativiteit alle kansen krijgt. LDD zal dan ook tegen dit regeerakkoord stemmen. (Applaus bij LDD)
Dank u wel, mijnheer Vereeck, u hebt dit binnen de tijd gedaan, ik moet u daarvoor feliciteren.