Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Bex heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mevrouw de minister, mijnheer de minister, collega's, het is niet de eerste keer dat ik op dit spreekgestoelte een vraag stel over dit onderwerp. Het zal wel de laatste keer zijn. Ik had ook gehoopt dat ik de laatste vraagsteller zou zijn van deze legislatuur. De heer Dehaene is me echter voor. Ik gun het hem.
Mevrouw de minister, met deze vraag wil ik de aandacht vestigen op een toch niet ongewone situatie. De mensen die hier ook tijdens de vorige legislatuur zaten, zullen zich herinneren dat ten tijde van het ontslag van de toenmalige federale minister van Mobiliteit, mevrouw Durant, en het door ex-premier Verhofstadt aangekondigde spreidingsplan om het probleem rond Zaventem op te lossen, in het Vlaamse Parlement dure eden werden gezworen. We hebben toen kamerbreed resoluties gesteund en goedgekeurd waarin stond dat er geen nieuwe getroffenen mochten zijn van de geluidsoverlast van de luchthaven en dat de getroffenen minder last zouden moeten hebben.
Door een aanpassing van de windnormen, door een herschikking van de routes, door een ander baangebruik is er een fenomeen ontstaan dat wij de 'bocht van Beisem' noemen. Buiten de traditionele contouren, die sinds het bestaan van de luchthaven altijd werden gebruikt door de dalende en, occasioneel, door de stijgende vliegtuigen, heeft men nu een bocht bij gecreëerd. In plaats van over de Weesbeekvallei, de Hoge Beekvallei, het Kastanjebos - namen die u wellicht niets zeggen -, over gebieden waar nauwelijks huizen staan te vliegen, maken de vluchten nu over het dorp Veltem-Beisem een bocht. Daarna worden de gemeenten Bertem, Oud-Heverlee en Huldenberg overvlogen. Nu wordt een hele nieuwe groep getroffen door de bocht die wordt gemaakt op 1700 voet, terwijl het perfect mogelijk is om die vliegtuigen rechtdoor te laten vliegen binnen de oude corridor en de bocht te nemen op 7000 voet. Daardoor zou er helemaal geen probleem zijn.
Ik wil ook nog zeggen dat ik deze vraag niet stel vanuit een of ander nimbysyndroom. We hebben twee pistes die in de richting van Leuven wijzen. Dat betekent dat we altijd een derde van de last op ons hebben genomen en zullen blijven nemen. Maar de prognose gemaakt op basis van de komende evolutie laat zien dat we 25,2 percent van het opstijgend verkeer over ons heen zullen krijgen buiten de aloude corridors, maar in volledig nieuwe banen boven bewoond gebied. Vroeger vloog men boven niet-bewoond gebied. In het totaal zouden we met deze twee banen tot 52 percent van alle vliegbewegingen krijgen. Ik betreur dat. Dat is een slechte oplossing.
Zoals de heer Sauwens het daarstraks al zei, gaat het hier om de geloofwaardigheid van de politiek. Ik kan dat aan de mensen niet langer uitgelegd krijgen. Ik begrijp dat dit een vrij lokale aangelegenheid is, maar dat is Doel bij Antwerpen ook. Dit hier is een groot probleem en ik hoop dat er veel aandacht zal worden aan geschonken en men zal proberen een doeltreffende oplossing te vinden.
Minister Crevits heeft het woord.
Ik dank u, mijnheer Bex. Ook ik had al gehoopt dat u de laatste zou zijn. Dat neemt niet weg dat ik mijn appreciatie wil uiten voor de bijzonder prettige samenwerking van het voorbije anderhalf jaar, of vijf jaar als we de hele zittingsperiode nemen. Ik weet dat het probleem dat u aanhaalt, u na aan het hart ligt. Ik heb dit punt naar aanleiding van uw vraag bij de federale overheid laten natrekken en gevraagd of er een recente wijziging is opgetreden in het gebruik van de banenroute of in de windnormen. Er is geen wijziging opgetreden.
Het is wel zo dat er de laatste drie weken veel oostenwind waait. En als de normen voor de oostenwind worden overtreden, wordt er opgestegen via de 07-baan rechts. U hebt gelijk dat de vliegtuigen die naar het oosten vliegen, voor Leuven op 1700 voet of 600 meter een bocht nemen. Ik heb het hier over gewone vliegbewegingen overdag.
De vraag was om de vliegtuigen langer rechtdoor te laten vliegen en op een hogere hoogte een bocht te laten nemen. Er rijzen dan echter twee problemen. Op het ogenblik dat men opstijgt via de 07-baan rechts, landt men via baan 2. Als men dan verder doorvliegt, zorgt dat voor mogelijke conflicten Voorts is er een discussie over het vliegruim. Een gedeelte is militair luchtruim, een gedeelte civiel. Er zijn dus twee praktische problemen die de oplossing voor uw bezorgdheid in de weg staan.
We zouden kunnen nadenken over de bevoegdheid van Vlaanderen op dit punt, want het exploitatieplan en de vluchtroutes zijn een federale bevoegdheid. De vraag is of Vlaanderen de bevoegdheid heeft om emissienormen of het geluidsniveau op te leggen. Daarover is op dit moment een studieopdracht gegeven. Er is enkele weken geleden al op een IKW besproken wat vanuit Vlaanderen kan gebeuren.
Het evenredigheidsbeginsel blijft echter hoe dan ook spelen. Men moet ervoor zorgen dat de luchthaven op een goede wijze wordt geëxploiteerd. Als het probleem zich voorts blijft stellen en er oplossingen moeten worden gezocht, moet men dat via een samenwerkingsakkoord doen. We kunnen niet zomaar eenzijdig allerhande manoeuvres gaan verrichten.
Er is dus een technisch probleem om de vliegtuigen te laten doorvliegen en op een hogere hoogte te laten draaien. De baan wordt alleen maar gebruikt als er heel veel oostenwind is. Ik kan de windrichting jammer genoeg niet beïnvloeden, al zou ik dat nog zo graag willen.
Ik dank de minister voor haar antwoord. Ze zegt dat er niets is gewijzigd. U hebt gelijk. In vergelijking met het vorige jaar en het jaar daarvoor is er niets veranderd. Ik woon al dertig jaar op dezelfde plek en weet dat er de laatste vijf jaar wel veel is veranderd. Vijf jaar geleden was er helemaal geen sprake van deze route. Ze is volkomen nieuw in het scenario dat wordt ontwikkeld. Ik vraag u of men niet kan opleggen dat men op zijn minst doorstart tot op 7000 meter.
Wat mij echter het meest bezighoudt, is dat zonder enig probleem banenwijzigingen mogelijk zijn, vluchtroutes kunnen worden gewijzigd, en er technische installaties op de pistes kunnen worden gezet die een enorme invloed hebben op de gezondheid van de mensen en de omwonenden.
Ik geef twee kleine voorbeelden. Ik moet in mijn gemeente een tennisclub een vergunning geven. Aangezien een tiental buren zich terecht aan het tikken van de balletjes storen, moeten die mensen een groene buffer van vijftien meter rond hun tennisterrein aanleggen. Een beetje verder ligt een groot bedrijf dat van minister Van Mechelen de toelating heeft gekregen de productie te verdubbelen. De Vlaamse Milieumaatschappij controleert daar dagelijks de evolutie van de geluidshinder. Ondertussen vliegt elke 40 seconden een vliegtuig boven een residentieel gebied waarboven vroeger nooit een vliegtuig is gezien. Ik heb daar geen uitleg voor. Ik zit muurvast.
Voor het overige bedank ik de minister voor haar lieve woorden van daarstraks. Het is geheel wederzijds. (Gelach)
De heer Vermeiren heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, de deskundigheid van de minister heeft me verrast. Ik kom daar zo dadelijk op terug. Ik ben tevens verrast dat de heer Bex meer last dan ik lijkt te hebben. Dat zal van persoon tot persoon verschillen.
Er is de voorbije maanden iets veranderd. Ten gevolge van de economische crisis is er 15 percent minder luchtverkeer en 50 percent minder cargovervoer. De directie van de luchthaven heeft me deze ochtend bevestigd dat het tot 2012 of 2013 zal duren voor de economische realiteit van vorig jaar opnieuw zal worden geëvenaard.
De bestendige deputatie van de provincie Vlaams-Brabant heeft de burgemeesters van Steenokkerzeel, Kortenberg, Zaventem en Machelen recent gevraagd een advies uit te brengen over het al dan niet afleveren van een milieueffectenrapport (MER). Hoewel de cel MER duidelijk zelf een standpunt zou kunnen innemen, wordt ons om advies gevraagd. Ik heb me even afgevraagd of de cel MER wel over voldoende deskundigheid beschikt. Vandaag is me duidelijk geworden dat de minister in een tijdsspanne van enkele jaren zeer deskundig is geworden. Ik vraag me dan ook af waarom ons om een advies wordt gevraagd.
Mevrouw de minister, gezien de deskundigheid waarover u beschikt en waarmee ik u wil feliciteren, blijf ik erop aandringen dat u op korte termijn een uitspraak zou doen.
De heer Peumans heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, ik hoop dat ik de lieve woorden die de minister tegen de heer Bex heeft gebruikt, straks ook zal mogen horen.
Op 23 april 2009 hebben we voor het laatst een discussie over dit onderwerp gevoerd. Die discussie ging in het bijzonder over de afwijking van de MER-verplichting voor de lowcostterminal. Dit is een probleem. De heer Van Rompuy, die deze commissievergadering ook heeft bijgewoond, heeft dit punt ook aangehaald. De vraag is hoe ver het draagvlak van deze dichtbevolkte regio met betrekking tot vliegtuiglawaai nog reikt.
Ik woon zelf in een regio die problemen met vliegtuiglawaai heeft. In ons geval gaat het om de luchthaven van Bierset. De vraag is welk draagvlak we kunnen vooropstellen om een momenteel functionerend vliegveld nog verder te laten groeien. Naar aanleiding van het START-project heeft de Vlaamse Regering hier duidelijke uitspraken over gedaan.
Mevrouw de minister, ik zou nog een bijkomende vraag willen stellen. Hebt u al zicht op de beslissing van de cel MER over de vraag van de luchthavenuitbater om van de MER-verplichting te worden ontheven?
Minister Crevits heeft het woord.
Mijnheer Bex, u hebt in uw aanvullende opmerkingen vermeld dat er de voorbije vijf jaar een en ander is veranderd. Uw partij pleit ervoor de geluidsnormen voor elke baan gelijk te stellen. Indien die gelijkschakeling er zou komen, zou dit zeker effecten op het gebruik van de oostelijke baan hebben. We moeten hier voorzichtig mee omgaan.
Mijnheer Vermeiren, het is spijtig dat u vorige week de commissievergadering niet hebt bijgewoond. We hebben toen een hele discussie over de gevraagde afwijking op de MER-verplichting voor de lowcostterminal gevoerd. Er is me toen met aandrang gevraagd zeker ook de bezwaren van de gemeenten te horen. Technisch gezien, houdt de procedure geen dergelijke inspraak in. De cel MER kan zelf over een dergelijke afwijking oordelen. Het gaat hier echter om de goede werking van onze Vlaamse democratie. (Opmerkingen van de heer Francis Vermeiren)
Ik ben blij dat u niet alleen in mijn deskundigheid, maar ook in de deskundigheid van de MER-cel gelooft. Ik denk dat het toch behoorlijk is dat de gemeenten die van ver of van dichtbij betrokken zijn bij het dossier, worden gehoord. Iedereen heeft trouwens ook een advies afgeleverd.
Mijnheer Peumans, de uitspraak van de MER-cel is er nog niet. Ik heb ze toch nog niet gezien. En wat de lieve woorden betreft, ik ga ervan uit dat wij elkaar in de volgende legislatuur opnieuw zullen ontmoeten in dit Vlaams Parlement en dat er nog heel veel jaren voor lieve en andere woorden zullen zijn.
Mijnheer Vermeiren, onze gemeente - die trouwens niet gevraagd is om een appreciatie te geven over het MER-onderzoek alhoewel ook wij worden gestoord door het luchtverkeer - reageert niet vanuit een nimbysyndroom. Wij hebben twee van de zes banen in onze richting en wij zijn bereid om een derde van de last - die we historisch altijd al hebben gedragen - te blijven dragen. De luchthaven moet een belangrijke economische factor zijn in de streek, maar een derde, dat is 33 percent - de prognoses spreken over 52,2 percent voor ons -: dat is niet meer normaal.
U zegt dat ik er blijkbaar meer last van heb dan u. U weet ook dat men op bepaalde plaatsen in Zaventem geen enkel vliegtuig hoort of ziet. Er zijn gemeenten buiten Zaventem waar je van 's morgens tot 's avonds vliegtuigen hoort. Bij ons dalen ze en als ze niet dalen, dan stijgen ze. En als ze stijgen, dan komen ze nog eens over om aan de andere kant van de luchthaven te dalen. Wij hebben dus drie bewegingen boven ons hoofd, terwijl er over sommige delen van uw gemeente geen enkel vliegtuig passeert.
Het incident is gesloten.