Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Sauwens heeft het woord.
Mijnheer de minister, jeugdsport is al tien jaar een speerpunt van het Vlaams sportbeleid. In het decreet is de facultatieve opdracht jeugdsport ingeschreven. Die kende op het terrein echter heel weinig succes. In 2006 bleek uit een audit dat slechts 310.000 euro van de voorziene 1,2 miljoen euro was gebruikt door de federaties voor jeugdsport. Slechts een kwart van de beschikbare middelen is dus ingezet. Het aantal federaties dat deelnam en projecten inschreef, was teruggevallen van 24 tot 11. De grote federaties doen zelfs geen voorstellen meer. U hebt toen een nieuw besluit genomen. U zou voor eind maart een beslissing meedelen aan de federaties. Voor zover ik weet, is dat nog altijd niet gebeurd. Dat is bijzonder vervelend omdat daar onder andere jobs mee samenhangen. Bovendien moet het werk goed voorbereid worden en zijn daar veel vrijwilligers bij betrokken. Intussen is ook de paasvakantie voorbij. Mijnheer de minister, hoe komt het dat u er niet in slaagt om tijdig die belangrijke beslissing te nemen ten voordele van de jeugdsportopleiding in Vlaanderen?
Minister Anciaux heeft het woord.
De dossiers moesten ingediend zijn voor 1 december 2008. Voor het eerst was er niet alleen een zakelijk of administratief onderzoek van het dossier maar ook een kwalitatief onderzoek door een beoordelingscommissie. Deze beoordelingscommissie kwam voor de eerste keer samen op 23 maart 2009. Daarvoor werd het dossier behandeld door de administratie. Na een zakelijk advies ging het dossier naar de beoordelingscommissie. Ik heb pas begin april een advies gekregen van de beoordelingscommissie en van de administratie. Op dat moment moest de beslissing eigenlijk al genomen zijn. Toen ik het advies kreeg van mijn administratie op basis van het zakelijk en inhoudelijk sportief advies, stelde ik vast dat slechts een vierde van alle dossiers een definitieve advisering kreeg. Bij de overige dossiers werden er voorwaarden gesteld waar eerst aan voldaan moest worden.
Na enige beraadslaging daarover heb ik rond 20 april de beslissing meegedeeld aan de administratie, die deze zou doorspelen aan de verschillende federaties. Ik heb voor alle federaties een beslissing genomen. De voorwaarden heb ik in de beslissing opgenomen. Dat betekent dat er een beslissing wordt genomen en dat er een bedrag wordt meegedeeld. Er is een bedrag van ongeveer 1,5 miljoen euro toegekend. Er was een aanvraag voor 1,8 miljoen euro.
De federaties zijn zeker en vast mee. De beslissingen zijn genomen en de brieven zijn vertrokken. Ik ga ervan uit dat ze ten laatste morgen of overmorgen bij de federaties aankomen. We hebben getracht die vertraging wat weg te werken. Dat had voor 1 april moeten gebeuren. Ik vind het spijtig dat het zo gelopen is. Aan de andere kant ben ik toch van mening dat in uitzonderlijke gevallen het mogelijk moet zijn dat de timing ondergeschikt wordt gemaakt aan de kwaliteit van de beoordeling. Een en ander heeft te maken met het feit dat deze uitvoeringsbesluiten voor de eerste maal van kracht waren. U weet dat de administratie, zeker voor het beleidsdomein Sport, ook nog moet leren om met adviescommissies te werken. Het is de eerste keer dat dit gebeurd is.
Ik ben blij met de advisering. De federaties kunnen nu ook verder gaan.
Mijnheer de minister, ik ben blij dat de beslissing is genomen en dat ze de volgende dagen bekend zal worden bij de federaties. Begin december waren de dossiers er. Het is dan ook jammer dat men er niet in slaagt om over zoiets eenvoudigs tijdig, bij het begin van het jaar, een beslissing te nemen. Dan kan men degelijk plannen. Als minister hebt u voldoende kracht en macht om dat af te dwingen. Jammer genoeg zijn het dit soort zaken die zorgen voor wrevel en die het vertrouwen en het geloof in de politiek ondergraven.
Mijnheer de minister, hoeveel federaties hebben nu een aanvraag ingediend en worden betoelaagd?
Ik heb het cijfer niet bij me. Als ik me niet vergis, gaat het om 15 à 20 federaties.
Het incident is gesloten.