Verslag plenaire vergadering
Verslag
Algemene bespreking
Dames en heren, de algemene bespreking is geopend.
Mevrouw Rombouts, verslaggever, heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, het ontwerp van decreet houdt direct verband met de uitvoering van het huidige Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV). Bij de realisatie van het RSV wordt namelijk verwacht dat op het terrein een aantal gebieden met bestemming landbouw wordt omgezet in een groene bestemming. Niettemin hebben deze bestemmingswijzigingen meestal een grote impact op de mogelijke landbouwactiviteiten en de bedrijfsvoering die gebaseerd zijn op deze grond. Zowel de eigenaar als de gebruiker worden vandaag geconfronteerd met een waardevermindering van hun grond, die niet altijd via planschade wordt vergoed en met andere woorden tot op vandaag totaal niet wordt vergoed.
De bedoeling van dit ontwerp van decreet is de gevolgen van de bestemmingswijzigingen, maar ook ruimtelijke overdrukken of erfdienstbaarheden, op te vangen en dat voor landbouwgebruikers van de gronden. Met het oog op de volledige bestemmingswijzigingscompensatieregeling moet dit decreet eigenlijk samen gelezen worden met het ontwerp van decreet betreffende het grond- en pandenbeleid, hoofdstuk kapitaalschadevergoeding. In dit hoofdstuk wordt de compensatie geregeld voor eigenaars van deze gronden. Het voorliggende ontwerp van decreet voorziet in een vergoedingsregeling voor de gebruikers.
Er werd een hoorzitting georganiseerd, waarbij vooral de volgende opmerkingen aan bod kwamen. De Strategische Adviesraad Ruimtelijke Ordening - Onroerend Erfgoed (SARO) onderstreept mede dat de gebruikersschaderegeling een stimulans kan zijn om in moeilijke gebieden een evenwicht tussen landbouw en natuur te vinden. De VLM gaf een overzicht van de vijf schadevergoedingen voor gebruikers met een blijvend gevolg van beperkend gebruik. Dit gaat niet over schade of beperkend gebruik van tijdelijke aard, agromilieumaatregelen en beheersovereenkomsten en vergoedingen ten aanzien van volledig verlies van gebruik. Het gaat wel over horizontale vergoeding natuur, vergoeding voor natuurinrichtingsmaatregelen andere dan kavelruil, vergoeding voor waterpeilaanpassingen in uitvoering van natuurrichtplannen, vergoedingsplicht van integraal waterbeleid en bestemmingswijzigingscompensatie-gebruikersschade.
De VLM stelt dat er in principe geen overlappingen mogelijk zijn, aangezien er geen vergoedingen zijn voor dezelfde schade. Bovendien moeten de verschillende regelingen opstapelbaar zijn. Het Departement Landbouw en Visserij geeft aan dat de vergoeding eenmalig is en de berekeningswijze geijkt zou worden op de onteigeningsvergoedingen.
Door de landbouworganisaties Boerenbond en ABS wordt benadrukt dat deze regeling cruciaal is voor het verder afwerken van het afbakeningsproces. Het is een regeling waar reeds jaren naar wordt gevraagd. Landbouwgrond moet zo veel mogelijk worden gevrijwaard, maar daar waar de landbouwer moet wijken, moet hij of zij op zijn minst kunnen rekenen op een redelijke schadevergoeding. Om te kunnen vaststellen wat de betrokken schade is, is volgens de landbouworganisaties een landbouweffectenrapportage (LER) in de procedure om tot een afbakening te komen een zeer interessant instrument. Aan deze gebruikersschaderegeling is namelijk een kostenplaatje verbonden dat in verhouding zal zijn met het al dan niet zuinig aansnijden van die gebieden.
Er wordt gevraagd om het kapitaalschaderapport vroeger bekend te maken in de procedure zodat dit rapport ook onderdeel is van het openbaar onderzoek. De ontwerpen van decreet, zowel de kapitaalschade als de gebruikersschade, geven geen oplossing voor bedrijven die zwaar getroffen worden en waar de leefbaarheid van in het gedrang komt. Deze bedrijven zouden zelf moeten kunnen vragen om onteigend te worden, inclusief de bedrijfszetel.
Een volgend punt is dat met betrekking tot de basismilieukwaliteit men verduidelijking vraagt in het ontwerp van decreet over het feit dat het effectief gaat over de basismilieukwaliteit van voor de bestemmingswijziging, overdruk of erfdienstbaarheid.
Beide organisaties zijn benieuwd naar het uitvoeringsbesluit van zowel de kapitaalschadevergoeding als gebruikersschadevergoeding.
Tijdens de bespreking hebben de collega's van Open Vld en CD&V zich er duidelijk over uitgesproken dat ze tevreden zijn met de voorgestelde gebruikersschadecompensatieregeling en dat deze een oplossing kan bieden aan een aantal knelpuntsituaties die vandaag te velde bestaan, namelijk dat landbouwers hun grond en hun rechten daarop niet meer zou kunnen worden afgenomen zonder dat hiervoor in een vergoeding moet worden voorzien.
Dit ontwerp van decreet wordt dan ook noodzakelijk geacht om, in het kader van de afbakeningsdoelstellingen, een oplossing te bieden voor sommige spanningen op het terrein van het buitengebied. Bij monde van de heer Callens had Open Vld nog vragen bij de gehanteerde berekeningswijze van de vergoedingsregeling en de mogelijkheid om het toepassingsgebied van het ontwerp van het decreet uit te breiden naar oeverzones en mogelijke erfgoedlandschappen. Ook werd de garantie gevraagd ervoor te zorgen dat enkel professionele landbouwers hier een beroep op zouden kunnen doen. Bij monde van de heer Ceyssens stelde de CD&V-fractie de vraag hoe de basismilieukwaliteit zal worden bepaald en welke referenties hierbij zullen worden gehanteerd.
De minister-president antwoordde op deze vragen dat de berekening van de compensatieregeling zal worden gebaseerd op de berekening van de gebruikersvergoeding bij onteigeningen en worden opgenomen in de uitvoeringsbesluiten van de Vlaamse Regering. Wat de oeverzones en de erfgoedlandschappen betreft, die zullen door de respectieve sectorale wetgeving worden geregeld. Voor de basismilieukwaliteit verwees de minister-president naar de definiëring in het Bodemdecreet. Ten slotte werd er nog gesteld dat het voorliggende ontwerp van decreet bedoeld is voor wie daadwerkelijk inkomensverlies lijdt. Het is met andere woorden enkel van toepassing op professionele landbouwers.
Uiteindelijk is er op het ontwerp van decreet met betrekking tot de gebruikersschade één amendement ingediend, op basis van de bevindingen van de hoorzitting. Dat amendement verduidelijkt de definitie van de basismilieukwaliteit. Ook op basis van de opmerkingen tijdens de hoorzittingen is er een tegemoetkoming gekomen in amendement 40. Dat is dan wel een amendement op het ontwerp van decreet met betrekking tot het ruimtelijke plannings-, vergunnings- en handhavingsbeleid. Het amendement geeft een antwoord op de opmerking dat niet in een oplossing is voorzien voor bedrijven die zwaar worden getroffen. Het amendement stelt: "De eigenaar van een onroerend goed kan van het Vlaamse Gewest de verwerving eisen, indien hij aantoont dat ten gevolge van de vaststelling van een of meer al dan niet opeenvolgende ruimtelijke uitvoeringsplannen, de waardevermindering van zijn onroerend goed ernstig is of de leefbaarheid van de bestaande bedrijfsvoering ernstig in het gedrang komt." Met andere woorden, dat opkopen is ook hier mogelijk. Dat wordt gevraagd.
Afsluitend wil ik nog wijzen op het belangrijke element dat dit een ontwerp van decreet met terugwerkende kracht is, vanaf 1 januari 2008. Er zijn immers al een aantal ruimtelijke uitvoeringsplannen goedgekeurd waarbij landbouwers gebruik kunnen maken van deze regelgeving.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De algemene bespreking is gesloten
Artikelsgewijze bespreking
Dames en heren, aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het ontwerp van decreet.
De door de commissie aangenomen tekst wordt als basis voor de bespreking genomen. (Zie Parl. St. Vl. Parl. 2008-09, nr. 2021/4)
De artikelen 1 tot en met 11 worden zonder opmerkingen aangenomen.De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over het ontwerp van decreet houden.