Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Penris heeft het woord.
Mijnheer de minister-president, Vlaanderen wacht niet. Dat is een stoere verklaring die uw precampagne moet begeleiden en die onderbouwd moet worden met minstens even stoere verklaringen, zeker in die vakgebieden waarin Vlaanderen de afgelopen vijf jaren heeft moeten wachten.
Wat het dossier van de havens betreft, en ik heb het dan vooral over de haven van Antwerpen, hebben we een aantal jaren moeten wachten. Ik heb het dan over de Scheldeverdieping, waar we weliswaar op het Vlaamse grondgebied een verdieping van dertig centimeter hebben gerealiseerd, maar voorbij die grens nul komma nul. Ik heb het ook over de Liefkenshoekspoortunnel, waar we geen enkele vooruitgang hebben geboekt. We wachten daar al meer dan vijf jaar op. Mijnheer de minister-president, het doet u wellicht pijn dat u zo weinig kunt voorleggen aan de kiezer op het einde van de rit.
Ik heb het ook over de luchthaven van Deurne. Op het einde van de rit hebt u een LOM/LEM-constructie moeten uitvinden om het dossier te depanneren. Gedurende vijf jaar is er in dit dossier geen enkele vooruitgang geboekt. En dan is er nog de IJzeren Rijn. Mijnheer de minister-president, rijdt daar een trein? Neen, daar rijdt geen enkele trein.
Ook inzake het sluizendossier is er in Zeebrugge, Gent en Antwerpen geen stap vooruit gezet. Mijnheer de minister-president, u weet dat. U hebt daar het geld niet voor en u gaat nu wanhopig op zoek naar kunstmatige constructies om dat geld te vinden. U hebt het toverwoord pps weer ontdekt. In de bevoegde commissie zal worden aangetoond dat dit in Vlaanderen nog niet erg succesvol is geweest. U gaat echter voor de sluizeninfrastructuur in Vlaanderen een pps-constructie in het leven roepen, de nv Vlaamse haveninfrastructuur, waarmee die sluizen gerealiseerd moeten worden. De havenbedrijven zullen opnieuw mee moeten investeren, wat totaal in tegenspraak is met het bestaande Havendecreet.
De haven van Antwerpen zal voor de bijkomende ontsluiting van de Linkeroever meer dan 51 percent moeten bijdragen. Voor de haven van Zeebrugge met de Visartsluis, en de haven van Gent met de nieuwe sluis in Terneuzen, zijn de percentages nog niet bekend.
Mijnheer de minister-president, als klap op de vuurpijl, en u denkt daarbij in jakobijnse termen, stelt u voor dat de havens zouden kunnen overwegen om in elkaars financiële structuur kruisparticipaties te nemen. Zo kan het verhaal van Flanders Port Area makkelijker verkocht worden. Ik huiver daarvan. Ik geloof immers in de hanzeatische traditie, de traditie die erin bestaat dat elke lokale gemeenschap haar eigen haven uitbaat en die ervoor gezorgd heeft dat onze havens zo sterk zijn geworden. Ik geloof in die hanzeatische traditie en niet in de jakobijnse optie die u neemt.
Mijnheer de minister-president, hoe zit het met uw plannen inzake de nv Vlaamse haveninfrastructuur en met uw idee om de havens in elkaars financiële structuur kruisparticipaties te laten nemen? Hoe concreet is dat idee en wordt het gedragen door de voltallige Vlaamse Regering? (Applaus bij het Vlaams Belang)
Minister-president Peeters heeft het woord.
Mijnheer Penris, u hebt een opsomming gegeven van al die dossiers. U bent echter een aantal onvolkomenheden vergeten. Bij de start van deze legislatuur hebt u verscheidene keren gevraagd hoe ik die verdragen met Nederland dacht af te sluiten. Er zijn er vier goedgekeurd, ondertekend. Wat de verdieping van de Westerschelde betreft, zijn de verschillende drempels op Vlaams grondgebied weggebaggerd. Natuurlijk moet er een tracébesluit in Nederland worden genomen.
Wat de Liefkenshoekspoortunnel betreft, die zaak is volledig afgerond. Men is gestart met de uitvoering. Dat is juist een voorbeeld van een dossier dat we, samen met de NMBS, hebben afgewerkt tijdens deze legislatuur. U hebt het over Deurne en de luchthaven, maar u vergeet Borsbeek. Ik wil het hele verhaal over het snoeien en kappen van bomen hier niet oprakelen. Dat heeft heel wat moeite gekost en daar is heel wat overleg aan voorafgegaan. Maar wat dat betreft, is uw geheugen waarschijnlijk niet meer zo fris.
Wat de havens aangaat, hebben we uitgevoerd wat tijdens deze legislatuur kon en moest worden uitgevoerd. Inzake de tweede sluis in de Waaslandhaven moet er natuurlijk een hele procedure doorlopen worden. Dat is ook logisch. Over de Visartsluis in Zeebrugge en de diepe zeesluis binnen het complex zegt u dat er geen vooruitgang werd geboekt. Mijnheer Penris, u weet toch dat het overleg van de stakeholders nog niet zo lang geleden in consensus een advies heeft gegeven. Gent is daar zeer gelukkig over. Ook de parlementsleden hier hebben in een resolutie gesteld dat we daarmee door moesten gaan. Als u zegt dat er op dat vlak niets gebeurd is, dan hebt u dat toch wel even uit het oog verloren. In al die dossiers is er vooruitgang geboekt.
Ik zou natuurlijk graag nog veel verder staan. Maar ik moet procedures volgen, er moet overleg worden gepleegd, adviezen ingewonnen enzovoort. Wat dat betreft, kunnen we een goed rapport voorleggen. Bij de start van deze legislatuur had vriend noch vijand gedacht dat we zo ver zouden geraken.
We hebben gezegd dat we zeker drie infrastructuurwerken prioritair zouden uitvoeren. Ten eerste gaat het om uw dierbare haven, die van Antwerpen. Het snelste dat we kunnen opstarten, is de tweede sluis in de Waaslandhaven. Voor Gent is de kostprijs 625 miljoen euro, inclusief btw. De kostprijs van de diepe zeesluis van het kanaal Gent-Terneuzen bedraagt, afhankelijk van wat men allemaal in rekening brengt, 1 miljard euro. De kostprijs van de Visartsluis is 400 à 700 miljoen euro.
Wat voor mij belangrijk is, is dat we die drie projecten gelijktijdig kunnen ontwikkelen en dat we ervoor zorgen dat ze alle drie worden uitgevoerd, de een wat sneller dan de andere. Maar, collega Penris, ik wil ook dat als de havens een topprioriteit hebben, we naar een instrument zoeken waarmee we de zaak op een zeer moderne manier kunnen financieren. Wij beschikken niet over die budgetten. Het is trouwens eigenaardig dat we daar nog eens 21 percent btw op moeten betalen en dat bedrag bij wijze van spreken cash op tafel moeten leggen.
Het debat of de haven al dan niet een bijdrage zal leveren aan het voetbalstadion in Antwerpen is eigenaardig. Als de haven een bijdrage kan leveren en op die manier een moderne financiering mee kan helpen opbouwen, dan moeten we dat doen. U hebt echter gelijk als u zegt dat het Havendecreet daarvoor gewijzigd moet worden. In dat decreet staat dat voor dergelijke infrastructuurwerken het gewest voor de volle 100 percent financiert. Ik ga ervan uit dat het parlement in al zijn wijsheid de nodige initiatieven zal nemen om ervoor te zorgen dat het Havendecreet voor die drie projecten, voor de tweede ontsluiting, en niet voor al het andere, mogelijkheden biedt en dat die nv Vlaamse Haveninfrastructuur mogelijk wordt gemaakt.
Ik wil het nog even hebben over een laatste element. Wij organiseren rondetafelconferenties rond Flanders Port Area, waarop heel wat mensen zijn uitgenodigd. Het gaat om de voorbereiding van de toekomst. De bedoeling is ervoor te zorgen dat onze Vlaamse havens meer dan ooit op de internationale kaart staan. Op die conferenties kunnen verschillende ideeën aan bod komen. Een van die ideeën komt zelfs niet van mij. Zowel professor Van de Voorde als de heer Coens heeft het idee van de kruisparticipatie publiek gemaakt.
Ik heb daar gezegd dat dat idee al aan bod is gekomen. Als we kijken naar verdere samenwerking tussen die havens - en dat heeft niets te maken met de jakobijnen - is dat misschien een idee waarover ik van gedachten wil wisselen. Joachim Coens zei dat hij het een interessant idee vond, het kwam trouwens van hem. Ook de haven van Gent, bij monde van Sas van Rouveroij, en Marc Van Peel, die ook die vraag kreeg, zeiden dat het academisch kan worden onderzocht. Ik heb er geen probleem mee dat deze ideeën verder kunnen groeien.
Mijnheer Penris, wij hebben voor wat de havens betreft op al die dossiers vooruitgang geboekt. Wij zoeken naar instrumenten om dat te versnellen en om er zeker van te zijn dat die drie worden uitgevoerd. U hebt geen gelijk als u zegt dat er geen vooruitgang is. Vlaanderen heeft belangrijke stappen vooruit gezet in het belang van de havens en ook in het belang van onze economie en onze welvaart - want daar dragen die havens in heel belangrijke mate toe bij.
Ik noteer dat de kruisparticipatie niet meer is dan een academisch doordenkertje, een suggestie vanuit bepaalde intellectuele middens. Het heeft inderdaad de verdienste om onderzocht te mogen worden maar verder niets meer. U hebt hierover zeker geen enkele bindende politieke uitspraak gedaan. Daar neem ik akte van.
Over de nv Haveninfrastructuur was u iets concreter. U hebt het Vlaams Parlement uitgenodigd om ter zake de nodige decretale initiatieven te nemen. Ik heb u goed gehoord. Ik leid daaruit af dat uw regering geen ontwerp meer zal indienen maar dat u verwacht van uw meerderheid, en laat ons hopen uw voltallige meerderheid, dat zij hier alsnog een initiatief neemt. Dat heb ik heel goed gehoord. Welnu, ik hoop dat de fractieleiders van deze meerderheid weten waarmee ze bezig zijn. Want ik denk niet dat u de meubelen zult redden door rap-rap een zo fundamentele wijziging aan het Havendecreet in te dienen om te verbergen dat u er de afgelopen vijf jaar niet in bent geslaagd om de nodige middelen vrij te maken om deze fundamentele basisinfrastructuur voor onze drie Vlaamse havens in reserve te brengen.
Dat betreur ik, want dat is voor uw meerderheid een verpletterende verantwoordelijkheid. U kunt naar hier komen met ronkende verklaringen. U kunt zeggen dat u het beste zult doen voor Zeebrugge en het beste voor Gent en het beste voor Antwerpen, maar als daar geen budgettaire middelen tegenover staan, zijn al die verklaringen zeer hol. Als u nu de meubelen wilt redden door daarvoor rap-rap een zo fundamenteel decreet als het Havendecreet te wijzigen, dan bent u, wat mij betreft, helemaal verkeerd bezig. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Van Dijck heeft het woord.
Mijnheer de minister-president. Wij moeten twee discussies van elkaar onderscheiden. In de eerste treed ik de heer Penris niet bij. Een zeer goede en op elkaar afgestemde samenwerking tussen de Vlaamse havens is wel belangrijk. Daar mag het niet ieder voor zich zijn. Wij moeten daar wel degelijk de kaart trekken van een sterk Vlaams havenbeleid waarin elke haven eigen klemtonen kan leggen en kan uitspelen waarin hij sterker is.
Mijnheer de minister-president, ik heb de indruk - en ik leid dat ook af uit uw antwoord - dat deze kruisparticipatie vooral is ingegeven door de zorg om te komen tot een financiering van grote projecten. Mevrouw de voorzitter, ik wil een oproep doen - en laat ons dat dan maar over 7 juni heen tillen - dat wij ons vanuit het Vlaamse Gewest maar ook vanuit de Vlaamse Gemeenschap ten volle zouden beraden hoe wij op termijn serieuze investeringen kunnen aanpakken. Ik denk niet dat de pps-structuren die nu op touw staan, zaligmakend zijn. Vlaanderen moet wel degelijk kunnen investeren. In die optiek zullen wij ons standpunt ten opzichte van de federale overheid moeten aanpassen.
Mevrouw de voorzitter, de idee van een financiële kruisparticipatie staat los van de drie dossiers die in de nv Vlaamse Haveninfrastructuur kunnen worden opgenomen.
De heer Penris vraagt me nu in de nodige budgetten te voorzien voor investeringen die, in het geval van de nieuwe zeesluis te Gent of van de Visartsluis, in 2014 van start zullen gaan. Indien ik nu niet in voldoende geld voorzie, kan ik dat hier niet geloofwaardig poneren. Ik vind dit een beetje bij de haren getrokken.
De Vlaamse overheid zal de nodige investeringsmiddelen op tafel leggen. De havens zullen misschien ook de mogelijkheid hebben een bijdrage te leveren. Ik ga ervan uit dat de heer Penris het hiermee eens is. Vroeger ging het om een 80/20-verhouding, in het Havendecreet gaat het om 100 percent. Vroeger zou steeds een gevecht tussen Zeebrugge, Antwerpen en andere havens zijn ontstaan. Het Havendecreet heeft enkel betrekking op een versnelde aanpak van drie dossiers. We willen die financiering op een moderne manier aanpakken. Ik heb het hier nog niet gehad over de leningen die we van de Europese Investeringsbank kunnen krijgen.
Het spreekt voor zich dat ik in de huidige begroting geen bedragen kan vastleggen voor investeringen voor werken die in 2014 van start kunnen gaan. Dat is misschien de vraag van de heer Penris ook niet. Het gaat hier onder meer om de nieuwe zeesluis op het kanaal Gent-Terneuzen.
Mijnheer de minister-president, ik zeg niet dat u dat nu moet doen. U had dat vijf jaar geleden al moeten doen. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Het incident is gesloten.