Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Roegiers heeft het woord.
Mevrouw de minister, ik ga meteen met de deur in huis vallen: wij vinden uw beleid inzake wapenimport en -export ondermaats. Ik zal u zeggen waarom.
U zult de geschiedenis ingaan als de minister die erin is geslaagd om geen enkele keer op tijd een zesmaandelijks verslag of jaarverslag aan het parlement over te maken. U hebt op 3 januari de pers ingelicht over alle cijfers van 2007, maar vandaag, half maart, bent u er nog niet in geslaagd om diezelfde cijfers aan het parlement over te maken.
U zult de geschiedenis ingaan als de minister die de deur opnieuw opengezet heeft voor wapenhandel aan obscure regimes, zoals we die kennen in Saudi-Arabië. Als u nog eens een vergunning onder ogen krijgt voor Saudi-Arabië, moet u even de vraag stellen waar die wapens heengaan. Zijn ze bedoeld voor de gewone politie in Saudi-Arabië? Of zijn ze voor de religieuze politie? Dat is de politie die vrouwen van achter het stuur haalt en in de gevangenis draait, of vrouwen oppakt omdat ze verkracht zijn en zegt dat de vrouwen op de verkeerde plaats waren.
We hopen in elk geval dat u niet de geschiedenis in zult gaan als de minister die geen sikkepit heeft gedaan aan de toename van de invoer van wapens in ons land. Afgelopen jaar is het aantal wapens dat in ons land werd ingevoerd met een factor drie vermenigvuldigd, en de vergunningen voor munitie zijn met een factor vijf vermenigvuldigd.
Dat is uiteraard uw schuld niet, dat is nogal evident. Wat we u kwalijk nemen, is dat u nog geen enkele keer een poging hebt ondernomen om na te gaan waar die wapens naartoe gaan. We weten het van een aantal wapens, maar lang niet van allemaal. Om het met de woorden van de procureur voor de maffiabestrijding in Italië te zeggen: ik stel steeds weer vast dat de maffia zich bevoorraadt in België. Blijkbaar is het daar heel simpel om wapens te halen.
Niemand spreekt dat tegen. Niemand bevestigt dat.
Mevrouw de minister, bent u zinnens om eindelijk na te gaan, te onderzoeken, waar de wapens die in ons land massaal worden ingevoerd uiteindelijk terechtkomen?
Minister Ceysens heeft het woord.
Mijnheer Roegiers, hoe hard u ook probeert om iedere keer opgewarmde kost te serveren: u zult de geschiedenis niet ingaan.
Het valt vrij goed te traceren welk soort wapens wordt ingevoerd in Vlaanderen. Deze gegevens worden systematisch en gedetailleerd kenbaar gemaakt aan de leden van het Vlaams Parlement, via de halfjaarlijkse en jaarlijkse verslagen over wapens, munitie en speciaal voor militair gebruik of ordehandhaving dienstig materieel en de daaraan verbonden technologie. Ook op de website publiceren we continu heel wat informatie.
We hebben hierover met u op 11 december 2008 zeer uitvoerig in de commissie van gedachten gewisseld tijdens de voorstelling van het halfjaarlijks verslag. Daar moest u toen elk argument staken. Maar u voert uw nummertje graag nog eens op, en ik antwoord dan eerlijk gezegd graag eens voor het hele parlement over hoe de vork juist in de steel zit.
Alvorens in detail te gaan op de vraag, is het van groot belang dat we de term kleine en lichte wapens duidelijk omschrijven. De term kleine en lichte wapens valt uiteen in drie grote categorieën. Eerst en vooral zijn dat geweren die op de Europese lijst van militair materieel staan en die in alle landen van de Europese Unie vergunningsplichtig zijn. Nogmaals, er is voor 3,38 miljoen euro in 2008 met de bestemming militair materieel het land binnengekomen. De tweede categorie is munitie waarvan in 2008 er voor 9,14 miljoen euro is ingevoerd. Derde categorie omvat geweren die niet op de Europese lijst van militair materieel staan. Het zijn geweren die in de rest van Europa niet vergunningsplichtig zijn, maar omwille van ons uiterst streng regime, dat ik ook uiterst streng bewaakt, in België wel vergunningsplichtig zijn. Dat is ook goed, we zijn veel strenger dan de andere Europese lidstaten. Daar ging in 2008 0,6 miljoen euro naartoe.
Van de door u graag opgeklopte 13,4 miljoen aan bewapening in Vlaanderen, heb ik ontrafeld dat voor wat betreft kleine en lichte wapens er alvast 68 percent munitie van uitmaakt. We hebben het daar al niet meer over kleine en lichte wapens. Ik heb gezegd welk deel militair is bestemd.
De stijging van de invoer van kleine en lichte wapens, heeft hoofdzakelijk plaatsgevonden tussen 2005 en 2007. Sinds 2007 is de waarde van de ingevoerde kleine en lichte wapens op een vergelijkbaar niveau gebleven: 13,1 miljoen euro in 2007 en de geciteerde 13,4 miljoen euro in 2008. De stijging tussen 2005 en 2007 is hoofdzakelijk te wijten aan de sterke toename van de ingevoerde munitie in die periode, namelijk 1,7 miljoen euro in 2005 en inderdaad een stijging naar 8,6 miljoen euro in 2007. Sinds 2007 is de waarde van de invoer op een nagenoeg vergelijkbaar niveau gebleven. De waarde van geweren die enkel in België vergunningsplichtig zijn, is zelfs sinds 2005 afgenomen van 1,8 miljoen euro in 2005 naar 0,6 miljoen euro in 2008.
Geachte leden, ik wens duidelijk te stellen dat niet al deze kleine en lichte wapens uiteindelijk bij particulieren terechtkomen. We moeten namelijk rekening houden met de volgende elementen. Handelaren verkopen uit de eigen stock aan de overheid, leger en politie. Handelaren verkopen buiten de EU. Handelaren hebben intracommunautaire overbrenging. Dat betekent dat Vlaamse wapenhandelaren doorverkopen binnen de EU. Handelaren verkopen ook door binnen de Benelux. Hieruit kunnen we afleiden dat van de 13,4 miljoen euro aan ingevoerde kleine en lichte wapens, 30 percent verder gaat naar de Benelux.
Invoer is één zaak, wapenbezit is een andere zaak. Dat weet u, want wat dat betreft hebt u ook al een paar keer geprobeerd om me iets in de schoenen te schuiven, maar ook toen heb ik u duidelijk gemaakt hoe de vork aan de steel zit. U aanvaardt dat ook iedere keer maar het komt u goed uit dat nummer af en toe eens te performen. De controle op het wapenbezit is een federale bevoegdheid van de minister van Justitie.
Mevrouw de voorzitter, dit is in het kort, en met facts and figures, mijn antwoord aan de heer Roegiers.
Mevrouw de minister, ik zal hopelijk de geschiedenis ingaan als een parlementslid dat gewoon zijn werk heeft gedaan. Dat kan niet worden gezegd van u als minister. (Rumoer)
Mijnheer Roegiers, beperkt u zich tot het onderwerp.
Ik kom tot het onderwerp. Mevrouw de minister, ik stel vast dat u heel veel tijd nodig hebt om cijfers naar boven te halen, maar dat u er op geen enkel moment in slaagt een antwoord te geven op mijn pertinente vraag waar al die wapens naartoe zijn. U hebt het over uitvoer naar Nederland en Luxemburg. Ik ga ervan uit dat er ook invoer vanuit Nederland en Luxemburg naar ons land is, om maar iets te noemen. U hebt in een commissievergadering ook al eens gezegd dat het gaat over een toename van folkloristische wapens enzovoort.
Feit is echter dat u niet weet waar een groot deel van die wapens naartoe gaat, dat u niet weet waar een groot deel van die munitie naartoe gaat. Ik verwijt u dat u daar geen enkel onderzoek naar voert. Ik vrees dat u de geschiedenis zult ingaan als de minister die daar nooit ofte nimmer iets aan heeft gedaan.
De heer De Bruyn heeft het woord.
Ik zal me niet wagen aan uitspraken over wie op welke wijze al dan niet de geschiedenisboeken zal halen, maar ik deel toch de bezorgdheid van de heer Roegiers.
Mevrouw de minister, u hebt zelf aangegeven dat u betreurt dat de administratie niet sneller voor de dag komt met het officiële rapport, als ik het even zo mag noemen, over de wapeninvoer, -doorvoer en -uitvoer. Dat blijft een probleem. Het blijft voor ons als leden van dit parlement bijzonder moeilijk om ter zake ons parlementaire controlerecht deskundig uit te oefenen. Dat blijft een pijnpunt, waarop onvoldoende wordt gereageerd.
Wat de kern van de zaak betreft, weten we allemaal dat kleine wapens grote gevolgen hebben. Wereldwijd circuleren er naar schatting ongeveer 500 miljoen kleine wapens waarvan eigenlijk niemand weet waar ze zijn, naast die waarvan wel geweten is waar ze zijn. Vlaanderen speelt daar op wereldniveau weliswaar een bescheiden rol in, maar toch een rol waarbij ook ik me vragen stel, vooral omdat we van een onaanvaardbaar groot deel van die wapens, en ook van die munitie, niet precies weten waar ze uiteindelijk terechtkomen. Dat baart me zorgen.
In dat opzicht sluit ik me graag aan bij de vraag van de heer Roegiers: zult u als minister trachten daar een beter zicht op te krijgen wat Vlaanderen betreft? Ik verwijs naar het initiatief dat het Vlaams Vredesinstituut zelf al heeft genomen. Zult u die instelling daarin ondersteunen, of zult u zelf nog onderzoek verrichten om beter na te gaan waar die wapens en die munitie zich bevinden?
Op de bijkomende vragen wil ik het volgende antwoorden. Ik heb geschetst wat er gebeurt met de invoer en hoe we perfect in kaart kunnen brengen over welke categorieën en wie het gaat. Maar nogmaals, natuurlijk is de controle op het wapenbezit een federale bevoegdheid. We hebben het daar in de commissie over gehad. Ik heb u toen gezegd dat, als ik verklaar dat we dat zullen controleren, ik dat wil kunnen afdwingen.
Ik ga hier geen goedkope slogans lanceren en zeggen dat we ook die taak op ons zullen nemen. Dat is een federale taak. Het is een delicate taak, die vereist dat men daartoe de bevoegdheid en de mogelijkheden heeft. Wat ik uiterst zorgvuldig controleer, is de in-, uit- en doorvoer. Daarvoor zijn we bevoegd. Daartoe hebben we ondertussen een cel in de administratie, die zeer veel onderzoek verricht. Dat is wat we kennen en zorgvuldig doen.
De controle op het wapenbezit is een federale bevoegdheid. Het zou te goedkoop zijn om daar in slogantaal over te debatteren.
Mevrouw de minister, het controleren van het bezit van wapens mag dan wel een federale bevoegdheid zijn, u bent de vergunningverlenende overheid. Ik vind het maar logisch dat u minstens contact zou opnemen met de bevoegde minister, de minister van Justitie, om desnoods samen met hem na te gaan waar die wapens en munitie die massaal zijn ingevoerd in ons land, naartoe zijn. Dat weet u immers niet, dat weet ik niet, dat weet niemand. Dat u dat niet wilt nagaan, is een ongelooflijk grote verantwoordelijkheid.
Het incident is gesloten.