Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Hermans heeft het woord.
Mijnheer de minister, Vlaanderen eist van verkopers en verhuurders vandaag een energieprestatiecertificaat. Op zich is dat een goede zaak. Iedereen wint daarbij: de bewoners, de huurders, het klimaat en het milieu. Mensen doen daarvoor een beroep op een energieconsulent. Die consulenten zijn bijzonder in trek. Vooral het beroep is bijzonder in trek. Iedereen wil energieconsulent worden. De scholen kunnen niet voldoen aan de vraag. Mensen kunnen uit het herbekijken van de isolatie van hun woning tot 30 of zelfs 50 percent rendement halen.
Drie centra in Vlaanderen bieden de opleiding aan: SYNTRA, de Artesis Hogeschool Antwerpen en de KaHo Sint-Lieven in Aalst. Daar zijn al wachtlijsten wegens het grote succes. Op zich is dat geen probleem. Maar sommige scholen vragen voorkennis en eisen een bepaald niveau om in te stappen in de cursus. Andere vragen dat niet.
De sector zelf maakt zich ongerust omdat die opleidingen niet allemaal gelijkgesteld zijn. Er zijn wel kwaliteitscriteria opgesteld door het Vlaams Energieagentschap (VEA). Dat heeft minister Crevits gezegd. Maar in hoeverre zijn die kwaliteitsnormen uniform op al deze scholen en onderwijsniveaus? Mijnheer de minister, hoe kunnen we ervoor zorgen dat er duidelijkheid komt in deze opleiding tot energieconsulent?
Minister Vandenbroucke heeft het woord.
Er bestaan inderdaad verschillende opleidingen tot energiedeskundige, zowel bij SYNTRA als in het hoger onderwijs. Dat laatste zijn postgraduaten. De opleidingen worden in verschillende formules aangeboden. Sommige duren langer dan andere. Die verschillen zijn er omdat men rekening wil houden met de verschillende achtergrond en voorkennis van de mensen die de opleiding willen volgen. Ik denk dat dat niet slecht is.
Ik denk ook dat u zich geen zorgen hoeft te maken over de duidelijkheid van de eisen die gesteld worden. Minister Crevits heeft daar hard aan gewerkt, als verantwoordelijke voor Energie en voor heel het programma dat we ondersteunen met betrekking tot dakisolatie. De vereisten voor die opleidingen zijn vastgelegd in het ministerieel besluit betreffende opleidingen tot energiedeskundige type A en type B van 11 maart 2008 en bovendien dient het VEA die opleidingen te erkennen.
Daarmee hebben we een kwaliteitskader vastgelegd, dat een garantie is voor wat we met die opleidingen bereiken. Maar ze houden rekening met het feit dat mensen met een verschillend niveau van voorkennis binnenkomen. Het lijkt geen goed idee, mevrouw Hermans, als u zou suggereren dat we willen komen tot een soort van eenheidsworst, een uniform opleidingsaanbod, omdat we dan precies geen rekening houden met het verschillende profiel van de kandidaten.
Mijnheer de minister, ik wil absoluut niet suggereren dat er een bepaald niveau van voorkennis moet zijn. Hoe ruimer de kans is, hoe beter. Als ik zie hoeveel succes die opleiding heeft, dan wordt dat een overdondering. Ik vraag me af of daar dan geen kwaliteit verloren gaat. Trekken we geen mensen aan die daar eigenlijk geen 100 percent voor gemotiveerd zijn?
Hier geldt de regel die in heel ons postsecundair of volwassenenonderwijs geldt. Doordat we bepaalde eisen stellen en doordat er een inspectie- of visitatiesysteem is, houden de opleiders zich aan die kwaliteitseisen. Als ze dat niet doen, spelen ze met hun reputatie. Het feit dat er zich nu veel mensen aandienen als geïnteresseerd in die opleiding, is gewoon goed nieuws. Normaal gesproken mag dat geen afbreuk doen aan de kwaliteit. Syntra en hogescholen zijn onderworpen aan systemen van kwaliteitszorg. Daar zou ik voorlopig toch in vertrouwen.
Dus kan ik concluderen dat de ongerustheid van de sector voorlopig niet echt terecht is.
Ik denk het niet.
Het incident is gesloten.