Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Bossuyt heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, eergisteren heb ik een door vzw Ons Erfdeel georganiseerd symposium over de grensoverschrijdende milieuproblemen bijgewoond. Ik wil de minister trouwens nogmaals bedanken voor het houden van de slottoespraak. Voor de minister is aangekomen, hebben verschillende verantwoordelijken een uiteenzetting gegeven. Onder hen bevond zich de verantwoordelijke van de afdeling Milieuvergunningen van de provincie West-Vlaanderen.
Hij heeft het onder meer gehad over de dossiers uit Frankrijk. Het gaat om grote dossiers, die in een andere taal zijn opgesteld. De dienst kent niet steeds de juiste context van wat in die dossiers te lezen staat. Bovendien heeft de dienst niet steeds voldoende tijd om de dossiers aandachtig te bekijken. Volgens hem worden die dossiers in feite niet behandeld. Dossiers uit Wallonië ontvangt deze dienst helemaal niet.
Ik vraag me af of dit klopt. Aangezien de minister de behoeder is van de in verband met de grensoverschrijdende milieuvergunningen afgesproken procedure, zou het me sterk verbazen dat die dossiers op deze wijze moeten worden behandeld. We mogen minstens verwachten dat dergelijke diensten over een paar mensen beschikken die hier en daar een woordje Frans kennen.
De verantwoordelijke van de dienst Milieuvergunningen heeft hier trouwens nog iets aan toegevoegd. Indien een dossier al eens wordt bekeken en indien vragen worden gesteld of opmerkingen worden gemaakt, blijkt er geen feedback te komen.
Dit verbaast me eveneens. Het heeft immers geen zin een procedure in verband met de overdracht van gegevens uit te werken indien we nadien moeten vaststellen dat we eigenlijk niet weten wat er daarmee gebeurt.
Ik vind dit alleszins ongepast. Heel wat mensen hebben dit symposium bijgewoond. Het gaat om een problematiek die de mensen, zeker zij die op de grens wonen, hevig in beroering kan brengen. De spreker heeft boude uitspraken gedaan. We weten echter dat allerlei verdragen dit regelen. Binnen de Benelux zijn goede afspraken gemaakt. We beschikken over eengemaakte documenten voor het vergunningenverkeer tussen Vlaanderen en Nederland. Dit zou ook voor het verkeer tussen Wallonië en Vlaanderen moeten kunnen. Dit zou in feite al vereenvoudigd moeten zijn.
Mevrouw de minister, werkt het onderzoek van de uit het buitenland afkomstige milieuvergunningen eigenlijk wel? Zo neen, wat zijn uw conclusies? Wat wilt u hieraan doen?
Minister Crevits heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, een paar dagen geleden heeft inderdaad een symposium plaatsgevonden. Ik heb enkel de slottoespraak gehouden. Ik wil er evenwel op wijzen dat een medewerker van mijn kabinet heel de dag aanwezig is geweest.
De door de heer Bossuyt aangehaalde uitspraken zijn afkomstig van het diensthoofd vergunningen van het provinciebestuur van West-Vlaanderen. Dit is geen onbelangrijk detail. Het is immers logisch dat hij geen dossiers uit Wallonië ontvangt. De drie gewesten, Vlaanderen, Wallonië en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, hebben een samenwerkingsakkoord gesloten. In dat akkoord staat dat de dossiers die betrekking hebben op eventuele aanzienlijke milieueffecten in een ander gewest niet aan het provinciebestuur worden overgemaakt. Die dossiers worden aan de gewestregering, de facto aan de bevoegde minister, overgemaakt. Die dossiers komen automatisch bij de diensten van het Vlaamse Gewest aan. De provincie heeft hier geen weet van. Het is dan ook logisch dat deze man nooit dergelijke dossiers ontvangt.
Met betrekking tot de dossiers uit een andere lidstaat van de Europese Unie spelen de provinciebesturen wel een rol. Het gaat hier evenwel om een zeer beperkte rol. Er is een eenvormige regeling voor de hele Europese Unie. De provinciebesturen fungeren als doorgeefluik voor dergelijke dossiers.
Wat gebeurt er? Er is een dossier vanuit Frankrijk waarbij een bedrijf een milieuvergunningsaanvraag doet met mogelijkerwijze effecten in Vlaanderen. Dat dossier moet worden gestuurd naar de provincie West-Vlaanderen. Die doet niets anders dan dat dossier doorsturen naar de bevoegde administratie van het Vlaamse Gewest. Eigenlijk moet die man daar niet in beginnen snuffelen of opmerkingen of adviezen schrijven, het zijn de diensten van het Vlaamse Gewest die dat moeten doen.
Ik betreur dus die verklaring. Ze is wellicht gebaseerd op een verkeerde interpretatie van die man. Het zijn de diensten van het Vlaamse Gewest die moeten adviseren. Als je zo'n verklaring hoort, dan is het nuttig eens na te gaan of er bij de diensten van het Vlaamse Gewest misschien problemen zijn. Komen er überhaupt vergunningsaanvragen binnen vanuit Frankrijk bijvoorbeeld? In het jaar 2008 zien we dat er acht aanvragen zijn binnengekomen. Mijn administratie is op onderzoek gegaan, heeft een plaatsbezoek verricht en heeft opmerkingen gemaakt die zijn doorgestuurd naar Frankrijk.
Als u vraagt of er een probleem is voor het doorgeven van de dossiers tussen lidstaten en het opvolgen ervan, dan zeg ik neen. Als u vraagt of er een intergewestelijk probleem is tussen Vlaanderen, Wallonië en Brussel, dan zeg ik in principe neen. Als er geen advies gevraagd wordt - er is zo'n dossier waar bijvoorbeeld de heer Peumans in geïnteresseerd is over de luchthaven van Bierset -, dan kunnen we daar een procedure voor voeren. Dat is goed geregeld.
U hebt wel een punt bij wat er gebeurt met de adviezen die worden gegeven. Daar wringt het schoentje. Het Vlaamse Gewest krijgt heel weinig feedback over wat bijvoorbeeld de Franse autoriteiten doen met adviezen, opmerkingen of vragen tot het opnemen van vergunningsvoorwaarden. Daarom heb ik aangekondigd tijdens mijn toespraak dat ik een brief zal richten aan de Franse autoriteiten om te vragen hoe we beter kunnen samenwerken. Voor ons is het uiteraard van belang om de effecten ervan te zien bij ons.
Wat betreft de verklaring van de ambtenaar, denk ik dat het opportuun is om de gouverneur in kennis te stellen en te vragen om te bemiddelen en na te gaan wat er eventueel zou zijn foutgelopen.
Mevrouw de minister, mag ik samen met u concluderen dat die man daar niet op zijn plaats zat? U weet wel wat ik bedoel. Dit is wat wij voortdurend meemaken: als we grensoverschrijdende problemen hebben en de lokale mensen die bevoegd zijn over kleine stukken komen samen, proberen we iets te doen met onze bevoegdheden. Als we dan echter naar boven kijken en om hulp vragen, dan krijgen we elke keer mensen over de vloer die niet bevoegd zijn en er niets van kennen. Zo'n taal voeren, dan nog in een assemblee van mensen die allemaal bekommerd waren, dat kan niet!
Mijnheer Bossuyt, de persoon waarover u het hebt, staat in de hele provincie bekend als iemand die bijzonder bekwaam is. (Opmerkingen van de heer Gilbert Bossuyt)
De rol van de provincie in dergelijke grensoverschrijdende dossiers is veeleer beperkt en moet vooral door de Vlaamse administratie worden vervuld. Ik heb bij de administratie een bevraging gedaan of er problemen zijn. Die mensen waren wat geschrokken en zeggen dat ze dat zeer consciëntieus proberen op te volgen. Wel zou het handig zijn mochten we een exemplaar van de vergunningen krijgen.
Mevrouw de minister, u begrijpt dat het niet aangenaam is voor al die mensen die dat moeten aanhoren. Men had beter gezegd: jongen, hoe bekwaam je ook bent, blijf maar in Brugge en stuur iemand die wel iets te zeggen heeft.
Ik heb het programma van die studiedag niet opgesteld.
Het incident is gesloten.