Verslag plenaire vergadering
Verslag
Het antwoord wordt gegeven door minister-president Peeters.
De heer Bourgeois heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, ik had de vraag gesteld aan minister Van Mechelen, maar ik neem aan dat ik van de minister-president een voldragen antwoord namens de volledige regering zal krijgen.
Mijnheer de minister-president, Dexia is hoofdaandeelhouder van Dexia Israel Bank Ltd. Je kunt die instelling vergelijken met het Gemeentekrediet destijds in België. Alleen is het zo dat die Israëlische bank ook investeert en financieringen doet in illegale Israëlische nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever. Ik neem aan dat er geen discussie is over de illegaliteit van die nederzettingen. Dit is in strijd met resoluties van de Verenigde Naties, onder andere resolutie 446, en met de Conventie van Genève, die zegt dat de bezettende macht nooit eigen bevolking mag overbrengen naar bezette gebieden.
Illegaliteit, dat is ook sinds jaren het Belgische standpunt. Op 3 december 2008 werd dat standpunt nog officieel verwoord door staatssecretaris Olivier Chastel namens minister Karel De Gucht, in antwoord op een vraag van de heer Jan Jambon. Minister De Gucht zegt daarin dat die nederzettingen illegaal zijn.
Nu doen er in Vlaanderen Vlamingen en een aantal wereldburgers een oproep om aan dat soort investeringen en financieringen een einde te maken.
De heer Nasr, mevrouw De Keersmaeker en de mensen van het Vlaams-Palestijns Comité behoren daartoe. Zij vinden dat Dexia hiermee moet ophouden en dat deze handelwijze met elke ethiek strijdig is. De N-VA sluit zich hierbij aan.
Naar aanleiding van het debat dat we hier op 1 oktober 2008 over Dexia hebben gehouden, heb ik minister Van Mechelen een aantal vragen over het ethisch beleid van Dexia gesteld. Hij heeft hier tijdens de tweede vragenronde op geantwoord. Ik heb toen op een deugdelijk bestuur en op ethische beleggingen aangedrongen. Hij heeft verklaard dat de Vlaamse overheid op dat vlak een voorbeeldrol wil vervullen en dat hij dit punt zelfs op de agenda van het Overlegcomité zou plaatsen.
Dexia is niet zomaar een bank. Dexia is een bank met veel overheidsaandeelhouders. De Vlaamse overheid bezit 2,85 percent van de aandelen. Alle Belgische overheden samen bezitten 11,4 percent van de aandelen. De Gemeentelijke Holding bezit nog eens 14 percent van de aandelen. Daarnaast zijn er nog andere aandeelhouders, zoals het Algemeen Christelijk Werknemersverbond (ACW) en dergelijke. Het lijkt me dan ook gepast hier in het Vlaams Parlement te vragen wat de Vlaamse Regering zal doen om een einde te maken aan de financieringskredieten voor illegale nederzettingen.
Minister-president Peeters heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, de eerste vraag is natuurlijk waarover het hier juist gaat. Naar aanleiding van de actuele vraag van de heer Bourgeois heb ik me bij Dexia geïnformeerd. De heer Bourgeois heeft terecht gesteld dat de Vlaamse overheid 2,85 percent van de aandelen van Dexia in haar bezit heeft.
De tweede vraag is hoe de situatie net in elkaar zit. In 2001 heeft Dexia in de Dexia Israel Bank Limited (DXIL) geïnvesteerd. Die investering is gebaseerd op de filosofie dat Dexia een bank van lokale besturen is. Dit is niet enkel in België en in Frankrijk het geval, het was de bedoeling wereldwijd een bank te zijn die leningen aan lokale besturen verstrekt. Vanuit die filosofie heeft Dexia een bank in Israël overgenomen en DXIL opgericht.
De derde vraag is hoe hiermee wordt omgesprongen. Die bank is conform het Israëlisch recht opgericht en is actief op heel het Israëlisch grondgebied. De bank financiert zonder onderscheid of discriminatie Joodse en Arabische gemeenten. Ik verstrek die informatie, die ik van Dexia zelf heb gekregen, omdat de heer Bourgeois er in zijn vraagstelling van uitgaat dat de zaken van DXIL blijkbaar niet ethisch of niet koosjer zouden zijn.
Ik heb de verhouding tussen de kredieten nagekeken. Ik heb in dat verband wat cijfermateriaal ontvangen. DXIL heeft een van de eerste kredieten aan de Arabische gemeenten verstrekt. De Arabische gemeenten vertegenwoordigen 14,5 percent van de uitstaande kredieten van de bank. Dit betekent dat ook ten aanzien van de Arabische gemeenten inspanningen worden geleverd. De leningen aan de door de heer Bourgeois aangehaalde nederzettingen worden enkel aan in Israël gelegen gemeenten verstrekt. Dit is heel belangrijk.
Ik heb begrepen dat het de bedoeling is de filosofie van de wereldwijde ontplooiing, met inbegrip van het overnemen van banken en het geven van leningen aan gemeenten, te herzien. Het is de bedoeling dit af te bouwen. Dit geldt ook voor DXIL. Het is evenwel niet mijn taak hierover een beslissing te nemen, ik ben enkel een aandeelhouder. De heer Bourgeois heeft evenwel terecht opgemerkt dat we hierdoor een zekere verantwoordelijkheid dragen.
Ik heb net de context geschetst. De heer Bourgeois heeft beweerd dat er sprake van onethische investeringen is en dat een bank waar de Vlaamse overheid aandeelhouder van is dergelijke leningen verstrekt. In het licht van de informatie die ik net heb gegeven en die ik van Dexia zelf heb ontvangen, zou hij dit op een andere manier moeten bekijken.
Bovendien benadert Dexia die expansie nu op een andere manier.
Ten slotte blijf ik erbij dat we als aandeelhouder - u hebt ook de gemeentelijke holding en de andere aandeelhouders genoemd - natuurlijk een opdracht hebben die nieuw is. Wie had een jaar geleden ooit gedacht dat we aandeelhouder zouden worden, niet alleen van een bank maar ook van een verzekeringsmaatschappij? We bekijken hoe we ons als Vlaamse Regering vanuit ons aandeelhouderschap verder opstellen.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister-president, ik ben ontgoocheld door uw antwoord. Het is zeer onduidelijk en volgens mij klopt het ook niet.
Ik ben vooral ontgoocheld door het feit dat u zegt dat het een nieuwe situatie is en dat u moet bekijken hoe de Vlaamse Regering zich zal opstellen. Ik heb in het debat hier uitdrukkelijk gezegd dat deze bank nu gedeeltelijk een overheidsbank wordt en dat het het moment was om een voorbeeld te geven inzake deugdelijk bestuur en ethische beleggingen en evenzeer het moment om het voorbeeld te geven inzake dat soort financieringen.
Ik weet dat Dexia Israel Bank Ltd ook Arabische dorpen financiert. Ik heb me geïnformeerd. Maar ik heb ook een brief van gedelegeerd bestuurder Pierre Mariani aan een bezorgde organisatie waarin hij zegt dat ze inderdaad Israëlische nederzettingen financieren, niet in Israël want je spreekt alleen over nederzettingen als het gaat over kolonisatie in de Palestijnse gebieden. Trouwens, uw antwoord is tegenstrijdig. Als het in Israël is, dan zie ik niet in waarom ze hun beleid zouden moeten herzien. Je moet niets herzien dat helemaal in orde is.
Mijnheer de minister-president, ik ben benieuwd of u ook spreekt namens sp.a en het ACW. (Opmerkingen van minister-president Kris Peeters)
Er is een ACW-vleugel in uw partij. U hebt vorige week zelf gerefereerd aan uw partij. Ik stel me uitdrukkelijk de vraag of uw hele regering dit beleid draagt en steunt, waarbij blijkt dat een bank waarin de Vlaamse overheid participeert - de gezamenlijke Belgische overheden participeren - financieringen verleent. Over het bedrag spreek ik me niet uit. Het is voldoende dat dit gebeurt. Uit ethisch oogpunt kan dit niet. Vlaanderen voert een buitenlands beleid, gericht op mensenrechten, op vredesbevordering, op erkenning van een aantal normen en waarden en voert binnenslands toch ook een ethisch beleid, zeker in zijn beleggingspolitiek. Dat is een rode draad.
Ik vraag met aandrang dat de Vlaamse Regering als aandeelhouder deze positie zou innemen, dit zou agenderen en zijn bestuurders opdracht zou geven om daar een einde aan te maken.
De heer Lachaert heeft het woord.
De discussie over die problematiek is reeds maanden geleden gevoerd. De raad van bestuur heeft uitdrukkelijk het standpunt ingenomen dat er geen leningen meer worden toegestaan aan die niet-legale nederzettingen. De raad van bestuur van Dexia heeft daarover besprekingen gehouden, lang voor Vlaanderen aandeelhouder was.
De heer Roegiers heeft het woord.
De heer Lachaert zegt hier iets anders dan de minister-president. Het werpt in ieder geval een ander licht op wat de minister-president hier zonet heeft gezegd.
Mijnheer de minister-president, ik ben net als de vraagsteller, ontgoocheld in uw antwoord. Als het gaat over nederzettingen in de Palestijnse gebieden, dan wil ik u eraan herinneren dat de Vierde Conventie van Genève heel uitdrukkelijk heeft gezegd dat de bezettende macht geen delen van zijn eigen bevolking zal deporteren of overbrengen naar gebieden die hij bezet. Nederzettingen zijn dus een illegale daad die ook door de Verenigde Naties in 1979 al zijn veroordeeld.
In die zin begrijp ik niet dat u zich nu een beetje wegstopt en dat u zegt dat u een wat afwachtende houding zult aannemen. Namens onze fractie zou ik u heel uitdrukkelijk willen vragen om in dit dossier een offensieve houding aan te nemen en de raad van bestuur van Dexia te vragen geen leningen meer toe te staan aan de bezettingspolitiek van Israël.
De heer Glorieux heeft het woord.
Ik ondersteun volmondig de commentaren van de heren Bourgeois en Roegiers. Het is ook belangrijk om niet alleen in de gaten te houden wat Dexia doet, maar ook wat de Vlaamse Regering zelf doet.
Ik had graag het standpunt van de minister-president gekend over de uitspraak van federaal minister De Gucht zondag in De Zevende Dag. Hij zei dat het eigenlijk toch niet kan dat er vanuit ons land nog altijd wapens en militair materieel naar Israël worden getransporteerd. Het is natuurlijk een gewestelijke materie. Hij riep de gewesten dan ook op om ter zake een ander beleid te voeren en er zich over te bezinnen. Ik had graag gehoord of de minister-president van plan is om vanuit Vlaanderen nog langer wapenlicenties voor Israël toe te kennen.
Mevrouw de voorzitter, collega's, jullie moeten toch trachten te luisteren naar wat ik heb gezegd en wat de heer Lachaert eraan heeft toegevoegd. Ik ga ervan uit dat niet over elke lening die Dexia toestaat, een vraag wordt gesteld. Het is een heel belangrijk punt en ik wil ook mijn verantwoordelijkheid als aandeelhouder niet ontlopen. Maak er u geen zorgen over. Het is afgesproken dat we, ook naar Dexia zelf, duidelijke taal zullen spreken.
U vraagt me of er door Dexia Bank Limited leningen zijn toegestaan aan nederzettingen. Ik vraag de informatie op, en men zegt me dat er alleen maar leningen vanuit een bepaalde filosofie aan gemeenten in Israël worden toegekend. Dat is een belangrijk element.
Voorts heb ik begrepen dat de politiek van Dexia om wereldwijd banken te hebben die leningen toestaan aan gemeenten, wordt herzien. Ze willen meer focussen op sommige regio's. Men voorziet ook voor Israël een afname van de leningen.
U stelt de vraag of Dexia Israël onethische leningen verstrekt. U zegt dat u over informatie beschikt en een brief in uw bezit hebt waarin staat dat Dexia leningen verstrekt aan nederzettingen die zich niet in Israël bevinden. Dat is het eerste wat u zegt. Ik beschik niet over deze informatie. Ik had graag dat u ze me gaf.
U zegt dat u daarover maanden geleden al hebt gediscussieerd. Er is een duidelijke politiek, en we kunnen hier een duidelijke lijn trekken. Als het over onethische ondersteuning van nederzettingen gaat, is dat een probleem.
Mijnheer Glorieux, mevrouw Ceyssens heeft zeer duidelijke taal gesproken. We moeten er nauwlettend op toezien. In de commissie kunnen er nog bijkomende vragen over worden gesteld. Op dit moment wordt de politiek voortgezet die wij in het verleden samen hebben gevoerd. Nu we aandeelhouder zijn geworden van Dexia en ook van Ethias, moeten we een bijkomende opdracht vervullen. De engagementen die zijn genomen, ook door minister Van Mechelen, zullen worden hard gemaakt. We zullen er hier voort kunnen over discussiëren van zodra ze zijn gerealiseerd.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister-president, ik zou niet graag hebben dat we hier discussiëren op grond van foutieve informatie. Ik heb een brief in mijn bezit van de heer Pierre Mariani, de nieuwe gedelegeerd-bestuurder. De brief is niet aan mij gericht, maar aan een derde persoon. Ik zal hem dus niet voorlezen. Maar hij bevestigt er inderdaad in dat de Dexiabank Israël kredieten verleent, zowel aan Arabische als aan Israëlische gemeenten.
Vervolgens heeft hij het over de nederzettingen. In mijn optiek, en in ieders optiek, is een nederzetting een vestiging buiten het Israëlische grondgebied. Hij zegt daarover het volgende: "Wij verstrekken alleen leningen aan nederzettingen die door Israël beschouwd worden als gemeenten." Maar als men zegt dat men nederzettingen op Palestijns grondgebied als 'onze' gemeenten aanziet, dan ontstaat natuurlijk een foutieve discussie.
Het is een brief van 10 november 2008, mijnheer Lachaert. Het zou me sterk verwonderen dat er al enkele maanden geleden is beslist om die investeringen niet meer te doen.
In zoverre het gaat om kredietverleningen aan nederzettingen op Palestijns grondgebied, is dat strijdig met de VN-resoluties die zeggen dat Israël zich moet terugtrekken achter de grenzen van 1967, strijdig met de VN-resolutie 446 en strijdig met de Conventie van Genève. Mijnheer de minister-president, ik vraag u: informeer u, geef correcte informatie aan dit parlement. Als blijkt dat het uitsluitend gebeurt op Israëlisch grondgebied binnen de grenzen van 1967, is er uiteraard geen probleem. Als het op Palestijns grondgebied gebeurt, is dit strijdig met de internationale principes en ook strijdig met de Belgische positie, nog verwoord door minister De Gucht in het federaal parlement op 3 december 2008, waarbij wordt gezegd dat die nederzettingen illegaal zijn. (Applaus bij de sp.a, de N-VA en Groen!)
Mevrouw de voorzitter, ik heb andere informatie dan de heer Bourgeois. Ik kan me alleen maar bevragen bij Dexia. Mijnheer Bourgeois, ik zal de informatie die u hebt, checken en zeggen dat u in het parlement hebt gezegd dat u over andere informatie beschikt. Als uw informatie klopt, is er natuurlijk een probleem. Ik heb andere informatie gekregen en kan me alleen maar steunen op die informatie. Ik heb het parlement heel duidelijk gezegd dat ik deze informatie van Dexia heb gekregen. Ik zal me dubbel laten informeren en zorgen dat ik zeker ben zodat er geen onduidelijkheid bestaat over de juiste toedracht van de feiten.
Het incident is gesloten.