Verslag plenaire vergadering
Verslag
Algemene bespreking
Dames en heren, de algemene bespreking is geopend.
De heer Sintobin, verslaggever, heeft het woord voor een mondeling verslag.
Mevrouw de voorzitter, geachte collega's, dit voorstel van decreet werd vorige week donderdag, op 11 december 2008, besproken in de commissie voor Leefmilieu.
Commissievoorzitter Lachaert heeft bij de opening van de bespreking gewezen op de ontstaansgeschiedenis van het voorstel van decreet. Het voorstel van decreet vloeit voort uit een reeks amendementen die werden ingediend op het recent door deze plenaire vergadering goedgekeurde verzameldecreet. Er was bij de behandeling daarvan in de commissie protest gerezen tegen het grote aantal meerderheidsamendementen op dit ontwerp van decreet. Na overleg besloten de indieners een deel van de amendementen op het hoofdstuk Mestdecreet van het verzameldecreet als een afzonderlijk voorstel van decreet in te dienen.
Mevrouw Rombouts heeft in de commissie alle voorgestelde wijzigingen aan het Mestdecreet toegelicht. Hoofdstuk II van het voorstel van decreet bevat diverse, veelal technische, wijzigingen om de haalbaarheid en uitvoerbaarheid van het Mestdecreet van 22 december 2006 te verbeteren. Het gaat onder meer over aanpassingen aan de bepalingen inzake mestverwerking, de uitrijregeling van mest, de plaatsen waar mag worden bemest, de bemestingsnormen, de emissiearme aanwending van mest, het bijhouden van het dierregister, de melding en namelding van het mestvervoer en de administratieve geldboeten.
Hoofdstuk III van het voorstel van decreet gaat over een globale oplossing voor bemesting in de kwetsbare natuurzones. Mevrouw Rombouts heeft er in de commissie aan herinnerd dat bij de bespreking van het Mestdecreet in 2006 door de parlementaire meerderheid werd afgesproken de bepalingen daarover later in het Mestdecreet in te voegen. Intussen is, na uitgebreid overleg, een consensus gegroeid tussen de natuurbeweging en de landbouworganisaties over deze bepalingen. Die consensus wordt vertaald in het voorstel van decreet. Bij het zoeken naar een consensus werd uitgegaan van de vroegere regeling in artikel 15ter van het oude Meststoffendecreet, met dien verstande dat men wel heeft getracht de knelpunten op te lossen.
Ik zal even op de belangrijkste principes ingaan.
De regeling in artikel 15ter van het oude Meststoffendecreet van 1991 blijft, in een aangepaste versie, behouden voor de oude plannen van aanleg. Het gaat hier vooral om gewestplannen.
De regeling voor de bemesting in bos- en natuurgebieden die in de nieuwe gewestelijke uitvoeringsplannen zijn aangeduid, wordt in het nieuwe artikel 41bis van het Mestdecreet van 2006 opgenomen.
Wat het recht op de ontheffing van de nulbemesting betreft, worden de gezins- en de niet-gezinsveeteeltbedrijven met een mestproductie kleiner dan 300 kilogram difosforpentoxide gelijkgesteld.
In het nieuwe artikel 41bis wordt niet langer het onderscheid tussen gezinsveeteeltbedrijven en andere bedrijven gemaakt.
De in toepassing van het oude artikel 15ter verkregen ontheffing van de nulbemesting kan aan rechtspersonen worden overgedragen. Rechtspersonen kunnen tevens op basis van het nieuwe artikel 41bis van het Mestdecreet een ontheffing van de nulbemesting krijgen.
Bij de opeenvolgende wijzigingen of de vervanging van gewestplannen door ruimtelijke uitvoeringsplannen blijft de bestaande ontheffing gelden. Ze kan, voor zover dit nog niet eerder is gebeurd, eenmalig worden overgedragen.
Tot slot bevat het voorstel van decreet een rechtsgrond voor de zogenaamde 'vergoedingen natuur'.
Hoofdstuk IV, dat enkel het artikel 21 omvat, betreft kleine mesttransporten naar tuinen, parken en plantsoenen en de uitzonderingsregeling voor kleine vrachten. Conform het Vlaams
Reglement inzake afvalvoorkoming en -beheer (VLAREA) wordt vervoer met een transportmiddel waarvan het nuttig laadvermogen kleiner is dan 3500 kilogram, voortaan als een kleine vracht beschouwd.
Het voorstel is slechts kort in de commissie besproken. Ik overloop even de opmerkingen die zijn gemaakt.
Volgens de heer Wymeersch bevat dit voorstel van decreet niet enkel technische bepalingen, sommige artikelen gaan duidelijk verder. Het voorstel van decreet bevat ook inhoudelijke wijzigingen. Deze wijzigingen komen tegemoet aan de verzuchtingen van de sector. De heer Wymeersch heeft tevens verklaard eerdere amendementen en opmerkingen van het Vlaams Belang in de voorgestelde tekst te herkennen. Hij beoordeelt dit positief. Een voorbeeld van een dergelijke verbetering is artikel 4 van het voorstel van decreet. Dit artikel betreft de plaatsen waar mag worden gemest.
Volgens de heer Wymeersch blijven een aantal inhoudelijke vragen en problemen nog onopgelost. Hoewel met dit voorstel van decreet enige vooruitgang wordt geboekt, mag het nieuwe Mestdecreet nog niet als afgerond worden beschouwd. De heer Wymeersch heeft hieraan toegevoegd dat het Vlaams Belang geen gebruik wil maken van het recht hoorzittingen te vragen en het voorstel van decreet mee zal goedkeuren.
De heer Martens heeft opgemerkt dat het voorstel van decreet niet enkel aan de verzuchtingen van de landbouwsector tegemoetkomt. Wat de bemesting in natuurgebieden betreft, is een compromis tussen de landbouwsector en de natuurverenigingen gezocht. Volgens de heer Martens is de tekst van het voorstel van decreet een vertaling van dat compromis.
In de commissie zijn tevens drie amendementen ingediend en goedgekeurd. Het eerste amendement strekt ertoe dat beide soorten bedrijven bij overdracht binnen de familie op gelijke wijze gebruik kunnen maken van de mogelijkheid eenmalig de ontheffing van de nulbemesting over te dragen. Het tweede amendement heeft betrekking op artikel 20 en betreft veeleer een technische verduidelijking van wat onder overdracht moet worden verstaan.
Het derde amendement voegt een inwerkingstredingsbepaling aan het voorstel van decreet toe. Indien het wordt goedgekeurd, zal het voorstel van decreet op 1 januari 2007 in werking treden. De artikelen 6, 10 en 12 vormen hierop een uitzondering en treden pas op de dag van publicatie in het Belgisch Staatsblad in werking. Volgens mevrouw Rombouts is het belangrijk dat het voorstel van decreet met terugwerkende kracht in werking treedt. Op die manier komt de rechtsgrond voor de vergoedingen voor de beheersovereenkomsten natuur niet in het gedrang. De artikelen 6, 10 en 12 betreffen verstrengingen waarvoor een retroactieve inwerkingtreding niet wenselijk is.
De commissie heeft de amendementen van de meerderheid met twaalf stemmen eenparig aangenomen. Ook de artikelen en het gewijzigd voorstel van decreet zijn met twaalf stemmen eenparig aangenomen. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer De Klerck heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, geachte collega's, de Open Vld-fractie ondersteunt dit ontwerp van decreet omdat het een aantal heel belangrijke aanpassingen inhoudt. Ze zijn niet alleen van agrarisch-technische en milieutechnische aard, maar er zijn ook een aantal heel belangrijke wijzigingen voor de export van dierlijke mest en er wordt een categorie van neerhofdieren toegevoegd. Er wordt ook duidelijkheid gecreëerd over perceelsgebonden bemestingsregels en er worden verdere mogelijkheden voor wetenschappelijke proefnemingen mogelijk gemaakt.
Met het oog op het behoud en de versterking van de natuur op landbouwgronden, gelegen in natuurgebieden, natuurontwikkelingsgebieden en natuurreservaten, is elke vorm van bemesting verboden, met uitzondering van bemesting door rechtstreekse uitscheiding bij begrazing waarbij twee grote eenheden per hectare mogelijk worden gemaakt.
Een ander belangrijk punt voor ons is dat, in afwachting van de natuurrichtplanning, zoals bedoeld in paragraaf 5, een afwijking kan worden verkregen op het potentieel gebied dat als grasland wordt bestempeld, met een mogelijke supplementaire bemesting van maximaal 100 kilogram stikstof per hectare.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, ik wil de verslaggever en de parlementaire diensten danken om op korte tijd een zo volledig mogelijk verslag uit te brengen.
Het is belangrijk dat dit decreet nog op korte termijn kan worden doorgevoerd, omdat er een aantal evenwichtige aanpassingen aan het Mestdecreet worden gedaan die de werking ten velde zeker ten goede zullen komen. Ik wil iedereen danken voor de snelle inwerkingtreding.
De heer Wymeersch heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, ik wil nog twee dingen beklemtonen.
Wij danken de meerderheid in dit parlement voor het feit dat ze, in de geest van onze voorstellen van 2006, een eind zijn meegegaan en uiteindelijk ook het licht in de duisternis hebben gezien en dit hebben gevat in dit voorstel van decreet.
Dit zal zeker niet het eindpunt zijn, omdat er nog een aantal knelpunten overblijven. Ik verwijs naar de problematiek van de rundveehouderij. Wij zullen er de komende maanden en jaren aandacht aan blijven besteden, in de hoop dat ook daar de nodige decretale aanpassingen kunnen gebeuren. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
Dames en heren, aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het voorstel van decreet.
De door de commissie aangenomen tekst wordt als basis voor de bespreking genomen.(Zie Parl. St. Vl. Parl. 2008-09, nr. 1892/3)
De artikelen 1 tot en met 22 worden zonder opmerkingen aangenomen.De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over het voorstel van decreet houden.