Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Penris heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, begin deze week hebben twee schepenen van belangrijke steden in mijn eigen kieskring, die overigens de politieke obediëntie van de minister delen, de alarmbel geluid. Het gaat om de schepenen van Financiën van Mechelen en Antwerpen.
Ze klagen over de onduidelijke en laattijdige informatie die ze van de Gemeentelijke Holding, een belangrijke financier van de lokale besturen, over de uitkering van de te verwachten dividenden hebben gekregen. Aangezien de begrotingen in deze periode worden opgemaakt of reeds zijn opgemaakt, is dit voor de schepenen van Financiën een zeer moeilijke aangelegenheid.
In Antwerpen is de begroting al opgesteld. Blijkbaar is hierbij vertrokken van een aantal vooronderstellingen die nu niet blijken te kloppen. Vorige week vrijdag heeft de Gemeentelijke Holding immers een informatievergadering voor de betrokken schepenen georganiseerd. Tijdens die vergadering is gemeld dat de gemeenten de dit jaar ontvangen dividenden volgend jaar niet meer moeten verwachten. Tegelijkertijd is de Gemeentelijke Holding zeer onduidelijk gebleven over wat dan wel te verwachten valt. De verwachtingen schommelen ergens tussen 0 euro en het dit jaar ontvangen bedrag.
De reden is gekend. We bevinden ons in een economische crisis. We weten dat de Gemeentelijke Holding om historische redenen zwaar in Dexia heeft geïnvesteerd. Het aandeel van Dexia is op dit ogenblik niet erg succesvol. Ik heb de koers daarnet nog even bekeken. Een aandeel is nu 2,85 euro waard. De waarde ligt, met andere woorden, lager dan de psychologische drempel van 3 euro.
Mijnheer de minister, hoe kunnen we dit remediëren? Het Waals Parlement heeft al een oplossing aangereikt. De Waalse overheid zal de door de lokale besturen geleden verliezen met behulp van gemeenschaps- en gewestmiddelen compenseren. Bent u hiertoe ook bereid? Dit is niet enkel mijn vraag. Die vraag wordt ook door schepenen van uw eigen politieke obediëntie gesteld. Zij hebben begin deze week een alarmkreet geslaakt. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Minister Keulen heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, vragen staat vrij. Persoonlijk vind ik dit echter niet onmiddellijk de meest verantwoorde vraag. Ik verwijs opnieuw naar de communicatie tussen de Gemeentelijke Holding en alle steden en gemeenten met betrekking tot de inkomsten voor 2009.
Wat de begroting betreft, hebben de steden en gemeenten de vraag gekregen de grootst mogelijke voorzichtigheid te betrachten. Op een aantal plaatsen is de begroting voor 2009 trouwens al goedgekeurd.
U zegt zelf dat de Gemeentelijke Holding op dit ogenblik bezig is met een roadshow. Zij bezoeken alle regio's van het land om steden en gemeenten tekst en uitleg te geven. Ik verwacht dat er op korte tijd klaarheid zal komen.
De dividenden voor 2008 zijn heel correct uitbetaald. Minister Van Mechelen is hier heel recent over hetzelfde ondervraagd door de heren Verougstraete en Van Rompuy. Minister Van Mechelen heeft in naam van de regering gezegd: "Het is de algemene vergadering van de Gemeentelijke Holding die zich in het voorjaar 2009 zal uitspreken over het dividend 2009. Het gaat over een holding die vooral financiële participaties heeft. U moet dus geen helderziende zijn om te weten dat het dividend nooit het bedrag kan halen van dit jaar."
Het gaat over 52,7 miljoen euro. Dat klinkt kolossaal en het is ook een fors bedrag. Globaal gezien, vertegenwoordigt het 1 percent van de gemeentelijke inkomsten. Als je er het Gemeentefonds tegenover plaatst, dan spreken we voor 2009 over 1900 miljoen euro. Voor 2009 komt er 64 miljoen euro bij. Ook dat moet je in perspectief plaatsen. Alle gezinnen en bedrijven hebben dus geld verloren ten gevolge van de bank- en kredietcrisis. Ook de openbare besturen delen in de klappen, misschien verhoudingsgewijs het minste, en zullen dus de tering naar de nering moeten zetten.
Als u zegt dat men in Wallonië compensaties wil geven, dan maak ik meteen de vergelijking met wat wij in Vlaanderen doen voor onze steden en gemeenten. Er is het Gemeentefonds met een waarde van 1900 miljoen euro, met dit jaar een opstap van 64 miljoen euro. Over schuldovername, ter waarde van 612 miljoen euro, is in Wallonië geen sprake. We doen extra inspanningen voor rioleringen, ieder jaar. We compenseren de Eliaheffing. Ik kan die vergelijking heel makkelijk maken.
Ik had die opmerking, die vergelijking met Wallonië, niet meteen van u verwacht. Ik vind het historisch dat iemand van het Vlaams Belang Wallonië als referentie neemt. De nieuwigheden zijn de wereld nog niet uit.
U weet dat wij heel veel sympathie hebben voor de heer Daerden, waar het zijn sympathie betreft voor het papieren wegenvignet.
Mijnheer Penris, u krijgt straks opnieuw het woord.
Ook wat dat betreft, is het misschien historisch dat Wallonië een referentie is voor het Vlaams Belang.
Ik vind het een verkeerde referentie. Ik denk dat wij een veelvoud doen voor onze steden en gemeenten. Ik ben ook de tolk van mijn acht andere collega's in de Vlaamse Regering. Alles wat men doet in de steden en gemeenten, moeten wij ons in Brussel niet meer aantrekken. Het is goed geïnvesteerd geld vanuit Vlaanderen.
Toch wil ik benadrukken dat iedereen de tering naar de nering moet zetten. Ook gezinnen en bedrijven moeten dat doen, dus ook de steden en gemeenten.
Ik hoop dat de Gemeentelijke Holding op korte termijn duidelijkheid zal scheppen over het te verwachten dividend 2009 voor de steden en gemeenten.
Mijnheer de minister, ik had uw antwoord min of meer verwacht. Ik had ook het antwoord van minister Van Mechelen op de vragen van de heren Verougstraete en Van Rompuy klaarliggen. Ik wist dat u die richting zou uitgaan en ik neem u dat ook niet kwalijk.
Ik zou natuurlijk een perverse politicus kunnen zijn, want ik zit zowel in Antwerpen als in dit Vlaams Parlement in de oppositie. Ik zou nu met uw mededeling naar Janssens en consorten kunnen gaan in Antwerpen: "Je had maar beter moeten weten. Je moet maar de tering naar de nering zetten."
Maar zo werkt het natuurlijk niet, mijnheer de minister. Ik ben ervan overtuigd dat de mensen die de begroting hebben opgemaakt - en dat zijn niet alleen de politieke verantwoordelijken, daar zit ook een hele verantwoordelijke administratie achter - zijn uitgegaan van indices die ze van de Gemeentelijke Holding hebben gekregen. Men verzekert mij - want het kan zijn dat het niet waar is - dat indertijd werd medegedeeld dat het bedrag dat dit jaar ingeschreven werd, ook volgend jaar minstens zou worden uitgekeerd. Op basis van die gegevens is men de begroting in de lokale besturen, en zeker in mijn eigen stad, gaan opmaken.
Dus het is een beetje flauw om nu te zeggen dat men dat had kunnen voorzien. Men moet natuurlijk met alle onvoorziene omstandigheden rekening houden als goede huisvader. We zullen wel een begrotingsherziening krijgen in Antwerpen, en we zullen die misschien nog goedkeuren ook. Maar de gegevens waarover ik beschik, tonen aan dat men niet wist dat men vanuit de Gemeentelijke Holding signalen heeft gekregen dat de situatie wezenlijk ging verslechteren. Tenzij u mij tegenspreekt, moet ik daarvan uitgaan, en dat was de reden waarom ik u deze vraag heb durven te stellen.
De heer Vermeiren heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer Penris, er zijn natuurlijk andere plaatsen waar de inlichtingen schriftelijk en mondeling worden meegedeeld, maar ik wil wel bevestigen dat elke gemeente - en er zijn collega-burgemeesters en schepenen die dat kunnen getuigen - op 3 oktober een brief heeft gekregen van de Gemeentelijke Holding. Daarin werd verwezen naar de verwarrende toestand op de financiële markt, die elke dag wijzigt, en werden de gemeenten tot voorzichtigheid aangemaand. In de brief stond dat men niet vooruit kan lopen op beslissingen die door andere financiële instellingen worden genomen.
De gemeenten zijn op 3 oktober aangemaand tot grote voorzichtigheid. Sommige hebben dat duidelijk goed geïnterpreteerd en hebben in hun begroting geen dividenden ingeschreven.
Mijnheer Penris, u kent mijn devies: elke vraag is een kans voor een minister. Maar iedereen weet toch ook dat de wereld de voorbije maanden grondig veranderd is. We kunnen de situatie eigenlijk in niets vergelijken met de situatie van voor september. De wereld zat toen, zeker wat de banken en de financiële markten betreft, helemaal anders in elkaar.
Mijnheer Vermeiren, u zegt terecht dat de Gemeentelijke Holding de lokale besturen heeft aangespoord tot voorzichtigheid. Als nu zou blijken dat het inderdaad een stuk minder is, is het technisch altijd mogelijk, door middel van een begrotingswijziging, om begrotingen van gemeenten helemaal af te stemmen op de financiële realiteit. Voor de rest moet men de tering naar de nering zetten. We moeten toch ook de extra's in het achterhoofd houden die we vanuit de Vlaamse Regering, zeker dit jaar, ten voordele van onze steden en gemeenten hebben gedaan.
Mijnheer Vermeiren, ik weet niet hoe de holding communiceert. Ik ben een buitenstaander, ik zit hier in de oppositie en ook op alle gemeentelijke niveaus. Ik heb geen inzage in het beperkte kringetje van holdingbestuurders.
Maar ik weet wel dat mijn stad, met meer dan 6 percent van de aandelen, geen bestuurder en geen directeur heeft in uw instelling. Het zou misschien goed zijn voor de communicatie naar de belangrijke steden om dat soort mensen mee op te nemen.
Mijnheer Penris, elk gemeenteraadslid kan zich bij zijn gemeente informeren over wat dan ook. U hebt evenveel toezicht als wie dan ook in uw gemeente. Over de rest ga ik me hier niet uitspreken.
Het incident is gesloten.