Verslag plenaire vergadering
Verslag
Voorstel tot spoedbehandeling
Dames en heren, vanmiddag heeft de heer Daems bij motie van orde een voorstel van spoedbehandeling gedaan van het voorstel van resolutie van mevrouw Dua en hemzelf betreffende de beleidsovereenkomst inzake afgedankte elektronische en elektrische apparaten.
De heer Daems heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, geachte collega's, een aantal weken geleden heb ik een interpellatie ingediend over de aanvaardingsplicht van wit- en bruingoed. Dat heeft geleid tot een afspraak, samen met de voorzitter van de commissie voor Leefmilieu, om een hoorzitting te houden.
Die hoorzitting vond vorige donderdag plaats. Er waren onder andere vertegenwoordigers van OVAM, de afvalstoffenmaatschappij. De vertegenwoordiger van de minister was er ook. Recupel zelf is aan het woord geweest, de koepelorganisatie die verantwoordelijk is voor het inzamelen en het verwerken van onze koelkasten en laptops enzovoort. We hebben ook de Federatie van Bedrijven voor Milieubeheer (FEBEM) gehoord, de koepelorganisatie van de privémilieubedrijven. Daarin zitten de grote inzamelaars en verwerkers van ons land.
Een van de opgemerkte betogen kwam van meester Bob Martens. Namens FEBEM kwam hij met een vrij solide, juridische nota zeggen dat Recupel, om de markt te consulteren, de wetgeving op de overheidsopdrachten moet respecteren. Het verslag is nog niet ter beschikking, maar de aanwezige commissieleden hebben het advies kunnen inzien en meester Martens kunnen horen. Ik vond zijn argumenten behoorlijk overtuigend. Ze waren geïnspireerd op zeer recente juridische rechtspraak. Ik heb ook geen verweer gehoord van de vertegenwoordigers van OVAM of van de minister.
Het heeft mij ertoe aangezet om bij hoogdringendheid een voorstel van resolutie in te dienen. Zoals u weet, voorziet het decreet op de milieubeleidsovereenkomsten in de mogelijkheid dat het parlement, op basis van artikel 6, ingrijpt ten aanzien van een MBO. Maar ze kan slechts ingrijpen uiterlijk 45 dagen na goedkeuring van die MBO.
Die MBO is op 22 oktober aan de voorzitter bezorgd. Die datum geldt als vertrekdatum. We zijn begin december en tot uiterlijk 6 december heeft het parlement de mogelijkheid om zich tegen de MBO te verzetten.
Ik zou via dit voorstel van resolutie de meerderheid willen oproepen om gebruik te maken van dit verzetrecht van het parlement en aan de minister en de Vlaamse Regering vragen om effectief te bekijken of de wetgeving op de overheidsopdrachten, op basis van een aantal pertinente argumentaties, al dan niet geldt.
Tot daar mijn verzoek tot spoedbehandeling.
De heer Lachaert heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, waarde collega's, mevrouw de minister, ik geef namens de meerderheid antwoord.
Mijnheer Daems, het is niet zo dat wij geen verweer hebben geuit. We hebben donderdag de vergadering gesloten met te zeggen dat we de standpunten en de stellingname van de juristen aanhoord hebben. We zouden ons daarover buigen en zien wat de reactie moet zijn.
Als we willen reageren, bepaalt het reglement dat we dat, conform artikel 6, binnen 45 dagen moeten doen. Hoe kunnen we reageren? Door het indienen van een voorstel van resolutie, om de procedure te schorsen tot de aanvaarding van de milieubeleidsovereenkomst.
Handelen over de hoogdringendheid van het probleem, is ook handelen over de grond van de zaak, want het ene heeft verband met het andere, aangezien we een vervaldatum hebben van 6 december.
De meerderheid heeft de opportuniteit onderzocht om eventueel een voorstel van resolutie in te dienen op basis van wat werd meegedeeld door de diverse actoren tijdens de commissievergadering van vorige week donderdag en door meester Martens, de advocaat van FEBEM.
De discussie ging in hoofdorde over het feit of de wetgeving op de overheidsopdrachten van toepassing is of niet. Wij menen van niet. Ik zal kort schetsen waarom niet, omdat dat ook het antwoord is op de vraag van de hoogdringendheid. De meerderheid is niet over een nacht ijs gegaan om te zeggen dat die wetgeving ter zake niet van toepassing is.
In dit geval geldt artikel 4, paragraaf 2, van deze wet. Er zijn twee voorwaarden noodzakelijk om de wetgeving op de overheidsopdrachten toe te passen. Ten eerste moet hetgeen werd opgericht, in dit geval Recupel, dat een vzw is, opgericht zijn met een specifiek doel om te voorzien in de behoeften van een algemeen belang dat niet van industriële of commerciële aard is. Ten tweede moet de instantie rechtspersoonlijkheid hebben. Dan zijn er drie modaliteiten: ofwel worden de werkzaamheden in hoofdzaak gefinancierd door overheden of instellingen, ofwel is het beheer onderworpen aan het beheer van die overheden of instellingen, ofwel zijn de leden van de directie, de raad van bestuur of de raad van toezicht voor meer dan de helft door die overheden of instellingen aangeduid.
Voor wat de tweede voorwaarde betreft: de werkzaamheden worden niet gefinancierd door de overheid en de leden van de directie, de raad van bestuur en de raad van toezicht worden niet voor meer dan de helft aangeduid door de overheid. Het enige dat behouden zou kunnen worden, is het derde element: het beheer is onderworpen aan het toezicht van die overheden of instellingen.
We hebben met alle betrokkenen, die er geen belang bij hebben om het dossier in een of andere richting te sturen, alles overwogen en gemeend dat Recupel vzw niet beschouwd kan worden als een rechtspersoon die is opgericht om te voorzien in de behoeften van algemeen belang die niet van industriële of commerciële aard zijn.
Inderdaad, Recupel staat in voor de organisatie van de inzameling en de verwerking van de afgedankte elektrische en elektronische apparatuur in het belang van haar leden die geconfronteerd worden met een aanvaardingsplicht. Dat is niet het belang van de overheid. Recupel heeft een oprichtingsbelang dat duidelijk op haar leden is gericht en niet op het algemeen belang.
Daarbij komt, wat de tweede voorwaarde betreft, namelijk het al dan niet onder controle van de overheid staan van de werking van Recupel, dat Recupel niet aan de voorwaarde voldoet. In de MBO zijn er afspraken gemaakt tussen de overheid en Recupel, maar dat impliceert geen overheidsinvloed. Alleen moet Recupel uitvoeren wat er in de MBO is overeengekomen en de OVAM is belast met de waarnemingsrol bij de uitvoering van het beheersplan. Ik excuseer me dat ik ook naar de grond van de zaak ben gegaan, maar ik moet antwoorden op het argument van de hoogdringendheid. Het is vandaag de laatste plenaire vergadering voor 6 december. Daarom moet ook ten gronde een antwoord worden gegeven.
De conclusie van het verhaal is de volgende. De wetgeving op de overheidsopdrachten is niet van toepassing. De stelling van meester Martens, met alle respect voor de advocaten in dit land, is een stelling maar is geen juridisch feit.
U stelt dus voor om niet tot de behandeling over te gaan? (Instemming)
Mijnheer Daems, kunt u zich daarin vinden?
Neen, mevrouw de voorzitter. Ik vind het ook een beetje lastig dat ik me zelf heb beperkt tot een motivatie van de hoogdringendheid en de heer Lachaert hier een inhoudelijke motivatie geeft. Ik dring heel erg aan op een behandeling en een stemming over ons voorstel van resolutie. Ten eerste deel ik juridisch gesproken de analyse van de heer Lachaert niet. Ten tweede wil ik vermijden dat we na definitieve goedkeuring van de MBO in een juridisch gevecht terechtkomen en we naar een situatie in Vlaanderen evolueren zoals in Groot-Brittannië, waar er niet een Recupelorganisatie is maar 47 Recupels omdat een aantal grote private spelers in dit land misschien dreigen af te haken. Dan gaan we naar een juridisch gevecht in plaats van naar een haalbare oplossing.
De heer Caluwé heeft het woord.
Voor alle duidelijkheid, de discussie ging inderdaad over de hoogdringendheid of niet. Ik kan in de redenering van de heer Daems inkomen dat er een tijdsbepaling is, maar de heer Lachaert heeft duidelijk aangegeven waarom we er inhoudelijk niet op ingaan.
Gaat u ermee akkoord om onmiddellijk over de inhoud te stemmen? (Instemming)
Bespreking
Dames en heren, de bespreking is geopend.
Vraagt iemand het woord? (Neen)
De bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over het voorstel van resolutie houden.